Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. H.A.M. Alferink, politierechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling publiek, team strafrecht (hierna: de rechter).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2013 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Oosterveen, tegen de politierechter mr. H.A.M. Alferink. De wraking was gebaseerd op de afwijzing van de rechter om stukken van een andere strafzaak aan het dossier toe te voegen tijdens de behandeling van een strafzaak tegen de verzoeker op 28 oktober 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing van de rechter om het verzoek tot het voegen van stukken af te wijzen, op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De rechtbank benadrukt dat een onwelgevallige beslissing van een rechter niet automatisch leidt tot een vermoeden van vooringenomenheid. De rechtbank heeft de omstandigheden van het wrakingsverzoek zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor het oordeel dat de rechter niet onpartijdig was. De wrakingskamer heeft de feiten en argumenten van de verzoeker en de rechter in overweging genomen en vastgesteld dat de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen.