ECLI:NL:RBROT:2009:BI7172
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens juridische fusie van eiseres
Op 29 april 2009 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer AWB 09/1398. Eiseres had op 13 maart 2008 beroep ingesteld tegen een besluit van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, dat op 1 februari 2008 was genomen. Echter, ten gevolge van een juridische fusie op 19 december 2007 was eiseres opgehouden te bestaan als zelfstandig rechtspersoon. Dit leidde ertoe dat eiseres op het moment van het instellen van het beroep niet meer in staat was om rechtshandelingen te verrichten, waaronder het indienen van een beroepschrift. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift niet kon worden ingediend door de na de fusie verkrijgende rechtspersoon. De rechtbank verwierp ook het voorstel van de gemachtigde van eiseres om het gebrek te herstellen op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank baseerde haar oordeel op eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M. Schoneveld, en de leden mr. J.H. de Wildt en mr. Y.E. de Muynck, in aanwezigheid van griffier mr. A.Th.A.M. Schouw. Belanghebbenden, waaronder eiseres, hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met een termijn van zes weken na verzending van het proces-verbaal.