ECLI:NL:RBROE:2003:AF6148
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens niet rechtsgeldig bevel tot verwijdering op basis van noodverordening
In deze zaak, behandeld door de politierechter K. van der Meijde, stond de verdachte terecht voor het niet naleven van een bevel van een opsporingsambtenaar, gegeven op basis van een noodverordening van de burgemeester van de gemeente Bergen. De tenlastelegging betrof een incident op 1 september 2002, waarbij de verdachte opzettelijk niet voldeed aan een vordering om zich te verwijderen uit de omgeving van een doorzoekte bus. De politierechter oordeelde dat de noodverordening, die de basis vormde voor het bevel, niet verbindend was. Dit oordeel was gebaseerd op de overweging dat de noodverordening inbreuk maakte op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zoals vastgelegd in artikel 10 van de Grondwet, en dat deze niet voldeed aan de vereisten van de Gemeentewet. De rechter concludeerde dat er geen bewijs was dat de opsporingsambtenaar het bevel krachtens een wettelijk voorschrift had gegeven, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. De uitspraak vond plaats op 24 maart 2003, na een onderzoek op de terechtzitting van 10 maart 2003. De politierechter benadrukte dat de burgemeester weliswaar bevoegd was om noodverordeningen uit te vaardigen, maar dat deze in dit geval niet rechtsgeldig was, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld voor het niet naleven van het bevel.