ECLI:NL:RBROT:2012:BZ0991
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsbijstandverlener als belanghebbende bij besluit tot vergoeding kosten rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de vergoeding van kosten van rechtsbijstand. Eiser, een rechtsbijstandverlener, heeft namens zijn cliënt bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, het College van Burgemeester en Wethouders der gemeente Rotterdam, dat een maatregel had opgelegd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een aantal besluiten en een hoorzitting, heeft verweerder uiteindelijk een kostenvergoeding toegekend aan eiser voor de verleende rechtsbijstand. Eiser was van mening dat de vergoeding te laag was vastgesteld en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kostenvergoeding door verweerder aan eiser was toegekend, en dat eiser als belanghebbende kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte een bedrag van € 437,- had toegekend in plaats van het juiste bedrag van € 874,-. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit voor zover het de hoogte van de kostenvergoeding betrof. Tevens werd bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht en de proceskosten diende te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbijstandverlener in het bestuursrecht en bevestigt dat deze als belanghebbende kan optreden in procedures over kostenvergoedingen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld en verweerder veroordeeld tot betaling van deze kosten, evenals het griffierecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.