Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
door die [verbalisant 1] de woorden toe te voegen “jij weet niet niet wie ik ben, mijn vader komt van [omschrijving] . Ik ben [alias] , ik schiet een kogel door je kop”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [verbalisant 1] in diens hoedanigheid van buitengewoon opsporingsambtenaar.
3.De bewijsmotivering
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
diefstal
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl dit feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van buitengewoon opsporingsambtenaar.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
- het vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank van 20 februari 2025, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke ISD-maatregel met een proeftijd van drie jaren;
- het vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 7 augustus 2024, waarbij verdachte werd veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf;
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 20 december 2023, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand;
- het vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 6 december 2023, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden.
7.De schade van benadeelden
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
parketnummer 08/063047-25
diefstal
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl dit feit wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van buitengewoon opsporingsambtenaar;
plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
feit 2, [verbalisant 1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was op 26 februari 2025 op het station van Zwolle. Ik was onder invloed van verdovende middelen en ik was opgefokt. Ik kan mij herinneren dat ik heb gesproken met [verbalisant 1] . Ik word ook wel [alias] genoemd;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 26 februari 2025, pagina’s 18 tot en met 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
“Weet je wel wie je bent, ik heb 22 jaar gezeten. Ik heb 20 jaar geschoten. Ik ga een vuurwapen trekken.”Ik zag dat hij zijn tas vervolgens op de grond neerlegde. Ik keek achterom en zag dat die man naar zijn heup greep, alsof hij iets ging pakken;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 26 februari 2025, pagina’s 21 tot en met 23, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
het proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 1] van 26 februari 2025, pagina’s 24 tot en met 26, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
“jij weet niet wie ik ben, mijn vader komt van [omschrijving] . Ik ben [alias] , ik schiet een kogel door je kop.”Toen hij dat zei, keek hij mij indringend aan.
het proces-verbaal van verhoor getuige [verbalisant 2] van 26 februari 2025, pagina 27, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: