Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiseres, een verkoopmedewerker, betaling van achterstallig salaris door gedaagde, een besloten vennootschap, en dat gedaagde het overeengekomen salaris blijft betalen tot de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. De kantonrechter heeft op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in kort geding. Eiseres is op 1 augustus 2022 in dienst getreden bij gedaagde voor een bepaalde tijd van zeven maanden. Na een ziekmelding op 26 augustus 2024 heeft gedaagde het salaris van oktober 2024 op 12 november 2024 betaald, maar het salaris van november 2024 niet. Eiseres vordert onder andere betaling van het achterstallige salaris van november 2024, de wettelijke verhoging en deugdelijke salarisspecificaties. Gedaagde heeft verweer gevoerd, onder andere dat eiseres niet gedaagde had moeten dagvaarden, maar een andere vestiging. De kantonrechter oordeelt dat de juiste partij is gedagvaard en dat er voldoende aannemelijk is dat de arbeidsovereenkomst is voortgezet voor onbepaalde tijd. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres toe, inclusief de wettelijke verhogingen en rente, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten.