ECLI:NL:RBROT:2013:10795

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
3 februari 2014
Zaaknummer
C/10/428856 / FT EA 13/1660
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte van de aangever. De aangever is in raadkamer gehoord, waarbij de rechtbank de situatie van de aangever heeft beoordeeld. Het doel van een faillissement is om een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar te verwezenlijken ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangever niet aannemelijk heeft gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Bovendien is er geen verwachting dat er enige uitkering aan de schuldeisers zal plaatsvinden. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat het verzoek tot faillissementsverklaring geen door de Faillissementswet beschermd belang dient. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Pieters-Boelhouwer, griffier. Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat, binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
Rekestnummer: C/10/428856 / FT EA 13/1660
BESCHIKKING op het verzoek van:
[aangever]
wonende te[woonplaats]
aangever
strekkende tot zijn (op eigen aangifte) faillietverklaring

1.De procedure

Aangever is in raadkamer gehoord.

2.De beoordeling

Het doel van een faillissement is het verwezenlijken van een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers.
Aangever heeft niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te bestrijden, laat staan dat enige uitkering aan schuldeisers valt te verwachten. Zijn faillissement dient daarom geen door de Faillissementswet beschermd belang. Het verzoek tot faillissementsverklaring wordt daarom afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring.
Deze beschikking is op 11 juli 2013 gegeven door mr. R. Kruisdijk, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Pieters-Boelhouwer, griffier. [1]

Voetnoten

1.