4.4.3Het oordeel van de rechtbank
4.4.3.1 Beoordelingskader voor medeplegen
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde
– intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
4.4.3.2 De redengevende feiten en omstandigheden voor de feiten 1 en 2
De rechtbank stelt hierna per adres de relevante feiten en omstandigheden voor zowel de hennepkwekerijen en - drogerij (feit 1) als de diefstal van de elektriciteit (feit 2) vast.
De rechtbank overweegt vervolgens waarom zij op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden tot conclusies komt, mede op basis van nader vastgestelde feiten en omstandigheden, en beantwoordt daarna de bewijsvraag. De rechtbank zal gebruik maken van zogenoemd schakelbewijs en per locatie vermelden welke feiten en omstandigheden daarvoor van belang zijn. De vaststellingen en overwegingen over het schakelbewijs zijn aan het eind van de bewijsoverwegingen opgenomen.
4.4.3.3 [adres 2] (zaaksdossier 2)
Verklaring verdachte
[verdachte] verklaart dat hij wel in dit pand is geweest, maar ontkent betrokkenheid bij de kwekerij en diefstal van stroom.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen hennepkwekerij
Op 25 februari 2021 is in een bedrijfspand aan de [adres 2] een hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 2.926 hennepplanten verdeeld over vier kweekruimtes. De hennepplanten waren zeven tot acht weken oud. De professioneel ingerichte hennepkwekerij bevond zich in een afgetimmerde inpandige ruimte achterin het pand. Er bleek sprake van een gestuurde installatie ten behoeve van CO2-toevoeging. Deze was via een bedieningspaneel te bedienen. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. In de hennepkwekerij zijn op de deur(kozijn)en en wanden leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland. In een van de ruimtes van het pand zijn meerdere bigshoppers met zonnebloemmotief aangetroffen.
Camerabeelden
Op beelden van de door de politie bij het pand geplaatste camera in de periode van 19 februari 2021 tot en met 25 februari 2021 is te zien dat [verdachte] op 19, 20, 21, 22, 24 en 25 februari 2021 telkens gedurende enkele uren in het pand is en dat hij bij het verlaten van het pand het hek slotvast afsluit. De rechtbank merkt hem ook aan als bestuurder van de Volkswagen Touran op 20 februari 2021 omdat hij op de andere dagen de bestuurder van diezelfde auto was en omdat hij ter terechtzitting heeft verklaard dat hij van de Volkswagen Touran gebruik maakte. De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] op al deze momenten de gebruiker was van de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 1] .
Forensische bevindingen
Tijdens het forensisch onderzoek in de hennepkwekerij op 25 februari 2021 werd aan de muur tussen kweekruimte 1 en kweeruimte 2 een zaklamp aangetroffen. In de douche werd een washandschoen aangetroffen. De zaklamp (ruwe delen en het gehele koord) en de washandschoen (binnenzijde) zijn bemonsterd op humane sporen en zijn veiliggesteld. Uit de bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . Het DNA-profiel op de aangetroffen zaklamp en washandschoen is meer dan één miljard keer waarschijnlijker afkomstig van [verdachte] donor dan van iemand anders.
4.4.3.4 [adres 3] (zaaksdossier 11)
Verklaring verdachte
[verdachte] bekent feit 1 en 2 voor deze locatie.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 9 mei 2022 treft de politie in deze woning waarvan [medeverdachte 5] , de vader van [verdachte] , de eigenaar is, een hennepstekkerij met 7.904 hennepstekken en een geoogste hennepkwekerij, met 225 potten, aan. De stroom werd illegaal afgenomen. De politie heeft in de woning meerdere bigshoppers met zonnebloemmotief aangetroffen, potaarde van het merk Plagron en oranje wegwerphandschoenen. In een van die handschoenen was een stekkerdoos geplaatst en in de hennepkwekerij opgehangen.
4.4.3.5 [adres 4] (zaaksdossier 9)
Verklaring verdachte
[verdachte] verklaart dat hij wel in dit pand is geweest, maar ontkent betrokkenheid bij de kwekerij en diefstal van stroom.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen hennepkwekerij
Op 9 mei 2022 werd in een bedrijfspand aan de [adres 4] op de eerste verdieping een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 1.407 hennepplanten verdeeld over drie kweekruimtes. Er was sprake van een hoge mate van professionaliteit. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. Tijdens de ontruiming van de hennepkwekerij trof het onderzoeksteam vaten aan met 750 liter rode diesel en een daarmee verbonden aggregaat aan.
Observaties
Op 24 januari 2022 om 19:36 uur reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] in de richting van de loodsen aan de [adres 11] in Enschede. De percelen [adres 11] en [adres 4] delen een gemeenschappelijke oprijlaan.
Op 11 februari 2022 om 17:25 reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] komende vanaf de [adres 6] naar de [adres 11] en [adres 12] .
Op 14 maart 2022 om 14:34 uur reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] van de [adres 6] richting de garageboxen aan de achterzijde van [bedrijf 2] , gevestigd aan de [adres 13] .
Op 28 april 2022 om 16:22 uur parkeerde [verdachte] de Volkswagen (Touran) met kenteken
[kenteken 3] aan de [adres 14] waarna hij het pad links naast perceel [adres 12] opliep en daar uit beeld verdween. Om 18:17 uur kwam [verdachte] weer uit het pad naast perceel [adres 12] lopen. Hij had niets zichtbaars bij zich.
Voertuigwissel
Op 11 februari 2022 en op 14 maart 2022 reed [verdachte] met een Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 3] naar de [adres 6] . Vervolgens wisselde hij daar zijn voertuig met een Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] , waarmee hij naar de [adres 4] reed. De Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 3] stond op naam van [naam 2] en de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] op naam van [naam 3] , partner van [naam 2] .
Camerabeelden
Op beelden van de door de politie bij het inrit van de [adres 15] geplaatste camera in de periode van 22 maart 2022 tot en met 8 april 2022 is te zien dat de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] op 23, 25, 26, 28, 29, 30 en 31 maart en op 4, 5 en 6 april 2022 het terrein aan de [adres 4] oprijdt. De Fiat Doblo verlaat steeds na ongeveer twee uur het terrein. Door de positie van de camera is niet vast te stellen wie de gebruiker is van het voertuig, met uitzondering van 26 maart 2022. Dan is te zien dat [verdachte] de bestuurder is van de Fiat Doblo. De politie heeft [verdachte] in de periode van 24 januari en 26 maart 2022 op vijf verschillende dagen herkend als bestuurder van dit voertuig. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van zowel de Fiat als de Volkswagen Touran gebruik maakte. De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] op al deze momenten de gebruiker was van de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] .
Forensische bevindingen
Tijdens het forensisch onderzoek in de hennepkwekerij werden in afvalzakken en op een gereedschapskar diverse oranjekleurige gedragen en binnenstebuiten uitgetrokken wegwerphandschoenen aangetroffen. Deze handschoenen zijn bemonsterd op humane sporen. Uit de bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . Het DNA-profiel op de aangetroffen handschoen is ongeveer 110 miljoen keer waarschijnlijker wanneer [verdachte] donor daarvan is dan wanneer een ander dan [verdachte] donor is.
Dagbesteding [verdachte]
stond bij de Kamer van Koophandel sinds 11 november 2020 ingeschreven als eigenaar van [bedrijf 3] . In de periode van 19 januari 2022 tot en met 28 april 2022 is hij geobserveerd. Hij verrichtte op doordeweekse dagen geen (legale) werkzaamheden als ondernemer met een klusbedrijf. Hij was thuis of aanwezig bij of onderweg naar de panden in Enschede waar hennepkwekerijen werden geëxploiteerd: de [adres 6] , [adres 5] , [adres 16] en [adres 4] .
4.4.3.6 [adres 5] (zaaksdossier 8) en [adres 6] (zaaksdossier 10)
Verklaring verdachte
[verdachte] bekent feit 1 en 2 voor de locatie [adres 5] en feit 1 voor de locatie [adres 6] .
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen hennepkwekerij en -drogerij
Op 9 mei 2022 wordt in een woning aan de [adres 5] een ingerichte hennepkwekerij aangetroffen, waar ongeveer 300 hennepplanten waren geoogst. [medeverdachte 7] is in deze door haar gehuurde woning aanwezig en had er werkzaamheden verricht in de periode waarin de kweek had plaatsgevonden. Zij was in die periode regelmatig in de woning aanwezig, omdat ze daar haar huisdier hield. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. In een berghok op de begane grond trof het onderzoeksteam twee bigshoppers met zonnebloemmotief aan. Ook werden lege zakken potaarde van het merk Plagron aangetroffen, net als oranje wegwerphandschoenen. In een van die handschoenen was een stekkerdoos geplaatst en in de hennepkwekerij opgehangen.
Ook op 9 mei 2022 wordt in een loods aan de [adres 6] een hennepdrogerij met 11,301 kilogram henneptoppen aangetroffen. [medeverdachte 7] was de huurder van dit pand en betaalde maandelijks de huur. Het onderzoeksteam trof vier tanks aan met 4.000 liter rode diesel en, in sporttassen, zakken potaarde van het merk Plagron.
4.4.3.7 [adres 7] (zaaksdossier 1)
Verklaring verdachte
[verdachte] ontkent betrokkenheid bij deze kwekerij en diefstal van stroom.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aantreffen hennepkwekerij
Op 19 november 2020 werd in een bedrijfsruimte aan [adres 7] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met drie kweekruimtes. In kweekruimte 1 werden 860 hennepplanten van ongeveer zeven weken oud aangetroffen. In de twee overige kweekruimtes stonden geen hennepplanten, maar de ruimten waren wel ingericht als kweekruimtes. [adres 7] en [adres 17] vormen een geschakeld bedrijfspand, met twee afzonderlijke bedrijfsruimtes. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen.
4.4.3.8 De overwegingen met betrekking tot de feiten 1 en 2
4.4.3.9 [adres 2] (zaaksdossier 2)
Feit 1
[verdachte] heeft ter zitting samengevat het volgende verklaard. Hij was in het pand om te helpen met het verwijderen van systeemplafonds en luchtkanalen. Hij wist dat er een hennepkwekerij in het pand zat, maar hij ontkent dat hij betrokken was bij deze hennepkwekerij en bij de diefstal van stroom.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, al was het maar omdat in de periode dat [verdachte] bij het pand gezien is – een week voor de ontmanteling vrijwel dagelijks – de kwekerij volop floreerde waarbij sloopwerkzaamheden niet passen.
Het dossier bevat bewijsmiddelen waaruit zijn betrokkenheid blijkt.
Op 18 april 2020 heeft [verdachte] via Encrochat contact met ‘ [gebruikersnaam 8] ’. In dit chatgesprek zegt hij dat hij binnenkort een afspraak heeft met [naam 4] , aangeduid als ‘ [alias 13] ’. [naam 4] zou ‘zaken’ willen doen ‘met dat wit geld van em’. [naam 4] (verder [naam 4] ) en zijn partner [naam 5] (verder [naam 5] ) hebben op [datum] de (staats)loterij ter hoogte van 15 miljoen euro gewonnen. Zij zijn sinds 2 juni 2020 beiden voor de helft eigenaar van het pand aan de [adres 2] . Het energiecontract staat sinds 21 augustus 2020 op naam van [naam 5] . [naam 4] en [naam 5] verhuren het pand sinds 2 november 2020 aan [naam 6] . De huur werd iedere maand contant betaald en aan huis gebracht.
Op 25 februari 2021 is in het pand een hennepkwekerij aangetroffen met 2.926 hennepplanten. De planten waren op dat moment zeven à acht weken oud.
[verdachte] was vanaf 19 februari 2021 dagelijks gedurende enkele uren in het pand te vinden. Bij het verlaten van het pand sloot hij hek slotvast af.
Zijn DNA is aangetroffen op een washandschoen in de ruimte waarin de watervoorziening van de kwekerij zat en op een zaklamp in de gang van de plantage.
De rechtbank leidt uit dit alles af dat [verdachte] een leidende en cruciale rol heeft gehad door met [naam 4] en/of [naam 5] zaken te doen en het pand te vinden waarin gekweekt kon worden. [naam 4] en [naam 5] hadden het pand aan de [adres 2] en [naam 6] werd ingezet als katvanger voor de huur daarvan. [verdachte] verrichtte werkzaamheden in het pand, zogenaamd om systeemplafonds te verwijderen, maar feitelijk in de hennepkwekerij. De rechtbank concludeert dat [verdachte] de hennepkwekerij exploiteerde en komt in combinatie met het schakelbewijs tot een bewezenverklaring van dit feit.
Feit 2
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte met zijn mededaders exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ten behoeve van het telen van hennep met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening stroom heeft weggenomen.
4.4.3.10 [adres 3] (zaaksdossier 11)
Feiten 1 en 2
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 en 2 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
4.4.3.11 [adres 4] (zaaksdossier 9)
Feit 1
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij enkele keren in het pand aan de [adres 4] geweest, in het houtbewerkingsbedrijf van [naam 7] . Dat bedrijf bevond zich op de begane grond. [verdachte] tracht daarmee - vergeefs wat de rechtbank betreft - een verklaring te geven voor van hem aangetroffen sporen, zoals DNA op een oranje werkhandschoen van het type dat veelvuldig in de kwekerijen in dit dossier te vinden is en een kettingzaag met zijn naamlabel daaraan.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig.
[verdachte] is regelmatig bij het pand gezien tijdens de observaties. Alle aangetroffen handschoenen, dus ook die met het DNA van [verdachte] , zijn aangetroffen op de bovenverdieping waar de kwekerij was en niet beneden, waar het houtbewerkingsbedrijf zat. (Bij dat houtbewerkingsbedrijf kunnen overigens ook vraagtekens gezet worden gelet op de daarin aangetroffen tank met rode diesel en het daarmee verbonden aggregaat, beide in verband te brengen met hennepteelt.)
De rechtbank wijst er nog wel op dat het dossier geen stukken bevat waarin gerelateerd wordt met welke identificerende gegevens de (sporen op) de handschoenen werden ingezonden en onderzocht. Maar de combinatie van het relaasproces-verbaal en het NFI-rapport en het feit dat alle handschoenen op de bovenverdieping werden aangetroffen, brengt de rechtbank tot de conclusie dat buiten redelijke twijfel verheven is dat de handschoen met [verdachte] ’s DNA in de kwekerij is gevonden.
De rechtbank verwerpt het door [verdachte] geschetste scenario daarom als ongeloofwaardig.
Over de observaties overweegt de rechtbank verder nog het volgende. De Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] , waar [verdachte] gebruik van heeft gemaakt in de periode tussen 23 maart en 6 april 2022, is op tien bijna achtereenvolgende dagen het terrein van de [adres 4] opgereden, waarna [verdachte] gedurende circa twee uur in het pand heeft verbleven alvorens hij het pand weer verliet.
Op 9 mei 2022, het moment van aantreffen, waren de hennepplanten bijna volgroeid. Een kweekcyclus neemt tussen de zeven à tien weken in beslag. Gedurende de periode dat deze kweek plaatsvond was [verdachte] veelvuldig gedurende enige tijd in of bij het pand aanwezig.
Daarmee wordt zijn bewering dat hij slechts stekkenleverancier was weerlegd.
De rechtbank is van oordeel, in combinatie met het schakelbewijs, dat [verdachte] in deze kwekerij hennepplanten heeft geteeld en dat hij 1.407 hennepplanten opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Feit 2
Dat stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte exploiteerde. De rechtbank concludeert dat het op zijn minst genomen niet anders kan zijn dan dat hij ten behoeve van het telen van hennep met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening stroom heeft weggenomen.
4.4.3.12 [adres 5] (zaaksdossier 8)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 en 2 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, aangevuld met de bewijsmiddelen voor medeplegen.
De rechtbank overweegt, in reactie op de verklaring van [verdachte] dat [medeverdachte 7] hierbij niet was betrokken nog het volgende.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 7] tezamen en in vereniging in deze kwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 300 hennepplanten opzettelijk aanwezig hebben gehad. Tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] was sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. [medeverdachte 7] leverde daarvoor een bijdrage van voldoende gewicht. Voor het aanleggen en in werking brengen en houden van de kwekerij was de huur van de woning en het voldoen van de huurpenningen noodzakelijk. Daarvoor zorgde zij. Zij had ook een rol bij de verzorging van de planten. Zij verbleef regelmatig in de woning omdat zij daar haar huisdier hield, was er ook ten tijde van de inval door de politie, had er een slaapkamer, en haar uitgebreide collectie schoenen, kleding en tassen.
Ook is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] tezamen en in vereniging met een onbekend gebleven elektricien opzettelijk elektriciteit heeft weggenomen. [verdachte] heeft verklaard dat hij een elektricien heeft laten komen om de elektriciteitsvoorziening aan te leggen. Hij heeft daarvoor opdracht gegeven en wist dat de elektriciteit illegaal werd weggenomen.
4.4.3.13 [adres 6] (zaaksdossier 10)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
4.4.3.14 [adres 7] (zaaksdossier 1)
Feiten 1 en 2
De rechtbank volgt de officier van justitie en verdediging in hun standpunten dat voor bewezenverklaring van deze feiten onvoldoende bewijs is en zal verdachte daarvan vrijspreken.
4.4.3.15 Uitoefening van een beroep of bedrijf
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van een hennepstekkerij, drie hennepkwekerijen en een hennepdrogerij. De gehele keten van stek tot eindproduct werd dus door verdachte en zijn mededaders bestreken. De capaciteit van de hennepkwekerijen tezamen was aanzienlijk. In totaal was sprake van 4.558 hennepplanten, 7.904 hennepstekken en 11,3 kilogram hennep en werden er kweekruimten aangetroffen waar al was geoogst. Dat betekent dat ook derden moeten zijn ingeschakeld om daarbij te helpen, hetgeen ook in chats wel wordt benoemd als er over knippers wordt gesproken. De teeltprocessen geschiedden in afzonderlijke, daarvoor ingerichte ruimtes onder gecontroleerde condities en deels geautomatiseerd met behulp van technische middelen, kennelijk ter optimalisering van het teeltproces en minimalisering van de daarvoor van de telers vereiste inspanningen. De kweekruimtes waren op professionele wijze aangelegd, waaruit kan worden afgeleid dat ze waren opgezet met de bedoeling daarin verschillende keren te oogsten. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.