Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. M.J.M. Marseille, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling privaatrecht, team jeugd (hierna: de rechter).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een ondertoezichtstellingsprocedure. De wraking was gericht tegen mr. M.J.M. Marseille, die als rechter optrad in de zaak. De verzoeker had de wraking ingediend na een zitting op 9 oktober 2013, waar de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige dochter van verzoeker had behandeld. Tijdens deze zitting was ook de juridische ouder van de minderjarige, [naam belanghebbende], aanwezig, wat verzoeker als problematisch beschouwde. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij er zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de rechter op juiste wijze [naam belanghebbende] als belanghebbende had aangemerkt, aangezien deze nog steeds de juridische vader was van de minderjarige. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af, omdat verzoeker niet alle relevante feiten en omstandigheden tijdig had gepresenteerd. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.