ECLI:NL:RBROT:2010:BO4086
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van der Bijl-de Jong
- mrs. Wijnholt
- mrs. Wilbers-Taselaar
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie door ernstige inbreuk op procesorde
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 2 november 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte. De verdediging voerde aan dat het proces-verbaal van het uitkijken van camerabeelden niet correct was en dat dit een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde opleverde. De verdediging stelde dat de beelden niet de geweldshandelingen toonden die in het proces-verbaal waren gerapporteerd, wat volgens hen leidde tot een onherstelbaar vormverzuim. De officier van justitie erkende dat het proces-verbaal tendentieus was, maar betoogde dat dit geen reden was voor niet-ontvankelijkheid.
De rechtbank heeft de camerabeelden bekeken en vastgesteld dat de beelden niet bevestigden wat in het proces-verbaal was gerapporteerd. De rechtbank oordeelde dat de verbalisant het strafprocesrechtelijke voorschrift had geschonden, wat leidde tot een ernstige inbreuk op de procesorde. De rechtbank benadrukte het belang van nauwkeurige en waarheidsgetrouwe verslaglegging door opsporingsambtenaren, vooral gezien de bijzondere bewijskracht van op ambtseed opgemaakte processen-verbaal.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat de inbreuk op de procesorde zo fundamenteel was dat dit leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op, met onmiddellijke invrijheidstelling als gevolg.