ECLI:NL:RBROT:2009:BI4869

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
328410/KG ZA 09-367
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van krakers in Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door de Gemeente Rotterdam tegen verschillende krakersgroepen. De Gemeente vorderde ontruiming van woningen aan de Palestinastraat, die door de krakers zonder recht of titel werden bewoond. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente een spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien zij voornemens was de woningen te slopen en nieuwbouw te realiseren. De Gemeente had reeds een sloopvergunning verkregen en had de huurcontracten met de huidige bewoners beëindigd. Ondanks de aanwezigheid van vleermuizen, die de sloop vertraagden, was de Gemeente van mening dat de krakers de voortgang van hun plannen belemmerden.

De krakersgroepen voerden verweer en betwistten het spoedeisend belang van de Gemeente. Ze stelden dat er geen concrete sloopplannen waren en dat de Gemeente eerder had moeten optreden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de Gemeente voldoende had aangetoond dat er sprake was van spoedeisend belang, mede door de overlast die de krakers veroorzaakten voor de omwonenden. De rechter verleende verstek tegen de krakersgroepen die niet in rechte waren verschenen en wees de vorderingen van de Gemeente toe, met uitzondering van de vordering tegen [gedaagde sub 51], die niet meer in de woning verbleef. De ontruiming moest binnen drie dagen plaatsvinden, met uitzondering van [gedaagde sub 52], die een termijn van vier weken kreeg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 328410/KG ZA 09-367
Uitspraak: 26 mei 2009
VONNIS in kort geding in de zaak van:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Gemeente Rotterdam,
zetelende te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. A.R. de Jonge en mr. E.E. van der Kamp;
- tegen -
1. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 78 A (begane grond) (3061 HP);
2. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 82 B (begane grond) (3061 HP);
3. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 82 A 1 (eerste verdieping) (3061 HP);
4. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 82 A 2 (tweede verdieping) (3061 HP);
5. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 84 A (3061 HP);
6. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 84 B 1 (3061 HP);
7. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 84 B 2 (3061 HP);
8. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 86 B (begane grond)(3061 HP);
9. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 86 A 1 (3061 HP);
10. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 86 A 2 (3061 HP);
11. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 88 A (begane grond) (3061 HP);
12. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 88 B 1 (3061 HP);
13. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 88 B 2 (3061 HP);
14. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 90 B (begane grond) (3061 HP);
15. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 90 A 1 (eerste verdieping) (3061 HP);
16. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 90 A 2 (tweede verdieping) (3061 HP);
17. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 92 A (begane grond) (3061 HP);
18. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 92 B 1 (eerste verdieping) (3061 HP);
19. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 92 B 2 (tweede verdieping) (3061 HP);
20. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 94 B (begane grond) (3061 HR);
21. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 94 A 1 (eerste verdieping) (3061 HR);
22. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 94 A 2 (tweede verdieping) (3061 HR);
23. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 96 A (begane grond) (3061 HR);
24. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 96 B 2 (tweede verdieping) (3061 HR);
25. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 98 A (begane grond en eerste verdieping) (3061 HR);
26. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 98 B BOL (3061 HR);
27. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 98 B BOR (3061 HR);
28. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 98 C (3061 HR);
29. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 100 A (3061 HR);
30. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 100 B (eerste verdieping) (3061 HR);
31. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 102 A (3061 HR);
32. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 102 B (3061 HR);
33. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 104 (3061 HR);
34. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 106 B (begane grond) 3061 HR);
35. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 108 B (3061 HR);
36. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 108 A 1 (eerste verdieping) (3061 HR);
37. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 108 A 2 (tweede verdieping) (3061 HR);
38. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 108 A 3 (derde verdieping) (3061 HR);
39. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 110 B (begane grond) (3061 HS);
40. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 110 A (3061 HS);
41. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 112 A (begane grond) (3061 HS);
42. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 112 B 1 (eerste verdieping) (3061 HS);
43. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 112 B 2 (tweede verdieping) (3061 HS);
44. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 114 B (3061 HS);
45. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 114 A (begane grond)(3061 HS);
46. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 116 (3061 HS);
47. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 116 B 2 (3061 HS);
48. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 118 A (begane grond) (3061 HS);
49. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 118 B 1 (eerste verdieping) (3061 HS);
50. Zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Rotterdam aan de Palestinastraat 118 B 2 (tweede verdieping) (3061 HS);
51. [gedaagde sub 51],
wonende te [adres 1],
52. [gedaagde sub 52],
wonende te [adres 2],
gedaagden,
van/voor wie zijn verschenen:
mr. J.M.C. Wessels namens gedaagden sub 11, 12, 13, 14, 18, 19, 21, 22, 25, 30 en 39,
mr. R. Zwier namens gedaagden sub 32, 33, 35, 36, 40, 48, 49 en 50,
mr. Dijkstra namens gedaagde sub 1 en gedaagde sub 52;
L. Abbink Schaik voor gedaagden sub 2 tot en met 4 en gedaagde sub 51,
overigens zijn gedaagden niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als “De Gemeente” respectievelijk “gedaagden”. Wanneer de gedaagden voor wie mr. Wessels optreedt bedoeld zijn worden zij aangeduid als “kra-kersgroep 1”. Wanneer de gedaagden bedoeld zijn voor wie mr. Zwiers optreedt worden zij aangeduid als “krakersgroep 2”. Wanneer gedaagde sub 51 bedoeld is wordt deze aangeduid als “[gedaagde sub 51]” en wanneer gedaagde sub 52 bedoeld is wordt deze aangeduid als “[gedaagde sub 52]”.
1 Het verloop van het geding
De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 27 april 2009;
- akte overlegging producties van de zijde van de Gemeente;
- akte overlegging aanvullende producties van de zijde van de Gemeente;
- faxbericht van mr. Zwiers d.d. 5 mei 2009;
- bij brief van 7 mei 2009 door mr. Van der Kamp in het geding gebracht, in het Alge-meen Dagblad van 5 mei 2009 geplaatst uittreksel van het exploot van dagvaarding;
- bij faxbericht van 6 mei 2009 door mr. Zwiers in het geding gebrachte producties;
- faxbericht van 8 mei 2009 waarbij namens de Gemeente nadere stukken zijn overge-legd;
- bij faxbericht van 8 mei 2009 door mr. Wessels in het geding gebrachte producties;
- pleitnotities van mrs. De Jonge en Van der Kamp;
- pleitnotities van mr. Zwiers;
- pleitnotities van mr. Wessels.
De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van 11 mei 2009. Bij deze gelegenheid heeft Abbink Schaik stukken in het geding gebracht.
2 De vaststaande feiten
In dit kort geding wordt uitgegaan van de navolgende vaststaande feiten.
2.1
De Gemeente heeft de woningen aan de Palestinastraat 78 tot en met 118 (even nummers) in eigendom. De Gemeente heeft het voornemen de betreffende panden te slopen en ter plaatse nieuwbouw te realiseren. Op 30 oktober 2008 is in dit kader aan de Gemeente een sloopver-gunning verleend. Op 12 november 2008 heeft de Gemeente toestemming gekregen om de bestaande woningen aan de woningvoorraad te onttrekken.
2.2
Vier van de ruim vijftig woningen aan de Palestinastraat 78 tot en met 118 (even nummers) zijn thans nog verhuurd door de Gemeente. Één van deze huurders zal in oktober 2009 het gehuurde verlaten. Aan de andere huurders heeft de Gemeente recent andere (passende) woonruimte aangeboden.
2.3
De uithuizing van de bedoelde woningen is door de Gemeente gefaseerd uitgevoerd. Leeg gekomen woningen heeft de Gemeente op tijdelijke basis om niet in gebruik gegeven ter voorkoming van kraak. In het eerste kwartaal van 2008 heeft de Gemeente de bruikleen-overeenkomsten beëindigd teneinde te kunnen starten met de sloop.
2.4
Na de beëindiging van de bruikleenovereenkomsten is het vermoeden gerezen dat er vleer-muizen in het complex huizen. Wegens de beschermde status van vleermuizen heeft de Ge-meente de sloop moeten uitstellen en is een onderzoek gestart teneinde in aanmerking te komen voor een ontheffing op grond van de Flora- en Faunawet.
2.5
De Gemeente heeft de woningen in afwachting van de hiervoor onder 2.4 genoemde onthef-fing afgesloten met staalplaten teneinde kraak te voorkomen. Desondanks zijn de woningen in maart 2009 gekraakt. De gekraakte woningen grenzen aan de achterzijde aan de achter-tuinen van de aan de Jericholaan gelegen woningen.
2.6
De woning aan de [adres 1] is reeds in een eerder stadium, in juli 2007, gekraakt door [gedaagde sub 51]. De betreffende woning was op dat moment langer dan een jaar onbe-woond. [gedaagde sub 51] heeft de kraak destijds gemeld bij de politie.
2.7
[gedaagde sub 52] heeft in 2007 de woning aan de [adres 2] gekraakt. [gedaagde sub 52] heeft voor de levering van energie aan deze woning een contract gesloten met Eneco.
2.8
Inmiddels is (ook) door het Openbaar Ministerie aan de krakers van de hier bedoelde wo-ningen een strafrechtelijke ontruiming aangezegd
3 De vordering en de grondslag daarvan
3.1
De Gemeente heeft, kort weergegeven, gevorderd gedaagden te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis de woningen aan de Palestinastraat 78 tot en met 118 (even nummers) met al het hunne en de hunnen te ontruimen en ontruimd te hou-den, met machtiging van de Gemeente om de ontruiming zonodig zelf te doen bewerkstelli-gen en onder de bepaling dat het vonnis gedurende één jaar ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging zonder recht of titel in de wonin-gen bevindt, steeds wanneer zich dit voordoet, met veroordeling voorts van gedaagden in de proceskosten.
3.2
De Gemeente heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd.
Gedaagden gebruiken de woningen zonder recht of titel. De Gemeente heeft een spoedei-send belang bij ontruiming van de woningen. De Gemeente wil voortgaan met haar nieuw-bouwplannen, welke mede tot doel hebben de buurt bewoon- en leefbaar te houden. De uit-slag van het onderzoek in het kader van de Flora- en Faunawet wordt eind 2009 verwacht. Voor die tijd kan de Gemeente reeds aanvangen met voorsloopwerkzaamheden. Voor zover bepaalde woningen nog geschikt zijn voor bewoning wil de Gemeente deze naar eigen keus tijdelijk in gebruik geven aan derden. De Gemeente heeft bovendien belang bij een spoedige ontruiming vanwege de door de krakers aan de omwonenden veroorzaakte overlast. Er wordt door omwonenden structureel geklaagd over onder meer door de krakers veroorzaakte geluidsoverlast, loslopende honden en intimiderend gedrag. Het is de taak van de Gemeente deze overlast spoedig te doen eindigen.
4 Het verweer
Het verweer van krakersgroep 1:
4.1
Het verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen van de Gemeente, met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten.
Krakersgroep 1 heeft betwist dat sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van de Gemeente. De woningen zullen wegens de aanwezige vleermuizen niet op korte termijn worden gesloopt. Dat kan bovendien niet omdat zich nog vier huurders in het complex be-vinden, waarvan onduidelijk is wanneer zij zullen vertrekken. Een ontruiming op korte ter-mijn zal leiden tot een ongerechtvaardigde leegstand. De belangen van krakersgroep 1 bij het behoud van onderdak dienen te prevaleren boven de belangen van de Gemeente.
Krakersgroep 1 heeft erkend dat zij overlast heeft veroorzaakt, doch zij voert aan dat thans geen sprake meer is van overlast. Voorts voeren zij aan dat van illegaal en gevaarlijk ge-bruik van energievoorzieningen geen sprake is.
Het verweer van krakersgroep 2:
4.2
Het verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen van de Gemeente, met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten.
Krakersgroep 2 heeft het spoedeisend belang betwist. Volgens krakergroep 2 is van vol-doende concrete sloop- en ontwikkelingsplannen geen sprake. Een duidelijk tijdspad voor de beoogde werkzaamheden ontbreekt. Krakersgroep 2 wijst er voorts op dat vier woningen nog regulier verhuurd zijn. Dat thans nog overlast wordt veroorzaakt betwist krakersgroep 2. Er is hooguit sprake van overlast geweest gedurende de verhuizing naar de krakerspanden. Het is voor de leden van krakersgroep 2 niet mogelijk om binnen redelijke termijn een be-taalbare woning te verkrijgen via de reguliere kanalen. Het woonbelang van krakersgroep 2 prevaleert dan ook boven de belangen van de Gemeente.
Het verweer van [gedaagde sub 51]:
4.3
Abbink Schaik heeft ter zitting aangegeven geen verweer te voeren tegen de vordering. Ter toelichting heeft Abbink Schaik meegedeeld dat hij de woning aan de [adres 1] in 2007 heeft gekraakt, dat hij dat heeft gemeld bij de politie, dat de woning door hem en ie-mand anders is gebruikt als schildersatelier en dat door hen nimmer overlast is veroorzaakt. De woning is inmiddels ontruimd, aldus [gedaagde sub 51]. [gedaagde sub 51] heeft voorts aange-voerd dat hij niet woonachtig is en nooit woonachtig is geweest in het gekraakte pand en dat hij in de Gemeentelijke Basisadministratie is ingeschreven op een anders adres in Rotter-dam.
Het verweer van [gedaagde sub 52]:
4.4
[gedaagde sub 52] heeft aangegeven hetzelfde ten verwere te voeren als door krakersgroep 1 en kra-kersgroep 2 is aangevoerd. Voorts heeft [gedaagde sub 52] aangevoerd dat hij reeds sinds 2007 in de woning woont, dat hij goed voor de woning zorgt, dat hij voor de levering van energie aan de woning een contract heeft gesloten met Eneco en dat hij nimmer enige overlast heeft ver-oorzaakt. Volgens [gedaagde sub 52] had van de Gemeente verwacht mogen worden dat zij in een eer-der stadium was opgetreden tegen het gebruik van de woning door [gedaagde sub 52] door het starten van een bodemprocedure.
5 De beoordeling
Verstekverlening
5.1
Tegen de niet verschenen gedaagden - anders dan de hierna te noemen krakersgroepen - dat wil zeggen gedaagden sub 5 tot en met 10, sub 15 tot en met 17, sub 20, sub 23, sub 24, sub 26 tot en met 29, sub 31, sub 34, sub 37, sub 38, sub 41 en sub 42 tot en met 47, zal verstek worden verleend. De bij de wet voorgeschreven formaliteiten zijn jegens hen in acht geno-men en de termijn, hen tussen de dagvaarding en de dag der terechtzitting gelaten, was vol-doende om te kunnen verschijnen. De vorderingen van de Gemeente, welke niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, zullen dan ook jegens de hiervoor bedoelde gedaagden worden toegewezen, onder verwijzing van gedaagden in de proceskosten.
5.2
De vraag die hier voorts beantwoording behoeft is of ook tegen krakersgroep 1 en krakers-groep 2 verstek verleend moet worden. De Gemeente heeft bepleit dat tegen deze krakers-groepen verstek verleend zou moeten worden omdat de individuele leden van deze groepen hebben geweigerd hun identiteit ter zitting kenbaar te maken. Dat leidt er volgens de Ge-meente toe dat zij formeel niet in de procedure zijn verschenen. Dat voor hen een advocaat optreedt maakt dat niet anders, aldus de Gemeente.
5.3
De advocaten van de krakersgroepen hebben geweigerd, daartoe ter zitting uitdrukkelijk verzocht, de namen van de krakers die zij zeggen te vertegenwoordigen bekend te maken. Onder verwijzing naar het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 8 juli 1993 (KG 1993,292), oordeelt de voorzieningenrechter dat een redelijke wetstoepassing met zich brengt dat anoniem gedagvaarde personen, om in rechte te kunnen verschijnen en verweer te voeren, hun identiteit bekend zullen moeten maken. Meerdere anoniem gedagvaarde perso-nen kunnen niet als collectief met handhaving van de anonimiteit verweer voeren. Dat is ook in overeenstemming met de regels van een goede procesorde. Het toestaan van anonie-me verschijning ter zitting zou de eisende partij beperken in zijn mogelijkheid inhoudelijk verweer te voeren tegen hetgeen de anonieme gedaagden ten verwere voeren. Bovendien heeft de eisende partij, wanneer dat wel zou worden toegestaan, niet de mogelijkheid om de proceskosten op de verschenen gedaagden te verhalen. Dat wordt niet anders wanneer voor de anonieme gedaagden een advocaat optreedt. Een en ander betekent dat de leden van de krakersgroep 1 en krakersgroep 2 geacht moeten worden niet in rechte te zijn verschenen. Tegen hen wordt mitsdien verstek verleend. Het feit dat in het verleden door deze rechtbank mogelijk in een vergelijkbare situatie omtrent verstekverlening anders is geoordeeld, doet aan het voorgaande niet af. De voorzieningenrechters binnen deze rechtbank zullen in be-ginsel in voorkomende gevallen het thans ingenomen standpunt volgen.
Inhoudelijke beoordeling
Ten aanzien van krakersgroep 1 en krakersgroep 2:
5.4
De vorderingen jegens de krakersgroepen komt niet onrechtmatig of ongegrond voor. Deze vorderingen zullen dan ook worden toegewezen. Ten overvloede wordt nog het volgende overwogen.
5.4.1
Vast staat dat de krakers zich zonder recht of titel in de woningen bevinden, waarmee zij onrechtmatig handelen jegens de Gemeente. Daarmee ligt de vordering van de Gemeente in beginsel reeds voor toewijzing gereed. Een ontruimingsvordering is in kort geding evenwel slechts toewijsbaar, indien de eigenaar van de onroerende zaak daarbij een spoedeisend be-lang heeft. Zo’n belang zal aanwezig zijn wanneer van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwacht.
5.4.2
Op zichzelf staat wel vast dat de Gemeente het vaste voornemen heeft om op de plaats van de gekraakte panden nieuwbouw te realiseren, waarvoor sloop van de huidige bebouwing noodzakelijk is. Uit de omstandigheid dat de Gemeente reeds de nodige administratiefrech-telijke voorbereidingen heeft getroffen, zoals het verkrijgen van een sloopvergunning en toestemming om de huidige woningen te onttrekken aan de woningvoorraad, en de Gemeen-te bovendien is overgegaan tot beëindiging van de huurovereenkomsten met betrekking tot de te slopen panden, volgt genoegzaam dat het hier niet slechts om een voornemen gaat, maar om een concreet project. Weliswaar is thans niet met zekerheid te zeggen op welke termijn de Gemeente haar plannen, in het bijzonder de sloop van de panden, tot uitvoering zal brengen, doch op grond van hetgeen de Gemeente heeft aangevoerd moet worden aan-genomen dat dat op zijn laatst over circa acht maanden - begin 2010 - is en mogelijk, afhan-kelijk van het onderzoek in het kader van de Flora en Faunawet, eerder. Dat betekent dat een bodemprocedure hier niet direct in de rede ligt.
Bovendien heeft de Gemeente aangevoerd dat het, om de vaart in het project te houden, van groot belang is dat zij zo snel mogelijk de vrije beschikking krijgt over de panden. De Ge-meente wil zo snel mogelijk aanvangen met verschillende voorbereidende werkzaamheden in de panden. De aanwezigheid van de krakers staat daaraan in de weg staan.
5.4.3
Hiermee is het spoedeisend belang van de Gemeente bij de gevorderde ontruiming reeds genoegzaam gegeven. Daar komt nog bij dat volgens de Gemeente sprake is van ernstige overlast veroorzaakt door de krakers. Uit de door de Gemeente terzake overgelegde stukken volgt dat, behalve bij de aanvang van de bewoning van de panden door de krakers in maart 2009, ook recentelijk nog klachten zijn ontvangen van omwonenden over overlast. Deze klachten laten een beeld zien van herhaalde geluidsoverlast, onder meer door luid praten, harde muziek en blaffende honden en een toegenomen hoeveelheid zwerfvuil en honden-poep in de omgeving. Aannemelijk is dat bij de omwonenden een gevoel van onveiligheid bestaat, zoals ook naar voren komt in de door de Gemeente overgelegde verklaringen. Het behoort tot de maatschappelijke taak van de Gemeente om dit probleem aan te pakken en een rustige leefsituatie te bevorderen. Ook hierin is het belang van de Gemeente bij een spoedige maatregel gelegen.
Voor een afwijzing van de vordering wegens het ontbreken van spoedeisend belang is dan ook geen plaats.
Ten aanzien van [gedaagde sub 52] en gedaagde sub 1 ([adres 2]):
5.5
5.5.1
Voldoende gebleken is van spoedeisend belang aan de zijde van de Gemeente bij de vorde-ring jegens [gedaagde sub 52] en gedaagde sub 1. Volstaan wordt met een verwijzing naar het hetgeen hiervoor onder 5.4 sub 1 en 2 is overwogen. Overwogen wordt voorts dat de omstandigheid dat de Gemeente volgens [gedaagde sub 52] reeds in een eerder stadium gerechtelijke stappen (door het starten van een bodemprocedure) had kunnen nemen, geen afbreuk doet aan het spoedeisend belang. Dit enkele tijdsverloop is op zichzelf onvoldoende om het ontbreken van spoedei-send belang aan te nemen. Bovendien is de Gemeente kennelijk, zo moet althans uit de stel-lingen van de Gemeente ter zitting en de door haar overgelegde productie 8 worden opge-maakt, op enig moment in overleg getreden met [gedaagde sub 52] over de ontruiming van de [adres 2], waarbij [gedaagde sub 52] heeft toegezegd de woning op 15 oktober 2008 te zullen verla-ten. Het is aannemelijk dat de Gemeente daarom niet direct aanleiding heeft gezien gerech-telijke (bodem)stappen te ondernemen. Deze afspraak is [gedaagde sub 52] kennelijk niet nagekomen, zodat aangenomen moet worden dat de Gemeente er recht en belang bij heeft om thans ge-rechtelijke stappen te ondernemen.
5.5.2
Vaststaat dat [gedaagde sub 52]/gedaagde sub 1 zonder recht of titel in de woning aan de [adres 2] verblijven. Daarmee handelen zij onrechtmatig jegens de Gemeente. Dat deze situatie al geruime tijd bestaat maakt dat niet anders. Bovendien is [gedaagde sub 52], zo moet thans worden aangenomen, de tussen hem en de Gemeente gemaakte afspraak om in oktober 2008 te ont-ruimen, niet nagekomen. De Gemeente heeft dan ook belang bij een gerechtelijke ontrui-mingstitel. De omstandigheid dat [gedaagde sub 52] geen overlast veroorzaakt, hetgeen de Gemeente heeft erkend, betekent niet dat de vordering moet worden afgewezen. De Gemeente heeft immers ook in het kader van de voortgang van haar ontwikkelingsplannen belang bij een spoedige ontruiming. Voorts kan de Gemeente niet verplicht worden met [gedaagde sub 52] een ge-bruiksovereenkomst aan te gaan.
5.5.3
De vordering jegens [gedaagde sub 52]/gedaagde sub 1 zal dan ook worden toegewezen, onder verwij-zing van [gedaagde sub 52]/gedaagde sub 1 in de proceskosten. Wel wordt in dit specifieke geval aan-leiding gezien om [gedaagde sub 52], die reeds twee jaar in het gekraakte pand woont, een ruimere ont-ruimingstermijn te gunnen dan drie dagen, namelijk vier weken.
Ten aanzien van [gedaagde sub 51] en gedaagden sub 2 tot en met 4:
5.6
De vordering is door gedaagden sub 2 tot en met 4 niet betwist, zodat deze zal worden toe-gewezen.
[gedaagde sub 51] heeft aangevoerd dat hij reeds enige tijd geen gebruik meer maakt van de gekraakte panden en ook niet meer op het bewuste adres in de gemeentelijke basisadmini-stratie is geregistreerd. Ter staving hiervan heeft [gedaagde sub 51] een uittreksel uit de gemeen-telijke basisadministratie overgelegd. Genoegzaam aannemelijk geworden is dat [gedaagde sub 51] de woning daadwerkelijk niet meer in gebruik heeft. De vordering van de Gemeente jegens [gedaagde sub 51], die gestoeld is op de stelling dat [gedaagde sub 51] de woning (nog
steeds) wederrechtelijk in gebruik heeft, moet dan ook worden afgewezen. De Gemeente zal worden veroordeeld in de aan de zijde van [gedaagde sub 51] gevallen proceskosten, welke be-perkt blijven tot het vast recht.
Ten aanzien van alle gedaagden, behoudens [gedaagde sub 51]:
5.7
De vordering van de Gemeente ertoe strekkend dat het vonnis op grond van artikel 557a lid 3 Rv nog gedurende een jaar ten uitvoer kan worden gelegd, heeft tot doel ook eventuele opvolgende anonieme gebruikers uit de onroerende zaak te kunnen laten zetten. Voldoende aannemelijk geworden is dat de Gemeente belang heeft bij die voorziening, zodat ook dit onderdeel van de vordering wordt toegewezen.
5.8
De vordering van de Gemeente strekkende tot het geven van een machtiging om dit vonnis zo nodig met behulp van de sterke arm ten uitvoer te leggen, is niet toewijsbaar. Artikel 556 lid 1 Rv schrijft immers voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. Onverenigbaar met die regel is dat de (voorzieningen)rechter niettemin de huiseigenaar zou machtigen om zelf de ontruiming te bewerkstelligen; in zoverre derogeert artikel 556 lid 1 Rv bij ontruimingsbeslissingen aan artikel 3:299 BW. De deurwaarder zelf behoeft geen rechterlijke machtiging voor het inroepen van de hulp van de sterke arm. Die bevoegdheid ontleent hij rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toe-passing wordt verklaard. Ten overvloede zal de voorzieningenrechter echter bepalen dat de ontruiming zonodig, op kosten van gedaagde(n), wordt bewerkstelligd met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie.
6 De beslissing
De voorzieningenrechter,
A. verleent verstek tegen gedaagden, uitgezonderd [gedaagde sub 52] en [gedaagde sub 51];
B. veroordeelt:
1) gedaagden sub 1, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 78 A (begane grond) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunnen en de hunnen te ontrui-men en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
2) gedaagden sub 2, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 82 B (begane grond) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
3) gedaagden sub 3, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 82 A 1 (eerste verdieping) (3061 HP) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit kort vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
4) gedaagden sub 4, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 82 A 2 (tweede verdieping) (3061 HP) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
5) gedaagden sub 5, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 84 A (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
6) gedaagden sub 6, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 84 B1 (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet op-nieuw in gebruik te nemen of te geven;
7) gedaagden sub 7, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 84 B2 (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet op-nieuw in gebruik te nemen of te geven;
8) gedaagden sub 8, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 86 B(begane grond)(3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontrui-men en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
9) gedaagden sub 9, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 86 A 1 (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet op-nieuw in gebruik te nemen of te geven;
10) gedaagden sub 10, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 86 A 2 (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
11) gedaagden sub 11, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 88 A (begane grond) (3061 HP) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
12) gedaagden sub 12, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 88 B 1 (3061 HP), te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
13) gedaagden sub 13, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 88 B 2 (3061 HP), te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
14) gedaagden sub 14, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 90 B (begane grond) (3061 HP) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
15) gedaagden sub 15, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 90 A 1 (eerste verdieping) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
16) gedaagden sub 16, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 90 A 2 (tweede verdieping) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hun-nen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
17) gedaagden sub 17, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 92 A (begane grond) (3061 HP) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
18) gedaagden sub 18, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 92 B 1 (eerste verdieping) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al de hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
19) gedaagden sub 19, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 92 B 2 (tweede verdieping) (3061 HP) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hun-nen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
20) gedaagden sub 20, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 94 B (begane grond) (3061 HR) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
21) gedaagden sub 21, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 94 A 1 (eerste verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
22) gedaagden sub 22, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 94 A 2 (tweede verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
23) gedaagden sub 23, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 96 A (begane grond) (3061 HR) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
24) gedaagden sub 24, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 96 B 2 (tweede verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
25) gedaagden sub 25, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 98 A (begane grond en eerste verdie-ping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
26) gedaagden sub 26, ieder voor zich om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 98 B BOL (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
27) gedaagden sub 27, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 98 BOR (3061 HR) te Rotterdam, bin-nen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
28) gedaagden sub 28, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 98 C (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
29) gedaagden sub 29, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 100 A (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
30) gedaagden sub 30, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 100 B (eerste verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
31) gedaagden sub 31, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 102 A (3061 1-1R) te Rotterdam, bin-nen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
32) gedaagden sub 32, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 102 B (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
33) gedaagden sub 33, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 104 (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
34) gedaagden sub 34, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 106 B (begane grond) 3061 HR) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
35) gedaagden sub 35, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 108 B (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
36) gedaagden sub 36, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 108 A 1 (eerste verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
37) gedaagden sub 37, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 108 A 2 (tweede verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hun-nen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
38) gedaagden sub 38, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 108 A 3 (derde verdieping) (3061 HR) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
39) gedaagden sub 39, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 110 B (begane grond) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
40) gedaagden sub 40, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 110 A (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
41) gedaagden sub 41, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 112 A (begane grond) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
42) gedaagden sub 42, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 112 B 1 (eerste verdieping) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
43) gedaagden sub 43, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 112 B 2 (tweede verdieping) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
44) gedaagden sub 44, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 114 B (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
45) gedaagden sub 45, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 114 A (begane grond)(3061 HS) te Rot-terdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
46) gedaagden sub 46, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 116 (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van het in dit kort geding te wijzen vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
47) gedaagden sub 47, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 116 B 2 (3061 HS) te Rotterdam, bin-nen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
48) gedaagden sub 48, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 118 A (begane grond) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
49) gedaagden sub 49, ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 118 B 1 (eerste verdieping) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
50) gedaagden sub 50 ieder voor zich, om de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend Palestinastraat nr. 118 B 2 (tweede verdieping) (3061 HS) te Rotterdam, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te nemen of te geven;
52) [gedaagde sub 52], om de door hem bewoonde c.q. bij hem in gebruik zijnde woning, plaatselijk bekend [adres 2] te Rotterdam, binnen vier weken na betekening van dit vonnis met al het zijne en de zijnen, te ontruimen en niet opnieuw in gebruik te ne-men of te geven;
C. bepaalt dat dit vonnis tot één jaar na de dag van de uitspraak ten uitvoer kan worden ge-legd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging zonder recht of titel op of in de woningen plaatselijk bekend [adres 2], 78A (begane grond), 82, 82B (begane grond), 82A1 (eerste verdieping), 82A2 (tweede verdieping), 84A, 84B1, 84B2, 86B (bega-ne grond), 86A1, 86A2, 88A (begane grond), 88B1, 88B2, 90B (begane grond), 90A1 (eer-ste verdieping), 90A2 (tweede verdieping), 92A (begane grond), 92B1 (eerste verdieping), 92B2 (tweede verdieping), 94B (begane grond), 94A1 (eerste verdieping), 94A2 (tweede verdieping), 96A (begane grond), 96B2 (tweede verdieping), 98A (begane grond en eerste verdieping), 98B BOL, 98B BOR, 98 C, 100A, 100B (eerste verdieping), 102A, 102B, 104, 106B (begane grond), 108B, 108A1 (eerste verdieping), 108A2 (tweede verdieping), 108A3 (derde verdieping), 110B (begane grond), 110A, 112A (begane grond), 112B1 (eerste ver-dieping), 112B2 (tweede verdieping), 114B, 114A (begane grond), 116, 116B2, 118A (be-gane grond), 118B1 (eerste verdieping), 118B2 (tweede verdieping), 82, bevindt of deze woningen betreedt en telkens wanneer zich dit voordoet;
D. veroordeelt gedaagden, behoudens [gedaagde sub 51], in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente bepaald op € 347,98 aan verschotten, te vermeerderen met de kosten van de advertentie in het Algemeen Dagblad en op € 816,- aan salaris voor de advocaat;
E. bepaalt dat gedaagden, met uitzondering van [gedaagde sub 51], de wettelijke rente als be-doeld in artikel 6:120 lid 1 Burgerlijk Wetboek verschuldigd zijn over de proceskosten van-af veertien dagen na aanzegging van dit vonnis tot aan de dag der voldoening;
F. bepaalt dat de ontruiming zo nodig, op kosten van gedaagden (behoudens [gedaagde sub 51]), wordt bewerkstelligd met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie;
G. wijst de vordering jegens [gedaagde sub 51] af;
H. veroordeelt de Gemeente in de tot aan dit geding aan de zijde van [gedaagde sub 51] geval-len proceskosten, hierbij vastgesteld op € 262,- aan vast recht;
I. verklaart dit vonnis voor zover het veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad;
J. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Moerman-Lankhaar, griffier.
Uitgesproken in het openbaar.
1861/676