Uitspraak
1.De procedure
- de producties 1 t/m 4 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 10 oktober 2025,
- de pleitnota van [eiser] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Waar gaat de zaak over?
3.9 De kantonrechter is echter van oordeel dat in dit geval uit de omstandigheden valt af te leiden dat partijen de huurrelatie, in weerwil van de hierboven omschreven partijbedoeling, stilzwijgend en voor onbepaalde tijd hebben voortgezet. Zij zijn zich na 1 september 2018 immers als huurder en verhuurder blijven gedragen. Vaststaat dat [naam 1] de woning na 1 september 2018 is blijven bewonen. Het had naar het oordeel van de kantonrechter op de weg van [eiser] gelegen om jegens [naam 1] zijn recht (op ontruiming van de woning) te bewaken. Daartoe had hij kort voor of bij ommekomst van de huurovereenkomst aan [naam 1] duidelijk moeten maken dat van haar werd verwacht dat zij de woning zou verlaten en had hij zo nodig nadere acties moeten ondernemen om dit te bewerkstelligen. In plaats van acties te ondernemen gericht op ontruiming van het gehuurde is [eiser] de woning aan [naam 1] ter beschikking blijven stellen en is hij ook de huurpenningen blijven ontvangen.