ECLI:NL:RBROT:2011:BR3407
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentiële vordering tot inzage in bewijsstukken in civiele procedure tussen B&S Köpcke Global B.V. en Crown Supply & Agencies B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in een incident dat was ingesteld door B&S Köpcke Global B.V. (hierna: KG) tegen Crown Supply & Agencies B.V. (hierna: Crown). KG vorderde inzage in stukken die onder bewijsbeslag waren gelegd, met als doel de omvang van de schade te kunnen vaststellen die zij zou hebben geleden door onrechtmatig handelen van Crown. De rechtbank oordeelde dat de incidentele vordering tot inzage in de in beslag genomen stukken moest worden aangemerkt als de hoofdzaak in de zin van artikel 700 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Crown voerde verweer en betwistte dat zij onrechtmatig had gehandeld, en stelde dat KG geen rechtmatig belang had bij de gevraagde inzage. De rechtbank overwoog dat de vordering van KG niet voldoende was onderbouwd en dat er geen sprake was van een rechtmatig belang bij inzage in de stukken die betrekking hadden op andere klanten dan Agility. De rechtbank wees de incidentele vordering af, maar hield de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van vorderingen tot inzage in bewijsstukken en de voorwaarden waaronder dergelijke vorderingen kunnen worden toegewezen.