ECLI:NL:RBROT:2010:6786

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2010
Publicatiedatum
27 april 2013
Zaaknummer
KTN-1151743_19112010
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging besluiten van een Vereniging van Eigenaren door een lid en oud-bestuurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van besluiten van een Vereniging van Eigenaren (VvE) door een lid, tevens oud-bestuurder van de VvE. De verzoeker, die eigenaar is van een appartement en van 1979 tot 2007 bestuurslid was, heeft de besluiten van de VvE aangevochten die betrekking hebben op door hem uitgegeven bedragen. De VvE had besloten dat de verzoeker bepaalde bedragen aan de vereniging moest terugbetalen, maar de verzoeker betwistte de geldigheid van deze besluiten op basis van procedurele fouten en het niet in acht nemen van de vereiste formaliteiten.

De procedure omvatte een verzoekschrift met producties, een verweerschrift en aantekeningen van een mondelinge behandeling. De verzoeker stelde dat de besluiten nietig verklaard moesten worden omdat de vereiste formaliteiten voor de vergadering en de stemming niet in acht waren genomen. De VvE voerde aan dat er wel aan de formele vereisten was voldaan en dat de verzoeker niet in zijn belangen was geschaad.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de besluiten van de vergadering niet op de juiste wijze tot stand zijn gekomen. De termijn voor de tweede vergadering was niet in acht genomen en de agendering van de besluiten was onvolledig. Hierdoor zijn de besluiten nietig verklaard. De VvE werd veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 511,00, bestaande uit € 111,00 aan vast recht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector kanton
Locatie Rotterdam
zaaknummer: 1151743 VZ VERZ 10-4353
datum: 19 november 2010
beschikking
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te Rotterdam,
verzoeker,
gemachtigde: mr. F.A. Hoveijn te Utrecht,
tegen
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
VERENIGING VAN EIGENAREN ‘ [naam VvE] TE ROTTERDAM’,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. E. van Riet te Arnhem.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoeker] ” respectievelijk “de VvE”.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het verzoekschrift met vijf producties;
  • het verweerschrift met negen producties;
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling gehouden op 27 oktober 2010.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken staat tussen partijen – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende vast:
  • [verzoeker] is eigenaar van het appartement aan de [adres] te Rotterdam en is daardoor van rechtswege lid van de VvE. [verzoeker] was in de periode van 1979 tot en met 2007 bestuurslid van de VvE. Vanaf 1997 was [verzoeker] het enige bestuurslid. De administratie is vanaf medio 2009 uitbesteed aan VT2000 VvE Beheer (hierna: VT2000).
  • Naast een splitsingsakte is geldt het ‘Algemeen Reglement voor splitsing in appartementen van flatgebouwen’ (hierna: het algemeen reglement).
  • Op 11 juni 2010 is aan de leden van de VvE een uitnodiging gestuurd voor de algemene ledenvergaderingen (hierna: de vergadering) van 21 juni 2010 en 1 juli 2010. Bij deze uitnodiging was de agenda voor de vergadering gevoegd.
  • Op de eerste vergadering waren onvoldoende stemmen aanwezig. Op de tweede vergadering van 1 juli 2010 zijn onder meer de volgende besluiten voorgesteld:
a. “Mag het door [verzoeker] berekende bedrag van € 8.767,00 aan creditcardbetalingen over de periode 2005-2008 blijven staan?” Met 9 stemmen voor, 13 stemmen tegen en 3 onthoudingen is dit voorstel verworpen.
“Mag het bedrag van € 8.665,00 aan kasopnames blijven staan, zodat [verzoeker] dit bedrag niet terug hoeft te betalen?” Met 11 stemmen voor, 11 stemmen tegen en 3 onthoudingen is dit voorstel verworpen.
“Kan het door [verzoeker] aan droge schoonmaak (het stofzuigen van het portiek) bestede bedrag van € 4.200,00 worden goedgekeurd?” Met 8 stemmen voor, 15 stemmen tegen en 2 onthoudingen is het voorstel verworpen.
- De VvE is van oordeel dat [verzoeker] de genoemde bedragen aan de VvE moet terugbetalen.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] heeft de kantonrechter primair verzocht de hiervoor genoemde besluiten van de vergadering van 1 juli 2010 nietig te verklaren en subsidiair deze besluiten te vernietigen, met veroordeling van de VvE in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker] heeft ter onderbouwing van zijn verzoek gesteld dat de vereiste formaliteiten voor het houden van de vergadering en de stemming niet in acht zijn genomen. De tweede vergadering is op te korte termijn van de eerste gepland (artikel 27 lid 4 van het algemeen reglement) en de voorgenomen besluiten waren niet geagendeerd. [verzoeker] betwist voorts dat er op de juiste manier met volmachten is gewerkt. Ten slotte stelt hij dat er ten onrechte anoniem is gestemd.
3.3.
Ten aanzien van de inhoud van de besluiten heeft [verzoeker] gesteld dat de cijfers voorheen steeds door de vergadering zijn goedgekeurd. De kosten voor de droge schoonmaak zijn op de vergadering van 26 juni 2008 al goedgekeurd. De door de VvE in verband met de kas- en creditcardbetalingen vastgestelde bedragen zijn volgens [verzoeker] volstrekt willekeurig.

4.Het verweer

4.1.
De VvE heeft tegen het verzoek aangevoerd dat er wel aan de formele vereisten is voldaan. De VvE stelt dat uit de jurisprudentie volgt dat het feit dat een voorgenomen besluit niet op de agenda staat, niet betekent dat het besluit ook ongeldig is. [verzoeker] is daarbij niet in enig belang geschaad, omdat hij al tijdens de overname van de administratie door VT2000 wist dat hij zich moest verantwoorden voor het door hem gevoerde beheer.
4.2.
Toen de administratie werd overgedragen aan VT2000, is gebleken dat [verzoeker] heeft nagelaten een deugdelijke administratie bij te houden en tevens onreglementair heeft gehandeld, onder meer door een lening aan de VvE te verstrekken. Daarbij heeft [verzoeker] vrijwel alle relevante stukken weggegooid. Het nieuwe bestuur heeft veel tijd geïnvesteerd om orde op zaken te stellen. Uiteindelijk is zij slechts met de drie in de besluiten genoemde bedragen niet akkoord gegaan, terwijl er bij veel meer bedragen vraagtekens worden gezet.
5.
De beoordeling van het verzoek
5.1.
Beoordeeld moet worden of de hiervoor genoemde besluiten van de vergadering op juiste wijze tot stand zijn gekomen en zo ja, of deze gelet op hun inhoud in stand kunnen blijven. Hiervoor geldt de maatstaf van artikel 5:129 lid 1 jo. artikel 2:14 BW (nietigheid) en artikel 5:130 jo. artikel 2:15 BW (vernietigbaarheid). Voor de wijze van totstandkoming is vooral van belang of de in het algemeen reglement opgenomen regels in acht zijn genomen.
Termijn tweede vergadering
5.2.
Tijdens de eerste vergadering op 21 juni 2010 waren onvoldoende stemmen aanwezig. Uit artikel 29 lid 5 van algemeen reglement volgt dat in dat geval een nieuwe vergadering uitgeschreven moet worden, ‘niet vroeger dan twee weken en niet later dan zes weken na de eerste’. De tweede vergadering is gehouden op 1 juli 2010, minder dan twee weken na de eerste vergadering. Hoewel artikel 23 lid 6 van het algemeen reglement bepaalt dat ook rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen wanneer de termijn niet in acht is genomen, is dit alleen het mogelijk wanneer alle stemgerechtigden vertegenwoordigd zijn. Dit was echter op 1 juli 2010 niet het geval. Hierdoor zijn de besluiten in strijd met het algemeen reglement genomen.
Agendering besluiten
5.3.
Bij de oproeping voor de vergadering hoort op grond van artikel 23 lid 6 van het algemeen reglement een ‘opgave van de punten der agenda’ opgenomen te zijn. Bij de oproeping voor de vergaderingen van 21 juni 2010 en 1 juli 2010 was weliswaar een agenda bijgevoegd, maar hier zijn niet alle voorgenomen besluiten (duidelijk) in opgenomen. Uit de toelichting bij de agenda volgt dat er het onderzoek naar de administratie besproken zal worden, maar de voorgenomen besluiten hierboven aangemerkt als a. en b. zijn niet in deze stukken vermeld. Het bedrag voor de droge schoonmaak (besluit c.) is wel vermeld, maar alleen in de context van eventuele verrekening met het bedrag dat [verzoeker] tegoed zou hebben van de VvE uit hoofde van een geldlening.
5.4.
De VvE heeft onder verwijzing naar jurisprudentie aangevoerd dat het feit dat een voorgenomen besluit niet op de agenda is vermeld, niet aan de geldigheid daarvan in de weg staat. Hoewel er geen bepaling in het algemeen reglement is opgenomen die aan besluitvorming zonder voorafgaande agendering in de weg staat, heeft [verzoeker] een groot persoonlijk belang bij de voorgenomen besluiten. [verzoeker] diende dan ook in de gelegenheid te zijn zich goed voor te kunnen bereiden op de vergadering. Dat geldt overigens niet alleen voor [verzoeker] , maar ook voor de andere stemgerechtigden. Mede hierdoor gaat het verweer dat [verzoeker] al geruime tijd op de hoogte was dat hij zich moest verantwoorden niet op. De VvE mocht dan ook in redelijkheid niet zonder voorafgaande kennisgeving tot persoonlijk ingrijpende besluiten als onderhavige overgaan.
Wijze van stemmen
5.5.
Er is niet gebleken dat op onjuiste gronden anoniem gestemd is en/of dat er bij de stemming sprake was van onjuiste volmachten. [verzoeker] heeft deze stellingen niet nader onderbouwd, waardoor er in rechte vanuit zal worden gegaan dat zich hier geen onregelmatigheden hebben voorgedaan.
5.6.
Wel van belang is de wijze waarop de besluiten zijn geformuleerd. Besluit b. is – kort gezegd – als volgt geformuleerd: ‘Hoeft [verzoeker] het bedrag van € 8.665,00 niet terug te betalen?” Na stemming waren er elf stemmen voor en elf stemmen tegen. Artikel 27 lid 2 van het algemeen reglement schrijft voor dat bij het staken van de stemmen het voorstel wordt verworpen. Dat betekent in de gebezigde formulering dat de VvE
nietakkoord is met het voorstel dat [verzoeker] het bedrag
nietterug hoeft te betalen. [verzoeker] moet het bedrag dus wel terugbetalen. Als dezelfde vraag anders was geformuleerd, zoals: “Moet [verzoeker] het bedrag van € 8.665,00 terugbetalen?” had dit bij het staken van de stemmen juist tot gevolg dat het besluit dit besluit was verworpen, waardoor [verzoeker] het bedrag niet hoefde terug te betalen. Hierdoor is niet duidelijk of er daadwerkelijk een geldige meerderheid was voor het besluit om [verzoeker] het bedrag van € 8.665,00 terug te laten betalen.
Nietigheid besluiten
5.7.
Gelet op de verschillende gebreken en onregelmatigheden moet geconcludeerd worden dat de besluiten niet op de juiste wijze tot stand gekomen zijn. Er is sprake van verschillende gebreken, die een verschillend rechtsgevolg – namelijk nietigheid of vernietigbaarheid – kunnen hebben. Het niet in acht nemen van de voorgeschreven termijn voor de tweede vergadering is in strijd met het algemeen reglement. Het algemeen reglement wordt op grond van artikel 5:129 lid 2 BW bij de toepassing van artikel 2:15 lid sub c BW (vernietiging) niet aangemerkt als een reglement. Hierdoor wordt moet het als onderdeel van de splitsingsakte worden beschouwd. De splitsingsakte wordt voor de toepassing van artikel 2:14 BW door artikel 5:129 lid 1 BW gelijkgesteld met de statuten. Het handelen in strijd met het algemeen reglement heeft daardoor nietigheid als gevolg. Nu het niet in acht nemen van de termijn daardoor nietigheid tot gevolg heeft, zullen de drie besluiten reeds daarom nietig verklaard worden.
5.8.
Met het voorgaande is uitdrukkelijk geen inhoudelijk oordeel gegeven over de juistheid van de voorgenomen besluiten. Tevens is hiermee geen oordeel gegeven over de gedeeltelijk inhoudelijke vraag of de VvE ten aanzien van besluit c (over de droge schoonmaak) al op de vergadering van 26 juni 2008 goedkeuring heeft verleend.
Proceskosten
5.9.
De VvE zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op € 111,00 aan vast recht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde.

6.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart de drie hiervoor aangehaalde besluiten van de vergadering van 1 juli 2009 nietig;
veroordeelt de VvE in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op € 111,00 aan verschotten en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. C.J. Frikkee en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
600