ECLI:NL:RBROT:2007:BC1922
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.I. van Strien
- M. Schoneveld
- J.E. Hoitink
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijstellingsbesluit voor medisch centrum en appartementen in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [Eiser], en het dagelijks bestuur van de deelgemeente Kralingen-Crooswijk, verweerder. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij een vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en een bouwvergunning zijn verleend voor de oprichting van een medisch centrum en 18 appartementen aan de Gashouderstraat te Rotterdam. Eiser heeft zijn beroep ingesteld omdat hij van mening was dat zijn belangen niet voldoende waren meegewogen in het besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet binnen de wettelijke bezwaartermijn op persoonlijke titel bezwaar heeft gemaakt tegen het vrijstellingsbesluit. Dit is in strijd met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet kan worden vrijgesteld van het maken van bezwaar, waardoor zijn beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat [Y], als voorzitter van de Vereniging Het Paleis, wel tijdig bezwaar heeft gemaakt, maar dat de stukken die door bewoners zijn ingebracht niet als machtigingen kunnen worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat eiser niet namens de Vereniging Het Paleis kan optreden, omdat er geen tijdig beroep is ingesteld door of namens de vereniging. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.