Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.FEBO BEHEER B.V.,
2.
FEBO PRODUCTIE B.V.,
Rechtbank Overijssel
In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 4 februari 2025, wordt een kennelijke fout gecorrigeerd die zich voordeed in het eindvonnis van 5 november 2024. De kantonrechter, mr. M.A.M. Essed, oordeelt dat in het eindvonnis de veroordeling tot betaling van een bedrag van € 180.225,87 door DRIVE-THRU ZWOLLE B.V. (DTZ) aan FEBO PRODUCTIE B.V. niet was opgenomen, terwijl dit bedrag wel was toegewezen in een eerder tussenvonnis van 9 juli 2024. Het verzoek tot verbetering werd ingediend door mr. K. Aupers namens de eisende partijen, FEBO BEHEER B.V. en FEBO PRODUCTIE B.V., die samen als Febo c.s. worden aangeduid. DTZ, vertegenwoordigd door mr. B.J.P. Middelkamp, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De kantonrechter concludeert dat de omissie in het eindvonnis een kennelijke fout betreft die eenvoudig kan worden hersteld. In de uitspraak wordt het dictum van het eindvonnis aangepast om de veroordeling tot betaling van het bedrag van € 180.225,87 aan Febo Productie op te nemen, evenals de bijbehorende rente. De rechter wijst ook op de noodzaak voor beide partijen om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren aan de griffie. Deze hersteluitspraak is openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.