Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Wij vinden dat er geen redelijke grond is voor het ontslag van werknemer en dat werkgever onvoldoende herplaatsingsinspanningen heeft verricht.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak verzoekt de werkgever, IJssel Technologie B.V., om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, [verweerder], op basis van bedrijfseconomische omstandigheden. Dit verzoek volgt nadat het UWV eerder toestemming voor ontslag heeft geweigerd. De werknemer is sinds 15 januari 2024 in dienst en heeft de functie van Operationeel Manager. De werkgever stelt dat de functie van de werknemer niet langer rendabel is en dat er geen redelijke grond is voor het behoud van de arbeidsovereenkomst. De werknemer verzet zich tegen het verzoek en stelt dat er onvoldoende herplaatsingsinspanningen zijn verricht door de werkgever. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waaronder artikel 7:671b lid 1 en 7:669 lid 3 sub a. De kantonrechter concludeert dat het opzegverbod tijdens ziekte in de weg staat aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft ook een g-grond aangevoerd, maar de kantonrechter oordeelt dat de omstandigheden niet voldoende zijn om het ontbindingsverzoek toe te wijzen. Uiteindelijk wordt het verzoek tot ontbinding afgewezen en wordt de werkgever veroordeeld in de proceskosten.