ECLI:NL:RBROT:2012:BV7513
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.P. van Essen
- W.J.J. Wetzels
- H.J.M. van der Kaaij
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 maart 2012 een wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker was op 27 januari 2012 als verdachte voorgeleid aan de rechter-commissaris in een strafzaak. Tijdens de zitting heeft de raadsvrouw van verzoeker de rechter-commissaris gewraakt. De wrakingskamer heeft het dossier van de strafzaak bekeken en vastgesteld dat de rechter-commissaris niet de voorgeleiding van verzoeker ter hand heeft genomen. Aangezien er al een beslissing was genomen door een andere rechter-commissaris, was de zaak niet meer bij de gewraakte rechter in behandeling. Dit leidde tot de conclusie dat verzoeker niet kon worden ontvangen in zijn wrakingsverzoek, zoals bepaald in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering. De wrakingskamer benadrukte dat wraking alleen mogelijk is zolang de zaak nog bij de betreffende rechter in behandeling is. De beslissing van de rechtbank werd genomen in aanwezigheid van de griffier, en de voorzitter sprak de beslissing uit tijdens een openbare zitting. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere uitkomst rechtvaardigden, en dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter-commissaris zijn taak op een onafhankelijke en onpartijdige wijze had uitgevoerd, en dat er geen grond was voor de wraking.