ECLI:NL:RBROT:2009:BI7172

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1398
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens juridische fusie van eiseres

Op 29 april 2009 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer AWB 09/1398. Eiseres had op 13 maart 2008 beroep ingesteld tegen een besluit van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, dat op 1 februari 2008 was genomen. Echter, ten gevolge van een juridische fusie op 19 december 2007 was eiseres opgehouden te bestaan als zelfstandig rechtspersoon. Dit leidde ertoe dat eiseres op het moment van het instellen van het beroep niet meer in staat was om rechtshandelingen te verrichten, waaronder het indienen van een beroepschrift. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift niet kon worden ingediend door de na de fusie verkrijgende rechtspersoon. De rechtbank verwierp ook het voorstel van de gemachtigde van eiseres om het gebrek te herstellen op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank baseerde haar oordeel op eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M. Schoneveld, en de leden mr. J.H. de Wildt en mr. Y.E. de Muynck, in aanwezigheid van griffier mr. A.Th.A.M. Schouw. Belanghebbenden, waaronder eiseres, hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met een termijn van zes weken na verzending van het proces-verbaal.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nr.: AWB 09/1398 MEDED-T1
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
gedaan op 29 april 2009 in het geding tussen
[Naam] B.V., eiseres, gevestigd te [plaats],
gemachtigde mr. M.F.A.M. Smeets, advocaat te Amsterdam,
en
de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, verweerder,
Na de sluiting van het onderzoek ter zitting op 29 april 2009 heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.
Beslissing
De rechtbank,
rechtdoende:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Gronden
Namens eiseres is op 13 maart 2008 beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 1 februari 2008. Uit het door verweerder ter zitting overgelegde uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel volgt dat eiseres ten gevolge van een juridische fusie op 19 december 2007 als zelfstandig rechtspersoon is opgehouden te bestaan. Op het moment van het instellen van het beroep bestond eiseres niet meer als zelfstandige rechtspersoon en kon derhalve geen rechtshandelingen als het instellen van beroep meer verrichten.
Het beroepschrift biedt geen aanknopingspunten om dit ingediend te achten door de na de fusie verkrijgende rechtspersoon. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om, zoals gemachtigde van eiseres ter zitting heeft voorgesteld, dit gebrek alsnog te herstellen onder toepassing van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank heeft voor haar oordeel ondersteuning gevonden in de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 februari 2008 (LJN: BC5247) en van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 1 december 2008 (LJN: BG8049).
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Aldus gedaan door mr. M. Schoneveld, voorzitter, en mr. J.H. de Wildt en mr. Y.E. de Muynck, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.Th.A.M. Schouw, griffier.
De griffier: De voorzitter:
Een belanghebbende - onder wie in elk geval eiseres wordt begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift is zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van dit proces-verbaal is verzonden.
Afschrift verzonden op: