Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 juli 2014 in de zaken tussen
[Naam 1], eiser,
de inspecteur voor de Gezondheidszorg (de inspecteur), verweerder I,
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de minister), verweerder II,
Procesverloop
Overwegingen
De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg. Hierbij betrekt hij de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten/consumentenorganisaties. Voor zover het betreft zorgverlening die verblijf van de patiënt of cliënt in de instelling gedurende tenminste het etmaal met zich brengt, draagt de zorgaanbieder er tevens zorg voor dat in de instelling geestelijke verzorging beschikbaar is, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de patiënten of cliënten.
a, op systematische wijze toetsen in hoeverre de wijze van uitvoering van artikel 3 leidt tot een verantwoorde zorgverlening;
b, zonodig veranderen van de wijze waarop artikel 3 wordt uitgevoerd.
Procedure ROT 13/4751
Procedure ROT 13/6362
Beslissing
- verklaart het beroep in zaak ROT 13/4751 ongegrond,
- verklaart het beroep in zaak ROT 13/6362 gegrond,
- vernietigt het bestreden besluit II, met kenmerken DWJZ-2012001050, 2012001065 en 2013000008,
- bepaalt dat de minister binnen 8 weken een nieuwe beslissing op bezwaar neemt over de verlenging van het bevel met inachtneming van deze uitspraak,
- bepaalt dat verweerder aan eisers het in zaak ROT 13/6362 betaalde griffierecht van € 160,- vergoedt,
- veroordeelt verweerder in die zaak in de proceskosten tot een bedrag van € 974,-, te betalen aan eisers.