ECLI:NL:RBROT:2012:BX3090
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Wet op het consumentenkrediet op een koopovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam ambtshalve beoordeeld of de Wet op het consumentenkrediet (WCK) van toepassing is op een koopovereenkomst. De eiseres had gedaagde bij exploot van dagvaarding op 10 januari 2012 gedagvaard en vorderde een betaling van € 459,25, vermeerderd met rente en kosten. Gedaagde heeft verstek laten verlenen en niet gereageerd op de vordering.
De kantonrechter overweegt dat de WCK sinds 25 mei 2011 van toepassing is op krediettransacties waarbij de betalingen van de kredietnemer binnen drie maanden na het ter beschikking stellen van de geldsom plaatsvinden. In dit geval is er sprake van een krediettransactie, aangezien eiseres een bedrag ter beschikking heeft gesteld aan gedaagde, die dit bedrag met rente dient terug te betalen. De kantonrechter wijst erop dat de WCK bepalingen omtrent de toegelaten kredietvergoeding bevat, die in dit geval niet zijn nageleefd, aangezien de gevorderde vergoeding van 16% per jaar het wettelijk toegestane percentage overschrijdt.
Daarom oordeelt de kantonrechter dat de overeenkomst in strijd is met de WCK en dat de gevorderde vergoeding niet kan worden toegewezen. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot terugbetaling van de hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 2 juli 2011. Ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen. De vorderingen tot ontbinding van de koopovereenkomst worden niet verder beoordeeld, omdat deze niet in het petitum zijn opgenomen.
De kantonrechter legt gedaagde de proceskosten op, bestaande uit griffierecht, explootkosten en informatiekosten, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.J.J. Wetzels tijdens een openbare terechtzitting op 20 april 2012.