ECLI:NL:RBROT:2008:BC4609
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.J.J. Wetzels
- A.J.P. van Essen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 19 februari 2008 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen een onbekende rechter in bestuursrechtelijke procedures. Verzoeker had zijn wrakingsverzoek ingediend zonder de naam van de rechter te kennen, omdat hij geen antwoord had gekregen van de griffier. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek ongegrond was, omdat de bezwaren van verzoeker zich in feite richtten tegen de behandelingssystematiek binnen de sector bestuursrecht en niet tegen een specifiek rechterlijk handelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de fase van het wrakingsverzoek nog geen behandelend rechter was, waardoor het verzoek niet-ontvankelijk was verklaard. De wrakingskamer heeft de gang van zaken rondom de behandeling van verzoeken tot voorlopige voorzieningen besproken en opgemerkt dat de griffier zich in een telefoongesprek te stellig had uitgelaten over de afloop van de zaken, terwijl er nog geen rechterlijke betrokkenheid was. De rechtbank concludeerde dat de vrees van verzoeker voor partijdigheid van de rechter niet objectief gerechtvaardigd was, en dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om onvrede over de behandelingssystematiek te uiten. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen in het belang van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter.