Op 23 december 2014 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen Today's Tomorrow B.V., handelend onder de naam GFH Giro, en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). De zaak betrof een verzoek om voorlopige voorziening tegen een openbare waarschuwing die de AFM op haar website had geplaatst. De AFM had consumenten gewaarschuwd voor de praktijken van GFH Giro, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de AFM niet bevoegd was om deze waarschuwing te geven zonder te specificeren welke wettelijke bepalingen GFH Giro zou hebben overtreden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de mededelingen van de AFM als een openbare waarschuwing moesten worden aangemerkt, maar dat deze niet in overeenstemming waren met artikel 1:94 van de Wet op het financieel toezicht (Wft).
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de AFM opgedragen de mededelingen over GFH Giro van haar website te verwijderen en te rectificeren. Tevens werd de AFM veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van GFH Giro. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de AFM om zich aan de wettelijke kaders te houden bij het geven van waarschuwingen aan consumenten. De voorzieningenrechter gaf aan dat de AFM niet aannemelijk had gemaakt dat de waarschuwing spoedeisend was, en dat het besluit van de AFM naar verwachting niet in stand zou blijven in bezwaar.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de wijze waarop de AFM haar communicatie naar consumenten moet vormgeven, vooral in het licht van de bescherming van de rechten van de betrokken partijen. De voorzieningenrechter heeft de AFM opgedragen om de berichtgeving over GFH Giro per ommegaande te rectificeren, wat de noodzaak onderstreept van zorgvuldigheid en transparantie in de communicatie van toezichthouders.