ECLI:NL:RBROT:2013:BZ1115
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Damsteegt
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijzondere bijstand voor griffiekosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2013 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de toekenning van bijzondere bijstand voor griffiekosten. Eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (Wwb) voor advocaatkosten en griffiekosten, welke door verweerder was afgewezen. Verweerder had in zijn bestreden besluit van 28 juni 2012 het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaard, maar weigerde bijzondere bijstand voor de griffiekosten van € 379,-. Verweerder stelde dat deze kosten al voor de aanvraag door de gemachtigde van eiser waren voldaan, waardoor er sprake zou zijn van een schuld.
Eiser betwistte dit standpunt en voerde aan dat de griffiekosten door zijn gemachtigde waren voorgeschoten en dat er geen sprake was van een lening die afgelost moest worden, maar van kosten die voortvloeien uit een overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat de griffiekosten pas na de indiening van de aanvraag bij eiser in rekening waren gebracht en dat er dus geen sprake was van een schuld in de zin van de wet. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor zover het de aanvraag om bijzondere bijstand voor griffiekosten betreft en kende eiser het recht op bijzondere bijstand toe.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het door eiser betaalde griffierecht en de proceskosten, die door de rechtbank op € 944,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.