4.12.Detron heeft onvoldoende onderbouwd dat Issue op grond van onrechtmatig handelen aansprakelijk is voor de gestelde door Detron geleden schade. Detron heeft niet gesteld welk concreet handelen of nalaten van Issue in dat kader als onrechtmatig moeten worden aangemerkt. Voor zover de vordering van Detron jegens Issue op onrechtmatig handelen is gegrond strandt deze dan ook.
De garantievorderingen ex artikel 3.7, 5 en 6 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst4.13. Detron heeft aangevoerd dat zij bij de overnameovereenkomst een aanzienlijke post “debiteuren” heeft overgenomen en dat Issue in dat verband (in artikel 3.7 van de overnameovereenkomst) de garantie heeft gegeven dat de nog te ontvangen gelden uit deze debiteurenvorderingen uiterlijk binnen drie maanden na de overdrachtsdatum volledig zouden kunnen worden geïnd “bij een normale voortzetting van de debiteurenincasso”. Volgens Detron zijn een aantal vorderingen evenwel niet normaal inbaar gebleken.
Issue heeft het dat betwist. Issue wijst erop dat geen stukken zijn overgelegd waaruit volgt dat Detron normale incassowerkzaamheden heeft verricht terzake de door haar gestelde oninbare vorderingen. Volgens Issue heeft Detron voorts ten onrechte niet aangegeven waarom de in artikel 3.7 van bijlage 1 verwoorde uitzonderingen op deze garantie hier niet zouden opgaan.
Detron heeft voorts gesteld dat Issue op een aantal punten de garanties van artikel 5 en 6 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst heeft geschonden. De garanties van bedoeld artikel 5 betreffen - kort gezegd - het op consistente wijze, volgens de bestendige gedragslijnen en in overeenstemming met de wet en de in Nederland daarvoor aanvaarde normen opgesteld zijn van de overnamebalans en het geven van een getrouw beeld door de overnamebalans en de winst- en verliesrekening 2011 en het eerste kwartaal van 2012. De garantie van artikel 6 luidt dat alle informatie die Issue ter kennis heeft gebracht aan Detron in materiële zin juist en niet misleidend is en dat Issue, voor zover haar bekend, geen materiële informatie heeft achtergehouden die van belang is voor de onderhavige transactie.
4.13.1.Ten aanzien van artikel 5 overweegt de rechtbank op voorhand dat het feit dat bepaalde vorderingen mogelijk ten dele nuancering behoeven niet betekent dat de overnamebalans en/of de ter beschikking gestelde winst- en verliesrekeningen in zodanige mate afwijken van de daaraan te stellen regels dat deze geen getrouw beeld meer geven van de onderneming. Waar een beroep op de garantie van artikel 3.7 slaagt, kan het op dezelfde grond gebaseerde beroep op artikel 5 en/of 6 bij gebrek aan belang onbesproken blijven. Immers, de vordering is in dat geval door het inroepen van de garantie van artikel 3.7 reeds geïnd.
4.13.2Tegen de achtergrond van deze stellingen en verweren zullen hierna de door Detron naar voren gebrachte garantievorderingen worden besproken.
Fujitsu ad € 29.750,-4.13.3. Issue heeft op grond van de overnameovereenkomst aan Detron een vordering verkocht tot voornoemd bedrag die betrekking zou hebben op een overeenkomst terzake een ten behoeve van Fujitsu te plaatsen reclamebord. Volgens Detron ontbreekt een schriftelijke overeenkomst, evenals een schriftelijke opdrachtbevestiging. Voorts volgt volgens Detron uit in mei 2012 tussen Issue en Fujitsu gevoerde correspondentie dat Fujitsu de vordering weigerde te voldoen. Issue heeft Detron hiervan niet op de hoogte gebracht. Volgens Detron heeft Issue een niet bestaande vordering overgedragen. In elk geval is geen sprake van een vordering die op normale wijze binnen drie maanden na de overdrachtsdatum kon worden geïnd. Voorts is volgens Detron sprake van een schending van artikel 5 en artikel 6.2. van bijlage 1 van de overnameovereenkomst.
4.13.4.Issue heeft betwist dat deze vordering niet binnen de normale debiteurenincasso te innen was. Issue heeft aangevoerd dat zij destijds overeenstemming heeft bereikt met Fujitsi over het plaatsen van een reclamebord. Issue heeft gesteld dat zij er ten tijde van het sluiten van de overnameovereenkomst en ook nu nog van overtuigd is dat de vordering op Fujitsu eenvoudig te innen is, zodat van een schending van enige garantie geen sprake is. Voorts heeft Issue aangevoerd dat Detron haar uit artikel 15.4 sub h van de overnameovereenkomst voortvloeiende schadebeperkingsplicht heeft geschonden. Volgens Issue had Detron haar schade kunnen en moeten beperkten door een nieuwe adverteerder te vinden voor de reclamezuil.
4.13.5.Naar het oordeel van de rechtbank is hier geen sprake van een op normale wijze te innen vordering. De aan de vordering ten grondslag liggende overeenkomst is niet op schrift gesteld en de verschuldigdheid van de vordering wordt door de debiteur betwist. Dat maakt een normale incasso binnen drie maanden na de overdrachtsdatum onmogelijk. Nu Issue op zichzelf niet heeft betwist dat de door Detron gestelde inbreuk ertoe leidt dat Detron betaling van het bedoelde bedrag van Issue kan verlangen, ligt de vordering van Detron tot betaling door Issue van € 29.750,- in beginsel voor toewijzing gereed. Dat de schadebeperkingsverplichting opgenomen in 15.4 sub h van de overnameovereenkomst Detron ook verplicht om in een geval als dit een nieuwe adverteerder te zoeken ligt niet voor de hand. Niet gesteld of gebleken is dat bedoeld artikel, behalve op de beperking van schade gebaseerd op een wettelijke schadevergoedingsverplichting, ook ziet op de hier aan de orde zijnde nakoming door Issue van een garantieverplichting. Uit de tekst en context van artikel 15.4 sub h valt dat niet af te leiden, terwijl evenmin is gebleken dat dat de bedoeling van partijen was met dat artikel. De vordering van Detron tot betaling door Issue van € 29.750,- zal dan ook worden toegewezen.
Jaarbeurs ad € 7.290
4.13.6.Detron heeft aangevoerd dat van de door Issue bij de overnameovereenkomst verkochte vordering op de Jaarbeurs, een bedrag van circa € 9.000,- onbetaald wordt gelaten door de Jaarbeurs. Issue heeft een contract gesloten met de Jaarbeurs terzake een Kyocera printmachine, aldus Detron, waarbij met de Jaarbeurs is overeengekomen dat voor gemaakte printafdrukken bóven het afgenomen jaarlijkse volume, na 36 maanden wordt afgerekend. De leverancier, Kyocera, rekent evenwel jaarlijks af. De Jaarbeurs weigert de jaarrekening, ondanks diverse brieven en toelichtingen, te voldoen, aldus Detron, zodat Issue op grond van de garantie van artikel 3.7 de vordering dient te voldoen aan Detron. Detron heeft voorts aangevoerd dat uit een e-mailwisseling van 8 mei 2012 volgt dat Issue op de hoogte was van dit dispuut. Issue heeft nagelaten Detron er van op de hoogte te stellen dat sprake was van een betwiste vordering, waarmee tevens de garantie van artikel 6 is geschonden.
4.13.7.Issue heeft betwist dat Detron op dit punt een vordering heeft uit hoofde van de overeengekomen garanties. Volgens Issue is slechts sprake van een discrepantie tussen het contract gesloten met Kyocera, dat uitgaat van jaarlijkse verrekening, en het contract met de Jaarbeurs, dat uitgaat van een verrekening na drie jaren. Dat betekent volgens Issue evenwel niet dat de vordering van de Jaarbeurs niet zal worden voldaan, doch slechts dat deze vordering pas na afloop van de termijn van drie jaar zal worden voldaan. Volgens Issue is hiermee sprake van een vordering die naar haar aard pas na afloop van een termijn van drie maanden kan worden geïnd, zodat deze vordering niet onder de garantie van artikel 3.7 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst valt. Voor zover dat wel het geval is heeft Issue aangevoerd dat Detron geen schade lijdt.
4.13.8.Detron heeft nog niet kunnen reageren op het verweer van Issue. Detron zal in de gelegenheid worden gesteld bij akte na tussenvonnis in te gaan op dat verweer, waarna Issue de gelegenheid wordt gegeven bij antwoordakte te reageren.
Amarantis ad € 11.549,-4.13.9. Detron heeft aangevoerd dat zij de door Detron overgedragen vordering op Amarantis ondanks normale incassowerkzaamheden niet heeft kunnen innen. Volgens Detron gaat het om een factuur voor een cursus die nooit is gegeven en waarop Amarantis inmiddels geen prijs meer stelt. Dat betekent volgens Detron dat Issue op grond van artikel 3.7 van bijlage 1 bij de overnameovereenkomst gehouden is tot betaling van voornoemd bedrag. Voorts heeft Issue met het overdragen van deze vordering zonder daarbij te vermelden dat zij de cursus nog niet had gegeven, inbreuk gemaakt op de garantie dat vóór de overname alle juiste en niet misleidende informatie is verstrekt, aldus Detron.
4.13.10.Issue heeft aangevoerd dat zij aan Detron een overeenkomst heeft overgedragen op grond waarvan Amarantis zich heeft verbonden tot afname van een cursus. Volgens Issue behoorde het op zijn minst tot de normale incassowerkzaamheden dat Detron nakoming van Amarantis had gevorderd en is niet gebleken dat Detron dat heeft gedaan.
4.13.11.Naar het oordeel van de rechtbank heeft Detron in het licht van de stellingen van Issue onvoldoende onderbouwd dat de vordering bij normale voortzetting van de debiteurenincasso niet binnen drie maanden na de overdrachtsdatum had kunnen worden geïnd. De in dat verband overgelegde producties bestaan uit e-mailberichten waaruit niet meer of anders kan worden afgeleid dan dat de training, waarop de met Amarantis gesloten overeenkomst kennelijk zag, niet heeft plaatsgevonden en Amarantis om creditering van de factuur heeft verzocht. Hieruit kan niet worden afgeleid dat Amarantis niet gehouden was tot afname (en dus tot betaling) van de cursus. Het had op de weg van Detron gelegen om te onderbouwen dat Amarantis goede gronden had om niet tot betaling over te gaan en waarom normale incassowerkzaamheden geen succes zouden hebben gehad. Dat heeft Detron niet gedaan. De vordering van Detron tot betaling door Issue van het in dit kader gevorderde bedrag zal dan ook worden afgewezen.
Defensie Brussel ad € 2.547,-
4.13.12.Volgens Detron heeft Issue een vordering overgedragen waarvan reeds in september 2011 duidelijk was dat deze niet volledig inbaar was. In september 2011 heeft het Ministerie van Defensie van België meegedeeld aan Issue dat een bedrag van € 2.547,- (van een factuur van in totaal € 48.386,35) niet zou worden betaald omdat Issue niet op tijd aan haar leveringsverplichting had voldaan. Het niet betaalde bedrag is gebaseerd op een in het tenderbestek overeengekomen boete van 5% bij te late levering, aldus Detron.
4.13.13. Issue heeft de voorgaande stellingen van Detron slechts betwist door te stellen dat niet is gebleken dat Detron normale incassowerkzaamheden heeft uitgevoerd tot inning van deze vordering. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Issue hiermee onvoldoende betwist dat het Ministerie van Defensie van België op grond van de tussen haar en Issue gemaakte contractuele afspraken een bedrag van € 2.547,- niet hoefde te voldoen. In rechte wordt er dan ook vanuit gegaan dat het Ministerie van Defensie van België niet gehouden was tot betaling van dat bedrag. Van een vordering die met een normale debiteurenincasso binnen drie maanden inbaar was is dan ook, voor zover het het bedrag van € 2.547,- betreft, geen sprake. Voor zover Issue meent dat hier één van de in artikel 3.7 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst genoemde uitzonderingen zich voordoet, had het op haar weg gelegen dat concreet te onderbouwen. Dat heeft Issue niet gedaan. Issue betwist het hier gevorderde bedrag op zichzelf niet. De vordering van Detron tot betaling door Issue van
€ 2.547,- ligt in beginsel dan ook voor toewijzing gereed.
4.13.14.Detron heeft aangevoerd dat Issue haar een vordering op KWS Infra heeft overgedragen van € 6.818,70, doch dat KWS Infra een bedrag van € 1.364,- heeft geweigerd te betalen vanwege het last minute verzetten door Issue van een training. Detron heeft op 6 november 2012 van de heer Hajema van KWS Infra vernomen dat op of rond 5 april 2012 met Issue de afspraak zou zijn gemaakt dat van de factuur slechts 80% zou hoeven worden betaald.
4.13.15.Issue heeft naar het oordeel van de rechtbank de hiervoor beschreven gang van zaken rond de vordering op KWS Infra onvoldoende gemotiveerd betwist. Issue heeft slechts gesteld dat zij zich jegens KWS Infra rechtsgeldig op overmacht had beroepen en dat Detron er zelf toe heeft besloten om de vordering op KWS Infra voor 20% kwijt te schelden. Detron heeft evenwel concreet gesteld door wie en wanneer de betreffende afspraak tot kwijtschelding met KWS Infra is gemaakt, te weten door de heer Hajema op of rond 5 april 2012 en daarmee dus vóór het sluiten van de overnameovereenkomst. Met het hiervoor genoemde verweer heeft Issue dat onvoldoende betwist. De rechtbank neemt dan ook aan dat Issue voorafgaand aan de overdracht reeds de afspraak had gemaakt dat slechts 80% van de factuur behoefde te worden voldaan. Voor zover het de resterende 20% betreft is dan ook geen sprake van een vordering die normaal kan worden geïnd als bedoeld in artikel 3.7 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst. Nu Issue het gevorderde bedrag ad € 1.364,- op zichzelf niet betwist, ligt dit gedeelte van de vordering voor toewijzing gereed.
Rebates Dell
4.13.16.Detron heeft gesteld dat zij van Issue een toezegging van Dell heeft overgenomen erop neerkomend dat Dell een korting zou verlenen van € 58.996,- . Deze korting is door Issue op 31 december 2010 geboekt, aldus Detron, die voorts stelt dat haar na de overname is gebleken dat aan deze korting geen overeenkomst ten grondslag ligt. Detron heeft zonder succes getracht de vordering op Dell te incasseren, doch Dell heeft volgens Detron betwist dat sprake is van een korting. Volgens Detron was van een vordering die normaal geïncasseerd kon worden in de zin van artikel 3.7 van bijlage 1 van de overeenkomst geen sprake en heeft Issue voorts door deze vordering in haar balans op te nemen de garantie van artikel 5 lid 1 (waarheidsgetrouwe overnamebalans) van voornoemde bijlage geschonden.
4.13.17.Issue heeft aangevoerd dat hier gaat om zogenaamde “rebates”, te weten compensaties die door Dell vanwege de afname van goederen aan Issue zijn toegezegd. Deze rebates hebben betrekking op reeds uitgevoerde projecten, maar kunnen alleen worden verrekend met toekomstige projecten, aldus Issue. Om aanspraak te maken op de rebates dient dus een bestelling te worden geplaatst bij Dell, aldus Issue, die voorts heeft aangevoerd dat het dan ook een vordering betreft die naar haar aard niet binnen drie maanden kan worden geïnd en die om die reden is uitgezonderd van de garantie. Issue heeft voorts aangevoerd dat Detron een gedeelte van de rebates reeds heeft geclaimd bij Dell en ten dele dus dubbel claimt.
4.13.18.De rechtbank overweegt dat een rebate een branchespecifieke term is waarmee in de regel wordt bedoeld kortingen in verband met reeds bestelde producten. Uit de door Detron bij de dagvaarding overgelegde producties (productie 14 tot en met 16) waarbij enige e-mailcorrespondentie tussen partijen over deze kwestie en een grootboekrekening is overgelegd, volgt dat het ook hier om een dergelijke compensatie c.q. korting gaat. Tegen deze achtergrond heeft Detron onvoldoende onderbouwd dat zij er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat haar bij de overnameovereenkomst een opeisbare vordering op Dell is verkocht die zij op normale wijze kon innen. Dit onderdeel van de vordering van Detron zal dan ook worden afgewezen.
Reuzado ad € 11.894,-4.13.19. Detron heeft aangevoerd dat Issue aan haar een vordering op Reuzado heeft overgedragen terzake van een aan Reuzado verkochte inruilpartij ter waarde van € 90.000. Aan Reuzado zijn evenwel minder goederen geleverd dan afgesproken, aldus Detron, omdat VolkerWessels, bij wie de goederen vandaan kwamen, minder goederen bij Issue heeft ingeleverd. Om die reden is aan Reuzado een creditnota verstuurd van € 9.995,- (€ 11.894,- inclusief BTW). Volgens Detron heeft Issue hiermee een vordering overgedragen die niet volledig inbaar was. Immers, Issue is haar leveringsverplichting jegens Reuzado niet nagekomen. Issue dient voornoemd bedrag dan ook aan haar te voldoen.
4.13.20.Detron heeft aangevoerd dat tegenover de lagere vordering op Reuzado, een vordering wegens niet-nakoming door VolkerWessels staat. VolkerWessels heeft minder inruilgoederen geleverd dan met Issue overeengekomen was. Volgens Issue heeft Detron geen poging gedaan om Reuzado tot nakoming te bewegen, zodat het niet betalen van de hier bedoelde vordering niet aan Issue kan worden toegerekend.
4.13.21.De rechtbank overweegt als volgt. Nu Detron dat niet heeft betwist, staat vast dat door Issue minder is geleverd aan Reuzado dan overeengekomen. Reeds daarom kan Detron Reuzado niet tot betaling van het niet geleverde bewegen. Daarmee is de vordering op Reuzado niet als normale incasso te innen en is dus sprake van een inbreuk op de garantie van artikel 3.7 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst. Daaraan doet niet af dat Detron mogelijk een vordering tot nakoming heeft op VolkerWessels. De vordering van Detron tot betaling door Issue van € 11.894,- ligt dan ook voor toewijzing gereed.
Gemeentewerken Rotterdam ad € 27.370,-
4.13.22.Detron heeft gesteld dat Issue voor een bedrag van € 462.513,- aan Gemeentewerken een offerte heeft uitgebracht en ook voor dat bedrag in haar administratie een opdracht heeft ingevoerd. De uiteindelijk overeengekomen opdracht sloot evenwel op een som van € 435.143,-, aldus Detron, die heeft aangevoerd dat de post vorderingen in de overnamebalans daardoor € 27.370,- te hoog is. Een ander is het gevolg van een onjuistheid in de offerte met betrekking tot de einddatum van de aangeboden dienstverlening (10-12-2012 in plaats van 12-10-2012). Issue heeft dus een vordering overgedragen die bij voorbaat al voor een bedrag van € 27.370,- oninbaar was, aldus Detron.
4.13.23. Issue heeft betwist dat Detron als gevolg van deze vergissing schade lijdt, althans schade tot het door haar gevorderde bedrag. Issue heeft aangevoerd dat de overeenkomst met Gemeentewerken Rotterdam de levering van softwarelicenties betreft welk door Detron moeten worden ingekocht. Nu de overeenkomst eerder eindigt dan in de offerte (abusievelijk) is vermeld, dient Detron voor een korte periode licenties in te kopen, aldus Issue, die daaraan heeft toegevoegd dat dat eventuele schade van Detron opheft of in ieder geval vermindert.
4.13.24.De rechtbank oordeelt dat het verweer van Issue geen doel treft. Wat er ook zij van de door Detron bedoelde besparingen, de vordering is krachtens artikel 3.7 gegarandeerd tot een bedrag van € 462.513,-. Nu vast staat dat deze voor een bedrag van € 27.370,- niet inbaar is, moet Issue dit op grond van artikel 3.7 van Bijlage 1 vergoeden. De in artikel 3.7 genoemde uitzonderingen doen zich niet voor.
Daily Fresh Logistics ad € 4.250,-
4.13.25.Detron heeft aangevoerd dat Issue een vordering op Daily Fresh heeft gegarandeerd van € 150.857,45, doch dat inmiddels duidelijk is geworden dat Issue hierbij ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een aan Daily Fresh verleende inruilkorting van
€ 4.250,-. De vordering op Daily Fresh is volgens Detron dus voor een bedrag van € 4.250,- oninbaar en dient daarom op grond van artikel 3.7 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst door Issue aan Detron te worden voldaan tot dat bedrag. Issue heeft hiertegen aangevoerd dat Detron de ingeruilde goederen had kunnen verkopen en zich had kunnen verhalen op deze opbrengst. Detron heeft betwist dat dit Issue ontslaat van haar verplichting tot vergoeding en heeft voorts aangevoerd dat de ingeruilde artikelen dateren van 2010 en daarmee sowieso te oud zijn om te verkopen.
4.13.26.Ook hier faalt naar het oordeel van de rechtbank het verweer van Issue. Issue heeft een vordering gegarandeerd tot een bedrag van € 150.857,45. Daarvan is € 4.250,- niet inbaar. Dat levert een inbreuk op op de garantie van artikel 3.7 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst, die ertoe leidt dat Issue gehouden is een bedrag van € 4.250,- aan Detron te voldoen. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook worden toegewezen.
ASR4.13.27. Voor wat betreft ASR overweegt de rechtbank als volgt. Detron heeft aangevoerd dat Issue ten onrechte in de overnamebalans een post van € 101.000,- heeft opgenomen terzake vooruitbetaalde pensioenpremies en rente. Volgens Detron komt deze post in werkelijkheid ten laste van het resultaat, zodat de overnamebalans tot eerdergenoemd bedrag onjuist is gepresenteerd. Detron heeft aangevoerd dat Issue tijdens het due diligenceonderzoek desgevraagd heeft meegedeeld dat het hier om vooruitbetaalde pensioenpremies ging, doch daarvan was in werkelijkheid geen sprake. Dit levert een inbreuk op op de garanties onder de artikelen 3.7, 5 en 6 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst, aldus Detron.
4.13.28.Issue heeft aangevoerd dat vanwege een overstap naar een andere pensioenverzekeraar, die diverse credit- en debetfacturen tot gevolg had, abusievelijk ten aanzien van de post ASR een verkeerde boeking is gedaan. [accountant] heeft tijdens het due diligenceonderzoek opgemerkt dat sprake was van een opvallend creditpost, waarna is afgesproken dat [accountant] een en ander zou uitzoeken en met een voorstel tot wijziging van de overnamebalans zou komen. Met dat voorstel is [accountant] ook gekomen en dat heeft Detron geaccepteerd, aldus Issue. In de kwestie is volgens Issue dus voorzien; in elk geval is sprake van disclosure.
4.13.29. Detron heeft niet betwist dat de kwestie ASR is besproken tussen Issue en [accountant] en dat is afgesproken dat [accountant] de post nader zou onderzoeken en met een voorstel zou komen voor wijziging van de overnamebalans. Tegen die achtergrond kon en mocht [accountant], en daarmee ook haar opdrachtgever Detron, er niet zonder meer van uitgaan dat de in de balans opgenomen creditvordering op ASR juist was. Gesteld noch gebleken is dat ([accountant] namens) Detron nadien nog onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van deze post, terwijl wèl een voorstel tot aanpassing van de overnamebalans is gedaan door Detron. Onder deze omstandigheid mocht Detron er in redelijkheid niet van uitgaan dat hier sprake was van een vordering op ASR als bedoeld in artikel 3.7 van Bijlage 1 van de overnameovereenkomst. Voorts kan Detron, nu zij haar eigen onderzoeksplicht niet ten volle heeft uitgevoerd, zich er niet op beroepen dat de overnamebalans op dit punt geen getrouw beeld geeft van de activa en passiva (artikel 5.1 van Bijlage 1). Datzelfde geldt voor de onder artikel 6 van bijlage 1 door Issue gegeven garantie dat alle verstrekte informatie in materiële zin juist is en niet misleidend en dat Issue, voor zover haar bekend, geen materiële informatie heeft achtergehouden. Issue heeft kennelijk aangegeven dat zij niet wist waarop de ASR-post betrekking had en dat dat (door [accountant]) onderzocht diende te worden. Niet in te zien valt dan ook dat Issue onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt dan wel informatie heeft achtergehouden.
Onderhoudsgaranties
4.14.1. Wat betreft de stelling van Detron dat Issue terzake van de onderhoudsgaranties inbreuk heeft gemaakt op de garanties van artikel 5 en 6 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst overweegt de rechtbank als volgt.
Issue heeft aangevoerd dat zij de onderhoudsgaranties voor de jaren 4 tot en met 5 niet placht in te kopen bij haar leveranciers maar de risico’s hiervan zelf draagt. Issue heeft voorts aangevoerd dat zij de ervaring heeft dat het hierbij om een klein risico gaat, dat werd afgedekt door een door Issue aangehouden spare magazijn met (grotendeels afgeschreven) reserveonderdelen. Het aanhouden van dat spare magazijn maakte volgens Issue dat zij geen voorziening hoefde op te nemen in de overnamebalans voor garantieverplichtingen. Issue heeft voorts betwist dat zij heeft meegedeeld dat de garanties in alle gevallen 100% waren afgedekt.
4.14.2.In het licht van deze stellingen heeft Detron onvoldoende onderbouwd dat Issue met de wijze waarop zij haar cijfers heeft gepresenteerd in de overnamebalans in strijd heeft gehandeld met de garantie onder 5.1 dat de overnamebalans consistent is opgesteld op basis van bestendige gedragslijnen en in overeenstemming met de wet en de daarvoor (in Nederland geldende) normen voor balanswaardering. Detron heeft weliswaar aangevoerd dat Issue hiervoor op grond van artikel 2:374 BW een voorziening had moeten opnemen doch dat artikel ziet op de door ondernemingen op te stellen jaarrekeningen, terwijl het hier gaat om een activa-passiva transactie. Nog daargelaten dat niet is onderbouwd dat hier sprake is van een duidelijk omschreven verplichting of uitgave als bedoeld in artikel 2:374 BW, is toepasselijkheid van dit artikel op het onderhavige geschilpunt niet zonder meer gegeven nu geen sprake is van een jaarrekening maar van een overnamebalans. Niet vast is dan ook komen te staan dat de overnamebalans, waarin geen garantievoorziening is opgenomen maar wèl de waarde van het spare magazijn, geen getrouw beeld geeft van de waarde van de onderneming. Voorts is tegen de achtergrond van het voorgaande evenmin voldoende onderbouwd dat Issue in materiële zin onjuiste of misleidende informatie heeft verschaft of voor de transactie van belang zijnde materiële informatie heeft achtergehouden.
HP
4.14.3. Detron heeft gesteld dat Issue door het achterhouden van de kwestie met HP rond de vervalste certificaten inbreuk heeft gemaakt op artikel 6.2 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst, erop neerkomend dat Issue, voor zover haar bekend, geen materiële informatie heeft achtergehouden die van belang is voor overname. Nu evenwel gesteld noch gebleken is dat deze kwestie tot enige schade heeft geleid en Detron ook geen daarop gerichte vordering heeft ingesteld, wordt deze kwestie hier verder buiten beschouwing gelaten.
[1]
4.14.4. Detron heeft gesteld dat zij de overnameovereenkomst op grond van dwaling en/of bedrog partieel heeft vernietigd, namelijk voor zover betrekking hebbend op het door haar van Issue overgenomen contract met [1]. Issue heeft op 10 april 2012 ingeschreven op een aanbesteding voor een inschrijfsom van € 1.709.825,- waarbij zij abusievelijk geen 19% BTW had opgeteld. Hiervoor is reeds overwogen dat Detron geen vordering uit hoofde van dwaling toekomt omdat partijen bij de overnameovereenkomst (artikel 23.1) zijn overeengekomen dat dwaling voor rekening van de dwalende komt. Voorts is (onder 4.3.13 tot en met 4.3.15 van dit vonnis) geoordeeld dat van bedrog geen sprake is.
4.14.5. Detron heeft voorts aangevoerd dat Issue inbreuk heeft gemaakt op de garantie van artikel 5.2 van bijlage 1 van de overnameovereenkomst, waarin Issue heeft gegarandeerd dat zich tussen de effectieve datum (1 april 2012) en de overdrachtsdatum (9 juli 2012) geen gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft op de bedrijfsvoering van Issue. Issue heeft betwist dat het contract met [1] een negatief effect heeft op de resultaten. Volgens Issue behoorde een uitvoering van de opdracht zonder verlies tot de mogelijkheden. Daarnaast heeft Issue aangevoerd dat de weigering van Detron om de opdracht uit te voeren tot een grotere schade leidt voor Detron, omdat [1] haar voor de gevolgen van die weigering aansprakelijk stelt. Issue meent dan ook dat Detron niet heeft voldaan aan de schadebeperkingsplicht van artikel 15.4 sub h van de overnameovereenkomst. Voorts heeft Issue (ter comparitie) gesteld dat de opdracht met [1] is gesloten na de effectieve datum en dus niet is meegenomen in de overnameovereenkomst. Tenslotte heeft Issue gesteld dat deze kwestie niet onder de garanties valt omdat sprake is van een normaal bedrijfsrisico.
4.14.6.De rechtbank overweegt als volgt. Issue heeft niet betwist dat zij al vóór de totstandkoming van de overnameovereenkomst wist dat zij (abusievelijk) te laag had ingeschreven. Zij heeft Detron daarvan niet op de hoogte gesteld. Daarmee heeft Issue materiële informatie onthouden die van belang was voor de transactie (artikel 6.2 van Bijlage 1 bij de overnameovereenkomst). Het gaat hier naar het oordeel van de rechtbank niet om een normaal bedrijfsrisico, nu sprake is van een evidente en kenbare fout bij de inschrijving die een relatief groot nadeel tot gevolg heeft. Issue is gehouden de schade die Detron als gevolg van deze inbreuk leidt te vergoeden. Volgens Detron gaat het om een bedrag van € 238.000,-. Issue heeft dat betwist, stellende dat de keuze van Detron om de opdracht niet uit te voeren een hogere schade tot gevolg heeft gehad, zodat Detron niet heeft voldaan aan de schadebeperkingsplicht van artikel 15.4 van de overnameovereenkomst. Detron heeft op dit verweer nog niet kunnen reageren. Zij zal daartoe in de gelegenheid worden gesteld.
Bankgarantie
4.15.1.Detron heeft een verklaring voor recht gevorderd dat Issue aansprakelijk is voor de schade die Detron lijdt in het geval in reconventie wordt geoordeeld dat Detron gehouden is een bankgarantie te stellen in verband met een opdracht van Gemeentewerken Rotterdam. Detron heeft aangevoerd dat deze verplichting op de financiële positie van de onderneming drukt en kosten en risico’s met zich brengt. Issue had Detron hierover dan ook moet informeren, aldus Detron.
4.15.2De rechtbank overweegt dat de deze voorwaardelijke vordering eerst aan de orde komt indien in reconventie een toewijzend oordeel is gegeven over de vordering van Issue tot het overnemen door Detron van de verplichting tot het stellen van een bankgarantie. Daarop vooruitlopend overweegt de rechtbank als volgt. Issue heeft op deze na eisvermeerdering ingestelde vordering nog niet kunnen reageren. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld om te reageren. Daarbij overweegt de rechtbank op voorhand dat indien vast komt te staan dat Issue Detron over deze verplichting niet voorafgaand aan het sluiten van de overnameovereenkomst heeft geïnformeerd, het er naar uitziet dat Issue daarmee in elk geval in strijd met de artikel 6.2 van bijlage 1 bij de overnameovereenkomst heeft gehandeld, nu het hier op het eerste oog gaat om materiële informatie die van belang was voor de onderhavige transactie.
Ontvangen betalingen
4.16.1.Detron heeft gesteld dat Issue op grond van artikel 9.10 en 11 van de overnameovereenkomst gehouden is door haar ontvangen betalingen wegens de in de overnameovereenkomst bedoelde contracten en vorderingen over te maken aan Detron en dat Issue tot een bedrag van € 63.334,- in gebreke is gebleven hiermee. Dat bedrag bestaat uit de door Issue zelf opgegeven, tot 12 november 2012 ontvangen betalingen ad € 30.999,- en uit een door haar van Joulz ontvangen bedrag van € 32.344,-.
4.16.2.Issue heeft erkend dat zij in dit kader nog een bedrag verschuldigd is aan Detron. Volgens Issue gaat het om een bedrag van € 75.077,29, welk bedrag kennelijk, zo moet uit het door Issue als productie 19 overgelegde overzicht worden opgemaakt, de ontvangen betalingen tot en met 28 juni 2013 betreft. Het door Detron in dit kader gevorderde bedrag ligt dan ook in beginsel voor toewijzing gereed. Issue heeft evenwel aangevoerd dat zij zich beroept op opschorting en verrekening met de in reconventie ingestelde vordering. De beslissing over deze vordering zal dan ook worden aangehouden totdat is geoordeeld over de reconventie.
“Niet betwiste vorderingen”
4.17.1.De verschuldigdheid van de door Detron gestelde “niet betwiste vorderingen” heeft Issue in haar conclusie van antwoord in conventie ten dele betwist. Op hetgeen Issue in het kader van de vorderingen “Aletta Westra” (€ 3.323,-), “Pensioenkosten medewerkers Issue”
(€ 27.594,-) en “Polis opstalverzekering” (€ 6.581,-) als verweer heeft aangevoerd heeft Detron nog niet kunnen reageren. Detron zal in de gelegenheid worden gesteld daarop bij akte te reageren.
4.17.2De vorderingen terzake “Visa [gedaagde2]” (€ 7.512,-), “Ziektekosten [persoon2] en [persoon7]” (€ 1.754,-) en “[bedrijf1] “(€ 5.176,50) heeft Issue erkend. Issue heeft zich ook voor wat betreft die vorderingen op opschorting en verrekening met haar tegenvordering beroepen. De beslissing omtrent dit deel van de vorderingen, dat gezien de erkenning door Issue op zichzelf toewijsbaar is, zal worden aangehouden totdat in reconventie is beslist.
4.17.3.Issue heeft betwist dat zij Detron enig bedrag verschuldigd is in het kader van het aan Detron overgedragen onderhoudscontract met de tuinman. Op hetgeen Issue in dat kader heeft aangevoerd heeft Detron nog niet kunnen reageren. Zij zal daartoe in de gelegenheid worden gesteld.
Aansprakelijkheid [gedaagde2]4.18.1. Detron heeft gesteld dat [gedaagde2] als bestuurder van Issue uit hoofde van onrechtmatige daad hoofdelijk aansprakelijk is voor de door Detron gestelde schade. Volgens Detron volgt die aansprakelijkheid daaruit dat [gedaagde2] namens Issue verplichtingen is aangegaan met Detron terwijl hij wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat Issue die verplichtingen niet kon nakomen. Detron heeft ter onderbouwing hiervan aangevoerd dat zij in 2011 rechtstreekse gesprekken met [gedaagde2] heeft gevoerd over de door Detron gestelde financiële randvoorwaarden en tijdens het due diligence onderzoek gerichte vragen heeft gesteld aan Issue om te zich een waarheidsgetrouw beeld van de onderneming te kunnen vormen. In dat kader heeft Detron veel contact gehad met de heer [persoon2], aldus Detron, die volgens haar in rechtstreeks contact stond met de heer [gedaagde2]. [gedaagde2] heeft volgens Detron als statutair bestuurder van Issue het handelen en nalaten van Issue rond de overname bewerkstelligd.
Detron heeft voorts gesteld dat [gedaagde2] persoonlijk aansprakelijk is op grond van onrechtmatig handelen, bestaande uit het schenden van een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting door misleidende informatie aan Detron te verstrekken en materiële informatie achter te houden.
4.18.2.[gedaagde2] heeft gemotiveerd betwist dat hij als statutair bestuurder of persoonlijk aansprakelijk is voor de door Detron gestelde schade.
4.18.3.De rechtbank oordeelt als volgt.
In de situatie waarin een schuldeiser wordt benadeeld door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering op de vennootschap, kan er sprake zijn van externe bestuurdersaansprakelijkheid als de bestuurder (i) namens de vennootschap de verbintenis is aangegaan en bij het aangaan daarvan wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden (de Beklamel-norm; HR 6 oktober 1989, NJ 1990, 286) dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt (HR 18 februari 2000, NJ 2000, 295). In beide gevallen staat aansprakelijkheid van de vennootschap voorop en is de bestuurder pas aansprakelijk als hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakvervulling als bedoeld in art. 2:9 BW, persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt
4.18.4.Detron heeft niet gepreciseerd welke verplichtingen Issue is aangegaan met Detron waarvan [gedaagde2] wist of kon weten dat ze niet zouden worden nagekomen. Bovendien is gesteld noch gebleken dat Issue voor eventuele tekortkomingen in de nakoming van haar verplichtingen geen verhaal biedt. Tenslotte heeft Detron niet onderbouwd welk ernstig verwijt [gedaagde2] persoonlijk kan worden gemaakt. Een vordering op grond van aansprakelijkheid van [gedaagde2] uit hoofde van de hiervoor weergegeven eerste categorie wordt dan ook als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Evenmin heeft Detron genoegzaam onderbouwd dat [gedaagde2] heeft bewerkstelligd dat Issue haar verplichtingen niet nakwam. Ook hier geldt dat Detron niet heeft geconcretiseerd op welke verplichtingen zij doelt. De rechtbank overweegt dat hiervoor is vastgesteld dat van tekortkomingen in de nakoming van de aan de zijde van Issue bestaande contractuele verplichtingen geen sprake is, behoudens een aantal mogelijke inbreuken op de door Issue verstrekte garanties. Voor zover Issue bepaalde verplichtingen uit hoofde van die garanties nog niet is nagekomen waar zij dat wel had moeten doen, levert dat geen onrechtmatig handelen op van Issue. Het staat Issue immers vrij het standpunt in te nemen dat, anders dan Detron meent, geen sprake is van inbreuken op de garanties. Detron staat een rechtsvordering ten dienste om op dit punt haar gelijk te halen, zo daarvan sprake is.
4.18.5.Detron heeft voorts aangevoerd dat [gedaagde2] aansprakelijk is wegens onrechtmatig handelen in privé. Volgens Detron heeft [gedaagde2] een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting geschonden door in het kader van de overname misleidende informatie aan Detron te verstrekken en niet misleidende informatie achter te houden. Detron heeft aangevoerd dat [gedaagde2] bepaalde stukken valselijk heeft opgesteld, althans dat heeft toegestaan.
heeft betwist dat sprake is van een persoonlijke onrechtmatige daad.
De rechtbank overweegt dat voor bestuurdersaansprakelijkheid die niet is gebaseerd op een onbehoorlijke taakuitoefening als bestuurder maar op schending van een daarvan losstaande zorgvuldigheidsnorm, de gewone regels van onrechtmatige daad gelden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Detron onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde2] een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Volgens Detron heeft [gedaagde2] onjuiste mededelingen gedaan in het kader van de overname. Dat op zichzelf betekent nog niet dat [gedaagde2] onrechtmatig heeft gehandeld. Bovendien, [gedaagde2] en Issue hebben elk van de door Detron gestelde onjuistheid of onvolledigheid in de verstrekte informatie betwist dan wel genuanceerd. Dat in het kader van een mogelijk tot stand te brengen overname van een onderneming, waarbij in de regel een grote hoeveelheid informatie over de over te nemen onderneming ter beschikking wordt gesteld, niet alle informatie naar het inzicht van Detron volledig en op de juiste wijze is gepresenteerd, betekent nog niet, mede gezien de op Detron rustende onderzoeksplicht, dat sprake is van onrechtmatig handelen van [gedaagde2].
4.18.6. Detron heeft tenslotte gesteld dat [gedaagde2] op grond van artikel 2:249 BW aansprakelijk is jegens haar. Issue heeft betwist dat genoemd artikel hier toepassing vindt.
De rechtbank zal haar oordeel daarover aanhouden totdat op alle door Detron gestelde inbreuken is beslist.
SAP
4.19.1.Na vermeerdering van eis heeft Detron gevorderd Issue te veroordelen tot betaling van € 35.338,26. Detron heeft daaraan ten grondslag gelegd dat bij de overnameovereenkomst is overeengekomen dat Detron tot 31 maart 2012 kosteloos gebruik zou kunnen maken van het softwaresysteem SAP (artikel 13.3 van de overnameovereenkomst). Op die grond is Issue volgens Detron gehouden de facturen die Detron heeft ontvangen van SAP terzake onderhoud van het softwaresysteem te voldoen. Het gaat om een drietal facturen van respectievelijk 11 juli 2012, 10 oktober 2012 en 10 januari 2013, tezamen € 35.338,26 bedragend.
4.19.2.Issue is nog niet in de gelegenheid geweest op deze vordering en de ter onderbouwing daarvan door Detron naar voren gebrachte stellingen te reageren. Issue zal daarom in de gelegenheid worden gesteld op een en ander te reageren.
4.20.1. Detron heeft na vermeerdering van eis gevorderd Issue te veroordelen tot betaling van € 16.068,99 wegens door Detron geleden schade als gevolg van een inbreuk op garantie 1.1, 6.1 en 6.2 van Bijlage 1 bij de overnameovereenkomst. Volgens Detron heeft Issue haar onjuist geïnformeerd over de omvang van het dienstverband van een door Detron van Issue overgenomen werkneemster. Volgens de door Issue verstrekte informatie zou deze werkneemster fulltime werken, doch recent is Detron gebleken dat zij slechts 24 uur werkt tegen betaling van een salaris op basis van een fulltime dienstverband. Voor de hierdoor door Detron geleden schade, voor de periode van 1 juli 2012 tot 1 augustus 2012 neerkomend op een bedrag van € 16.068,99, is Issue aansprakelijk.
4.20.2.Issue is nog niet in de gelegenheid geweest op deze vordering en de ter onderbouwing daarvan door Detron naar voren gebrachte stellingen te reageren. Issue zal daarom in de gelegenheid worden gesteld op een en ander te reageren.
Buitengerechtelijke kosten4.21.1. Detron heeft gesteld dat zij ter vaststelling van haar schade kosten heeft moeten maken. Zo heeft Detron [accountant] moeten inschakelen om inzicht te verkrijgen in de door haar als gevolg van de onjuiste cijfers geleden schade. Voorts heeft Detron pogingen ondernomen om voldoening buiten rechte te verkrijgen, in welk kader haar raadsman onderzoek heeft verricht en correspondentie heeft gevoerd. Detron begroot haar kosten op
€ 15.000,-.
4.21.2.Issue heeft betwist dat zij Detron enig bedrag verschuldigd is wegens buitengerechtelijke kosten. Issue heeft aangevoerd dat Detron de kosten niet heeft onderbouwd en geen specificaties of bewijs heeft overgelegd.
4.21.3.Detron zal in de gelegenheid worden gesteld op het verweer van Issue te reageren, waarna vervolgens ook Issue nog zal mogen reageren.
In reconventie
Geldleningsovereenkomst
4.22.1.Issue heeft gesteld dat Detron op grond van de in het kader van de overnameovereenkomst gesloten overeenkomst van geldlening reeds drie termijnbetalingen had behoren te voldoen van elk € 31.250,-. Detron is daarmee ondanks aanmaningen in gebreke gebleven, aldus Issue, zodat de op grond van artikel 5.5 sub iii het volledige bedrag van de geldlening ad € 500.000,- direct opeisbaar is.
4.22.2.Detron heeft primair aangevoerd dat zij de geldsom van € 500.000,- niet verschuldigd is omdat zij door toedoen van Issue schade heeft geleden. Voorts heeft Detron gesteld dat zij haar eventueel bestaande betalingsverplichting heeft opgeschort omdat Issue haar verplichtingen uit de overnameovereenkomst niet nakwam. Volgens Detron hangen de overnameovereenkomst en de overeenkomst van geldlening zo zeer samen dat een tekortkoming in de nakoming van de garanties verstrekt bij de overnameovereenkomst, de opschorting door Detron van haar aflossingsverplichtingen uit de geldleningsovereenkomst rechtvaardigt.
4.22.3.De rechtbank overweegt dat er geen grondslag is om aan te nemen dat de betalingsverplichting van Detron voortvloeiend uit de geldleningsovereenkomst is vervallen. Dat zou slechts aan de orde kunnen zijn indien de overeenkomst van geldlening zou zijn vernietigd of ontbonden. Daarvan is geen sprake. Detron is in beginsel dan ook gehouden haar verplichtingen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst na te komen.
Detron heeft zich voorts beroepen op opschorting van haar betalingsverplichtingen totdat Issue haar verplichtingen is nagekomen en op verrekening ex artikel 15.5 van de overnameovereenkomst. Issue heeft hierop nog niet kunnen reageren. Zij zal daartoe in de gelegenheid worden gesteld. De rechtbank overweegt op voorhand dat de uiteindelijke beslissing over de gegrondheid van het opschortingsberoep pas kan worden beoordeeld als vaststaat of in conventie enig bedrag verschuldigd is door Issue.
Bankgarantie
4.23.1. Issue heeft gesteld dat zij in het kader van een overeenkomst van opdracht een bankgarantie heeft gesteld aan Gemeentewerken Rotterdam. De betreffende overeenkomst is volgens Issue met de overnameovereenkomst overgedragen aan Detron, aldus Issue, zodat de verplichting tot het stellen van de bankgarantie thans op Detron rust. Volgens Issue dient Detron zorg te dragen voor een vervangende garantie, dan wel voor retournering van de bankgarantie van Issue door Gemeentewerken Rotterdam.
4.23.2.Detron heeft betwist dat op haar een verplichting rust tot het stellen van een bankgarantie te gunste van Gemeentewerken Rotterdam en dat, voor zover daarvan wel sprake zou zijn, zij met nakoming van die verplichting in verzuim is. Volgens Detron heeft Issue de betreffende bankgarantie reeds in 2009 gesteld en wel in het kader van een opdracht van de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR), welke opdracht reeds voor de overnamedatum was uitgevoerd. Detron betwist dat zij enige betrokkenheid heeft gehad bij die opdracht. Voorts heeft Detron aangevoerd dat voor zover al een verplichting op haar zou rusten tot het stellen van een bankgarantie, Issue haar daarover niet heeft geïnformeerd voorafgaand aan de overname, zodat sprake is van een inbreuk op de verstrekte garanties. In elk geval heeft Issue hiermee haar mededelingsplicht geschonden, aldus Detron.
4.23.3.Issue is nog niet in de gelegenheid geweest om op het verweer van Detron te reageren. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren.
4.24.1.Issue heeft aangevoerd dat Detron na de overname ten onrechte gebruik heeft gemaakt van een Visa-card van Issue. Als gevolg daarvan heeft Issue moet betalen voor de door Detron met die Visa-card bekostigde aankopen voor een bedrag van € 2.323,20. Detron is daardoor ongerechtvaardigd verrijkt en heeft ondanks verzoeken daartoe geweigerd om het betreffende bedrag te voldoen, aldus Issue.
4.24.2.Detron heeft aangevoerd dat Issue haar terzake van deze vordering niet in gebreke heeft gesteld zodat verzuim bij Detron ontbreekt. Detron heeft op zich erkend dat een aantal keer met de betreffende kaart is betaald, doch volgens Detron heeft Issue niet inzichtelijk gemaakt dat dat daadwerkelijk om het door haar gevorderde bedrag gaat.
4.24.3.De rechtbank overweegt als volgt. Detron heeft erkend de hier bedoelde kaart te hebben gebruikt. Het had dan ook op haar weg gelegen om specifiek verweer te voeren tegen het bedrag van de vordering. Het moet voor Detron als kaarthouder immers inzichtelijk zijn voor welke aankopen zij de kaart heeft gebruik. De vordering is dan ook toewijsbaar. Daarbij merkt de rechtbank de dagvaarding aan als ingebrekestelling. Detron wordt geacht inmiddels in verzuim te zijn geraakt.
Boete belastingdienst
4.25.1.Issue heeft aangevoerd dat Detron na het overnemen van de onderneming verantwoordelijk was voor het doen van juiste en tijdige aangiften bij de belastingdienst, waaronder de aangifte loonbelasting en BTW. Deze aangiften werden volgens Issue initieel nog gedaan op het fiscaal nummer van Issue, maar de correspondentie daarover van de belastingdienst werd toegestuurd aan Detron. Volgens Issue heeft Detron nagelaten de aanslagen tijdig door te sturen aan Issue, waardoor de betreffende bedragen te laat zijn voldaan. Als gevolg daarvan zijn aan Issue boetes opgelegd door de belastingdienst, te weten € 4.115,- en € 11.347,- inzake loonbelasting en € 4.920,- en € 11.347,- inzake BTW, tezamen € 31.729,-. Detron is aansprakelijk voor de schade die Issue heeft geleden als gevolg van het niet tijdig doorzenden van de aanslagen. Issue heeft Detron, zonder resultaat, aangemaand tot betaling.
4.25.2.Detron heeft betwist dat zij enig bedrag verschuldigd is aan Issue in dit kader. Detron heeft aangevoerd dat zij niet bekend is met boetes opgelegd door de belastingdienst. Voorts heeft Detron betwist dat, voor zover sprake is van opgelegde boetes, haar daarvan een verwijt treft. Detron heeft betwist dat zij correspondentie van de belastingdienst niet (tijdig) zou hebben doorgestuurd en heeft aangevoerd dat partijen steeds overleg hebben gevoerd over de BTW en loonbelasting. Voorts heeft Detron betwist dat op haar een plicht rustte tot het doorsturen van de belastingaanslagen. Volgens Detron is het bovendien aan Issue zelf te wijten dat de belastingdienst niet beschikte over de juiste correspondentiegegevens van Issue. Tenslotte heeft Detron aangevoerd dat partijen in artikel 5.3 van de overnameovereenkomst zijn overeengekomen dat Detron geen belastingschulden van Issue overneemt en dat boetes in dat kader ook onder de belastingschulden vallen.
4.25.3.Deze kwestie is ter zitting slechts beperkt aan de orde geweest. Om het beginsel van hoor en wederhoor te kunnen waarborgen, zal de rechtbank Issue dan ook in de gelegenheid stellen om nader in te gaan op het verweer van Detron.
Buitengerechtelijke kosten4.26.1. Issue heeft gesteld dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt ter inning van haar vorderingen, zoals het voeren van correspondentie en het laten uitvoeren van een verhaalsonderzoek. Deze kosten, waarvan de hoogte dient te worden vastgesteld aan de hand van de uiteindelijk toe te wijzen hoofdsom conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, dienen volgens Issue voor rekening van Detron te komen.
4.26.2.Detron heeft betwist dat zij in dit kader iets verschuldigd is aan Issue. Volgens Detron staan de drie door Issue ter onderbouwing van dit deel van haar vordering overgelegde brieven niet in verhouding tot de gevorderde kosten.
4.26.3.De rechtbank houdt iedere beslissing dienaangaande aan tot het eindvonnis in deze zaak.
in conventie en in reconventie