ECLI:NL:RBROT:2007:AZ6902
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- L. de Loor - Alwin
- M. Verkerk
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van garanties als steunmaatregelen onder het EG-Verdrag
In deze zaak vorderde Commerz (Nederland) N.V. uitbetaling onder drie garanties afgegeven door Havenbedrijf Rotterdam N.V. voor leningen die niet waren terugbetaald door RDM I, RDM II en RDM V. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat de garanties kwalificeerden als steunmaatregelen in de zin van artikel 87 lid 1 van het EG-Verdrag, omdat ze niet waren aangemeld bij de Europese Commissie zoals vereist onder artikel 88 lid 3 van het EG-Verdrag. Hierdoor waren de garanties nietig op grond van artikel 3:40 BW, dat bepaalt dat een rechtshandeling die in strijd is met een dwingende wetsbepaling nietig is.
De rechtbank stelde vast dat de garanties een voordeel verleenden aan de kredietnemers, wat hen in staat stelde om leningen te verkrijgen die zij anders niet of niet onder dezelfde voorwaarden zouden hebben gekregen. De rechtbank concludeerde dat de garanties niet alleen in strijd waren met de Europese regelgeving, maar ook dat de voorwaarden waaronder ze waren verstrekt, niet voldeden aan de eisen die aan staatssteun worden gesteld. De rechtbank wees de vorderingen van Commerz af en veroordeelde haar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de Europese regels omtrent staatssteun en de gevolgen van het niet aanmelden van steunmaatregelen bij de Europese Commissie. De rechtbank benadrukte dat de nietigheid van de garanties niet kan worden hersteld door het terugdraaien van het voordeel dat is verkregen, aangezien de garanties zelf de steunmaatregelen vormden. De zaak onderstreept de noodzaak voor zowel kredietgevers als kredietnemers om zich bewust te zijn van de implicaties van staatssteun en de bijbehorende verplichtingen.