ECLI:NL:RBOVE:2025:5203
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vergoeding van reparatiekosten van een gebrekkige cv-ketel na consumentenkoop
In deze zaak heeft partij A in 2020 een cv-ketel gekocht van partij B. In september 2024 ontstond er een gebrek aan de cv-ketel, waarna partij A een derde partij inschakelde voor reparatie. Partij A vorderde de kosten van deze reparatie, ter hoogte van € 924,68, van partij B. De kantonrechter oordeelde dat partij B een deel van de kosten diende te vergoeden. De procedure begon met een aanvraagformulier van partij A op 17 mei 2025, gevolgd door diverse correspondentie tussen de rechtbank en de partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2025 zijn beide partijen verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoopovereenkomst en dat de cv-ketel niet aan de overeenkomst beantwoordde. Hoewel partij A partij B niet in de gelegenheid heeft gesteld om het gebrek zelf te herstellen, oordeelde de rechter dat partij B toch een deel van de kosten moest vergoeden, omdat hij niet in zijn belang was geschaad. Uiteindelijk werd partij B veroordeeld tot betaling van € 600,00 aan partij A, plus proceskosten van € 276,00.