ECLI:NL:RBROT:2012:BV3068
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Damsteegt
- R.H.L. Dallinga
- D. Brugman
- Rechtspraak.nl
Besluit tot terugvordering van restschuld na executoriale verkoop woning en de medewerking van de eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, X, en verweerster, de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, waarin haar bezwaar tegen een eerder besluit ongegrond was verklaard. Dit eerdere besluit betrof de terugvordering van een restschuld van € 28.380,83 na de executoriale verkoop van haar woning. De woning was op 17 maart 2010 verkocht voor € 97.200, terwijl de hypothecaire lening € 132.139 bedroeg. Verweerster had zich borg gesteld voor de lening en vergoedde de hypotheekverstrekker het verlies na de verkoop.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had meegewerkt aan de verkoop van de woning en dat zij niet had voldaan aan haar verplichtingen om de schade te beperken. Eiseres had aangevoerd dat haar ex-partner de woning te koop had gezet via een makelaar, maar kon dit niet onderbouwen met bewijsstukken. De rechtbank concludeerde dat verweerster terecht had vastgesteld dat eiseres onvoldoende inspanningen had verricht om een executoriale verkoop te voorkomen.
De rechtbank wees het beroep van eiseres ongegrond en verklaarde dat zij de schuld voor een bedrag van € 7.095,21 kon afkopen of via een betalingsregeling kon aflossen. De rechtbank zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Eiseres had ook betoogd dat haar ex-partner mede verantwoordelijk was voor de situatie, maar dit werd verworpen, aangezien zij hoofdelijk aansprakelijk was voor de restschuld. De rechtbank benadrukte dat eiseres nog steeds gebruik kon maken van de mogelijkheid om de schuld af te kopen of een betalingsregeling te treffen.