ECLI:NL:RBROT:2012:BY1569

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
411200 / HA RK 12-839
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoeken buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 oktober 2012 uitspraak gedaan over wrakingsverzoeken van verzoekers tegen de rechters die hun zaak zouden behandelen. De verzoekers, die betrokken zijn bij een civielrechtelijke procedure tegen Stichting [naam stichting], hebben op 8 oktober 2012 een wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek was gericht tegen de rechters die de uitspraak van de kantonrechter van 31 augustus 2012 zouden behandelen, alsook tegen de rechters van de meervoudige kamer voor wrakingszaken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers geen concrete feiten of omstandigheden hebben aangevoerd die zouden kunnen wijzen op vooringenomenheid van de rechters. De rechtbank oordeelt dat de niet-onderbouwde aantijgingen van de verzoekers geen aanwijzing vormen voor een gebrek aan onpartijdigheid. Daarom heeft de rechtbank de wrakingsverzoeken buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het verzoek tot vervallenverklaring van de uitspraak van de kantonrechter niet door de wrakingskamer kan worden behandeld, en heeft de griffier verzocht om het verzoek door te sturen naar de sector kanton voor verdere behandeling.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Uitspraak: 30 oktober 2012
Zaaknummer: 411200
Rekestnummer: HA RK 12-839
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats]
en
[naam verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekers,
strekkende tot wraking van:
- de rechters in de rechtbank Rotterdam, die het verzoek van verzoekers tot vervallenverklaring van de uitspraak van de kantonrechter van 31 augustus 2012 zullen gaan behandelen en
- de rechters van de meervoudige kamer voor de behandeling van verzoeken tot wraking in deze rechtbank, die voormeld wrakingsverzoek zullen gaan behandelen.
1. Het procesverloop en de processtukken
Verzoekers zijn eisers in de civielrechtelijke procedure tegen Stichting [naam stichting] te [plaats] als gedaagde, welke procedure als kenmerk heeft 1366459 CV EXPL 12-37168.
In vorenomschreven procedure heeft de rechter op 31 augustus 2012 bij vervroeging eindvonnis gewezen.
Bij faxbericht van 13 september 2012 hebben verzoekers de rechter gewraakt.
Bij beschikking van 28 september 2012 heeft de wrakingskamer laatstbedoeld wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Bij brief van 8 oktober 2012, ter griffie ingekomen op 9 oktober 2012, verzoeken verzoekers om vervallenverklaring van de uitspraak van 31 augustus 2012 en doen zij tevens de in de kop van deze beschikking omschreven wrakingsverzoeken.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van de inhoud van het griffiedossier van de hierboven omschreven procedure.
2. Het wrakingsincident
2.1.
De rechtbank heeft de behandeling van de zaak niet geschorst wegens het verzoek van verzoekster tot wraking van de rechters van de wrakingskamer, omdat de rechtbank dat verzoek kennelijk niet-ontvankelijk acht.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
2.2.
Ingevolge artikel 10.3 van het wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam worden wrakingsverzoeken die zijn gericht tegen de wrakingskamer niet in behandeling genomen, indien zij kennelijk niet voldoen aan de in paragraaf 4 vermelde eisen. In paragraaf 4 is vermeld dat een wrakingsverzoek gemotiveerd dient te zijn ten aanzien van iedere rechter op wie het betrekking heeft. In onderdeel 4.3 is vermeld dat de wrakingskamer de mogelijkheid heeft om kennelijk niet-ontvankelijke verzoeken tot wraking van de wrakingskamer buiten behandeling te laten.
Er is onder meer sprake van een kennelijk niet-ontvankelijk wrakingsverzoek indien verzoeker geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die het vermoeden zouden kunnen wettigen dat de betrokken rechters in de wrakingskamer ten aanzien van het door hen te behandelen wrakingsverzoek niet onpartijdig of onafhankelijk zijn of die anderszins aanleiding zouden kunnen geven tot de conclusie dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden
2.3.
Verzoekers voeren in hun brief van 8 oktober 2012 geen andere feiten of omstandigheden aan dan dat zij ruimschoots bewezen achten dat de rechtbank niet in staat is om voor de behandeling van de zaken van verzoekers "enige integere c.q. niet-crimineelachterlijke rechter te stellen". Verzoekers wensen daarom behandeling van hun primaire verzoek door een rechtbank buiten de provincie.
Deze niet onderbouwde aantijgingen jegens verder niet bij name genoemde rechters van de wrakingskamer vormen naar het oordeel van de rechtbank geen aanwijzing van vooringenomenheid en evenmin van de schijn daarvan.
Om vorenstaande redenen acht de rechtbank verzoekers kennelijk niet-ontvankelijk in hun wrakingsverzoek gericht tegen de leden van de rechtbank, die deze beschikking geven.
3. De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
3.1
Verzoekers wraken de rechters die hun verzoek tot vervallenverklaring van de uitspraak van de kantonrechter van 31 augustus 2012 zullen gaan behandelen.
3.2
Verzoekers voeren in hun brief van 8 oktober 2012 als grond voor deze wraking geen andere feiten of omstandigheden aan dan dat zij ruimschoots bewezen achten dat de rechtbank niet in staat is om voor de behandeling van de zaken van verzoekers enige "integere c.q. niet-crimineelachterlijke rechter" te stellen. Verzoekers wensen daarom behandeling van hun primaire verzoek door een rechtbank buiten de provincie.
3.3
Deze verder niet onderbouwde aantijgingen jegens verder niet bij name genoemde rechters in deze rechtbank vormen naar het oordeel van de rechtbank geen aanwijzing van vooringenomenheid en evenmin van de schijn daarvan.
3.4
Om vorenstaande redenen acht de rechtbank verzoekers kennelijk niet-ontvankelijk in hun wrakingsverzoek gericht tegen de leden van de rechtbank, die het verzoek tot vervallenverklaring van de uitspraak van de kantonrechter van 31 augustus 2012 zullen gaan behandelen.
3.5
De wrakingskamer is niet bevoegd een beslissing tot vervallenverklaring van een rechterlijke beslissing te geven. Nu het verzoek van verzoekers tot vervallenverklaring van een uitspraak ziet op de uitspraak van de kantonrechter d.d. 31 augustus 2012 zal de griffier worden verzocht het daartoe strekkende verzoek van verzoekers, tezamen met een afschrift van deze uitspraak, te doen toekomen aan de sector kanton met het verzoek tot verdere behandeling over te gaan.
4. De beslissing
Stelt het verzoek van verzoekers tot wraking van de rechters van de meervoudige kamer voor de behandeling van verzoeken tot wraking buiten behandeling.
Stelt het verzoek van verzoekers tot wraking van de rechters van de rechtbank Rotterdam, die het verzoek van verzoekers tot vervallenverklaring van de uitspraak van de kantonrechter van 31 augustus 2012 zullen gaan behandelen, buiten behandeling.
Verzoekt de griffier de brief van verzoekers d.d. 8 oktober 2012 tezamen met een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Rotterdam, sector kanton, met verzoek het verzoek van verzoekers tot vervallenverklaring van de uitspraak van 31 augustus 2012 in behandeling te nemen.
Deze beslissing is gegeven op 30 oktober 2012 door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. W.J.J. Wetzels en mr. O.E.M. Leinarts, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.