ECLI:NL:RBOVE:2025:52

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
C/08/314750 / HA ZA 24-209
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de bouw van een tuinhuis in relatie tot de verplichtingen uit de leveringsakte met betrekking tot een afwateringssysteem en bomen

In deze zaak vorderen [eiser] en [eiseres] een verklaring voor recht dat de bouw van een tuinhuis in hun achtertuin niet in strijd is met de leveringsakte. De rechtbank Overijssel heeft op 8 januari 2025 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. De eisers hebben in 2020 een bouwkavel gekocht van de rechtsvoorganger van [gedaagde] B.V., waarbij afspraken zijn gemaakt over een afwateringssysteem en bomen die door [gedaagde] zijn aangeplant. De rechtbank oordeelt dat de bouwplannen van de eisers wel degelijk strijdig zijn met hun verplichtingen uit de leveringsakte. De rechtbank stelt vast dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat het afwateringssysteem en de bomen in stand gehouden kunnen worden na de realisatie van het tuinhuis. De rechtbank wijst de vordering van de eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.094,00. De rechtbank benadrukt dat de verplichtingen uit de leveringsakte niet alleen betrekking hebben op het dulden van het afwateringssysteem en de bomen, maar ook op het onderhouden en zo nodig vervangen ervan. De eisers moeten ervoor zorgen dat de bestaande situatie niet wordt aangetast door hun bouwplannen, wat volgens de rechtbank niet het geval is. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rechters M.T. Bos en K.J. Haarhuis.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/314750 / HA ZA 24-209
Vonnis van 8 januari 2025
in de zaak van

1.[eiser] ,

2.
[eiseres],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna te noemen: [eiser] en [eiseres] ,
advocaat: mr. G.M.P. Strang,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaten: mr. M.S. ten Feld-Sprik en mr. J.E. Veenstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin is medegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 12 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
[eiser] en [eiseres] vorderen - kort gezegd - een verklaring voor recht dat het bouwen van een tuinhuis over de gehele breedte van hun achtertuin bovenop een afwateringssysteem en achter bomen die door [gedaagde] zijn aangelegd, niet strijdig is met de leveringsakte.
2.2.
De rechtbank wijst de vordering af, omdat de bouw van het tuinhuis volgens de plannen van [eiser] en [gedaagde] strijdig is met hun verplichting op grond van de leveringsakte om het afwateringssysteem en de bomen te dulden en in stand te houden.

3.De feiten

3.1.
[eiser] en [eiseres] hebben in 2020 van de rechtsvoorganger van [gedaagde] een bouwkavel gekocht (kavel nummer [nummer] , nu kadastraal bekend [gemeente 1] sectie R nummer 3350), die deel uitmaakte van het nieuwbouwproject [adres 1] .
3.2.
[gedaagde] heeft voorafgaand aan de levering op de kavel van [eiser] en [eiseres] en op kavels van hun buren op ongeveer twee meter van de achtergrens bomen laten planten. Tussen die bomen en de achtergrens van de kavels heeft [gedaagde] een afwateringssysteem laten realiseren. Het afwateringssysteem bestaat uit meerdere elementen: achter de bomen ligt een laag drainagezand met daaronder een drainagebuis. Daarachter bevindt zich een keerwand. Achter de keerwand bevindt zich een lager gelegen goot met betontegels van zo’n 60 centimeter breed, tot aan de achtergrens. In de goot bevinden zich straatkolken. In onderstaande tekening is een dwarsdoorsnede te zien van het afwateringssysteem en de bomen ter plaatse.
[afbeelding]
3.3.
In de leveringsakte van 30 november 2020 zijn afspraken over het afwateringssysteem en de bomen vastgelegd (vergelijkbaar met de afspraken die partijen hierover hebben gemaakt in de koopovereenkomst). In de leveringsakte is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“14.5.
In standhoudingsverplichting, afwateringssysteem met keerwanden en bomen.
a. [gedaagde] heeft met de achterburen (bewoners van de woningen gelegen aan de [adres 2] ) afspraken gemaakt in verband met de waterhuishouding en de privacy ter plaatse.
In het kader van die afspraken zal [gedaagde] op de op en nabij de achtergrens (op
uw kavel) een (deels ondergronds) afwateringssysteem met keerwanden aanleggen
alsmede bomen van he type Laurier specifiek: Caucasica, planten.
U bent verplicht het afwateringssysteem en bedoelde bomen te dulden, in stand te
houden, te onderhouden, en zo nodig te vervangen. Ter zake van het onderhoud van
bedoelde bomen geldt een verplichting tot ten minste één keer per jaar snoeien
daarvan zodanig dat deze bomen een hoogte verkrijgen en houden van circa één
meter boven de stalen erfafscheiding gelegen op grond van de achterburen ter
plaatste van de achtergrens.
Indien de koper met het vorenstaande naar oordeel van [gedaagde] in gebreke raakt, dan verbeurt de koper een onmiddellijk opeisbare boete groot vijfduizend euro (€ 5.000,00).
Kwalitatieve verplichting.
Partijen zijn ten aanzien van hetgeen zij hiervoor onder 14.5.a. zijn overeengekomen dat dit zal gelden als een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek, zodat deze bepalingen voor zover mogelijk blijven rusten op het registergoed en van rechtswege zullen overgaan op degene(n) die het registergoed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen.
Kettingbeding.
Koper en zijn rechtsopvolgers zijn verplicht voor zover nodig bij wijze van kettingbeding deze bepalingen (vallende onder 14.5.) op verbeurte van een boete van een bedrag groot vijfduizend euro (€ 5.000,00), op te leggen aan volgende rechtsopvolgers en tevens om volgende rechtsopvolgers te verplichten om deze bepalingen op te leggen bij elke volgende overgang onder bijzondere titel.
Erfdienstbaarheid.
De hiervoor onder 14.5.a. vermelde verplichting tot het dulden en het daarbij behorende instandhouden, onderhouden en zonodig vervangen, van het bedoelde afwateringsteem, keerwanden en bomen wordt bij dezen gevestigd als erfdienstbaarheid, zulks ten laste van het registergoed en ten behoeve van de aan verkoper in eigendom behorende kadastrale percelen gemeente [gemeente 2] , sectie R nummers 3292 en 3365.”
3.4.
Op 14 januari 2021 is er een rectificatie gekomen van artikel 14.5 sub a van de leveringsakte, waarbij tekst is toegevoegd [rechtbank: zie de onderstrepingen van de rechtbank], zodat het artikel als volgt is komen te luiden:
“14.5. In standhoudingsverplichting, afwateringssysteem met keerwanden en bomen.
a. [gedaagde] heeft met de achterburen (bewoners van de woningen gelegen aan de [adres 2] ) afspraken gemaakt in verband met de waterhuishouding en de privacy ter plaatse.
In het kader van die afspraken zal [gedaagde] op de op en nabij de achtergrens (op
uw kavel) een (deels ondergronds) afwateringssysteem met keerwanden aanleggen
alsmede bomen van het type Laurier specifiek: Caucasica, planten.
U bent verplicht het afwateringssysteem en bedoelde bomen te dulden, in stand te
houden, te onderhouden, en zo nodig te vervangen. Ter zake van het onderhoud van
bedoelde bomen geldt een verplichting tot ten minste één keer per jaar snoeien
daarvan zodanig dat deze bomen een hoogte verkrijgen en houden van circa één
meter boven de stalen erfafscheiding gelegen op de grond van de achterburen ter
plaatste van de achtergrens.
Ter zake van het onderhouden, en zo nodig vervangen van bedoeld
afwateringssysteem geldt dat de eigenaars van de kadastrale percelen gemeente
[gemeente 2] , sectie R nummers 3339, 3340, 3341, 3342, 3343, 3344, 3345, 3346, 3347, 3348 (tezamen met 3349) en 3350, daar elk voor het een/elfde (1/11) deel in dienen bij te dragen.
Indien de koper met het vorenstaande naar oordeel van [gedaagde] in gebreke raakt,
dan verbeurt de koper een onmiddellijk opeisbare boete groot vijfduizend euro (€ 5.000,00),
ten behoeve van [gedaagde] en de overige eigenaars van gemelde percelen tezamen, zulks onverminderd bevoegdheid voor deze laatsten om daarnaast
nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.”
3.5.
[eiser] en [eiseres] hebben een woning op hun kavel laten bouwen en hebben nu bouwplannen voor het realiseren van een tuinhuis van ongeveer 7,5 bij 2 meter over de gehele breedte van hun achtertuin. Het gaat om een houten tuinhuis met luiken in de vloer, zoals op de tekeningen hieronder weergegeven. Volgens de plannen komt het tuinhuis achter de bomen tot aan de erfgrens, bovenop het bestaande afwateringssysteem.
[afbeelding]
3.6.
Tussen partijen is discussie ontstaan of het realiseren van het tuinhuis op de voorgenomen locatie in strijd is met artikel 14.5 van de leveringsakte.
3.7.
Er zijn per mail vragen gesteld aan NTP, het bedrijf dat werkzaamheden met betrekking tot de drainagebuizen op de kavel van [eiser] en [eiseres] had verricht. Op 8 september 2023 heeft de advocaat van [gedaagde] de antwoorden van NTP op deze vragen per mail doorgestuurd naar de rechtsbijstandverzekeraar van [eiser] en [eiseres] . Voor zover van belang gaat het om de volgende vragen en antwoorden:
1. Zijn beide drains, zoals in het dwarsprofiel getekend, aangebracht? Zo nee, welke drain is niet aangebracht?
Antwoord: Er zijn twee drains aangebracht.
2. Indien beide drains zijn aangebracht, zijn deze beiden aangesloten op de leiding die naar de voorzijde van woning loopt? Zo nee, welke drain is niet aangesloten?
Antwoord: Eén drain betreft de doorlopende drain over alle kavels, de andere drain is de drain die naar de voorzijde loopt.
(..)
Indien beide drains zijn aangebracht en aangesloten op de leiding die naar de voorzijde van de woning loopt, kunt u mij dan een indicatie geven over het functioneren van het systeem:
a. In het geval een tuinhuis wordt geplaatst over zowel het lagergelegen deel als het deel op maaiveldhoogte van het afwateringsysteem (waarbij in het lagergelegen deel enkel betonblokken komen te staan ter ondersteuning van het tuinhuis);
Antwoord: Indien er een tuinhuis wordt geplaatst op dit gedeelte zijn de drains, drainputten en verzamelleiding niet (goed) bereikbaar ten behoeve van het onderhoud en komt de instandhouding van het systeem in het gedrang.
b. In het geval een tuinhuis enkel op het deel op maaiveldhoogte wordt geplaatst, waarbij het lagergelegen deel volledig vrij blijft.
Antwoord: Indien er een tuinhuis wordt geplaatst op dit gedeelte zijn de drains en drainputten niet (goed) bereikbaar ten behoeve van het onderhoud en komt de instandhouding van het systeem in het gedrang.
3.8.
Hierna heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] en [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ) ingeschakeld, die op 7 februari 2024 een rapport heeft opgeleverd. In dat rapport staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:

Inleiding
Familie [eiseres] heeft plannen voor de realisatie van een tuinhuis (..). Het tuinhuis zal deels op een bestaande drainageconstructie gebouwd worden. (..) Om te bewijzen dat de functie behouden blijft bij realisatie van het tuinhuis is een technische onderbouwing benodigd. In deze memo is een korte analyse gepresenteerd van de beïnvloeding van de waterkering door de geplande werkzaamheden. (..)
(..)
Toekomstige situatie
Uit de aangeleverde documenten blijkt dat de afmeting van het te realiseren tuinhuis ongeveer 7,5 x 2 m bedragen. Het tuinhuis zal tegen de aanwezige schutting van de achterburen worden aangebouwd en dus over de drainageconstructie, keerwand en het lage gedeelte van de tuin heen gebouwd worden. Het vloerpeil ligt ongeveer 10 cm boven het huidige maaiveld. Een doorsnede van het ontwerp van de fundering is in Figuur 2 weergegeven. De bestaande drainagekoffer is niet in de figuur weergegeven.
[afbeelding]
Beïnvloeding drainageconstructie
Uit Figuur 2 blijkt dat de drainagekoffer vrijwel volledig intact blijft. Er is alleen een zandbaan voorzien om betontegels op aan te leggen. Voor een zandbaan wordt goed waterdoorlatend zand toegepast waardoor de werking van de drainagekoffer niet afneemt. Omdat U-elementen worden toegepast in het lage deel van de tuin, wordt ook daar de afvoer van water niet wezenlijk beperkt. Het is echter wel van belang dat de aanwezige straatkolken niet worden geblokkeerd.
(..)
Het is echter wel mogelijk dat er water blijft staan tegen de betonband aan de voorzijde van het tuinhuis. Uit beschikbare documenten met betrekking tot de lokale ondergrond (..) blijkt dat de toplaag zandig is. Het risico dat er water blijft staan tegen de betonband is daarom gering. Desalniettemin wordt, om overlast te voorkomen, geadviseerd een extra drainagekoffer aan te leggen rondom het tuinhuis. De drainagekoffer dient 30 cm breed en 50 cm diep te zijn en volledige rondom het tuinhuis te lopen.
Een praktische oplossing zou zijn om het al voorziene zandbed minstens 30 cm rondom het tuinhuis uit te laten steken. Zand voor zandbed heeft voldoende drainerend vermogen.
De zandbaan dient aan de zijkanten begrensd te worden van de aanwezige grond doormiddel van waterdoorlatend worteldoek. Dit dient om inspoeling van fijne gronddeeltjes te voorkomen en het drainerend effect van het zand in de toekomst te behouden. Onder in de zandbaan dient een drainagebuis gelegd te worden. De drainagebuis kan aangesloten worden op de aanwezige drainagebuis. Dit is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.
[afbeelding]
Conclusie
(..)
Geconcludeerd kan worden dat de drainerende functie van de drainage koffer niet negatief beïnvloed wordt. Vanwege toepassing van goed doorlatende materialen (zand) blijft de drainage koffer zijn werking behouden. Ook wordt de afvoer van water in het laaggelegen gedeelte (achter de keerwand) van de tuin niet negatief beïnvloed omdat U-elementen worden toegepast. Het is wel van belang dat de aanwezige straatkolken niet worden geblokkeerd.
Om het risico dat water tegen het tuinhuis blijft staan te minimaliseren wordt geadviseerd om een drainagekoffer rondom het tuinhuis toe te passen en aan te sluiten op de bestaande drainage constructie. Deze nieuwe drainagekoffer kan simpelweg gerealiseerd worden door de reeds voorziene zandbaan minstens 30 cm buiten het tuinhuis door te zetten en te begrenzen doormiddel van worteldoek.
Daarnaast blijkt uit berekeningen dat de geotechnische stabiliteit van de keerwand niet in het geding is als het tuinhuis aangelegd wordt.”

4.Het geschil

4.1.
[eiser] en [eiseres] vorderen - samengevat - zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat hun bouwplannen, meer specifiek het realiseren van
een tuinhuis van ongeveer 7,5m bij 2m in het gebied in hun tuin dat zich bevindt achter
de leilinden, niet strijdig is met de leveringsakte;
2. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] en [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] en [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] en [eiseres] in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak staat de vraag centraal of het realiseren van een tuinhuis in de achtertuin van [eiser] en [eiseres] strijdig is met het bepaalde in de leveringsakte, meer specifiek of [eiser] en [eiseres] met de realisatie van het tuinhuis kunnen blijven voldoen aan hun verplichting uit de leveringsakte om het afwateringssysteem en de bomen te dulden, in stand te houden, te onderhouden en zo nodig te vervangen.
Standpunt van [eiser] en [eiseres] : tuinhuis is niet strijdig met de leveringsakte
5.2.
[eiser] en [eiseres] stellen dat het realiseren van het tuinhuis volgens hun bouwplannen niet strijdig is met de leveringsakte. Zij wensen een houten tuinhuis van zo’n 7,5 bij 2 meter te bouwen over de gehele breedte van hun achtertuin tegen de achtergrens van hun perceel, achter de bomen en bovenop het bestaande afwateringsysteem. In het tuinhuis zou de vloer worden bedekt met tegels boven de zandlaag en zouden luiken in de vloer komen boven de waterkering, zodat men bij het afwateringsysteem kan voor eventueel onderhoud en vervanging ervan. Ter zitting hebben [eiser] en [eiseres] toegelicht dat het de bedoeling is dat er geen fundering komt en dat er ongeveer 20 centimeter aan ruimte tussen het tuinhuis en de bomen komt. [eiser] en [eiseres] stellen dat in de leveringsakte niet staat dat zij op die plek niet mogen bouwen en dat zij met dit tuinhuis kunnen blijven voldoen aan hun verplichtingen uit de leveringsakte om het afwateringssysteem en de bomen te dulden, in stand te houden, te onderhouden en zo nodig te vervangen. Zij hebben daartoe verwezen naar het rapport van [bedrijf] . Daaruit volgt volgens [eiser] en [eiseres] dat de bouwplannen geen invloed hebben op het functioneren van het afwateringssysteem. [eiser] en [eiseres] zijn voornemens om de adviezen van [bedrijf] op te volgen. Het gaat daarbij om de aanleg van de volgende zaken: een zandbaan bovenop de bestaande drainagekoffer, een extra drainagekoffer (een zandbaan van 30 centimeter breed en 50 centimeter diep) rondom het tuinhuis, een extra drainagebuis die wordt aangesloten op de bestaande drainagebuis, U-elementen over de afvoergoot en een dakafvoer van het tuinhuis naar een regenton, zoals weergegeven in de tekeningen van [bedrijf] . Deze maatregelen zijn volgens [eiser] en [eiseres] enkel ter zekerheid geadviseerd en niet omdat zij noodzakelijk zijn voor het functioneren van het afwateringssysteem. Het bestaande systeem, althans zijn functie blijft hierbij behouden. Verder heeft [bedrijf] vastgesteld dat de stabiliteit van de keerwand door de bouw van het tuinhuis ook niet in het gedrang komt.
Standpunt van [gedaagde] : tuinhuis is strijdig met de leveringsakte
5.3.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat de bouw van het tuinhuis wel strijdig is met de leveringsakte. Met de bouw van het tuinhuis zouden [eiser] en [eiseres] namelijk overduidelijk inbreuk maken op hun verplichting om het afwateringssysteem te dulden, in stand te houden, te onderhouden en zo nodig te vervangen. Blijkens het rapport van [bedrijf] en de conclusies van NTP doet het tuinhuis afbreuk aan het afwateringssysteem en komt het onderhoud, de instandhouding en zo nodig de vervanging ervan in het gedrang. Zo moeten er allerlei aanvullingen en/of wijzigingen worden aangebracht aan het bestaande systeem om te zorgen voor een goede afwatering. Hierdoor wordt het bestaande afwateringssysteem aangetast. Het afwateringssysteem is aangelegd bij [eiser] en [eiseres] en de naastgelegen percelen om te voorkomen dat de achterburen wateroverlast krijgen. Dat systeem werkt nu goed – voor alle buren – en het is essentieel dat het in de toekomst goed blijft werken. Dat kan niet worden geborgd als het bestaande systeem op één kavel wordt aangepast.
Daarnaast levert de bouw van het tuinhuis ook strijd op met de verplichtingen van [eiser] en [eiseres] ten aanzien van de bomen. De bomen komen volgens de plannen namelijk in drainagezand te staan, terwijl de bomen in eigen grond moeten staan, omdat anders de wortels niet goed kunnen groeien. Verder zouden het uitzicht van de achterburen in het gedrang komen, doordat zij niet langer uitzicht hebben op de bomen, maar op het tuinhuis.
Oordeel van de rechtbank: tuinhuis is strijdig met de leveringsakte
5.4.
De rechtbank is van oordeel dat het realiseren van een tuinhuis van ongeveer 7,5 bij 2 meter, volgens de bouwplannen van [eiser] en [gedaagde] , strijdig is met hun verplichting op grond van de leveringsakte om het afwateringssysteem en de bomen te dulden en in stand te houden. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
5.5.
Bij de uitleg van de notariële akte tot levering van een registergoed dan wel de vestiging van het beperkt recht daarop komt het aan op de in de akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling, die moet worden afgeleid uit de in deze akte gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte (vgl. HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2904).
5.6.
Dit betekent dat het ‘dulden, in stand houden, onderhouden en zo nodig vervangen van het afwateringssysteem en bedoelde bomen’ objectief moet worden uitgelegd in het licht van de gehele akte. Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit dat [eiser] en [eiseres] het afwateringssysteem en de bomen moeten laten staan, behouden, in goede staat moeten houden door onderhoud daaraan te plegen en als dat nodig is - en dus niet zomaar - het afwateringssysteem of de bomen moeten vervangen.
5.7.
Het is aan [eiser] en [eiseres] als degene die zich beroepen op een bepaald rechtsgevolg (namelijk de verklaring voor recht dat de realisatie van het tuinhuis niet strijdig is met de leveringsakte), om voldoende te stellen en zo nodig te bewijzen dat het bouwen van het tuinhuis niet strijdig is met de leveringsakte. Zij moeten dus voldoende feiten en omstandigheden aandragen waaruit volgt dat zij, ook na de bouw van het tuinhuis, blijven voldoen aan hun verplichting het afwateringssysteem en de bomen te dulden, in stand te houden, te onderhouden en zo nodig te vervangen.
5.8.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn [eiser] en [eiseres] daar niet in geslaagd. De rechtbank is namelijk van oordeel dat zij onvoldoende feitelijk onderbouwd hebben dat zij het afwateringssysteem blijven dulden en in stand houden als zij hun bouwplannen voor het tuinhuis realiseren. Uit het rapport van [bedrijf] , waar [eiser] en [eiseres] naar hebben verwezen, blijkt namelijk dat meerdere aanpassingen van het bestaande afwateringssysteem nodig zijn om te blijven zorgen voor een goede afwatering in de tuin. Er zou een nieuwe zandbaan bovenop de bestaande drainagekoffer moeten worden aangelegd en er zou een nieuwe drainagebuis op de bestaande drainagebuis moeten worden aangesloten. Daarnaast zouden er U-elementen boven de afvoergoot met straatkolken moeten komen en zou er een nieuwe zandbaan van minstens 30 centimeter breed en 50 centimeter diep rondom het gehele tuinhuis moeten komen. Volgens [bedrijf] zouden al deze maatregelen ervoor zorgen dat de drainagekoffer zijn werking behoudt en de afwatering niet negatief wordt beïnvloed. Daarmee is echter niet gezegd dat het bestaande afwateringssysteem in zijn geheel wordt geduld en in stand wordt gehouden. Dat kan ook niet uit de bewoordingen van [bedrijf] dat ‘de bestaande drainagekoffer vrijwel volledig intact blijft’ worden afgeleid. Integendeel, daaruit volgt dat een deel van de drainagekoffer niet intact blijft. Alleen al daarom kan niet worden gesproken van dulden en in stand houden van het afwateringssysteem. Daarnaast blijkt uit het rapport van [bedrijf] en de toelichting van [eiser] en [eiseres] ter zitting over de functie van het afwateringssysteem, dat met de geadviseerde aanpassingen in feite een ander, nieuw afwateringsysteem ontstaat dat de functie van het oude afwateringssysteem (deels) overneemt. Ook daarom is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van dulden en in stand houden van het bestaande afwateringssysteem.
5.9.
Dat dit nieuwe systeem voor een goede afwatering zou (kunnen) zorgen, maakt dit niet anders. [gedaagde] heeft bewust gekozen voor de aanleg van het bestaande afwateringssysteem en gelet op de bewoordingen van de leveringsakte en in het licht van de gehele inhoud daarvan - in het bijzonder de genoemde afspraken met de achterburen waaraan [gedaagde] is gebonden - is het niet de bedoeling van [gedaagde] geweest om een ander, (deels) vervangend afwateringssysteem toe te staan of om (steeds bij ieder naastgelegen perceel waar het afwateringssysteem en de bomen zijn aangelegd) te moeten beoordelen of een dergelijk systeem volstaat.
5.10.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat ook de verplichting tot het dulden en in stand houden van de bomen in het gedrang komt met de bouw van het tuinhuis. De bedoeling van [eiser] en [eiseres] is namelijk dat er een zandbed rondom het tuinhuis komt van 30 centimeter breed en 50 centimeter diep, zoals door [bedrijf] is geadviseerd. Nu [eiser] en [eiseres] ter zitting hebben toegelicht dat de bomen op zo’n 20 centimeter van het tuinhuis zouden komen te staan, betekent dit dat de bomen in drainagezand in plaats van in eigen grond zouden komen te staan, waardoor de wortels niet goed kunnen groeien. [eiser] en [eiseres] hebben dit niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken.
5.11.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering van [eiser] en [eiseres] afwijzen.
5.12.
[eiser] en [eiseres] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.094,00
5.13.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] en [eiseres] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] en [eiseres] in de proceskosten van € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser] en [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt [eiser] en [eiseres] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.2. en 6.3. genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.T. Bos en in het openbaar uitgesproken door mr. K.J. Haarhuis op 8 januari 2025.