ECLI:NL:RBROT:2008:BG1685
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.J.J. Wetzels
- L.A.C. Nifterick
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2008 een verzoek tot wraking van rechters afgewezen. Het verzoeker, die preventief gedetineerd was, had eerder op 3 oktober 2008 een wrakingsverzoek ingediend, dat werd behandeld door de wrakingskamer. De raadsman van verzoeker verzocht om aanhouding van de behandeling totdat de geluidsopname van de zitting op 3 oktober beschikbaar zou zijn, omdat deze noodzakelijk zou zijn voor een goed begrip van de feiten en omstandigheden die aan de wraking ten grondslag lagen. De wrakingskamer besloot echter om eerst verdere toelichting te horen voordat zij over de noodzaak van het afluisteren van de geluidsband zou beslissen.
Tijdens de zitting op 24 oktober 2008, waar het wrakingsverzoek werd behandeld, waren de gewraakte rechters en de officier van justitie aanwezig om hun standpunt toe te lichten. De raadsman van verzoeker heeft op die dag per fax laten weten af te zien van het recht om gehoord te worden. De wrakingskamer heeft vervolgens de aangevoerde omstandigheden beoordeeld, maar vond geen aanwijzingen voor subjectieve of objectieve partijdigheid van de rechters. De enkele omstandigheid dat de wrakingskamer de beslissing op het verzoek tot aanhouding aanhield, werd niet als een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid beschouwd.
De beslissing om het verzoek tot wraking af te wijzen werd genomen door de voorzitter en de rechters, en is ter openbare terechtzitting uitgesproken. De voorzitter en de griffier waren afwezig, waardoor de beslissing alleen door een van de rechters is getekend. Het verzoek is ongegrond verklaard, en de rechters zijn in hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid bevestigd.