ECLI:NL:RBROT:2009:BG9880
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H.G. Loyson
- J.H. de Wildt
- E.H.M. Loozen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om handhavend optreden tegen politie met betrekking tot bergingsopdrachten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 januari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alarm Centrale Nederland B.V. (ACN) en de Raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. De zaak betreft een verzoek van eiseres, ACN, om handhavend op te treden tegen de politie met betrekking tot de eerste bergingsopdrachten op het onderliggende wegennet. Eiseres stelde dat het handelen van de politie de mededinging op een verboden wijze beperkte en dat de artikelen 6 en 24 van de Mededingingswet (Mw) van toepassing waren op het handelen van de politie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de klacht van eiseres enkel betrekking had op het verzoek om handhavend op te treden ten aanzien van de politie. De rechtbank oordeelde dat de politie handelde als overheidsdienaar en dat er geen sprake was van ondernemingshandelen. Hierdoor waren de genoemde artikelen van de Mw niet van toepassing. De rechtbank concludeerde dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit terecht het verzoek van eiseres had afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat voor zover er besluiten zijn genomen die niet op de inleidende klacht betrekking hebben, deze als primaire besluiten moeten worden aangemerkt. Eiseres werd niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep voor deze besluiten. De rechtbank heeft het beroepschrift doorgestuurd naar verweerder ter behandeling van de daarin vermelde bezwaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en belanghebbenden, waaronder eiseres, hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.