ECLI:NL:RBROT:2014:10210
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C. Gerritse
- H. Bedee
- C.F.J. de Jongh
- Rechtspraak.nl
Intrekking en herziening van bijstandsuitkering op basis van inlichtingenplicht en rechtmatigheidsonderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2014 uitspraak gedaan over de intrekking en herziening van de bijstandsuitkering van eiser, die in geschil was. Eiser had zijn uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) met ingang van 15 juni 2012 ingetrokken zien worden door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Dit besluit was gebaseerd op bevindingen van een rechtmatigheidsonderzoek, dat was gestart naar aanleiding van een anonieme tip. De rechtbank oordeelde dat de bevindingen van het onderzoek voldoende feitelijke grondslag boden voor de conclusie dat eiser niet op het uitkeringsadres woonde, wat werd ondersteund door zeer laag water- en elektriciteitsverbruik en andere bewijsstukken, zoals een verklaring van eiser zelf en een bericht op Facebook. Eiser had de inlichtingenplicht geschonden door niet te melden dat hij niet op het uitkeringsadres woonde, waardoor het college niet in staat was om zijn recht op bijstand vast te stellen.
Daarnaast werd de herziening van de bijstandsuitkering over een eerdere periode van 1 oktober 2010 tot en met 31 maart 2012 besproken. De rechtbank oordeelde dat de stortingen op eisers rekening als inkomensbestanddelen moesten worden aangemerkt, en dat eiser geen concrete gegevens had overgelegd met betrekking tot autotransacties die op zijn naam stonden. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de besluiten tot intrekking en herziening van de bijstandsuitkering rechtmatig waren en dat de terugvordering van teveel betaalde bijstand gerechtvaardigd was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.