ECLI:NL:RBROT:2012:BV7511
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.P. van Essen
- W.J.J. Wetzels
- H.J.M. van der Kaaij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in de rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 1 maart 2012 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die vreesde dat de rechter vooringenomen was in een civielrechtelijke procedure waarin hij betrokken was. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de argumenten die door de verzoeker waren aangevoerd. De verzoeker stelde dat de rechter geen uitstel had verleend voor het indienen van processtukken, wat volgens hem leidde tot een vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de beslissing van de rechter om geen uitstel te verlenen niet onbegrijpelijk was en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoeker. De wrakingskamer benadrukte dat een voor een partij onwelgevallige beslissing op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij deze beslissing zo onbegrijpelijk is dat deze een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid kan opleveren. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde omstandigheden geen aanwijzing gaven voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.