ECLI:NL:RBROT:2013:10795
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte van de aangever. De aangever is in raadkamer gehoord, waarbij de rechtbank de situatie van de aangever heeft beoordeeld. Het doel van een faillissement is om een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar te verwezenlijken ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangever niet aannemelijk heeft gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Bovendien is er geen verwachting dat er enige uitkering aan de schuldeisers zal plaatsvinden. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat het verzoek tot faillissementsverklaring geen door de Faillissementswet beschermd belang dient. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Pieters-Boelhouwer, griffier. Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat, binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.