ECLI:NL:RBROT:2005:AV9489
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van vergunning voor FM-frequenties in het kader van telecommunicatie
In deze zaak heeft I.D. & T. Radio B.V. een vergunning aangevraagd voor het gebruik van twee FM-frequenties, namelijk 93,6 MHz in Utrecht en 88,6 MHz in Rotterdam, vanwege een vermeend verzorgingstekort in deze regio's. De Minister van Economische Zaken heeft deze aanvraag echter afgewezen op 5 november 2003, waarna eiseres bezwaar heeft gemaakt. Het bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 2 juli 2004, wat leidde tot een beroepsprocedure bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 17 oktober 2005 was eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door medewerkers van het Agentschap Telecom.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de afwijzing van de vergunning door de Minister in overeenstemming was met het Nationaal Frequentieplan, dat bepaalt dat vergunningen voor commerciële omroepfrequenties alleen kunnen worden verleend via een veiling of vergelijkende toets. De rechtbank oordeelde dat de Minister terecht had gesteld dat de verlening van de vergunningen op volgorde van aanvraag in strijd zou zijn met de wetgeving, specifiek artikel 3.6 van de Telecommunicatiewet. Eiseres had betoogd dat er geen sprake was van schaarste en dat zij alleen in aanmerking zou komen voor de frequentie in Rotterdam, maar de rechtbank verwierp deze argumenten.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. de Wildt, met mr. S.B.H. Fijneman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 22 december 2005. Eiseres en verweerder hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.