vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer / rolnummer: C/10/398558 / HA ZA 12-283
1. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1],
gevestigd te Kampen,
2. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. W. de Vries,
1. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1],
gevestigd te Rotterdam,
2. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2],
gevestigd te Utrecht,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. T. van der Valk.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1], [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 juni 2012 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- de akte houdende vermeerdering/wijziging van eis in reconventie,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen d.d. 1 oktober 2012,
- de brief d.d. 4 oktober 2012 van de zijde van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2], met producties.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is eind 2000 met [persoon 1] gestart met een onderneming, die in de loop van de tijd is uitgebouwd en uitgegroeid tot de werkmaatschappijen [bedrijf 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2].
2.2. De aandelen in [bedrijf 1] worden via de tussenholding [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] gehouden door [bedrijf 2] (95%) en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] (5%).
2.3. De aandelen in [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden gehouden door [bedrijf 2] (95%) en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] (5%).
2.4. De aandelen in [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]) worden gehouden door [persoon 2] (60%) en zijn zonen [persoon 3] (20%) en voormelde [persoon 1] (20%).
2.5. Alle aandelen in [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] worden gehouden door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2].
2.6. Van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] was [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] bestuurder van 24 november 2000 tot 19 augustus 2011. Zijn medebestuurders waren [persoon 1] (van 24 november 2000 tot 12 mei 2006), [persoon 4] (van 12 mei 2006 tot 1 augustus 2011) en [persoon 3] en [persoon 5] (vanaf 30 mei 2011).
2.7. Van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] was [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] enig bestuurder van 12 mei 2006 tot 19 augustus 2011. [persoon 4] was procuratiehouder met volledige volmacht van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] van 12 mei 2006 tot 1 augustus 2011. [persoon 3] en [persoon 5] zijn vanaf 30 mei 2011 bestuurders van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2].
2.8. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] verrichtte zijn werkzaamheden voor [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] op basis van een tweetal managementovereenkomsten tussen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] enerzijds en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] anderzijds. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] stelde hem als bestuurder beschikbaar. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] factureerde per maand aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] voor de werkzaamheden van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als hun statutaire bestuurder.
2.9. Tussen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] is met ingang van 1 mei 2008 een dienstverleningsovereenkomst gesloten, op basis waarvan de echtgenote van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] voor [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] administratieve werkzaamheden diende te verrichten.
2.10. In het kader van de uittreding van [bedrijf 3] als aandeelhouder van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] hebben onder andere de toenmalige aandeelhouders en bestuurders, waaronder [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] een regeling getroffen, die is neergelegd in een Term Sheet van 27 mei 2011. In artikel 11 hiervan is onder meer bepaald:
“Per 30 mei 2011 zal naast [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder van NBH [[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1], toevoeging rechtbank] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] tevens [persoon 3], toevoeging rechtbank] als bestuurder van beide vennootschappen worden benoemd. Daarnaast zal per dezelfde datum [persoon 5] als bestuurder worden benoemd, die deze functie tijdelijk zal vervullen. [persoon 5] zal daarbij parttime werkzaam zijn voor de onderneming als financieel directeur en mede tot taak hebben de onderlinge relatie tussen de bestuurders en het management team te bevorderen en te verstevigen.”
2.11. Op 31 mei 2011 heeft de eerste vergadering plaatsgevonden van de nieuwe bestuurders [persoon 5], [persoon 3], [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met het Management Team.
2.12. Op vrijdag 3 juni 2011 heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] een oproep d.d. 1 juni 2011 ontvangen om op 10 juni 2011 te worden gehoord door de voorzieningenrechter in verband met een door [bedrijf 2] ingediend verzoekschrift inzake het bijeenroepen van een aandeelhoudersverga-dering van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2].
2.13. Gedurende de periode van 6 juni tot 11 juli 2011 heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zich ziek gemeld in verband met burn-out klachten.
2.14. Op 17 juni 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [persoon 1]. Op 21 juni 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [persoon 5]. In de notitie van 26 juni 2011 heeft [persoon 5] over dit gesprek geschreven:
“Op basis van mijn waarneming tijdens de introductie op 30 mei 2011 [lees: 31 mei 2011, toevoeging rechtbank], het persoonlijk gesprek op 21 mei lees: 21 juni, toevoeging rechtbank] en het telefoongesprek van 23 mei [lees: 23 juni, toevoeging rechtbank], kan ik die [lees: niet, toevoeging rechtbank] anders vaststellen dat [eiser in conventie en verweerster in reconventie sub 2], toevoeging rechtbank] door houding, gedrag en uitspraken een ernstig potentieel risico voor de [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] bedrijven vormt. Zijn persoonlijk gewin en ambities staan voorop. Het belang van de bedrijven en de daarbij betrokken medewerkers, klanten en aandeelhouders interesseert hem niet. Wel heeft hij voortdurend naar voren gebracht dat de [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] cultuur kapot gaat. Wat dit ook moge inhouden. Mijn advies is dan ook om op een zo snel mogelijke manier alle bindingen met van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] te beëindigen. De man is volkomen onberekenbaar en een bestuurder van de [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] bedrijven onwaardig. Hij koestert een intense haat richting enkele aandeelhouders. Er is dus geen enkele basis meer om met [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] verder te gaan.”
2.15. Op 3 augustus 2011 heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] een oproep d.d. 2 augustus 2011 voor een aandeelhoudersvergadering op 19 augustus 2011 ontvangen met als hoofdagendapunt het voorstel om [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te ontslaan. Op die dag is het tot een handgemeen tussen [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [persoon 3] gekomen, waarvan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] vervolgens aangifte van mishandeling heeft gedaan, welke aangifte wegens gebrek aan bewijs is geseponeerd. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft in een e-mail van 4 augustus 2011 aan alle medewerkers hierover geschreven:
“Collega’s,
Gisteren heb ik vernomen dat de [personen 1, 2 en 3] mij op vrijdag 19 augustus a.s. tijdens een aandeelhoudersvergadering als bestuurder wil ontslaan, en mijn arbeidsovereenkomst wil ontbinden. Zonder daarover verder in detail te treden is het wel goed om daarbij te weten dat dit tegen alle gemaakte afspraken in gaat, en ook dat er om dit doel te bereiken in het persoonlijke vlak dingen gebeuren die zacht gezegd niet horen.
Tijdens een conflict dat als gevolg van bovengenoemd bericht gisteren is ontstaan tussen mij en [persoon 3] is het helaas tot een fysieke confrontatie gekomen. Daarbij is door [persoon 3] meerdere keren een wurgpoging aangekondigd en ook daadwerkelijk ondernomen waarbij schade aan persoonlijke eigendommen is ontstaan. Daarnaast ben ik gisteravond in verband met nek- en rugletsel behandeld op de eerste hulp van het ziekenhuis in Dordrecht. Ik doe daarom bij de politie aangifte van mishandeling.
(…)
Om de zaak niet verder te laten escaleren, de rust te bewaren en het gerezen nieuwe probleem professioneel op te lossen laat ik me adviseren en bijstaan in de behartiging van mijn persoonlijke en zakelijke belangen.
Ten slotte wil ik jullie vragen en adviseren deze zaak te laten voor wat hij is, en gewoon door te gaan met je eigen werk.”
2.16. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] hebben [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] bij brief d.d. 4 augustus 2011 op non-actief gesteld tot aan de aandeelhoudersvergadering op 19 augustus 2011.
2.17. Bij e-mail van omstreeks 5 augustus 2011 heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] onder andere alle medewerkers verder geïnformeerd over het conflict tussen hem enerzijds en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] anderzijds en zijn persoonlijke visie daarop.
2.18. Op 5 en 8 augustus 2011 heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] per telefonische overboeking in totaal een bedrag van € 22.350,58 van de bankrekening van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] naar [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] overgemaakt.
2.19. Op de aandeelhoudersvergaderingen van 19 augustus 2011 is besloten [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met onmiddellijke ingang als bestuurder van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te ontslaan. Bij brief d.d. 23 augustus 2011 van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] is uitvoering gegeven aan deze besluiten. In deze brief zijn eveneens de managementovereenkomsten tussen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] enerzijds en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] anderzijds met onmiddellijke ingang ontbonden wegens de tijdens de aandeelhoudersvergadering van 19 augustus 2011 geschetste omstandigheden, subsidiair met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, derhalve per 30 november 2011, opgezegd. Tevens is de dienstverleningsovereenkomst tussen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] om dezelfde omstandigheden met onmiddellijke ingang ontbonden, subsidiair met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, derhalve per 30 september 2011, opgezegd. In de bijlage bij de brief is onder meer vermeld:
“Enkele feiten gemeld in de AVA.
1. Wij hebben [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] op 2 augustus 2011 een brief gestuurd waarin onder meer opheldering gevraagd wordt over de te ontvangen creditnota’s en het door hem aan zichzelf te veel uitbetaalde bedrag van managementfees, creditcard afrekeningen, kosten van persoonlijke aard, kosten rechtsbijstand en de door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] gezonden aanmaning. We hebben hierop geen enkele reactie mogen ontvangen.
2. Ondanks de afspraak dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] geen betalingen meer verricht (hij heeft immers de bankencoder plus pas ingeleverd) heeft hij door middel van telefonische overboekingen ten laste van de ING bankrekening van de vennootschappen telefonisch geld over laten boeken naar zijn eigen rekeningen bij [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]. Dit betreft twee bedragen van € 11.175,29. Totaal € 22.350,58. (…) Dit is gebeurd op vrijdag 5 augustus en maandag 8 augustus.
3. Op 3 augustus 2011 ontstaat op de directiekamer een incident, waarbij [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] de deur op slot doet en zijn collega [persoon 3] opsluit. Vervolgens probeert hij met een schaar een kast open te breken. Er zijn door hem kennelijk ook bedreigingen geuit aan het adres van zijn medebestuurder.
4. Op vrijdag 5 augustus wordt door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] een e-mail gestuurd, inclusief een groot aantal bijlagen, aan in ieder geval alle medewerkers (…). Hierbij wordt in ieder geval de suggestie gewekt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in zeer brede kring eenzijdig het conflict wat hij heeft opgeroepen met zijn medebestuurders en aandeelhouder informeert. Dit heeft onrust veroorzaakt onder de medewerkers. Een dergelijke houding is niet chic en past niet bij een bestuurder.
5. Ondanks het advies van de HRM manager van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] om met zijn medebestuurders te overleggen over een op kosten van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te volgen coachingstraject sluit hij op 7 juli 2011 namens [bedrijf 1] zonder overleg of toestemming van zijn medebestuurders, een overeenkomst met [bedrijf 4]. Kosten € 2400.
6. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] geeft in een persoonlijk gesprek met de grootaandeelhouder aan “dat het hem spijt dat hij nog niet meer had gespendeerd. Dat hij uit was op het faillissement van de bedrijven.” Een eerste blik op de halfjaarcijfers 2011 geeft ook aan dat hij kennelijk goed op weg was zijn belofte waar te maken.
7. Als ik de in het verleden gemaakte afspraken tussen de grootaandeelhouder/[bedrijf 2] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] naloop, kom ik tot de conclusie dat er vrij weinig van de afspraken welke met [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] gemaakt zijn terecht is gekomen.
8. Het bevoordelen van crediteuren door deze voor de vervaldatum te betalen. (…)
9. Er zijn in de Term Sheet afspraken gemaakt met betrekking tot de communicatie over het vertrek van [persoon 4]. Achteraf blijkt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met [persoon 4] het communicatietraject al had voorgekookt en opdracht had gegeven aan Idity. Dit was niet afspraak.
10. Promotiebus. Onverantwoorde uitgave in relatie tot de vermogenspositie en de te behalen cash flow uit de investering.”
3. De vordering in conventie
3.1. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft [naar de rechtbank begrijpt: [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] hebben] gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat het ontslag van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder onrechtmatig is en de opzeggingen van de managementovereenkomsten respectievelijk de dienstverleningsovereenkomst onregelmatig zijn gegeven c.q. kennelijk onredelijk zijn,
2. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling aan hem van de managementfees tot aan de datum van 19 augustus 2011 en per die datum tot betaling van een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag van 15 maanden à € 8.874,-, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie billijk zal oordelen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
3. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling van drie maanden à € 1.914,49 als schadevergoeding voor de onregelmatige opzegging van de dienstverleningsovereenkomst, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie billijk zal oordelen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
4. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen om mee te werken aan de koop van de 5% aandelen, op de wijze als in de statuten bepaald,
5. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling van € 12.978,62 ter vergoeding van buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
6. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen in de proceskosten, met bepaling dat bij niet voldoening van de toe te wijzen proceskosten binnen veertien dagen na betekening van het vonnis daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
3.2. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] leggen -kort samengevat- het volgende aan hun vorderingen ten grondslag.
Ontslag
Het ontslagbesluit is onrechtmatig vanwege de schadelijke gevolgen waarvoor geen voorziening is getroffen. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft tegen het ontslag geprotesteerd.
Managementovereenkomsten
Bij de opzegging van de managementovereenkomsten had een redelijke opzegtermijn in acht genomen moeten worden. Gelet op de situatie van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], waarin hij de enig overgebleven oprichter is van het bedrijf, zou een minimale opzegtermijn van één jaar redelijk zijn. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] hadden een passende afvloeiingsregeling moeten aanbieden. Door zijn ontslag is [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in grote financiële problemen geraakt. De [personen 1, 2 en 3] heeft een sluw spel gespeeld om de macht naar zich toe te trekken door eerst collega-bestuurder [persoon 4] en vervolgens [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] de ondernemingen uit te werken, op een buitengewoon onzorgvuldige wijze. Onder die omstandigheden heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] recht op 15 maanden doorbetaling van de managementvergoeding.
Dienstverleningsovereenkomst
Bij de opzegging van de dienstverleningsovereenkomst had een redelijke opzegtermijn van drie maanden in acht genomen moeten worden.
Verkoop aandelen
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is krachtens de statuten gerechtigd tot de verkoop van zijn 5% aandelen.
Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid/buitengerechtelijke kosten
De houding van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] genoodzaakt tot het inschakelen van een raadsman, welke kosten ad € 12.978,62 (inclusief BTW en 6% kantoorkosten) kunnen worden aangemerkt als redelijke kosten ter vaststelling van schade en/of aansprakelijkheid danwel buitengerechtelijke kosten.
4. Het verweer in conventie
4.1. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] concluderen -primair- tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en -subsidiair- tot matiging van de vorderingen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, met veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] hoofdelijk in de proceskosten.
4.2. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] betwisten de stellingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] gemotiveerd. Zij voeren -kort samengevat- onder meer aan.
Ontslag
Het ontslagbesluit is rechtsgeldig. [bedrijf 2], als meerderheidsaandeelhoudster van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2], wilde na het haar achteraf gebleken onbehoorlijk bestuur door [persoon 4] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] de controle terugkrijgen. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is jaren bezig geweest om [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te benadelen ten faveure van zijn eigen belangen. Hoewel [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in eerste instantie een nieuwe kans als bestuurder is gegeven, maakte hij zich door zijn daarop volgende houding en gedrag onmogelijk binnen de ondernemingen. Hij heeft zonder overleg met de nieuwe bestuurders een brief aan het hele klantenbestand gestuurd in verband met het vertrek van [persoon 4]. Hij heeft bedrijfseigendommen ontvreemd. Hij heeft emotionele en verwijtende maar bovenal vertekende e-mailberichten door de gehele organisatie gezonden. Hij heeft mede-bestuurder [persoon 3] in de directiekamer opgesloten, waarbij hij diverse bedreigingen heeft geuit ten opzichte van [persoon 3]. Hij heeft voorts een toezichthoudende blokkade bij de ING omzeild door een bedrag van in totaal € 22.350,58 door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te laten uitbetalen aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]. Daarnaast bleek dat hij met de creditcards van de ondernemingen diverse betalingen had verricht met een privé-karakter. Er kwam steeds meer informatie boven tafel waaruit bleek dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] veel meer betrokken was bij [bedrijf 5] dan hij had toegegeven. [bedrijf 5] is een door [persoon 4] gestarte onderneming die met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende activiteiten verricht, gebruikmakend van bedrijfsdebiet van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1]. Ook bleek dat hij ten tijde van de totstandkoming van de Term Sheet een nieuwe met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende onderneming, te weten [bedrijf 6], had gestart.
Managementovereenkomsten
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] betwisten dat zij schadeplichtig zijn in verband met de ontbinding c.q. opzegging van de managementovereenkomsten. Voornoemde handelingen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] vormen ernstige tekortkomingen in de nakoming van de managementovereenkomsten, op grond waarvan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] bevoegd waren deze overeenkomsten te ontbinden. Op grond van de redelijkheid en billijkheid kon een ingebrekestelling achterwege blijven. Gezien de ernst van de tekortkomingen en de overige verwijten aan het adres van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] kon van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] niet meer worden gevergd dat zij [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] nog in de gelegenheid zouden stellen tot herstel. Subsidiair geldt, dat de managementovereenkomsten regelmatig zijn opgezegd. In het licht van de ernstige tekortkomingen en de verwijtbare handelingen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is de in acht genomen opzegtermijn van drie maanden respectievelijk één maand redelijk te noemen.
Dienstverleningsovereenkomst
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] doet een beroep op de vernietiging van de dienstverleningsovereenkomst wegens een gebrek in de besluitvorming. Bij het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst had [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 2:256 BW met [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], die immers tevens enig aandeelhouder en bestuurder was van de wederpartij [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]. Bovendien schakelde [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn echtgenote in voor de overeengekomen werkzaamheden. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] was, hoewel het tegenstrijdig belang is weggeschreven in artikel 17 lid 2 van de statuten, verplicht de aandeelhoudersvergadering tijdig in de gelegenheid te stellen een bijzondere vertegenwoordiger aan te wijzen voor het aangaan van de overeenkomst. Dit heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] nagelaten. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] handelt in de gegeven omstandigheden in strijd met de redelijkheid en billijkheid door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] nog aan de dienstverleningsovereenkomst te houden. Subsidiair geldt, dat de dienstverleningsovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden, althans is opgezegd met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van één maand per 30 september 2011.
Achterstallige managementfee
Bij gebreke van een specificatie wordt bij gebrek aan wetenschap betwist dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] nog managementfee tot aan 19 augustus 2011 aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] verschuldigd zijn.
Verkoop aandelen
De vordering met betrekking tot de aandelenoverdracht is niet onderbouwd. Bovendien is [bedrijf 2] geen partij in deze procedure.
Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid/buitengerechtelijke kosten
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] hebben niet toegelicht op welke wijze de opgevoerde kosten verband houden met het buitengerechtelijk vaststellen van schade en zij hebben niet onderbouwd waarom een hogere vergoeding dan de forfaitaire vergoeding in het Rapport Voorwerk-II gerechtvaardigd zou zijn. De werkzaamheden voorafgaande aan het ontslag kunnen niet meetellen, omdat zich toen nog geen schadetoebrengend feit had voorgedaan.
Beroep op verrekening
Voor zover nodig doen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] een beroep op verrekening van het in conventie verschuldigde met hun vorderingen in reconventie.
5. De vordering in reconventie
5.1. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn taak als direct of indirect bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] over de periode januari 2009 tot en met de datum van zijn ontslag althans gedurende een in goede justitie te bepalen periode, onbehoorlijk heeft vervuld,
2. voor recht te verklaren dat als gevolg van de hiervoor onder 1. bedoelde onbehoorlijke taakvervulling door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in de periode januari 2009 tot en met de datum van het ontslag van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], althans gedurende een in goede justitie te bepalen periode, toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit de managementovereenkomst met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1],
3. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] uit hoofde van onbehoorlijke taakvervulling c.q. toerekenbare tekortkoming een bedrag aan schadevergoeding te betalen nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
4. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te betalen een bedrag van € 15.327,34 ter zake de aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] gecedeerde vordering betreffende de nog verschuldigde koopprijs aandelen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1], inclusief de daarover tot en met 17 september 2012 opgebouwde rente, een en ander te vermeerderen met de overeengekomen rente van 5% vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie vast te stellen rentebedrag,
5. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te betalen een bedrag van € 9.387,91 ter retournering van onverschuldigd betaalde managementvergoedingen over 2010 en de maanden januari tot en met juli 2011, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie vast te stellen rentebedrag,
6. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen om aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te betalen (i) een bedrag van € 4.161,86 ter zake via [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] betaalde privé-uitgaven van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en (ii) een bedrag van € 2.962,78 als vergoeding voor door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] behouden bedrijfseigendommen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1], één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
5.2. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn taak als direct of indirect bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] over de periode januari 2009 tot en met de datum van zijn ontslag, althans gedurende een in goede justitie te bepalen periode, onbehoorlijk heeft vervuld,
2. voor recht te verklaren dat als gevolg van de hiervoor onder 1. bedoelde onbehoorlijke taakvervulling door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in de periode januari 2009 tot en met de datum van het ontslag van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], althans gedurende een in goede justitie te bepalen periode, toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit de managementovereenkomst met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2],
3. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te betalen een bedrag van € 28.493,56 inzake de aflossing van de rekening-courant schuld, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 5% vanaf 1 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie vast te stellen rentebedrag,
4. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te betalen een bedrag van € 85.082,62, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag ter zake van onverschuldigd betaalde bedragen onder de bestreden dienstverleningsovereenkomst d.d. 1 mei 2008, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
5. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te betalen een bedrag van € 9.387,97 ter retournering van onverschuldigd betaalde managementvergoedingen over 2010 en de maanden januari tot en met juli 2011, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie vast te stellen rentebedrag,
6. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen om aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te betalen (i) een bedrag van € 32.800,- betreffende via [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] geleide sponsoruitgaven voor privé-doeleinden en (ii) een bedrag van € 445,59 betreffende via [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] verrichte privé-uitgaven van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
5.3. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vorderen gezamenlijk, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 8.734,60 ter zake van vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub b BW, te vermeerderen met de rente vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
2. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de rente vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
3. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten met inbegrip van de beslagkosten ad € 3.459,26 aan verschotten en € 2.000,- aan salaris voor de advocaat, alsook met inbegrip van de nakosten.
5.4. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] hebben aan hun vorderingen -kort samengevat- het volgende ten grondslag gelegd.
Onbehoorlijk bestuur c.q. onrechtmatig handelen door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2]
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft zich schuldig gemaakt aan onbehoorlijk bestuur. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] was actief betrokken bij de met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] direct concurrerende onderneming [bedrijf 5], maar heeft dit altijd ontkend. Daarbij werd gebruik gemaakt van de kennis, werknemers, faciliteiten en overige vertrouwelijke informatie, zoals de klantenlijsten en offertestructuren, van de Groep (waaronder [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2]).
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] wist van de voor [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] nadelige maar voor [bedrijf 5] voordelige licentieovereenkomst met [bedrijf 7] [bedrijf 7] heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] software ontwikkeld.
Ten tijde van de Term Sheet was [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] volop bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende onderneming, te weten [bedrijf 6].
Daarnaast bestond de onbehoorlijke taakvervulling uit het doen van een buitensporige en onverantwoorde investering van € 261.000,- in een promotiebus, het zonder de vereiste goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering verhogen van de managementvergoedingen, het omzeilen van een bankblokkade door de overboeking van € 22.350,58 naar [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1], het zonder de vereiste goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering aangaan van een onzakelijke dienstverleningsovereenkomst met [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1], het buiten de aandeelhouders en HR-manager om inhuren van zijn vader tegen beduidend hogere tarieven dan gebruikelijk, het vervalsen van notulen om hem welgevallige statutenwijzigingen door te voeren en het laten bekostigen van privé-uitgaven door de ondernemingen waaronder het doen van onverantwoorde sponsoruitgaven aan zijn korfbalvereniging.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft op enig moment in het verleden toen hij privé in financiële moeilijkheden verkeerde bovendien een greep uit de kas gedaan.
Bij meerdere van voornoemde handelingen had [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] tegenstrijdige belangen. Gezien de onrechtmatige en onbehoorlijke handelingen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder en de wijze waarop aan zijn bestuurderschap een einde is gekomen, zijn er goede gronden aanwezig voor een uitloopperiode van twee jaar voor de aanspraak op schadevergoeding.
Toerekenbare tekortkoming [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is uit hoofde van de onbehoorlijke taakvervulling aansprakelijk voor de daardoor geleden schade van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2]. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] is door de onbehoorlijke taakvervulling van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de managementovereenkomst en is daardoor hoofdelijk aansprakelijk voor die schade.
Onverschuldigde betalingen
De betaalde managementvergoedingen ad € 9.387,91 door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en € 9.387,91 door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zijn onverschuldigd gedaan, omdat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] de managementvergoeding onbevoegd heeft verhoogd en hij geen recht had op loon tijdens ziekte.
In verband met het beroep in conventie op vernietiging van de dienstverleningsovereenkomst, vordert [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] uit hoofde van die overeenkomst betaalde bedragen van in totaal € 85.082,62 als onverschuldigd betaald van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] terug. De dienstverleningsovereenkomst is een schijnovereenkomst. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] betwist dat onder de dienstverleningsovereenkomst werkzaamheden zijn verricht.
Privé-uitgaven
De privé-uitgaven dienen aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] (€ 32.800,- + € 445,59) en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] (€ 4.161,86) te worden vergoed.
Afrekening bedrijfseigendommen
De schade ad € 2.962,78 als gevolg van de door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] ontvreemde bedrijfseigendommen dient aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] te worden vergoed.
Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
De kosten voor de op urenbasis ingehuurde interim-manager [persoon 5] in verband met deze procedure ad € 5.997,60 inclusief BTW en de kosten voor de externe controller van [bedrijf 8] ad € 2.737,- inclusief BTW zijn als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub b BW aan te merken.
6. Het verweer in reconventie
6.1. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] concluderen tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2], met veroordeling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
6.2. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] betwisten de stellingen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] gemotiveerd. Zij voeren -kort samengevat- onder meer aan.
Onbehoorlijk bestuur c.q. onrechtmatig handelen door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2]
[bedrijf 5] was het pakkie-an van [persoon 4]. In het begin werd met [bedrijf 5] een gemeenschappelijke activiteit met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] beoogd, in welk kader [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] bij [bedrijf 5] betrokken werd. Toen die gemeenschappelijkheid wegviel, heeft [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] nog wel eens besprekingen bijgewoond waarin over [bedrijf 5] werd gesproken en kreeg hij ook wel eens afschriften van e-mails, omdat lijnen kort waren en ook om de afstemming met ontwikkelingen binnen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] scherp te houden. [bedrijf 5] heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] geen ongeoorloofde concurrentie aangedaan. Zij heeft zich enkel gericht op de kolom van de afdeling groen en onderhoud van de gemeente en niet op de besluitvormingskolom waarop [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zich richten.
De eigendomsrechten van de software behoorden aan [bedrijf 7] Namens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft [bedrijf 7] het zogenaamde [het systeem] ([het systeem]) gratis doorontwikkeld naar een generiek systeem. Via [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] kon [bedrijf 7] het [het systeem] aan de man brengen, waarbij de opbrengst fifty-fifty werd verdeeld. Er werden door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] geen grote bedragen aan [bedrijf 7] uitgegeven waarvan de return ten gunste van [bedrijf 5] kwam. In de praktijk had [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met de licentieovereenkomst geen bemoeienis.
Het idee om met de naam [bedrijf 6] aan de slag te gaan is eerst op 31 augustus 2011, derhalve na het ontslag ontstaan.
De aanschaf en de verbouwing van de promotiebus was een weloverwogen keuze in verband met een communicatiestrategie. Dit was feitelijk een project van [persoon 4], waarmee [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] nauwelijks bemoeienis had.
De verhogingen van de managementvergoedingen over de periode tot en met 2008 en (alle versies van) de managementovereenkomsten zijn niet in een aandeelhoudersvergadering vastgesteld, omdat die toen vanwege de informele sfeer binnen de bedrijven nog niet fysiek werden georganiseerd.
De overboeking van € 22.350,58 aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] betrof de managementfee voor de maanden juni en juli 2011 waar [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht op had.
Er was niets onzakelijks aan de dienstverleningsovereenkomst. De echtgenote van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft wel degelijk werkzaamheden onder de dienstverleningsovereenkomst verricht, zoals ook blijkt uit de overgelegde verklaringen van notulisten.
Omdat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn vader niet op de loonlijst wilde hebben, heeft hij in overleg met [persoon 4] besloten zijn vader op freelance basis in te huren, op dezelfde basis als notulisten, tegen een gebruikelijk freelance uurtarief van € 29,-. De inzet van zijn vader was voor het managementteam volledig openbaar.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft de notaris niet misleid om de statuten in zijn eigen voordeel aan te passen. Omdat het slechts drie marginale wijzigingen betrof die bovendien waren afgesproken in het complete herstructureringsproces, zijn de notulen door [persoon 4] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] ondertekend en aan de notaris overhandigd. De overige wijzigingen van de statuten zijn het gevolg van het gebruiken van een nieuw sjabloon door de notaris.
Van privé-uitgaven is geen sprake. De uitgaven aan de korfbalvereniging betreffen een volstrekt verantwoorde sponsorkeuze. Het bedrag van € 7.500,- per jaar is op een totale omzet van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] van 3,2 miljoen per jaar niet iets om moeilijk over te doen.
De zogenoemde greep uit de kas had niets te maken met een fraudekwestie.
Toerekenbare tekortkoming [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]
Er is geen sprake van onbehoorlijk bestuur van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], dus ook geen sprake van een toerekenbare tekortkoming van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1].
Onverschuldigde betalingen
Vanaf de tweede versie van de managementovereenkomsten (die van 31 december 2006) werd een indexeringsbepaling ingevoegd.
De cultuur binnen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] was dat mocht er onverhoopt iemand uitvallen wegens gezondheidsproblemen er gewoon doorbetaling zou plaatsvinden. Ten aanzien van de managementvergoeding is een vast bedrag per jaar afgesproken dat maandelijks werd uitbetaald.
Afrekening bedrijfseigendommen
De betreffende zaken (enkele boeken, laptop, Iphone en Ipad) zijn volledig persoonsgerelateerd en behoren in die zin toe aan de bestuurders persoonlijk. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] verkiest subsidiair om deze spullen alsnog terug te geven.
Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
De opgevoerde buitengerechtelijke kosten zijn absurd.
Beroep op verrekening
Voor zover [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] enig bedrag in reconventie is verschuldigd, beroept hij zich op verrekening met zijn vorderingen in conventie.
7. De beoordeling
in conventie
7.1. Vooraf wordt overwogen dat de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de invoeringswet op 1 oktober 2012 in werking zijn getreden. Vervolgens is op 1 januari 2013 de Wet bestuur en toezicht in werking getreden. De hoofdregel van het overgangsrecht is dat deze wetgeving onmiddellijke werking heeft. Dit betekent dat de nieuwe wetten in beginsel niet van toepassing zijn op feiten die voor de inwerkingtreding hebben plaatsgevonden. De invoering brengt in beginsel ook geen wijziging in bestaande rechten. De bepalingen van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze golden voor de invoering van de nieuwe wetten hebben derhalve nog gelding in de rechtsverhouding tussen partijen met betrekking tot nagenoeg alle voorliggende geschilpunten. De voor de beoordeling van de vorderingen van belang zijnde feiten en omstandigheden dateren immers van vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wetten. Een uitzondering op de hoofdregel van het overgangsrecht is in de onderhavige zaak niet aan de orde, tenzij hierna ten aanzien van een specifiek geschilpunt anders is vermeld.
7.2. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] vorderen een verklaring voor recht dat het ontslagbesluit onrechtmatig is, de beëindiging van de managementovereenkomsten onregelmatig c.q. kennelijk onredelijk zijn en de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst onregelmatig is, alsook een veroordeling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] om de daardoor geleden schade aan hen te vergoeden.
7.2.1. Ontslagbesluit
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] vordert niet om het ontslagbesluit nietig te verklaren dan wel te vernietigen. In rechte staat derhalve vast dat vanuit vennootschapsrechtelijk oogpunt bezien sprake is van een onaantastbaar rechtsgeldig ontslagbesluit.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] stelt dat het ontslagbesluit onrechtmatig is jegens hem. De rechtbank overweegt omtrent de gevorderde verklaring voor recht het volgende. De gestelde onrechtmatigheid heeft blijkens de ingestelde vorderingen tot doel de ontbinding c.q. opzegging van de managementovereenkomsten aan te vechten. De rechtbank ziet niet in welk belang [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft bij deze verklaring voor recht, nu de gevorderde schadevergoedingen bij toewijzing in het vermogen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] zullen vallen, zoals ook is gevorderd. Dit neemt niet weg dat in het kader van de beoordeling van de vorderingen de rechtbank aandacht dient te besteden aan de vraag of het ontslag van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] al dan niet onrechtmatig was. Gelet op de formulering van de gevorderde verklaring voor recht gaat het er dan om dat als dit ontslag onrechtmatig wordt geoordeeld, dit onrechtmatig is jegens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] (omdat hierdoor de managementovereenkomsten zijn beëindigd) en de rechtbank niet toekomt aan enig onderzoek of dit ontslag ook onrechtmatig is jegens [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zèlf nu van enig belang voor [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] niet is gebleken. De overige vorderingen beogen te bewerkstelligen dat aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] op verschillende grondslagen bedragen dienen te worden betaald. Dat zijn dus evenmin vorderingen die aan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] toekomen. Een en ander leidt ertoe dat de rechtbank [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in alle vorderingen in conventie bij gebrek aan belang niet-ontvankelijk dient te verklaren. Een en ander neemt vanzelfsprekend niet weg dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] wel als gedaagde in reconventie kan optreden.
7.2.2. Managementovereenkomsten
De verhouding tussen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] enerzijds en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder anderzijds is vormgegeven door managementovereenkomsten, behoudens de regels die uit wet en statuten voortvloeien en die zich richten tot [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als statutair bestuurder. Deze managementovereenkomsten zijn overeenkomsten van opdracht in de zin van artikel 7:408 BW. In dit geval bestaan geen aanwijzingen dat feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst met de natuurlijke persoon achter de rechtspersoon-bestuurder.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stellen zich primair op het standpunt dat de managementovereenkomsten rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn ontbonden bij brief d.d. 23 augustus 2011. Indien in rechte komt vast te staan dat de managementovereenkomsten rechtsgeldig zijn ontbonden vanwege een tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomsten, kan van een onregelmatige of onredelijke opzegging geen sprake meer zijn. Hierbij wordt overwogen dat de rechtbank de stellingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] aldus leest, dat zij heeft bedoeld dat de beëindiging van de managementovereenkomsten onredelijk is jegens haar, aangezien de bepaling in artikel 7:681 BW met betrekking tot de kennelijk onredelijke opzegging enkel geldt voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst, zoals ook ter comparitie is besproken. Van een arbeidsovereenkomst is geen sprake.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] hebben voor de gronden waarop de buitengerechtelijke ontbinding steunt verwezen naar de tijdens de aandeelhoudersvergadering van 19 augustus 2011 geschetste gedragingen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], waarvan zij enkele hebben vermeld in de bijlage bij de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring d.d. 23 augustus 2011. Een deel hiervan ziet op gedragingen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in de periode voorafgaand aan de ontvangst op 3 augustus 2011 van de oproep voor een aandeelhoudersvergadering op 19 augustus 2011. Deze gedragingen zijn gedeeltelijk ook ten grondslag gelegd aan de vordering in reconventie uit hoofde van onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2:9 (oud) BW. Reeds nu kan worden vastgesteld dat in ieder geval een deel van deze gedragingen onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2:9 (oud) BW opleveren -zoals hierna in reconventie zal worden overwogen- en daarmee tevens een grond voor ontbinding van de managementovereenkomsten. In de bijlage bij de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring zijn daarnaast gedragingen opgenomen die zien op de periode nà 3 augustus 2011, welke gedragingen ook op zichzelf al voldoende grond voor ontbinding van de managementovereenkomsten opleveren. Het betreft de volgende gedragingen: de telefonische overboeking op 5 en 8 augustus 2011 van in totaal € 22.350,58 van de rekening van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] naar [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]; het handgemeen en de opsluiting van [persoon 3] op 3 augustus 2011 en de e-mailberichten van 3 augustus 2011 en omstreeks 5 augustus 2011 waarin [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] alle medewerkers over het conflict tussen hem en de vennootschappen informeert. Ten aanzien van de telefonische overboeking overweegt de rechtbank als volgt. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] betwist de overboekingen niet en stelt dat dit de managementvergoedingen voor de maanden juni en juli 2011 betreft, waarop [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] volgens hem recht heeft ondanks dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] wegens ziekte geen werkzaamheden heeft verricht. Daargelaten de vraag of sprake was van een officiële bankblokkade, hetgeen door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] wordt betwist, had hij naar aanleiding van de inname van zijn bankpassen en de bankencoder door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] moeten begrijpen dat hij niet meer bevoegd was tot het overboeken van bedragen van de rekening van de vennootschappen. Los van de vraag of [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht heeft op doorbetaling van de managementvergoedingen ondanks dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] wegens ziekte geen werkzaamheden heeft verricht, is [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] buiten zijn bevoegdheid als bestuurder getreden door de telefonische overboekingen te doen. Het handgemeen en de opsluiting van [persoon 3] alsook de e-mailberichten aan de medewerkers betreffen voorts gedrag dat een bestuurder onwaardig is en door de vennootschap niet hoeft te worden getolereerd. Voor zover de overige aandeelhouders en/of bestuurders -waaronder [persoon 3]- kan worden verweten dat zij [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] tot dergelijk gedrag hebben aangezet, kunnen die omstandigheden geen rechtvaardiging voor dit gedrag vormen, temeer niet omdat van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in zijn hoedanigheid van bestuurder mag worden verwacht dat hij in staat is om zich ook onder die omstandigheden professioneel op te stellen. Gezien de positie van statutair bestuurder en de ernst van de tekortkomingen overweegt de rechtbank dat deugdelijke nakoming van de managementovereenkomsten blijvend onmogelijk moet worden geacht en het verzuim derhalve zonder ingebrekestelling is ingetreden.
De conclusie is dat de managementovereenkomsten rechtsgeldig zijn ontbonden, zodat aan de subsidiaire stelling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] dat deze overeenkomsten onregelmatig dan wel onredelijk zijn opgezegd niet meer wordt toegekomen.
Het feit dat de managementovereenkomsten rechtsgeldig zijn ontbonden, staat er echter niet aan in de weg dat schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad wordt gevorderd. De uitvoering van het ontslagbesluit door de vennootschap en de daarmee gepaard gaande beëindiging van de contractuele relatie met de bestuurder, kan de vennootschap onder omstandigheden wel verplichten om [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] schadeloos te stellen omdat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als statutair bestuurder voor haar geen inkomsten meer kan verwerven. Voor een schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad kan plaats zijn in het geval komt vast te staan, zoals [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in de dagvaarding heeft aangevoerd, dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] op onzorgvuldige wijze de ondernemingen hebben uitgewerkt. Voor zover sprake was van een vooropgezet plan om [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder te ontslaan, is zulks niet onrechtmatig jegens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] indien voor het verlies aan vertrouwen in [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder voldoende aanleiding bestond. Bij de beoordeling van die vraag kan slechts een marginale toetsing plaatsvinden. Zoals hierna in reconventie zal blijken kan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] onbehoorlijk bestuur worden verweten, wat in redelijkheid reeds tot het gestelde verlies aan vertrouwen heeft kunnen leiden, met name de omstandigheid dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] de overige aandeelhouders niet bij besluitvorming heeft betrokken hoewel dat wel op zijn weg had gelegen. Het feit dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] geen vergoeding aan het ontslag hebben gekoppeld, kan ook niet als onzorgvuldig c.q. onrechtmatig jegens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] worden aangemerkt. In rechte staat vast dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] de managementovereenkomsten rechtsgeldig hebben ontbonden, zodat zij niet waren gehouden om [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] een aanvullende vergoeding te verstrekken. Ook voor een schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad is derhalve geen reden.
7.2.3. Dienstverleningsovereenkomst
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] ziet op de vernietigbaarheid van de dienstverleningsovereenkomst wegens een gebrek in de besluitvorming ten aanzien van het aanwijzen van een vertegenwoordiger bij het aangaan van deze overeenkomst in verband met tegenstrijdige belangen van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] met de vennootschap.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat van een tegenstrijdig belang in de zin van art. 2:256 (oud) BW ook sprake kan zijn in de situatie dat de bestuurder (als wederpartij van de vennootschap) in hoedanigheid optreedt, bijvoorbeeld als bestuurder van een andere rechtspersoon wiens belangen hij ook dient te behartigen. In het onderhavige geval waarin [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] een overeenkomst sluit met [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] -van welke vennootschap [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] enig aandeelhouder en bestuurder is- kan sprake zijn van een dergelijk kwalitatief tegenstrijdig belang. In geval van een (kwalitatief) tegenstrijdig belang is de aandeelhoudersvergadering op grond van artikel 2:256 (oud) BW bevoegd een bijzondere vertegenwoordiger aan te wijzen. De Hoge Raad heeft voorts bepaald dat in het algemeen op het bestuur de plicht rust om de aandeelhoudersvergadering zo tijdig te informeren over de aanwezigheid van een tegenstrijdig belang, dat zij in de gelegenheid is deze bevoegdheid uit te oefenen. Het dwingendrechtelijk karakter van de laatste volzin van art. 2:256 (oud) BW brengt met zich dat deze informatieplicht van de bestuurder ook geldt in gevallen als de onderhavige, waarin in de statuten is opgenomen dat een directeur -in geval van een tegenstrijdig belang- bevoegd blijft de vennootschap te vertegenwoordigen. Wordt nagelaten deze informatie te verschaffen dan is een door het bestuur in een dergelijk geval genomen besluit vernietigbaar ex artikel 2:15 BW. (HR 3 mei 2002, NJ 2002, 393 Brandao/Joral)
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is enig aandeelhouder en bestuurder van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]. Er is derhalve sprake van een persoonlijk of door zijn betrokkenheid bij een ander met dat van de rechtspersoon niet parallel lopend belang, waardoor [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder niet in staat moet worden geacht het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming te bewaken op een wijze die van een integer en onbevooroordeeld bestuurder mag worden verwacht. Dit belang is zodanig onverenigbaar met dat van de vennootschap dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zich bij zijn handelen uitsluitend laat leiden door het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming. Hij had als enig aandeelhouder van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] alsook gelet op het feit dat zijn echtgenote de overeengekomen werkzaamheden zou verrichten een belang bij het verkrijgen van een zo hoog mogelijke prijs voor de werkzaamheden terwijl [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] belang had bij een zo laag mogelijke prijs. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] had dus een met het belang van de vennootschap conflicterend belang.
Het had op de weg van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] gelegen de aandeelhoudersvergadering van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] van zijn tegenstrijdig belang op de hoogte te stellen. Het feit dat [persoon 4] [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft vertegenwoordigd bij het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst doet aan de informatieplicht jegens de aandeelhoudersvergadering -die immers ook in dat geval dwingendrechtelijk is voorgeschreven- niet af. Het verzuim van deze informatieverplichting brengt mee dat het bestuursbesluit vernietigbaar is, maar de externe vertegenwoordigingshandeling wordt hierdoor niet geraakt. In artikel 17 van de statuten is bepaald dat bij een tegenstrijdig belang elke directeur bevoegd blijft de vennootschap te vertegenwoordigen, zodat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] bij het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst door [persoon 4] bevoegd is vertegenwoordigd en deze derhalve rechtsgeldig tot stand is gekomen, zodat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] jegens de wederpartij [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in principe aan de dienstverleningsovereenkomst is gebonden ook al is deze onder invloed van een tegenstrijdig belang tot stand gekomen.
De conclusie van het voorgaande is dat het bestuursbesluit tot het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst weliswaar vernietigbaar is wegens een gebrek in de besluitvorming, maar dat de dienstverleningsovereenkomst zelf op die grond niet vernietigbaar is.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stelt vervolgens dat de redelijkheid en billijkheid zich verzetten tegen gebondenheid van de vennootschap aan de dienstverleningsovereenkomst.
Uit het Bibolini-arrest (HR 17 december 1982, NJ 1983, 480) volgt dat interne beperkingen van de vertegenwoordigingsbevoegdheid in beginsel niet aan derden kunnen worden tegengeworpen. Wel kan de wederpartij zich onder omstandigheden in strijd met de redelijkheid en billijkheid gedragen indien hij de vennootschap aan de overeenkomst houdt, terwijl hij op de hoogte is van de interne bevoegdheidsbeperking. Voor een succesvol beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 lid 2 BW is echter meer vereist dan dat de wederpartij, in dit geval [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1], op de hoogte was van het passeren van de aandeelhoudersvergadering. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft in dat kader te weinig gesteld, temeer nu de rechtbank is gebleken, zie onder 7.6.5 (3e alinea) van dit vonnis, dat gedurende een relevante periode daadwerkelijk uitvoering is gegeven aan de dienstverleningsovereen-komst, hetgeen bij gelegenheid van de comparitie van partijen namens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] desgevraagd werd bevestigd.
Nu in rechte vast staat dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] is gebonden aan de dienstverleningsovereenkomst, komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de gevorderde verklaring voor recht dat deze overeenkomst onregelmatig is beëindigd en de beoordeling van de daarmee samenhangende schadevergoedingsvordering.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] voert -subsidiair- als verweer dat zij de dienstverleningsovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Indien in rechte komt vast te staan dat de dienstverleningsovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden, kan van een onregelmatige opzegging geen sprake meer zijn. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft in de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring d.d. 23 augustus 2011 de dienstverleningsovereenkomst om dezelfde redenen ontbonden als de managementovereenkomsten. Het eventuele bestaan van een tekortkoming in de nakoming van de managementovereenkomsten kan echter niet zonder meer grond voor ontbinding van de dienstverleningsovereenkomst opleveren. Daarvoor is een tekortkoming in de nakoming in de dienstverleningsovereenkomst zelf vereist die ontbinding rechtvaardigt. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft een dergelijke tekortkoming echter niet als grond voor de buitengerechtelijke ontbinding aangevoerd. Van een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding is daardoor geen sprake.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] voert -meer subsidiair- het verweer dat de dienstverleningsovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van één maand is opgezegd. De dienstverleningsovereenkomst dient te worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht. Ingevolge artikel 7:408 BW was [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] gerechtigd de dienstverleningsovereenkomst zonder inachtneming van een opzegtermijn op te zeggen, nu gesteld noch gebleken is dat partijen contractueel van deze bepaling zijn afgeweken door het bedingen van een opzegtermijn. Van een onregelmatige opzegging is derhalve geen sprake. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] stelt dat een redelijke opzegtermijn in acht genomen had moeten worden. Onder bijzondere omstandigheden kan de partij die de overeenkomst regelmatig heeft beëindigd op grond van de redelijkheid en billijkheid in de zin van artikel 6:248 lid 1 BW toch gehouden zijn om een redelijke opzegtermijn in acht te nemen. Gesteld noch gebleken is echter van dergelijke bijzondere omstandigheden. Van een onredelijke beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst is derhalve evenmin sprake.
De gevorderde verklaring voor recht dat de dienstverleningsovereenkomst onregelmatig is beëindigd en de daarmee samenhangende schadevergoedingsvordering zullen dan ook worden afgewezen.
7.3. Achterstallige managementfees
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] vordert betaling van de managementfees tot 19 augustus 2011, de datum waarop de aandeelhoudersvergadering tot ontslag van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder heeft besloten.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft niet toegelicht tot welk bedrag en met betrekking tot welke periode [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] danwel [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] nog managementfee aan haar verschuldigd zou zijn. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] wordt in de gelegenheid gesteld om een overzicht te verstrekken waarin voor ieder jaar in verschillende kolommen een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitgekeerde managementvergoeding, de managementvergoeding waarop [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] meent dat zij recht heeft en het verschil tussen deze managementvergoedingen.
7.4. Aandelenoverdracht
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] vordert voorts [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen om mee te werken aan de koop van haar 5% aandelen.
Op grond van het oude recht dient [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in deze vordering niet ontvankelijk te worden verklaard. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] had [bedrijf 2] terzake dienen te dagvaarden, aangezien een vordering uit hoofde van artikel 2:343 (oud) BW slechts tegen de mede-aandeelhouder(s), in dit geval [bedrijf 2], kan worden ingesteld.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onder 7.2.2 is duidelijk dat er geen sprake van is dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft te gelden als een aandeelhouder die zodanig door zijn mede-aandeelhouder in zijn rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. Om die reden ziet de rechtbank geen aanleiding om op grond van artikel 74 Overgangswet NBW een termijn te bepalen waarbinnen [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] zijn stellingen kan aanpassen aan de nieuwe artikelen 2:343 e.v. BW.
in reconventie
7.5. Onbehoorlijk bestuur door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2]
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vorderen voor recht te verklaren dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld in de zin van artikel 2:9 (oud) BW, alsook voor recht te verklaren dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling door [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van de managementovereenkomsten. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vorderen in het verlengde daarvan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] te veroordelen tot vergoeding van de daardoor geleden schade aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2], nader op te maken bij staat.
De vraag die beantwoord moet worden is of, en zo ja in hoeverre, [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld in de zin van artikel 2:9 (oud) BW. Indien de onbehoorlijke taakvervulling komt vast te staan, is daarmee tevens de tekortkoming van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in de nakoming van de managementovereenkomsten en de schadeplichtigheid van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] in beginsel gegeven.
In het kader van artikel 2:9 (oud) BW dient naar objectieve maatstaven beoordeeld te worden in hoeverre een bestuurder naar inzicht en zorgvuldigheid heeft gehandeld die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak is berekend en deze nauwgezet vervult, waarbij tot in aanmerking te nemen omstandigheden onder meer behoren de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s, de taakverdeling binnen het bestuur, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen en de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen.
De verwijten van mismanagement die [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] aan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] maken, zullen hieronder achtereenvolgens worden behandeld.
7.5.1. [bedrijf 5]
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] door middel van [bedrijf 5] met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende activiteiten heeft verricht en zich daarbij niet aan de gemaakte terreinafbakening heeft gehouden door [bedrijf 5] stelselmatig te introduceren bij (potentiële) klanten van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1], daarbij gebruik makend van bedrijfsdebiet van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1]. Hierdoor zouden resultaten van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] zijn afgeroomd.
De rechtbank overweegt dat de artikelen 2:8 en 2:9 (oud) BW met zich brengen dat het een bestuurder in beginsel niet vrijstaat een rechtstreeks met de vennootschap concurrerende onderneming in het leven te roepen, laat staan om daarbij gebruik te maken van bedrijfsdebiet van de vennootschap. Vast staat dat [bedrijf 5] een met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende onderneming is, zodat het bestuur van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] in beginsel een ernstig verwijt treft terzake van de met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende activiteiten van [bedrijf 5] en dienaangaande schadeplichtig is jegens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1]. In dit geval is het immers zo dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] van [bedrijf 5] op de hoogte was, in het begin werd zelfs gemeenschappelijkheid beoogd, en heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] met [persoon 4] nadere afspraken gemaakt ter afbakening van geoorloofde concurrerende activiteiten van [bedrijf 5]. Op basis van de e-mailcorrespondentie tussen partijen (overgelegd als productie 7 bij conclusie van eis in reconventie) staat vast dat [persoon 4] met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft afgesproken dat [bedrijf 5] zich niet zou richten op de overheidsmarkt. Uit deze e-mailcorrespondentie volgt niet dat [persoon 4] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] een onderscheid hebben gemaakt ten aanzien van de verschillende kolommen binnen de overheidsorganisaties. De stelling van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] dat [bedrijf 5] zich alleen op de afdeling groen en onderhoud en niet op de besluitvormingskolom van gemeenten heeft gericht, doet er dan ook niet aan af dat [bedrijf 5] zich tegen de afspraak met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] in heeft gericht op de overheidsmarkt. Conclusie is dan ook dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder in beginsel een ernstig verwijt van onbehoorlijk bestuur treft. Indien komt vast te staan dat gebruik is gemaakt van bedrijfsdebiet van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1], kan dit een verzwaring van de ernst van het verwijt opleveren. De rechtbank heeft behoefte aan nadere inlichtingen van partijen om de ernst van het verwijt te kunnen bepalen.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] wordt voorts in de gelegenheid gesteld om toe te lichten welke schade zij als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling met betrekking tot [bedrijf 5] heeft geleden.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft een beroep gedaan op de disculpatiemogelijkheid in artikel 2:9 (oud) BW met de stelling dat hij niet actief betrokken is geweest bij [bedrijf 5]. De vraag of [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] een persoonlijk ernstig verwijt treft ten aanzien van de ongeoorloofde concurrerende activiteiten van [bedrijf 5] hangt af van de mate waarin hij betrokken is geweest bij de instandhouding van [bedrijf 5]. De door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] overgelegde e-mailcorrespondentie (productie 10, 12, 13 en 14 bij conclusie van eis in reconventie) bevatten voldoende aanwijzingen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] over belangrijke bedrijfsbeslissingen aangaande [bedrijf 5] is geïnformeerd en bij besprekingen en besluitvorming binnen [bedrijf 5] betrokken is geweest, daarbij rekening houdend met de omstandigheid dat de eerste maanden na de oprichting van [bedrijf 5] niet richtinggevend zijn omdat het toen naar onweersproken wordt aangenomen nog de bedoeling was dat [bedrijf 5] een gezamenlijk initiatief met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] zou zijn. Het ligt op de weg van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2], die zich op een bevrijdend verweer beroept, om bewijs te leveren van zijn stelling dat hij niet actief betrokken is geweest bij [bedrijf 5]. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zal in de gelegenheid worden gesteld om bij akte mee te delen of, en zo ja op welke wijze, hij dit bewijs wil leveren.
In het geval [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] na de aanvangsperiode in belangrijke mate betrokken is gebleven bij [bedrijf 5], staat tevens vast dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] die betrokkenheid tegenover [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft verzwegen, hetgeen op zichzelf een ernstig verwijt oplevert.
7.5.2. Licentieovereenkomst met [bedrijf 7]
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt dat het bestuur een nadelige licentieovereenkomst met [bedrijf 7] heeft gesloten, omdat de eigendomsrechten van de in opdracht en voor rekening van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] door [bedrijf 7] ontwikkelde software in deze licentieovereenkomst aan [bedrijf 7] zijn toebedeeld en de gebruiksrechten van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] sterk zijn ingeperkt. Hierdoor heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] betaald voor software die door [bedrijf 5] is geëxploiteerd en is [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] belangrijke intellectuele eigendom afhandig gemaakt.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft daartegen aangevoerd dat de eigendomsrechten aan [bedrijf 7] toebehoorden. Volgens [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] is de ontwikkeling van de software niet door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] gefinancierd en heeft zij slechts voor het gebruik een licentievergoeding betaald.
Anders dan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt, kan niet worden gezegd dat het bestuur in strijd heeft gehandeld met een memorandum van het bestuur aan de aandeelhouders van 17 oktober 2009 (productie 17 bij conclusie van eis in reconventie). De verdeling van eigendomsrechten in dit memorandum ziet slechts op de verhouding tussen [bedrijf 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1]
Om te kunnen bepalen of het bestuur bij de totstandkoming van de licentieovereenkomst met [bedrijf 7] heeft gehandeld overeenkomstig hetgeen redelijkerwijs van een bestuurder die voor zijn taak is berekend en deze nauwgezet vervult kan worden verwacht, heeft de rechtbank behoefte aan nadere informatie van partijen, waaronder (i) in hoeverre [bedrijf 7] de betreffende software heeft ontwikkeld, (ii) in opdracht van wie [bedrijf 7] de betreffende software heeft ontwikkeld, en (iii) de financiële vergoeding die [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] aan [bedrijf 7] voor de ontwikkeling en/of het gebruik van de software heeft betaald. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om bij akte de gevraagde informatie aan de rechtbank te verstrekken.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] wordt tevens in de gelegenheid gesteld om toe te lichten welke schade zij als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling met betrekking tot de licentieovereenkomst heeft geleden.
In het geval in rechte komt vast te staan dat het bestuur haar taak onbehoorlijk heeft vervuld door het aangaan van de licentieovereenkomst met [bedrijf 7], komt het beroep van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] op de de disculpatiemogelijkheid in artikel 2:9 (oud) BW aan de orde. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] stelt ter onderbouwing daarvan dat [persoon 4] degene was die in het kader van de verdeling van het takenpakket van het bestuur de contacten met [bedrijf 7] had en hij daarmee geen bemoeienis heeft gehad. Volgens de wet is de bestuurstaak bij de besloten vennootschap in zijn geheel opgedragen aan alle bestuurders en is een bestuurder in beginsel hoofdelijk aansprakelijk voor gedragingen van andere bestuurders. Dit is slechts anders indien een individuele bestuurder aantoont dat hem van de tekortkoming geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. De taakverdeling tussen de bestuurders bij de uitvoering van de bestuurstaak kan een omstandigheid zijn die in verband met de disculpatie van belang is. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zal omwille van de proceseconomie reeds nu in de gelegenheid worden gesteld om bij akte nader toe te lichten waarom hem van de tekortkoming geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
7.5.3. [bedrijf 6]
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] ten tijde van de onderhandelingen over de Term Sheet van 27 mei 2011 reeds bezig was met de voorbereidingen voor een met [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] concurrerende onderneming, genaamd [bedrijf 6].
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] voert aan dat hij pas op 31 augustus 2011 op het idee kwam om met de naam [bedrijf 6] aan de slag te gaan, de domeinnaam goederaad.nl pas op 21 september 2011 heeft gekocht en pas sinds 7 oktober 2011 op hetzelfde adres als [bedrijf 5] en [bedrijf 7] is gevestigd. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft in reactie daarop geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die erop kunnen wijzen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] al met [bedrijf 6] bezig was toen hij nog bestuurder van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] was. In rechte kan daarom niet worden aangenomen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] onbehoorlijk bestuur kan worden verweten ten aanzien van ongeoorloofde concurrerende activiteiten door middel van [bedrijf 6]. Deze stelling wordt gepasseerd.
7.5.4. Promotiebus
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt dat het bestuur een buitensporige en onverantwoorde investering van € 261.000,- in een promotiebus heeft gedaan.
De vraag is of een redelijk bekwaam en redelijk handelend bestuurder in de gegeven omstandigheden een dergelijke investering had kunnen doen. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] stelt dat de aanschaf van de bus een doordachte stap was in het kader van een communicatiestrategie. Tegenover de gemotiveerde betwisting van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] onvoldoende gesteld om te kunnen twijfelen aan de verantwoordheid van deze investering. De omstandigheid dat de bus nu moeilijk verkoopbaar blijkt, is mogelijk een aanwijzing maar op zichzelf onvoldoende om te concluderen dat het in de gegeven omstandigheden een onverantwoorde investering is geweest. De rechtbank kan derhalve niet concluderen dat hier sprake is van een onverantwoorde investering, zodat ook die stelling wordt gepasseerd.
7.5.5. Verhoging managementvergoeding
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] verwijten [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] als bestuurder dat hij zich zonder de vereiste voorafgaande goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering verhogingen van de managementvergoedingen heeft toegekend.
Een bezoldigingsbepaling in de managementovereenkomsten behoeft, gelet op het bepaalde in artikel 2:245 BW en nu niet is gesteld dat de statuten een afwijkende regeling bevatten, voorafgaande goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2]. Vast staat dat de managementovereenkomsten met de daarin opgenomen bezoldigingsbepalingen door [persoon 4] namens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] zijn ondertekend maar niet vooraf ter goedkeuring aan de aandeelhoudersvergadering zijn voorgelegd. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft als bestuurder ernstig verwijtbaar gehandeld door het bezoldigingsvoorstel niet vooraf aan de aandeelhoudersvergadering voor te leggen. Van een statutair bestuurder mag immers in beginsel worden verwacht dat hij de regels omtrent bezoldiging kent, dan wel daar enig onderzoek naar doet. Het feit dat, vanwege de informele sfeer binnen de bedrijven, voor het eerst in 2007 (volgens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2]) danwel in 2008 (volgens [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2]) aandeelhoudersvergaderingen hebben plaatsgevonden, stond er niet aan in de weg dat het bestuur gebruik had kunnen en moeten maken van haar bevoegdheid om een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen om aan haar wettelijke verplichting te voldoen, en kan aan die ernstige verwijtbaarheid derhalve niet afdoen. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft onvoldoende gesteld om te kunnen onderzoeken of hier besluitvorming buiten vergadering heeft plaatsgevonden. De enkele stelling dat afgesproken is de indexering in de verkoopcontracten en de managementovereenkomsten gelijk te schakelen en dat [persoon 2] op de hoogte was van de nieuwe versies van de managementovereenkomsten waarin de bezoldigingsbepalingen zijn opgenomen, is -wat hiervan ook zij- daartoe onvoldoende.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft dus ernstig verwijtbaar gehandeld door het bezoldigingsvoornemen niet vooraf aan de aandeelhoudersvergadering voor te leggen.
7.5.6. Dienstverleningsovereenkomst
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] verwijt het aan het bestuur dat zij de aandeelhoudersvergadering niet in de gelegenheid heeft gesteld om een bijzondere vertegenwoordiger aan te wijzen bij het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst.
Hiervoor is in conventie in 7.2.3 overwogen dat het bestuur -naar onweersproken wordt aangenomen- heeft nagelaten aan haar informatieplicht jegens de aandeelhoudersvergadering te voldoen en zodoende de aandeelhoudersvergadering niet in de gelegenheid heeft gesteld om een bijzondere vertegenwoordiger aan te wijzen bij het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] treft hier een ernstig verwijt van onbehoorlijke taakvervulling.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zal in de gelegenheid worden gesteld om toe te lichten welke schade zij als gevolg van deze onbehoorlijke taakvervulling heeft geleden.
7.5.7. Inzet van de vader van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2]
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] verwijt [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] dat hij buiten de aandeelhoudersvergadering en de HR-manager om zijn vader heeft ingehuurd tegen beduidend hogere tarieven dan gebruikelijk binnen de onderneming, en aldus in strijd heeft gehandeld met de wettelijke bepalingen die de vennootschap beogen te beschermen bij een tegenstrijdig belang.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat van een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 2:256 (oud) BW ook sprake kan zijn wanneer de vennootschap een rechtshandeling verricht met een derde tot wie een bestuurder in een bijzondere verhouding staat (indirect tegenstrijdig belang). In het onderhavige geval waarin [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] een overeenkomst sluit met de vader van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] kan derhalve sprake zijn van een indirect tegenstrijdig belang.
[eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft gemotiveerd betwist dat zijn vader tegen veel hogere tarieven dan gebruikelijk is ingeschakeld. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft tegenover die betwisting niets gesteld op basis waarvan kan worden aangenomen dat hier daadwerkelijk sprake is geweest van een
-concreet en materieel- tegenstrijdig belang.
De stelling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] niet buiten de HR-manager om zijn vader mocht inhuren, is voorts niet zodanig ingekleed dat voor de rechtbank duidelijk is op welke wettelijke of statutaire bepaling zij zich beroept.
Dit verwijt kan dan ook geen onbehoorlijk bestuur van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] opleveren.
7.5.8. Misleiding notaris
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stellen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] notulen heeft vervalst om hem welgevallige statutenwijzigingen door te voeren.
In het geval komt vast te staan dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] notulen heeft vervalst, is dit een zwaarwegende omstandigheid die in beginsel een ernstig verwijt oplevert en aansprakelijkheid van het bestuur vestigt.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stellen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] en [persoon 4] in 2010 de notaris hebben misleid door een door hen ondertekend uittreksel van notulen van een aandeelhoudersvergadering die nooit heeft plaatsgevonden aan de notaris te verstrekken. Volgens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zijn de statuten naar aanleiding hiervan in het voordeel van de minderheidsaandeelhouders waaronder [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] gewijzigd, in die zin dat de aanbiedingsplicht voor [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [bedrijf 3] bij beëindiging van hun werkzaamheden voor de Groep is geschrapt en in plaats van een gewone meerderheid een versterkte meerderheid alsmede een bepaald quorum is vereist om bestuurders te schorsen en te ontslaan. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft zich over die gestelde statutenwijzigingen nog niet expliciet uitgelaten en zal daartoe bij akte alsnog in de gelegenheid worden gesteld. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden voorts in de gelegenheid gesteld om bij akte hun stellingen nader toe te lichten aan de hand van relevante bescheiden, waaronder -voor zover mogelijk- een verklaring van de notaris.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zullen in de gelegenheid worden gesteld om toe te lichten welke schade zij als gevolg van deze onbehoorlijke taakvervulling heeft geleden.
7.5.9. Sponsoring
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] op onzakelijke gronden heeft bewerkstelligd dat zij substantiële bedragen aan een korfbalvereniging heeft overgemaakt.
De rechtbank is het met [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] eens dat bezien op de jaaromzet van 3,2 miljoen euro de sponsoring voor een bedrag van € 7.500,- tot € 10.000,- per jaar niet onverantwoord hoog kan worden genoemd. Het sponsoren van de plaatselijke korfbalvereniging is niet ongebruikelijk en de omstandigheid dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] lid is geweest van deze korfbalvereniging, is onvoldoende om te concluderen dat deze kosten als privé-uitgaven van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] kunnen worden aangemerkt. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft aldus onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] hier in de behoorlijke vervulling van zijn bestuurstaak is tekortgeschoten.
7.6. Onverschuldigde betalingen
Managementvergoedingen
7.6.1. De vraag is of terzake de managementvergoeding over 2010 en de maanden januari tot en met juli 2011 een bedrag ad € 9.387,91 door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en een bedrag van € 9.387,91 door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] onverschuldigd aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] is betaald.
7.6.2. Partijen zijn het erover eens dat de managementvergoeding over 2008 een bedrag van € 7.800,- per maand bedraagt. Het is voor de rechtbank echter onduidelijk op welke bedragen beide partijen menen dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht heeft ten aanzien van de managementvergoedingen over de jaren 2010 en 2011.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden in de gelegenheid gesteld om voorafgaande aan de comparitie van partijen een overzicht te verstrekken waarin voor ieder jaar in verschillende kolommen een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitgekeerde managementvergoeding, de managementvergoeding waarop zij menen dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht heeft en het verschil tussen deze managementvergoedingen.
7.6.3. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] baseert een deel van voornoemd verschil op een indexeringsbepaling in de managementovereenkomsten van 31 december 2006 en 31 december 2007. Zij meent op grond van die bepaling recht te hebben op de indexering van de managementvergoedingen ad 1,6% in 2010 en 1,58% in 2011.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stellen dat de managementovereenkomsten niet rechtsgeldig zijn omdat de volgens de statuten vereiste voorafgaande goedkeuring door de aandeelhoudersvergadering van de hierin opgenomen bezoldigingsbepalingen ontbreekt. De rechtbank leest hierin een beroep op de vernietigbaarheid van de in de managementovereenkomsten opgenomen bezoldigingsbepalingen.
Vast staat dat de managementovereenkomsten en dus ook de hierin opgenomen bezoldigingsbepalingen niet ter goedkeuring aan de aandeelhoudersvergadering zijn voorgelegd. Gelet op het bepaalde in artikel 2:245 BW, nu niet is gesteld dat de statuten een afwijkende regeling bevatten, is het bezoldigingsbesluit daardoor onbevoegd genomen. De Hoge Raad heeft bepaald dat een onbevoegd genomen bezoldigingsbesluit nietig is (HR 15 september 1995, NJ 1996,139). Op grond van art. 2:16 lid 2 BW kan de nietigheid aan een derde (in dit geval [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1]) worden tegengeworpen, tenzij de derde te goeder trouw was. In dit geval moet het ervoor worden gehouden dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] als persoonlijke vennootschap van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] het gebrek in de besluitvorming behoorde te kennen, dus niet te goeder trouw kan worden aangemerkt. Zoals hiervoor reeds overwogen, mag van een statutair bestuurder in beginsel worden verwacht dat hij de regels omtrent bezoldiging kent, dan wel daar enig onderzoek naar doet. Het gevolg van het voorgaande is dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] in principe niet zijn gebonden aan de indexeringsbepalingen in de managementovereen-komsten van 31 december 2007. Datzelfde geldt voor een eventuele indexeringsbepaling in de managementovereenkomsten van 31 december 2006, waarvan de tekst niet in het geding is gebracht.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft in dit kader nog aangevoerd dat de verhoging van de managementvergoedingen over 2008 evenmin door een aandeelhoudersvergadering zijn goedgekeurd, maar hierover door [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] niet wordt gerept. Voordat de rechtbank definitief over de (niet) gebondenheid van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] aan de indexeringsbepalingen zal beslissen, verlangt de rechtbank een nadere toelichting van partijen.
7.6.4. Voornoemd verschil tussen de managementvergoedingen waarop partijen menen dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht heeft, hangt voorts samen met de vraag naar de verschuldigdheid van de managementvergoedingen tijdens ziekte.
Vast staat dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] over de periode van 6 juni tot 11 juli 2011 managementvergoedingen heeft ontvangen, terwijl hij over die periode in verband met ziekte geen werkzaamheden heeft verricht.
In beginsel is de opdrachtgever aan de opdrachtnemer geen loon verschuldigd, zolang geen werkzaamheden zijn verricht. Vast staat dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] over de periode van 6 juni tot 11 juli 2011 geen werkzaamheden heeft verricht, zodat hij in beginsel geen recht heeft op de managementvergoedingen voor die periode. Het feit dat partijen in de managementovereenkomsten een vast bedrag per jaar hebben bepaald, doet daaraan niet af. In de managementovereenkomsten is geen van dit uitgangspunt afwijkende bepaling opgenomen. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] stelt dat het de cultuur binnen het bedrijf was om tijdens ziekte loon door te betalen. De rechtbank beschikt echter over onvoldoende gegevens om die stelling te onderzoeken. In het geval komt vast te staan dat managementvergoedingen tijdens een periode van ziekte van bestuurders gewoonlijk werden doorbetaald, is het nog de vraag of hieruit gedragingen en/of verklaringen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] respectievelijk [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zijn af te leiden op basis waarvan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de managementvergoedingen tijdens ziekte van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zouden worden doorbetaald. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] zal in de gelegenheid worden gesteld om bij akte toe te lichten op basis van welke gedragingen en/of verklaringen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] zij erop heeft mogen vertrouwen dat de managementvergoedingen tijdens ziekte van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zouden worden doorbetaald.
Dienstverleningsovereenkomst
7.6.5. De vraag is of [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] de op grond van de dienstverleningsovereenkomst betaalde bedragen van in totaal € 85.082,62 onverschuldigd aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft betaald.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vordert dit bedrag in de eerste plaats terug in verband met haar beroep op de vernietiging van de dienstverleningsovereenkomst. Zoals hiervoor in conventie in 7.2.3 reeds is overwogen, is enkel het bestuursbesluit tot het aangaan van de dienstverleningsovereenkomst vernietigbaar en heeft dit geen invloed op de gebondenheid van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] aan de dienstverleningsovereenkomst. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] is derhalve tegenover [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] gebonden aan de dienstverleningsovereenkomst, zodat de uit hoofde van die overeenkomst betaalde bedragen in beginsel niet onverschuldigd zijn betaald.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] stelt vervolgens dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] geen recht heeft op de vergoedingen omdat de echtgenote van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] geen werkzaamheden onder de dienstverleningsovereenkomst zou hebben verricht. Gezien de door [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] overgelegde verklaringen van notulisten die in de betreffende periode voor [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] werkzaamheden hebben verricht, uit welke verklaringen het tegendeel blijkt, is die enkele stelling ontoereikend. Het had op de weg van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] gelegen om haar stelling nader toe te lichten en zo mogelijk te onderbouwen aan de hand van bescheiden, maar zij heeft dit niet gedaan. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft aldus niet aan haar stelplicht voldaan.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtsgrond voor de betalingen in stand is gebleven en de betalingen niet onverschuldigd zijn verricht.
7.7. Privé-uitgaven
De vraag is of [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] ten onrechte privé-uitgaven ten laste van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] danwel [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] heeft gebracht.
7.7.1. Ten aanzien van de uitgaven in verband met de sponsoring van de korfbalclub ad € 32.800,- hebben [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] onvoldoende gesteld om te twijfelen aan het zakelijke karakter van deze uitgaven.
7.7.2. De kosten voor (medisch) advies betreffen geen zakelijke kosten en de vraag is in hoeverre deze persoonlijke kosten voor rekening van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] behoren te komen. Gesteld noch gebleken is dat partijen over de betaling van deze kosten afspraken hebben gemaakt. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft verder ook geen feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan hij er vanuit mocht gaan dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] deze kosten voor haar rekening zou nemen. Dit deel van de vordering ad € 2.856,00 is bij gebreke van een voldoende gemotiveerde betwisting toewijsbaar.
7.7.3. [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] heeft gemotiveerd betwist dat hij voor een totaalbedrag van € 1.751,45 privé-uitgaven met de creditcards van de ondernemingen heeft verricht. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden in de gelegenheid gesteld bij akte hun stellingen op dit punt nader toe te lichten, alsook te specificeren welke uitgaven op de creditcard-afrekeningen overgelegd als productie 42 bij conclusie van eis in reconventie zijn aan te merken als privé-uitgaven en om welke reden.
7.8. Afrekening bedrijfseigendommen
De vraag is of [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] tekort is geschoten in de nakoming van de managementovereenkomsten door na te laten bedrijfseigendommen terug te geven, en in het verlengde daarvan of [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de als gevolg daarvan geleden schade.
Het feit dat deze zaken voor [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zijn aangeschaft betekent nog niet dat deze zaken ook in eigendom aan [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] persoonlijk toebehoren. Deze zaken zijn aangeschaft ten behoeve van de uitoefening van de werkzaamheden voor de vennootschap. Nu [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] de bedrijfseigendommen niet aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft geretourneerd, is zij tekort geschoten in de nakoming van de managementovereenkomsten en aansprakelijk voor de daardoor geleden schade. De gevorderde schadevergoeding ad € 2.962,78, waarvan de hoogte door [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] niet is betwist, komt de rechtbank niet onredelijk voor, en is in beginsel toewijsbaar. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] heeft aangeboden om, in plaats van het betalen van een schadevergoeding, de betreffende zaken alsnog te retourneren. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] zal in de gelegenheid worden gesteld om bij akte aan te geven of zij dit aanbod aanvaardt.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft niet aangegeven op grond waarvan zij de (hoofdelijke) aansprakelijkheid van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] baseert en zal daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld.
7.9. Rekening-courant vordering
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] erkent een rekening courant schuld van € 28.493,56 aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] te hebben, zodat deze vordering zonder meer toewijsbaar is.
7.10. Aandelen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1]
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] erkent een bedrag van € 15.327,34 ter zake de inmiddels aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] gecedeerde vordering met betrekking tot de nog verschuldigde koopprijs aandelen [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] verschuldigd te zijn. Deze vordering is derhalve zonder meer toewijsbaar.
7.11. Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] vorderen € 2.737,00 inclusief BTW op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW voor de werkzaamheden die door de externe controller [persoon 6] van [bedrijf 8] zijn verricht. In de verklaring overgelegd als productie 45 bij conclusie van eis in reconventie heeft [persoon 6] verklaard dat hij onder meer tijd heeft besteed aan het op orde krijgen van de financiële/administratieve systemen. Het komt de rechtbank niet aannemelijk voor dat deze werkzaamheden uitsluitend ten behoeve van de onderhavige procedure zijn verricht. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden in de gelegenheid gesteld bij akte toe te lichten in hoeverre de door [persoon 6] verrichte werkzaamheden uitsluitend ten behoeve van deze procedure zijn verricht.
in conventie en in reconventie
7.12. De rechtbank zal wederom een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
7.13. De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen -ook in het nadeel van die partij- kan maken die zij geraden zal achten.
7.14. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] en/of [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] worden in de gelegenheid gesteld om:
? bij akte een overzicht te verstrekken waarin voor ieder jaar in verschillende kolommen een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitgekeerde managementvergoeding, de managementvergoeding waarop [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] meent dat zij recht heeft en het verschil tussen deze managementvergoedingen, als bedoeld in 7.3;
? bij akte mee te delen of, en zo ja op welke wijze, [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] bewijs wil leveren van zijn stelling dat hij -na de aanvangsperiode- niet actief betrokken is geweest bij [bedrijf 5], als bedoeld in overweging 7.5.1;
? ter comparitie inlichtingen te verstrekken omtrent het gebruik van bedrijfsdebiet van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] bij de exploitatie van [bedrijf 5], als bedoeld in overweging 7.5.1;
? bij akte nader toe te lichten waarom hem -indien in rechte komt vast te staan dat hier van een tekortkoming sprake is- van het aangaan van de licentieovereenkomst met [bedrijf 7] geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van die tekortkoming af te wenden, als bedoeld in overweging 7.5.2.
? bij akte zich over de gestelde statutenwijzigingen uit te laten, als bedoeld in 7.5.8;
? bij akte toe te lichten op basis van welke gedragingen en/of verklaringen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] erop heeft mogen vertrouwen dat de managementvergoedingen tijdens ziekte van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] zouden worden doorbetaald, als bedoeld in overweging 7.6.4;
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] worden in de gelegenheid gesteld om:
? bij akte toe te lichten welke schade [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft geleden als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling met betrekking tot [bedrijf 5], als bedoeld in 7.5.1;
? bij akte toe te lichten welke schade [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] heeft geleden als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling met betrekking tot de licentieovereenkomst met [bedrijf 7], als bedoeld in 7.5.2;
? bij akte toe te lichten welke schade [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling heeft geleden met betrekking tot de dienstverleningsovereenkomst, als bedoeld in 7.5.6;
? bij akte hun stellingen nader toe te lichten aan de hand van relevante bescheiden, waaronder -voor zover mogelijk- een verklaring van de notaris, als bedoeld in 7.5.8;
? bij akte toe te lichten welke schade [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] als gevolg van de onbehoorlijke taakvervulling hebben geleden met betrekking tot misleiding van de notaris, als bedoeld in 7.5.8;
? bij akte een overzicht te verstrekken waarin voor ieder jaar in verschillende kolommen een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitgekeerde managementvergoeding, de managementvergoeding waarop zij menen dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] recht heeft en het verschil tussen deze managementvergoedingen, zoals bedoeld in 7.6.2;
? ter comparitie toe te lichten waarom over de verhoging van de managementvergoedingen over 2008 buiten de aandeelhoudersvergadering om niet wordt gerept, als bedoeld in overweging 7.6.3;
? bij akte te specificeren welke uitgaven op de creditcard-afrekeningen overgelegd als productie 42 bij conclusie van eis in reconventie zijn aan te merken als privé-uitgaven en om welke reden, zoals bedoeld in 7.7.3;
? bij akte aan te geven of zij het aanbod van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1] aanvaardt om, in plaats van het betalen van een schadevergoeding, de betreffende bedrijfseigendommen alsnog te retourneren, zoals bedoeld in 7.8;
? bij akte toe te lichten op grond waarvan zij de (hoofdelijke) aansprakelijkheid van [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] baseert, zoals bedoeld in 7.8;
? bij akte toe te lichten in hoeverre de door de externe controller [persoon 6] verrichte werkzaamheden uitsluitend ten behoeve van deze procedure zijn verricht, zoals bedoeld in 7.11;
Alle partijen worden in de gelegenheid gesteld om:
? bij akte toe te lichten (i) in hoeverre [bedrijf 7] de betreffende software heeft ontwikkeld, (ii) in opdracht van wie [bedrijf 7] de betreffende software heeft ontwikkeld, en (iii) de financiële vergoeding die [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] aan [bedrijf 7] voor de ontwikkeling en/of het gebruik van de software heeft betaald, dit alles zoals bedoeld in 7.5.2.
7.15. De hiervoor bedoelde aktes dienen uiterlijk twee weken voor de zitting aan de rechtbank en de wederpartij te worden verstrekt.
7.16. Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium van het geding aangehouden.
8. De beslissing
De rechtbank:
8.1. beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. A.J.J. van Rijen in het gerechtsgebouw te Rotterdam aan het Wilheminaplein 100/125 op woensdag 15 mei 2013 van 9.30 tot 13.00 uur,
8.2. bepaalt dat de [eiseres in conventie en verweerster in reconventie sub 1], [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie sub 2] dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen en bepaalt dat [eiser in conventie en verweerder in reconventie sub 2] in persoon dient te verschijnen,
8.3. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de roladministratie van de sector civiel (sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518)- om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,
8.4. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2013.?
2031/1354