ECLI:NL:RBROT:2012:BX8564

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
409172 / HA RK 12-728
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

In deze zaak heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam op 28 september 2012 een wrakingsverzoek van verzoekers buiten behandeling gesteld. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 13 september 2012, terwijl de gewraakte rechter op 31 augustus 2012 al een eindvonnis had gewezen in de onderliggende civielrechtelijke procedure. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking werd gedaan, waardoor verzoekers kennelijk niet-ontvankelijk waren in hun verzoek. De beslissing is genomen na beoordeling van het griffiedossier en de relevante wetgeving, waaronder artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat een rechter alleen kan worden gewraakt zolang de zaak nog bij die rechter in behandeling is. Aangezien de behandeling van de zaak door de rechter was beëindigd, was er geen grond voor het wrakingsverzoek. De overige argumenten van verzoekers behoefden geen verdere bespreking. De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Uitspraak: 28 september 2012
Zaaknummer: 409172
Rekestnummer: HA RK 12-728
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats]
en
[naam verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekers,
strekkende tot wraking van [naam gewraakte rechter], kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, sector kanton (hierna: de rechter).
1. Het procesverloop en de processtukken
Verzoekers zijn eisers in de civielrechtelijke procedure tegen [naam gedaagde] te [plaats] als gedaagde, welke procedure als kenmerk heeft 1366459 CV EXPL 12-37168.
In vorenomschreven procedure heeft de rechter op 31 augustus 2012 bij vervroeging eindvonnis gewezen.
Bij faxbericht van 13 september 2012 hebben verzoekers de rechter gewraakt.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van de inhoud van het griffiedossier van de hierboven omschreven procedure.
2. De beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek
2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat uitspraak wordt gedaan door een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is. Wraking van een rechter kan daarom alleen worden verzocht zolang de zaak nog bij die rechter in behandeling is. Is er eenmaal een eindbeslissing genomen, dan is de behandeling geëindigd.
2.2
Nu de rechter op 31 augustus 2012 een eindbeslissing heeft gewezen, was de behandeling van de zaak van verzoekers door de rechter beëindigd.
2.3
Daar op grond van hetgeen is bepaald in het hiervoor aangehaalde wetsartikel slechts de rechter die een zaak behandelt kan worden gewraakt en de rechter in casu de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking werd gedaan, zijn verzoekers kennelijk niet-ontvankelijk in hun wrakingsverzoek en behoeven de overige daaromtrent aangevoerde stellingen geen bespreking meer.
2.4
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 4.4 en artikel 9.1, laatste volzin, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam moet het verzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling gesteld worden.
3. De beslissing
Stelt het verzoek van verzoekers tot wraking van rechter [naam gewraakte rechter] buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven op 28 september 2012 door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. W.J.J. Wetzels en mr. O.E.M. Leinarts, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.