Zaaknummer: 1155960 \ VV EXPL 10-11
Uitspraak: 28 september 2010
[eiser],
woonplaats: [woonplaats],
eiser bij exploot van dagvaarding van 26 augustus 2010,
verweerder in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. P.A.R. Dijkers,
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. E.B. van den Ouden.
Partijen worden aangeduid als “[eiser]” en “[gedaagde]”, tenzij anders is vermeld.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
1. dagvaarding met producties d.d. 13 september 2010,
2. pleitaantekeningen van [gedaagde], houdende conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties,
3. nagekomen producties van beide partijen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 september 2010 in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
Oorspronkelijk voor bepaalde tijd maar sinds 1 januari 2010 voor onbepaalde tijd huurt [eiser] de woning aan de [adres] te [woonplaats] van [gedaagde]. Op of omstreeks 17 augustus 2010 heeft [gedaagde] andere sloten op de deur gezet zodat [eiser] geen gebruik meer heeft kunnen maken van de woning.
3. De vordering van [eiser] in conventie
Verkort weergegeven vordert [eiser] dat hij weer tot de door hem gehuurde woning wordt toegelaten, onder verbeurte van een dwangsom.
4. Het verweer van [gedaagde] in reconventie
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser].
5. De voorwaardelijke vorderingen van [gedaagde] in reconventie
Verkort weergegeven komen de vorderingen van [gedaagde] op het volgende neer:
1. primair: ontruiming van de woning,
2. subsidiair: doorbetaling huurpenningen plus veroordeling tot schoonmaken van de woning.
6.1. Partijen voeren over en weer de nodige argumenten aan, deels aan de hand van producties. Hun stellingen worden hierna beoordeeld, voorzover zij althans relevant blijken voor de uitkomst van de procedure.
6.2. [gedaagde] stelt dat de sloten zijn veranderd daags nadat zij met [eiser] overeenstemming had bereikt over onmiddellijke beëindiging van de huur. Zij heeft hem de helft van de huur over augustus terugbetaald. [eiser] betwist dat hij akkoord is gegaan met beëindiging van de huur. [gedaagde] kan niet bogen op enig schriftelijk stuk waaruit dit blijkt. Getuigenverklaringen ontbreken en aan het bewijsaanbod van [gedaagde] (het horen van de beide agenten van politie die aanwezig zouden zijn geweest) gaat de kantonrechter voorbij omdat dit kort geding zich niet voor getuigenverhoren leent. Dit betekent dat de vordering in conventie zou kunnen worden toegewezen, nu immers de kantonrechter moet concluderen dat [gedaagde] eigenrichting heeft gepleegd door zonder toestemming van [eiser] zijn woning te betreden. Uit het hiernavolgende blijkt dat deze vordering nog niet integraal wordt toegewezen, maar dat [gedaagde] de sleutel van de woning aan [eiser] dient te overhandigen.
6.3. Wat betreft de tegenvorderingen van [gedaagde] wordt het volgende overwogen. Ter zitting heeft de kantonrechter foto’s bekeken van het appartement en de kelderruimte van de woning. Hierop zijn afbeeldingen te zien van een zeer zwaar vervuilde koelkast, maden en vliegjes op verschillende plaatsen in het appartement, stapels vuilniszakken in de kelderruimte en uitwerpselen van de kat. Er zijn geen foto’s van het sanitair omdat, zo verklaarde [gedaagde] ter zitting, de verwilderde kat haar benen had toegetakeld en zij toen de pogingen opgaf om ook foto’s te maken van het sanitair. [gedaagde] wijst verder op een schriftelijke verklaring van de beheerder van de VVE die wil dat er een einde komt aan de overlast van, met name, insecten afkomstig uit de woning. Verder zijn er schriftelijke verklaringen van omwonenden, haar vriend Karels en een aanschrijving van de gemeente [woonplaats] van dezelfde strekking. [gedaagde] wijst er verder op dat [eiser] zijn post wekenlang niet heeft gelezen, getuige alle aangetroffen ongeopende poststukken.
6.4. [eiser] erkent dat de koelkast smerig is, dat er uitwerpselen van de kat op bank en muur zitten, maar stelt dat de situatie erger wordt voorgesteld dan die is. Zo zijn de vuilniszakken in de kelder bijvoorbeeld niet door hem daar neergezet. Hij heeft uitgelegd dat hij vanwege een zwaar bedrijfsongeval dit fysiek niet eens zou kunnen.
6.5. De kantonrechter overweegt het volgende. Gelet op de aanschrijving van de gemeente [woonplaats], de brieven van omwonenden, de schriftelijke verklaring van Karels en de beheerder alsmede het fotomateriaal is, naar voorlopig oordeel, sprake van een zwaar vervuilde woning. De kantonrechter heeft getwijfeld of hij het fotomateriaal en de verklaring van Karels als bewijs zal toelaten nu deze immers zijn verkregen door onrechtmatig de woning te betreden. Het overige bewijs is voor een kort geding echter voldoende om tot inhoudelijke beoordeling van de reconventionele vorderingen te kunnen besluiten, terwijl voorts geldt dat niet zonder meer geoordeeld mag worden dat de foto’s onrechtmatig verkregen bewijs vormen.
6.6. Anders dan [gedaagde] bepleit kan de primaire vordering thans niet worden toegewezen. Immers, indien er sprake is van een huurder die zich niet als goed huurder gedraagt, dient de verhuurder de huurder daarop aan te spreken. [eiser] ontkent dat dit is gebeurd en wijst erop dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd stilzwijgend is verlengd terwijl er, volgens eigen stellingen van [gedaagde], toen al sprake was van overlast. Overwogen wordt dat er geen schriftelijke stukken voorhanden zijn waaruit volgt dat [eiser] vanwege de overlast is aangesproken. Tot ontruiming kan de kantonrechter dus (nog) niet beslissen.
6.7. De subsidiaire vordering kan echter wel worden toegewezen, zij het geamendeerd en slechts in de vorm van een tussenvonnis. Daartoe wordt overwogen dat voorshands duidelijk is dat sprake is van een zwaar vervuilde woning en dus van strijd met goed huurderschap. De kantonrechter zal doen wat [gedaagde] had behoren te doen, namelijk [eiser] de gelegenheid geven de woning te reinigen of te doen reinigen. [eiser] krijgt daartoe gelegenheid tot en met 23 oktober 2010. De nevenvordering strekkende tot dwangsommen wordt (nog) niet toegewezen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde uitvoerbaar verklaring bij voorraad.
6.8. De kantonrechter bepaalt dat de zitting zal worden voortgezet in de woning op de hieronder vermelde datum. [eiser] dient te beseffen dat als de woning niet voldoet aan de daaraan normaal te stellen eisen van hygiëne de kantonrechter alsnog tot ontruiming of tot schoonmaken met dwangsommen kan besluiten. Ter zitting zal de kantonrechter de mogelijkheid van een schikking beproeven.
6.9. Iedere verdere beslissing, onder andere over de betaling van de huur en de uiteindelijke verrekening van de hieronder te vermelden kosten van insectenverdelging, wordt aangehouden nu verdere beslissingen afhankelijk zijn van de vraag of en op welke wijze partijen uitvoering geven aan dit tussenvonnis. [eiser] dient de kosten van de verdelging bij wijze van eventueel te verrekenen voorschot te voldoen. [gedaagde] dient de sleutel aan [eiser] te geven.
veroordeelt [gedaagde] uiterlijk vrijdag 1 oktober 2010 de sleutel van de woning aan [eiser] dient te overhandigen door deze op het kantoor van mr. Dijkers af te geven,
veroordeelt [eiser] om de woning plus berging uiterlijk 23 oktober 2010 in hygiënische staat te brengen door al het huis- en ander vuil, afval, dierenuitwerpselen en andere vervuiling te verwijderen alsmede ervoor te zorgen dat de maden en insecten zijn verdelgd onder overlegging van een bewijs van verdelging van een daarin gespecialiseerd bedrijf,
bepaalt dat de zitting wordt voortgezet op maandag 25 oktober 2010 om 11.00 uur op het adres [adres] te [woonplaats],
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.