ECLI:NL:RBOVE:2025:4643

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
11 juli 2025
Zaaknummer
08/257056-21 en 84/032899-21 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor deelname aan een crimineel samenwerkingsverband en diefstal van elektriciteit

Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een 23-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden en een schadevergoeding van € 17.296,65. De man was schuldig bevonden aan deelname aan een crimineel samenwerkingsverband dat zich bezighield met hennepgerelateerde misdrijven en diefstal van elektriciteit. Het onderzoek, dat begon op 9 juni 2021 onder de naam Agaran21, richtte zich op de organisatie van hennepkwekerijen in Twente. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk grote hoeveelheden hennep had geteeld en elektriciteit had gestolen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de inhoud van het dossier, getuigenverklaringen en de resultaten van forensisch onderzoek. De verdachte had een uitvoerende rol binnen het criminele samenwerkingsverband en was betrokken bij de exploitatie van meerdere hennepkwekerijen. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de feiten voldoende onderbouwd en legde de straf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/257056-21 en 84/032899-21 (tul) (P)
Datum vonnis: 11 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2001 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 3 en 27 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 3 juni 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een ander of anderen of alleen opzettelijk bedrijfsmatig grote hoeveelheden hennep heeft geteeld in panden aan de [adres 2] , [adres 3] , het [adres 4] en de [adres 5] ;
feit 2:samen met een ander of anderen of alleen elektriciteit heeft gestolen;
feit 3samen met een ander of anderen of alleen voorbereidingshandelingen heeft verricht gericht op illegale hennepteelt in een pand aan de [adres 6] ;
feit 4:als uitvoerder en/of als toezichthouder althans als lid heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van hennepgerelateerde misdrijven.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2020 tot en met 09 mei 2022 te Enschede en/of te Almelo en/of te Delden, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
-in een pand aan de [adres 2] en/of
-in een pand aan [adres 3] (ZD01) en/of
-in een pand aan het [adres 4] (ZD04) en/of
-in een pand aan de [adres 5] (ZD05) ,
(telkens) opzettelijk een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van 36,24 kg hennep en/of 860 hennepplanten en/of 1797 hennepplanten en/of 826 hennepplanten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (telkens) (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel (een) middel(len) aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2020 tot en met 09 mei 2022 te Enschede en/of te Almelo en/of te Delden, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, (telkens) heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [bedrijf 1] B.V, in elk geval een hoeveelheid elektriciteit, althans enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit, althans het weg te nemen goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2021 tot en met 15 december 2021 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/of voorhanden gehad, dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad, te weten
een of meer kweekruimte(n) ( [adres 6] ) met daarin diverse (hennepgerelateerde) goederen, waaronder:
(kweekruimte 1)
- 48, althans een of meer transformator(en) met lamparmatuur en/of
- een hangend koolstoffilter en/of
- een slakkenhuis en/of
- 6, althans een of meer ventilator(en) en/of
- 3, althans een of meer opticlimates en/of
- 800, althans een hoeveelheid bloempotten gevuld met potgrond en/of
- een aan- en afzuiginstallatie en/of
(kweekruimte 2)
- 39, althans een of meer transformator(en) met lamparmatuur en/of
- een hangend koolstoffilter en/of
- een slakkenhuis en/of
- 10, althans een of meer hangende ventilator(en) en/of
- 2, althans een of meer opticlimates en/of
- een aan- en afzuiginstallatie en/of
(kweekruimte 3)
- 39, althans een of meer lamparmatu(u)r(en) en/of
- 3, althans een of meer assimilatielamp(en) en/of
- een transformator en/of
- 2, althans een of meer koolstoffilter(s) en/of
- een slakkenhuis en/of
- 2, althans een of meer ventilator(en) en/of
- een hotbox en/of
10, althans een of meer lamparmatu(u)r(en) en/of 5, althans een of meer assimilatielamp(en) en/of een schakelbord en/of 10, althans een of meer transformator(en) en/of 2, althans een of meer temperatuur-/ventilatieregelaar(s) en/of 2, althans een of meer fancontrol(s) en/of een compressor,
waarvan hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of (telkens) ernstige reden
had(den) te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of
ruimten en/of gelden en/of andere betaalmiddelen en/of gegevens (telkens) bestemd
waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet
strafbaar gestelde feiten;
4
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2018 tot en met 09 mei 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, als uitvoerder en/of als toezichthouder, althans als lid, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten
- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, te weten het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en/of onder C van de Opiumwet gegeven verbod, te weten het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben van (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit (telkens) betrekking had op een grote hoeveelheid van dat middel dan wel (een) middel(len) aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
-misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Op 9 juni 2021 is door de districtsrecherche Twente een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam Agaran21. Het strafrechtelijk onderzoek richtte zich op het bedrijfsmatig inrichten, onderhouden en exploiteren van hennepkwekerijen en verhandelen van hennep door verdachte [medeverdachte 1] . Gedurende het onderzoek zijn meer verdachten in beeld gekomen en zijn meerdere hennepkwekerijen en hennepdrogerijen, een hennepstekkerij en vuurwerk aangetroffen die in verband worden gebracht met de verdachte [medeverdachte 1] (hierna ook: [medeverdachte 1] ), en verdachten [medeverdachte 2] (hierna ook: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 4] (hierna ook: [medeverdachte 4] ), [verdachte] (hierna ook: [verdachte] ), [medeverdachte 3] (hierna ook: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 5] (hierna ook: [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 6] (hierna ook: [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 7] (hierna ook: [medeverdachte 7] ).
De rechtbank stelt hierna (de) feiten vast op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting.
4.2
Identificatie gebruikers Encrochat en aliassen
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen Encrochat-berichten. Er werd gebruik gemaakt van de diensten van Encrochat. Met Encrochat werden berichten verzonden met of aan onder meer de volgende accounts, alle eindigend op @encrochat.com:
  • [gebruikersnaam 1]
  • [gebruikersnaam 2]
  • [gebruikersnaam 3] .
De vraag die in alle zaken, en al dan niet in reactie op een verweer, allereerst moet worden beantwoord, is of de personen tegen wie door het openbaar ministerie in het onderzoek Agaran21 vervolging is ingesteld, te identificeren zijn als de gebruikers van deze Encrochat-accounts, als de gebruikers van de aangetroffen telefoons en als de gebruikers van de in de berichten en contactgegevens gebruikte aliassen. Dat geldt met name voor [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] .
Als het antwoord op deze vragen bevestigend is, dan dient de vragen te worden beantwoord of zij betrokken zijn bij de aan hen ten laste gelegde strafbare feiten en hoe deze betrokkenheid gekwalificeerd kan worden.
4.2.1
Account [gebruikersnaam 1]
De rechtbank stelt vast op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 3] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 1] en dat hij daarmee onder diverse namen in de contactenlijst en berichten van medeverdachten figureerde. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 3] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 3] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van dit account aanduiden als [medeverdachte 3] .
4.2.2
Account [gebruikersnaam 2]
De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 1] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 2] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 1] , [alias 2] , [alias 3] , [alias 4] , [alias 5] , [alias 6] , [alias 7] , [medeverdachte 1] en [alias 8] ) in de contactenlijsten van anderen figureerde. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 1] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 1] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [gebruikersnaam 2] aanduiden als [medeverdachte 1] .
4.2.3
Account [gebruikersnaam 3]
De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 2] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 3] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 9] , [alias 2] en [alias 10] ), onder andere met het alias [alias 11] , in de contactenlijst van anderen en in berichten voorkwam. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 2] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 2] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [gebruikersnaam 3] aanduiden als [medeverdachte 2] .
4.3
Identificatie aangetroffen telefoons en aliassen
Op 9 mei 2022 zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] aangehouden en zijn hun woningen doorzocht. Daarbij werden de volgende telefoons aangetroffen en in beslag genomen. In de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 7] vijf smartphones en een cryptotelefoon, bij [medeverdachte 2] aan de [adres 8] acht telefoons, bij [verdachte] aan de [adres 9] een telefoon en bij [medeverdachte 3] aan de [adres 10] twee Google Pixel telefoons (4A en 3A), drie iPhones en twee Nokia’s.
4.3.1
iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] van [medeverdachte 1]
De onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] is onderzocht en uitgelezen. [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat + [telefoonnummer 1] zijn telefoonnummer is en dat hij de enige gebruiker is van deze telefoon.
Op de telefoon zijn de volgende accountnamen aangetroffen:
WhatsApp: ‘ [gebruikersnaam 4] ’,
Signal: ‘ [gebruikersnaam 5] ’.
In de telefoon zijn de volgende contacten gevonden:
Signal: ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 2] en ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 3]
WhatsApp: ‘ [gebruikersnaam 7] + [telefoonnummer 4] .
4.3.2
Contact ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 2] (Signal) en ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 3] (Signal)
Het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] is getapt. Het nummer werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . Dit IMEI-nummer behoorde bij een Google Pixel 4A telefoon die bij de doorzoeking aan de [adres 10] , waar [medeverdachte 3] als enige aanwezig was, in beslag werd genomen.
[medeverdachte 1] had contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] van ‘ [gebruikersnaam 6] ’ tot en met 28 juni 2021 en vanaf 27 juni 2021 met het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] van ‘ [gebruikersnaam 6] ’. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [gebruikersnaam 6] eerst telefoonnummer + [telefoonnummer 2] heeft gebruikt en daarna het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] . De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat ‘ [gebruikersnaam 6] ’ een bijnaam/alias is van [medeverdachte 3] .
4.3.3
iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2]
De onder [medeverdachte 2] in beslag genomen iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] is onderzocht en uitgelezen. Dit nummer is ook gebruikt in de hieronder genoemde iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 11] ’ van [medeverdachte 2] .
4.3.4
iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 11] ’ van [medeverdachte 2]
De iPhone X is op 9 mei 2022 in de woning aan de [adres 8] aangetroffen in een kastje in de woonkamer. In die woning was op 9 mei 2022 [medeverdachte 2] als enige persoon aanwezig. De Apple ID van deze telefoon is onder andere [e-mailadres 1] en de telefoonnaam is ‘ [alias 11] ’. Het laatst gebruikte telefoonnummer in dit toestel is + [telefoonnummer 5] . Het eerder gebruikte telefoonnummer is + [telefoonnummer 4] .
In de contacten staat ‘mama’ met telefoonnummer + [telefoonnummer 6] opgeslagen. Dit telefoonnummer wordt gebruikt door [naam 1] , zij is de moeder van [medeverdachte 2] . Ook staan de contacten ‘ [medeverdachte 4] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 7] en ‘ [medeverdachte 1] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] opgeslagen.
Bij de analyse van de data van deze telefoon zijn geen indicaties aangetroffen die erop wijzen dat de telefoon door meerdere personen is gebruikt. In verschillende chats werd [medeverdachte 2] aangesproken met de naam ‘ [medeverdachte 2] ’ en in verschillende berichten eindigde [medeverdachte 2] het bericht met ‘Mvg [medeverdachte 2] ’. Ook zijn op deze telefoon twee WhatsApp-gesprekken gevoerd. In beide WhatsApp-gesprekken werd gebruik gemaakt van de alias ‘ [alias 11] ’.
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [medeverdachte 2] de enige gebruiker van deze telefoon is geweest.
Zoals eerder vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 2] ’ aan [medeverdachte 1] en het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 3] ’ aan [medeverdachte 2] toe. [medeverdachte 1] heeft het account [gebruikersnaam 3] onder de naam ‘ [alias 11] ' opgeslagen. Op 3 mei 2020 vindt er middels Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waarin [medeverdachte 2] door [medeverdachte 1] wordt aangeduid als ‘ [alias 11] ’ en waar [medeverdachte 2] op reageert met ‘oke maat’.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 2] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 11] ’.
4.3.5
iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] van [verdachte] en alias ‘ [alias 12] ’
[verdachte] heeft ter zitting bekend dat + [telefoonnummer 8] zijn telefoonnummer is en dat hij de enige gebruiker is van dit nummer. Hij heeft ontkend dat hij gebruik heeft gemaakt van de alias ‘ [alias 12] ’.
De onder [verdachte] in beslag genomen iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] is onderzocht en uitgelezen. Op de telefoon zijn berichten in de app Telegram aangetroffen waarin de ‘owner’ zich ‘ [alias 12] ’ noemt.
Zoals vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 2] ’ aan [medeverdachte 1] en dat van ‘ [gebruikersnaam 3] ’ aan [medeverdachte 2] toe. Op 5 april 2020 vindt er via Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waaruit de rechtbank afleidt dat [medeverdachte 2] en ‘ [alias 12] ’ in een hennepkwekerij in [plaats] zijn en hier toezicht houden op ingehuurde hennepknippers. Omstreeks 15:38 uur vraagt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] wat ze moeten eten. Hierop geeft [medeverdachte 2] de bestelling van hem en ‘ [verdachte] ’ door. Enkele minuten later stuurt [medeverdachte 2] nogmaals een lijst met voedingswaren door, maar ditmaal voor hem, ‘ [alias 12] ’ en de hennepknippers.
Vervolgens stuurt [medeverdachte 2] omstreeks 22:31 uur een bericht aan [medeverdachte 1] , waarin hij schrijft dat ‘ [alias 12] ’ zo gaat kijken en hij stuurt een foto waarop [verdachte] is afgebeeld. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [verdachte] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 12] ’.
4.4.
De feiten 1, 2, 3 en 4
Zoals hiervoor al samengevat: feit 1 betreft de hennepkwekerijen, feit 2 de diefstal van stroom, feit 3 voorbereidingshandelingen en feit 4 de deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband zoals strafbaar gesteld in de Opiumwet.
4.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het volgende standpunt gesteld, zakelijk weergegeven.
Verdachte dient integraal vrijgesproken te worden van het onder 1 , 2, 3 en 4 tenlastegelegde.
Het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om vast te kunnen stellen dat [verdachte] betrokken is geweest bij de hennepkwekerij(en) en diefstal van elektriciteit in de panden aan de [adres 2] , het [adres 4] en de [adres 5] . Bij de hennepkwekerij aan [adres 3] heeft verdachte bekend dat hij hennepplanten heeft geknipt en potten heeft gevuld met zand. Dit is onvoldoende voor medeplegen. Nu medeplichtigheid niet is tenlastegelegd dient verdachte te worden vrijgesproken.
Bij feit 4 kan niet worden bewezen dat het aandeel van verdachte dusdanig is geweest dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie.
4.4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.4.3.1 Beoordelingskader voor medeplegen
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. [1]
4.4.3.2 De redengevende feiten en omstandigheden voor de feiten 1, 2 en 3
De rechtbank stelt hierna per adres relevante feiten en omstandigheden voor zowel de hennepkwekerijen (feit 1) als de diefstal van de elektriciteit (feit 2) en de voorbereidingshandelingen (feit 3) vast.
De rechtbank overweegt vervolgens waarom zij op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden tot conclusies komt, mede op basis van nader vastgestelde feiten en omstandigheden, en beantwoordt daarna de bewijsvraag. De rechtbank zal gebruik maken van zogenoemd schakelbewijs en per locatie vermelden welke feiten en omstandigheden daarvoor van belang zijn. De vaststellingen en overwegingen over het schakelbewijs zijn aan het eind van de bewijsoverwegingen opgenomen.
4.4.3.3 [adres 2] (zaaksdossier 3) feit 1 en 2
Op 7 maart 2021 treft de politie een deels geoogste hennepkwekerij aan op de van het trapgat en benedenverdieping door een extra wand afgescheiden bovenverdieping van een woning aan de [adres 2] . De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen. In en buiten de woning vindt de politie in totaal vijf identieke sporttassen met daarin sealbags met hennep. Kort voor deze ontdekking vluchten twee onbekend gebleven mannen aan de voorzijde van de woning en bevinden [medeverdachte 1] en [verdachte] zich in de brandgang naast de woning. Die brandgang geeft toegang tot een achter de schutting van de woning gelegen veldje waar twee van de vijf sporttassen worden gevonden. Verbalisanten hebben steeds zicht op de brandgang gehouden en geen andere personen dan [medeverdachte 1] en [verdachte] daar gezien. Sporen van het door [medeverdachte 1] en [verdachte] in die brandgang (beweerdelijk) urineren zijn niet aangetroffen. [medeverdachte 1] en [verdachte] behoren tot een groep van vier mannen die regelmatig bij perceel [adres 2] naar binnen gaan. [naam 2] huurt de woning op nummer [adres 2] . Zij verhuurt de zolder aan “ [naam 3] ”. Zij heeft de sleutel van haar woning aan “ [naam 4] ”, een vriend van “ [naam 3] ” gegeven. “ [naam 4] ” zou het trapgat dichtmaken. In de iPhone van [medeverdachte 2] is een chatgesprek aangetroffen met [naam 2] in de periode van 29 december 2020 tot 24 februari 2021. [medeverdachte 2] noemt zich in dat gesprek “ [alias 11] ”. Ook “ [naam 4] ” komt ter sprake. Verder wordt gesproken over stromend water dat [naam 2] gehoord heeft, wat volgens [medeverdachte 2] kan kloppen, over gereedschap ophalen en vinden de bezoeken vaak laat in de avond plaats.
Op de sealbags aangetroffen in een van de sporttassen zijn twee dactyloscopische sporen van [medeverdachte 1] aangetroffen.
4.4.3.4 [adres 3] (zaaksdossier 1) feit 1 en 2
Op 19 november 2020 treft de politie een hennepkwekerij aan in een pand op het adres [adres 3] . In kweekruimte 1 staan 860 hennepplanten. In de overige twee kweekruimtes staan geen hennepplanten, maar de ruimten zijn wel ingericht als kweekruimtes. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen.
Er is een netmeting op de elektriciteitskabel waarop dit adres is aangesloten verricht door
[bedrijf 1] BV. In de meetperiode zijn twaalfuurs verbruikspatronen te zien. In de meetperiode van 19 oktober 2019 tot en met 28 september 2020 is te zien dat er vier keer een volledige kweekperiode is geweest.
Het pand werd sinds februari 2019 door een katvanger gehuurd ten behoeve van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] . In de periode voorafgaand aan de in november 2020 aangetroffen kwekerij hebben er andere kweken plaatsgevonden, in elke geval rond april 2020. [medeverdachte 1] ( [gebruikersnaam 2] ) en [medeverdachte 2] ( [gebruikersnaam 3] ) van 5 april 2020 tot en met 16 mei 2020 meerdere chats en afbeeldingen naar elkaar gestuurd die betrekking hebben op een eerdere kweek in dit pand rond die tijd. Daarin wordt de naam van [verdachte] genoemd. Op een van de foto’s - verstuurd op 5 april 2020 - is [verdachte] ook te zien, zittend in de hennepkwekerij aan de [adres 3] met een (kennelijk net geoogste) hoeveelheid hennep in zijn handen. [medeverdachte 2] verstuurde die foto toen naar [medeverdachte 1] .
4.4.3.5 [adres 4] (zaaksdossier 4) feit 1 en 2
Op 27 juli 2021 treft de politie een professioneel ingerichte hennepkwekerij aan in een pand op het adres [adres 4] . In twee kweekruimtes staan in totaal 1769 planten. Door middel van hotboxen werd CO2 aan de kweekruimten
toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding die weer was
aangesloten op de gasleiding in de meterkast. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen. [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn in de periode van 1 juli tot en met 27 juli 2021 diverse keren in het pand geweest. Andere personen, behalve [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] , zijn niet in het pand geweest.
In het pand werden leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland en verwensingen aan het adres van de politie.
4.4.3.6 [adres 5] (zaaksdossier 5) feit 1 en 2
Op 26 november 2021 treft de politie een hennepkwekerij aan in een pand aan de [adres 5] . In twee kweekruimtes staan in totaal 826 planten. Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen.
4.4.3.7 [adres 6] (zaaksdossier 6) feit 3
Op 15 december 2021 is aan de [adres 6] een in aanbouw zijnde zeer professionele hennepkwekerij aangetroffen. Kweekruimte één was opgebouwd en nagenoeg klaar. In deze kweekruimte werden diverse hennepgerelateerde goederen aangetroffen, te weten 48 transformatoren met lamparmatuur, een hangend koolstoffilter, een slakkenhuis, zes ventilatoren, drie opticlimates, 800 bloempotten gevuld met potgrond en een aan- en afzuiginstallatie. Kweekruimtes twee en drie waren in opbouw. In deze kweekruimtes werden 39 transformatoren met lamparmatuur, een hangend koolstoffilter, een slakkenhuis, tien hangende ventilatoren, twee opticlimates, een aan- en afzuiginstallatie, 39 lamparmaturen, drie assimilatielampen, een transformator, twee koolstoffilters, een slakkenhuis, twee ventilatoren en een hotbox aangetroffen. In de overige ruimte tussen de kweekruimten werden tien lamparmaturen, vijf assimilatielampen, een schakelbord, tien transformatoren, twee temperatuur-/ventilatieregelaars, twee fancontrols en een compressor aangetroffen. In het pand werden in de gang voor de kweekruimte op het keukenblok handschoenen aangetroffen met daarop het DNA van [verdachte] .
4.4.3.8 De overwegingen met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3
4.4.3.9 [adres 2] (zaaksdossier 3) feit 1en 2
Feit 1
De rechtbank is van oordeel dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] tezamen en in vereniging in deze kwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 36,24 kilo hennep opzettelijk aanwezig hebben gehad.
Feit 2
De elektriciteit werd buiten de meter afgenomen. Dit behoorde tot de vaste werkwijze van verdachten bij de hennepkwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad. Ook dat feit zal bewezen worden verklaard.
4.4.3.10 [adres 3] (zaaksdossier 1) feit 1 en 2
Feit 1
[verdachte] heeft ter terechtzitting bekend dat hij in de hennepkwekerij is geweest en dat hij heeft geholpen met het verpotten, zand sjouwen en knippen van de hennepplanten.
Hij was met [medeverdachte 2] op 5 en 6 april 2020 in de hennepkwekerij aan [adres 3] . Zij houden zich bezig met het oogsten van de hennep en houden toezicht op de hennepknippers. Er wordt gesproken over het vullen van dozen met geoogste henneptoppen, het knippen van henneptoppen en het dichtmaken van strijkzakken. [medeverdachte 2] staat hierbij steeds in nauw contact met [medeverdachte 1] ( [gebruikersnaam 2] ). De rechtbank kwalificeert dit als medeplegen. Weliswaar zijn de chats verstuurd vóór de ten laste gelegde periode, maar vast staat dat ook toen al een kwekerij werd geëxploiteerd waarbij en waarin [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] samenwerkten. Een samenwerking die nauw en bewust was: de bijdrage van [verdachte] was daarvoor van voldoende gewicht, gelet op zijn rol in de eindfase (oogst en verzending) van de hennep waarbij [verdachte] niet een anonieme knipper was maar een gelijkwaardige kracht wiens foto - gemaakt tijdens zijn werkzaamheden - kennelijk geschikt bevonden werd voor de digitale annalen van de hierna te bespreken organisatie.
De rechtbank is van oordeel dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] tezamen en in vereniging in deze hennepkwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 860 hennepplanten opzettelijk aanwezig hebben gehad.
Feit 2
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad.
4.4.3.11 [adres 4] (zaaksdossier 4) feit 1 en 2
Feit 1
[verdachte] bekent dat hij in het pand is geweest en heeft ter terechtzitting verklaard dat hij daar was om spullen te brengen, daar ook wel schilderwerk heeft verricht, maar niets gezien of geroken heeft van een hennepkwekerij. Hij wil niet zeggen in wiens opdracht hij dat deed. Die verklaring acht de rechtbank ongeloofwaardig. In de eerste plaats beschikte hij op 13 juli 2021 over de sleutel van het pand, opende deur en ging met [medeverdachte 2] naar binnen. Hij bleef ongeveer negentien minuten binnen. Op 24 juli 2021, toen er dus in twee kweekruimtes al planten stonden, betrad hij het pand met [medeverdachte 1] en bleef daar ongeveer zeventien minuten. Het is ongeloofwaardig dat hij in dat tijdsbestek niets van de kwekerij heeft gezien of geroken.
De rechtbank is van oordeel dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] tezamen en in vereniging in deze kwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 1769 hennepplanten opzettelijk aanwezig hebben gehad. In de periode waarin de aangetroffen kweek plaatsvond - de op 27 juli 2021 aangetroffen planten waren respectievelijk anderhalve week (kweekruimte 1) en drie weken (kweekruimte 2) oud - waren zij veelvuldig gedurende enige tijd in of bij het pand aanwezig. Het telen van deze grote hoeveelheid planten in een bijzonder professioneel ingerichte kwekerij vergt de betrokkenheid van meer personen. Andere personen dan te zien zijn op de camerabeelden, zijn het pand niet in geweest. Het kan daarom niet anders zijn dan dat [verdachte] bij de kwekerij een als medeplegen te kwalificeren betrokkenheid heeft gehad.
Feit 2
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad.
4.4.3.12 [adres 5] (zaaksdossier 5) feit 1 en 2
Feit 1
[verdachte] heeft ter terechtzitting hetzelfde verklaard als bij de politie, samengevat het volgende. Hij wist niet dat er een hennepkwekerij zat en stroomdiefstal plaatsvond in het achterste deel van het pand. In het voorste deel was hij bezig met een verbouwing, omdat zijn vriendin [naam 5] daar een nagelstudio wilde openen.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, voor zover het een ontkenning is van betrokkenheid bij de hennepkwekerij.
Het dossier bevat bewijsmiddelen waaruit die betrokkenheid wel blijkt.
[naam 6] verhuurde vanaf 1 juni 2020 het pand aan de [adres 5] aan [naam 7] die op zijn beurt het voorste deel aan [verdachte] en zijn vriendin [naam 5] verhuurde en het achterste deel, waar de hennepkwekerij werd aangetroffen, zoals hij beweert, aan iemand anders. [2] , [3]
[naam 8] , de zoon van [naam 6] , kent [medeverdachte 1] al sinds zijn jeugd en had contact met hem over de huur van het pand. Zo vraagt hij [medeverdachte 1] om timmermannen die werkzaamheden in het pand kunnen verrichten, verwijst [naam 7] zoon [naam 8] naar [medeverdachte 1] om de huurachterstand aan te zuiveren en spreekt ook vader [naam 6] [medeverdachte 1] rechtstreeks aan op het betalen van de huur. Op 7 november 2021 stuurt hij [medeverdachte 1] een WhatsApp-bericht dat luidt: "Wanneer betaal je de rest van de huur?"
[naam 6] en [naam 7] ontkennen betrokkenheid bij de hennepkwekerij en stroomdiefstal. Of die verklaringen geloofwaardig zijn, laat de rechtbank in het midden.
De beweerdelijke huurder van het deel waarin de kwekerij is aangetroffen is in Roemenië gehoord en heeft de huurovereenkomst met [naam 7] niet afgesloten. [4] Dit duidt op een gerichte handeling om door identiteitsfraude een spoor naar verdachten te verbergen.
Er is in de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] een notitie aangetroffen, getiteld “ [titel] ”. Deze bevat een uitgebreide opsomming van allerlei aan hennepteelt- én nagelstudiogerelateerde uitgaven.
De rechtbank leidt uit dit alles af dat de nagelstudio van [naam 5] werd opgebouwd als rookgordijn voor de daarachter plaatsvindende opbouw en exploitatie van een hennepkwekerij. Daarbij werd [naam 7] als katvanger voor de huur van het hele pand ingezet. [medeverdachte 1] had contact met [naam 6] en diens zoon [naam 8] en betaalde feitelijk de huur, al dan niet door tussenkomst van [naam 7] . [verdachte] verrichtte de werkzaamheden in het pand, zogenaamd (en wellicht ook wel) in de nagelstudio, maar feitelijk met name in de kwekerij.
De conclusie is dat [verdachte] een cruciale rol had bij deze kwekerij. Hij was in de kwekerij aanwezig, verrichtte daar werkzaamheden en bemoeide zich met de waarschijnlijk uitsluitend als dekmantel fungerende nagelstudio in oprichting. Dit alles in samenwerking met [medeverdachte 1] die eveneens een cruciale rol vervulde. Hij bemoeide zich met huur van het pand, betaalde de huur, was contactpersoon voor de eigenaar en bemoeide zich ook met de nagelstudio. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
Feit 2
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad.
4.4.3.13 [adres 6] (zaaksdossier 6) feit 3
De rechtbank is van oordeel dat het enkele aantreffen van een paar handschoenen met daarop het DNA van [verdachte] voor een bewezenverklaring van dit feit onvoldoende bewijs oplevert en zal verdachte van dit feit vrijspreken.
4.4.3.14 Uitoefening van een beroep of bedrijf
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van vier hennepkwekerijen. De capaciteit van de hennepkwekerijen tezamen was aanzienlijk. In totaal was sprake van 3.455 hennepplanten, en 36,24 kilogram hennep en werden er kweekruimten aangetroffen waar al was geoogst. Dat betekent dat ook derden moeten zijn ingeschakeld om daarbij te helpen, hetgeen ook in chats wel wordt benoemd als er over knippers wordt gesproken [5] . De teeltprocessen geschiedden in afzonderlijke, daarvoor ingerichte ruimtes onder gecontroleerde condities en deels geautomatiseerd met behulp van technische middelen, kennelijk ter optimalisering van het teeltproces en minimalisering van de daarvoor van de telers vereiste inspanningen. De kweekruimtes waren op professionele wijze aangelegd, waaruit kan worden afgeleid dat ze waren opgezet met de bedoeling daarin verschillende keren te oogsten. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
4.4.4
Feit 4
4.4.4.1 Het juridisch kader
Voor bewezenverklaring van wat als feit 4 is ten laste gelegd, deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b Opiumwet, moet worden vastgesteld dat:
sprake is geweest van een organisatie
die organisatie tot oogmerk heeft gehad het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 van de Opiumwet, en
verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen.
4.4.4.2 Vaststelling van feiten
Alle hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden (en de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen en overwegingen) betrekt de rechtbank bij de bewijsvraag van het ten laste gelegde onder 4. Als bewijsmiddel is verder het samenvattende proces-verbaal uit het zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet gebruikt. Dit proces-verbaal is een correcte samenvatting van alle in de daarin opgenomen voetnoten aangeduide brondocumenten. De rechtbank neemt ook hier alle conclusies van de verbalisant over en maakt deze tot de hare.
4.4.4.3 Overwegingen en conclusie
De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat verdachte in een periode van twee jaren samen met anderen bij de hennepteelt en diefstal van stroom betrokken is geweest. Daarbij ging het om (grote hoeveelheden) hennep die bedrijfsmatig werd(en) geteeld. Het bedrijfsmatige karakter bleek niet alleen uit de wijze waarop de kwekerijen waren ingericht maar uit de gehele organisatie die de complete keten van stekken naar oogst omvatte. Er was een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband waarvan onder andere de broers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [verdachte] deel uitmaakten. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] hadden een regelende en sturende rol, zij onderhielden contact over opbouw van kwekerijen, levering van stekken, waarvoor [medeverdachte 3] zorgde, en over het oogsten. De broers en [medeverdachte 3] woonden in dezelfde straat, de [adres 7] , [verdachte] daar vlakbij. Hun levens waren met elkaar verbonden door het delen van woningen, tuinen en auto’s. Ook partners ( [medeverdachte 6] van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] van [medeverdachte 3] ) werden ingezet. [medeverdachte 2] en [verdachte] verrichtten de uitvoerende werkzaamheden. Alle verdachten wisten dat het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 Opiumwet en diefstal van stroom het doel was.
De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet met als oogmerk het beroeps- en bedrijfsmatig telen van hennep en het aanwezig hebben van hennep en dat [verdachte] als uitvoerder aan deze organisatie heeft deelgenomen. De rechtbank acht het tenlastegelegde onder 4 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.4.5
Schakelbewijsoverweging
De rechtbank maakt voor de bewezenverklaring gebruik van zogenoemd schakelbewijs. Dit is een wijze van bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Daarvan is in deze zaak sprake. Het bewijsmateriaal voor de feiten vertoont op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen en duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte en de medeverdachten.
De rechtbank is van oordeel dat de redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot de afzonderlijke zaken, voor (het medeplegen van) elk van de kwekerijen en de diefstal van stroom en voor het crimineel samenwerkingsverband, voldoende wettig en overtuigend bewijs opleveren. In samenhang bezien versterken die feiten en omstandigheden bovendien het bewijs in elk van die zaken en in zoverre zijn deze over en weer redengevend omdat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomen.
De volgende overeenkomsten van in de panden aangetroffen voorwerpen, gebruikte auto’s en andere omstandigheden zijn van belang:
  • hennep aangetroffen in vijf sporttassen aan de [adres 2] met het opschrift [omschrijving] en ook op de zolder van de woning aan de [adres 9] waar [medeverdachte 2] stond ingeschreven en waarin [verdachte] verbleef werd een rood/ zwarte sporttas van [locatie] aangetroffen,
  • verwijzingen naar nazi-Duitsland, anti-politieleuzen en symbolen bij, het [adres 4] en aan de [adres 11] en de [adres 6]
  • de vraag naar 15.000 of 30.000 liter diesel bij de [adres 5] en het aggregaat dat is aangetroffen aan de [adres 6] en de met een dieselgenerator verbonden vaten met 750 liter rode diesel aan de [adres 12] en vier opslagtanks met rode diesel aan de [adres 13]
  • de hoge mate van professionaliteit in de (aanbouw zijnde) hennepkwekerijen aan het [adres 4] , de [adres 6] en de [adres 11]
  • toevoeging van CO2 om de groei te bevorderen aan het [adres 4] , de [adres 5] en de [adres 11]
  • [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] maakten gebruik van dezelfde voertuigen, te weten de Renault Master met kenteken [kenteken 1] op naam van [medeverdachte 6] , de Peugeot Expert met kenteken [kenteken 2] op naam van [medeverdachte 4] en de Opel Movado met kenteken [kenteken 3] op naam van [naam 9] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] maakten daarnaast nog gebruik van de Ford Transit met kenteken [kenteken 4] , op naam van [medeverdachte 2]
  • diefstal elektriciteit ten behoeve van de kwekerijen
  • katvangers en/of dekmantels voor de huur van panden.
4.6
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 9 mei 2022 te Enschede en te Almelo en te Delden, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
-in een pand aan de [adres 2] en
-in een pand aan [adres 3] en
-in een pand aan het [adres 4] en
-in een pand aan de [adres 5] ,
telkens opzettelijk een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van 36,24 kg hennep en 860 hennepplanten en 1769 hennepplanten en 826 hennepplanten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 9 mei 2022 te Enschede en te Almelo en te Delden, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [bedrijf 1] B.V, een ander dan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de weg te nemen elektriciteit, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
4.
hij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 9 mei 2022 in Nederland, als uitvoerder heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten
- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, en
-misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 3, 11 en 11b van de Opiumwet (Ow). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, het geringe aandeel van verdachte en de persoon van verdachte. De raadsman heeft verzocht aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest. Eventueel kan daarnaast een taakstraf worden opgelegd van maximaal 240 uur per bewezen feit en, in geval van een voorwaardelijke straf, een proeftijd van maximaal één jaar.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
-
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich in een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband dat het plegen van hennepgerelateerde misdrijven tot oogmerk had, waaronder het telen van hennep op verschillende locaties in Twente en diefstal van elektriciteit. Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van die misdrijven, waarbij de hennepkweek bedrijfsmatig plaatsvond in grote hoeveelheden.
Het criminele samenwerkingsverband, dat onder leiding stond van [medeverdachte 1] , hield zich op grote schaal bezig met de teelt van en handel in hennep. Verdachte verrichtte diverse werkzaamheden binnen het proces van hennepteelt. De teelt vond plaats in woningen en bedrijfspanden die werden gehuurd door katvangers. Ook werd een beautysalon van de toenmalig partner van verdachte als schijnonderneming gebruikt. De borg en huur werden vaak contant betaald en de elektriciteit illegaal afgenomen. Kenmerkend voor de kwekerijen van het samenwerkingsverband was niet alleen een hoge mate van professionaliteit, maar ook de aanwezigheid van anti-politieleuzen en teksten en symbolen die verwijzen naar nazi-Duitsland.
De werkwijze van het criminele samenwerkingsverband en van verdachte, die daaraan volop deelnam, getuigt van een totaal gebrek aan respect voor wetten, regels, gezag en het welzijn van anderen. Verdachte heeft zijn eigen financiële belangen voorop gesteld en geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de teelt van en handel in hennep veroorzaken. De verslavende werking van softdrugs kan allerlei problemen teweegbrengen bij de gebruikers en hun omgeving, zoals gezondheidsschade, (vermogens)criminaliteit en verloedering van leefomgevingen. Diefstal van elektriciteit levert netbeheerders niet alleen financiële schade op, maar vergt van hen ook de nodige tijd en inspanningen om de schade voor elke locatie in kaart te brengen en te verhalen. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij hieraan in deze mate heeft bijgedragen.
Verdachte stelt een beperktere rol te hebben gehad dan de rechtbank bewezen acht en neemt dus maar beperkt verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Verdachte heeft weinig losgelaten over de achtergrond en weinig inzicht getoond over de gevolgen daarvan.
-
De persoon van verdachte
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van 14 april 2025 waaruit blijkt dat hij niet eerder voor een Opiumwetfeit met politie en justitie in aanraking is gekomen en dat artikel 63 Sr meerdere keren van toepassing is.
Het meest recente over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 22 mei 2025 vat deels de eerder opgemaakte rapporten in deze zaak samen en beschrijft het verloop van het toezicht tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het rapport houdt in dat het tijdens de schorsing niet tot diagnostiek en een behandelaanbod is gekomen door de proceshouding van verdachte en omdat hij geen volledige openheid van zaken gaf. De reclassering kan het risico op recidive niet inschatten, omdat dossierinformatie niet overeenkomt met wat verdachte de reclassering vertelt. De reclassering ziet geen noodzaak voor (nieuwe) reclasseringsbemoeienis en adviseert om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
-
De redelijke termijn van berechting
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van de verdachte dient als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van de zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt over de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende. Verdachte is in verzekering gesteld op 9 mei 2022. Op die dag is de redelijke termijn aangevangen. Het eindvonnis wordt gewezen op 11 juli 2025. Dat is drie jaar en twee maanden later. De rechtbank is van oordeel dat zich in deze zaak verschillende bijzondere omstandigheden voordoen. Het gaat om een omvangrijk onderzoek met acht verdachten. Hun berechting heeft gelijktijdig plaatsgevonden. Op 13 november 2023 heeft een regiezitting plaatsgevonden, waarna op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris veel getuigen zijn gehoord. Vanaf november 2024 is geprobeerd om de inhoudelijke behandeling van de zaak te plannen. Door de vele verhinderdatums die door de verdediging werden opgegeven kon de behandeling pas zeven maanden later, in juni 2025, plaatsvinden. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.
-
De op te leggen straf
Alles afwegende en rekening houdend met het feit dat verdachte van feit 3 wordt vrijgesproken is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
-
De voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden. Het bevel is met ingang van 24 augustus 2022 geschorst en verdachte heeft zich sindsdien aan de voorwaarden gehouden. De rechtbank is van oordeel dat er geen grond meer is om de voorlopige hechtenis te laten voortduren.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partij
[adres 3]
[bedrijf 1] BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- netwerkkosten elektriciteit € 866,60
- verbruik elektriciteit € 25.871,74
- kosten netmeting € 359,63
- uurtarief inspecteur (dag) € 300,00
- vooronderzoek en dossieraanleg € 62,37
- dossierverwerking en aangifte € 124,76
- opmaken factuur € 83,19
- afhandelingskosten € 124,76
- elektriciteitsmeter 3 fase
€ 42,53
totaal € 27.835,58
betaald door debiteur i.v.m. heraansluiting
€ 13.917,79
nog te vorderen € 13.917,79.
[adres 5]
[bedrijf 1] BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- netwerkkosten elektriciteit € 153,52
- administratiekosten € 397,83
- uurtarief inspecteur avond € 585,00
- uurtarief monteur avond € 210,00
- uurtarief monteur avond € 210,00
- elektriciteitsmeter slim € 56,19
- verbruik elektriciteit € 1.766,32.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partij [bedrijf 1] die betrekking hebben op [adres 3] en de [adres 5] in het geheel hoofdelijk kunnen worden toegewezen, met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gelet op de bepleite vrijspraak ten aanzien van [adres 3] en de [adres 5] op het standpunt gesteld dat [bedrijf 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vorderingen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
[adres 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de datum waarop de betreffende hennepkwekerij door de politie is aangetroffen, te weten 19 november 2020.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
[adres 5]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de datum waarop de betreffende hennepkwekerij door de politie is aangetroffen, te weten 26 november 2021.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf moet worden toegewezen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in verband met het tijdsverloop verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het tijdsverloop, de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf niet opportuun is, zodat zij de vordering tot tenuitvoerlegging zal afwijzen.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
[adres 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] BV toe tot een bedrag van
€ 13.917,79 bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1] BV (feit 2): van een bedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2020, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
[adres 5]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] BV toe tot een bedrag van
€ 3.378,86 bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1] BV (feit 2): van een bedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 november 2021, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 84/032899-21
-
wijstde vordering
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. P. van Kesteren en
mr. A.M.G. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Twente, met nummer ON2R021044 en onderzoeksnaam Agaran21. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Van een aantal bewijsmiddelen worden, vanwege de omvang ervan, (redengevende delen uit) het integrale proces-verbaal aangehecht aan het vonnis, achter deze bijlage en deze maken daarmee ook deel uit van het vonnis.
De bewijsmiddelen worden in onderlinge samenhang voor alle feiten gebruikt.
Per zaaksdossier en/of kwekerij worden de specifiek daarop betrekking hebbende bewijsmiddelen opgenomen.
Voor zover in de bewijsmiddelen passages staan die als conclusies van verbalisanten zouden kunnen worden gekwalificeerd, zijn dit conclusies die naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden getrokken zijn en neemt de rechtbank deze over en maakte deze tot de hare.
Identificatie van de Encrochat-accounts
De processen-verbaal van identificatie en verdieping identificatie zijn aan deze bewijsmiddelenbijlage gehecht. De rechtbank volstaat hier met een opsomming van die processen-verbaal uit het dossier:
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 2] ”, (pagina’s 46 – 51, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal verdieping van identificatie [gebruikersnaam 2] ”, (pagina’s 67 - 72, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 3] ”, (pagina’s 52 - 58, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [gebruikersnaam 3] ”, (pagina’s 73 - 78, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 1] ”, (pagina’s 59 - 66, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [gebruikersnaam 1] ”, (pagina’s 79 – 84, Encrochat-dossier).
Identificatie van de aliassen
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 11] door [medeverdachte 2] ”, (pagina’s 93 - 95, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 12] door [verdachte] ”, (pagina’s 96 – 100, Encrochat-dossier).
Analyse telefoon
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11 pro max [medeverdachte 1] ”, met bijlagen, (pagina’s 550 – 595,
zaaksdossier 1).
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 838 - 840, algemeen dossier):
Gegevens van de onderzochte telefoon
Merk en type: iPhone 12 pro
Last used MSISDN: + [telefoonnummer 4]
Aantreffen van de telefoon
Deze telefoon is op 9 mei 2022 in beslag genomen bij de actiedag van onderzoek
Agaran21. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 8] , in een slaapkamer naast het bed op de grond. In die woning was op die dag [medeverdachte 2] als enige persoon aanwezig.
Gebruiker van de telefoon
Uit de inhoud van het toestel is op te maken dat het toestel vermoedelijk in gebruik is bij
[medeverdachte 2] . Dit blijkt onder andere uit:
- Aan dit toestel is een Apple ID gekoppeld met de naam: [e-mailadres 1]
- De 'device name' van het toestel is: [medeverdachte 2] .
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 mei 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone X”, met bijlagen, (pagina’s 336 – 346, zaaksdossier 3),
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11”, met bijlagen, (pagina’s 184 – 190, zaaksdossier 5).
Verklaring verdachte
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juni 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik heb gebruik gemaakt van het telefoonnummer + [telefoonnummer 8] . Ik maakte als enige gebruik van dit nummer.
Het zou kunnen dat ik gebruik heb gemaakt van de Renault Master met kenteken [kenteken 1] op naam van [medeverdachte 6] en van de Peugeot Expert met kenteken [kenteken 2] op naam van [medeverdachte 4] . Ik heb gebruik gemaakt van de Opel Movado met kenteken [kenteken 3] .
[adres 2]
Het klopt dat ik op 7 maart 2021 in de brandgang was naast de woning aan de [adres 2] .
[adres 3]
Ik ben in de hennepkwekerij aan [adres 3] geweest. Ik ben er vaker dan één keer geweest. Ik heb geholpen met het vullen van potten, het sjouw met zandzakken en het knippen van hennep.
[adres 4]
Ik ben wel eens in het pand aan het [adres 4] geweest.
[adres 5]
Ik heb werkzaamheden verricht in het pand aan de [adres 5] .
Feiten 1 en 2
[adres 2] (zaaksdossier 3)
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 9 maart 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 240 - 255, zaaksdossier 3):
Controle Basisregistratie Personen (BRP)
Op het genoemde adres [adres 2] , staat de volgende persoon ingeschreven:
Inschrijving adres : 28 juni 2019
Achternaam : [naam 2]
Voornamen : [naam 2]
Geboren : [geboortedatum 2] 1973
Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming
In voornoemde woning werd op 7 maart 2021, om 12:26 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)
Na het binnentreden zagen wij het volgende: zeer sterke henneplucht en uit de woning vluchtende jonge mannen terwijl wij in de woning met bewoonster in gesprek zijn, alsmede grote gevulde sporttassen in de hal van de woning.
Omschrijving pand
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten deels waren geoogst.
Kweekruimte
Na het binnentreden zagen wij het volgende: Boven aan de trap was een extra wand geplaatst om het voorportaal af te scheiden van het trapgat en de benedenverdieping. Deze was afgesloten middels een extra geplaatste deur, die slotvast afgesloten was. In de achtergelegen ruimte was de daadwerkelijke kweekruimte ingericht met plantenbakken, assimilatielampen, ventilatoren etc.
Vaststelling hennep
Wij constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en
daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep),
waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden
in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 Opiumwet.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder [bedrijf 1] . Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de stroom voor de meter was afgetakt.
In beslag genomen vermogenscomponenten
Goednummer : PL0600-2021103420-2477233
Object : Verdovende mid (Hennep)
Aantal : 10 stuks
Verpakking : zak plastic
Totale hoeveelheid : 36,24 kg
Bijzonderheden : verpakt in vijf sporttassen
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 256 - 258, zaaksdossier 3):
Wij, verbalisanten, kregen de melding dat er aan de [adres 2] een aantal jonge mannen in de woning zou zitten, er een sterke wietlucht rond de woning hing en men het vermoeden had dat men nu hennep aan het oogsten was.
Toen wij de woning naderden, zagen wij dat, vanuit de brandgang naast de woning, dus uit de richting van de achtertuin van de woning, twee manspersonen kwamen lopen. Ik, verbalisant, herkende een van hen als de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] . Beide manspersonen werden door ons staande gehouden. Ik verbalisant, rook bij beide manspersonen een sterke wietlucht. Toen ik, verbalisant de andere betrokkene natrok in de politieregisters aan de hand van dienst Nederlandse ID-kaart; zag ik dat het betrof [verdachte] , [verdachte] .
Ik hoorde dat de voordeur van de woning hard werd dichtgegooid. Ik, verbalisant, rende
toen, via de achterzijde van de woning, door de brandgang naar de voorzijde, en zag aan de overzijde van de straat twee manspersonen lopen. Toen ik hen aanriep, zag ik dat zij, zonder omkijken, hard wegrenden.
In de hal lagen meerdere sporttassen, waarin sealbags met henneptoppen zaten. Op de eerste etage forceerde ik, verbalisant, een afgesloten deur, waarachter wij ingerichte hennepkwekerij aantroffen zonder planten. Toen ik, verbalisant, de brandgang in liep alwaar wij de voormelde manspersonen [medeverdachte 1] en [verdachte] vandaan hadden zien komen, zag ik dat daar om de hoek, twee soortgelijke sporttassen over de schutting waren gegooid naar een achtergelegen veldje. Toen ik deze controleerde, bleken ook hierin sealbags met henneptoppen te zitten. Deze brandgang is continu in ons zicht geweest en niemand anders dan deze twee manspersonen hebben de brandgang betreden.
In aanvulling op voormelde verklaringen voor de aanwezigheid van beide manspersonen
[medeverdachte 1] en [verdachte] , hebben wij in de brandgang ook gekeken naar natte plekken van
urineren. Deze bleken nergens aanwezig te zijn.
Het proces-verbaal van bevindingen Sporttassen Hoensportvan 24 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 274 - 278, zaaksdossier 3):
[adres 2]
Op 7 maart 2021 troffen verbalisanten in de hal van de [adres 2] meerdere sporttassen aan waarin sealbags zaten met hennep. Tevens lagen er in de brandgang naast de genoemde woning twee soortgelijke sporttassen. Hierin bleken ook sealbags met henneptoppen te zitten. Er werden in totaal vijf sporttassen in beslag genomen met een totaal van 36,24 kilogram aan
hennep. Van iedere afzonderlijke sporttas is de onderste sealbag in beslag genomen om deze aan te bieden voor onderzoek naar dacty dan wel DNA sporen.
[adres 9]
Op 9 mei 2022 vond er voor het onderzoek Agaran21 een doorzoeking plaats in de
woning van [medeverdachte 2] , zijnde perceel [adres 9] . In de woning werd [verdachte] aangetroffen en aangehouden. In de woning werden verschillende goederen aangetroffen welke bij hennepkwekerijen worden gebruikt zoals assimilatielampen, flexibele afzuigbuis, luchtbevochtiger. Verder werd op de zolder van deze woning een rood-zwarte sporttas aangetroffen met opschrift Hoen.
[locatie]
Op 9 maart 2021 om 11:00 uur werd [getuige 1] als getuige verhoord. Getuige [getuige 1]
verklaarde dat hij filiaalmanager is van [locatie] aan de [adres 14] . Aan getuige werd onderstaande foto getoond.
[afbeelding]
Samengevat verklaarde getuige [getuige 1] dat:
- deze sporttassen alleen werden verkocht aan de [adres 14] .
- hij gelijk moet denken aan een klant die één keer per half jaar (ongeveer) meerdere van dit soort sporttassen koopt zonder daarbij bijvoorbeeld sporttenues af te nemen. "Dit zijn wel eens 5 tot 10 sporttassen geweest. Dit is ook de enige klant die deze tassen in deze aantallen koopt".
- deze klant altijd contant afrekent en altijd veel contant geld op zak had.
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 262, zaaksdossier 3):
Ik, verbalisant, hield mij bezig met de zaak van de aangetroffen hennepkwekerij aan de [adres 2] . Ik kreeg het verzoek om de henneptoppen en planten te bekijken om zo vast te kunnen stellen of het daadwerkelijk hennep betrof. Deze genoemde toppen en planten zaten in sealbags, welke weer in sporttassen waren gelegd. Ik, verbalisant, taakaccenthouder aanpak hennep, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, dat het afgeknipte henneptoppen en hennepplanten waren.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] van 8 maart 2021 en een geschrift, te weten een brief met als onderwerp aangifte van 15 maart 2021 van [bedrijf 1] BV, met bijlagen, waaronder een aangifte diefstal/verduistering (pagina 237) , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 212-238, zaaksdossier 3):
Op 7 maart 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 2] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit. De door [bedrijf 1] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [bedrijf 1] geen toestemming verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 259 - 260, zaaksdossier 3):
Op 7 maart 2021 hebben wij, verbalisanten, een buurtonderzoek gehouden aan de [adres 2] gehouden, naar aanleiding van het aantreffen van een geruimde hennepplantage. Bij perceel [huisnummer] kregen we te horen dat er al langere tijd veel aanloop is van vier jonge mannen. Deze mannen gaan dan via de achterzijde, de woning op perceel [adres 2] binnen. Veelal gaat dat gepaard met geluid en een hoop henneplucht. De mannen die wij in de straat staande hadden gehouden horen bij de vier personen, die vaak op de vreemdste tijden bij perceel [adres 2] naar binnen gaan.
Noot verbalisant: betroffen [medeverdachte 1] en [verdachte] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 24 - 29, zaaksdossier 3):
Ik ben [naam 2] , ik woon aan de [adres 2] . Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 9] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 31 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 30 - 41, zaaksdossier 3):
V: Per wanneer had u de zolder verhuurd aan [naam 3] ?
A: Per september 2020. Ik had een hoge energie rekening gehad. Ik moest bijbetalen. [naam 3] stelde voor dat vrienden van haar het trapgat dicht zouden maken.
V. Aan wie had u de sleutel van uw woning gegeven?
A: Aan de vriend van [naam 3] . Hij stelde zich voor als [naam 4] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant van 12 mei 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 336 - 342, zaaksdossier 3):
Ik, verbalisant, onderzocht een in beslag genomen Iphone X binnen onderzoek Agaran21.
Gegevens van de onderzochte telefoon:
Type : Iphone X D221AP
Apple ID : [e-mailadres 1]
IMEI : [IMEI-nummer 2]
Eerder gebruikt telefoonnummer : + [telefoonnummer 4]
Telefoonnaam : [alias 11]
Aantreffen telefoon:
Deze telefoon is op 9 mei 2022 in beslag genomen bij de actiedag van onderzoek Agaran2l. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 8] . In die woning was op die dag [medeverdachte 2] als enige persoon aanwezig.
Gebruiker van de telefoon:
Het telefoonnummer + [telefoonnummer 4] is op 1 maart 2022 middels een 126NA vordering bevraagd voor identificerende gegevens. Hieruit is gebleken dat dit telefoonnummer op naam stond van [medeverdachte 2] .
Chats
Gesprek met [naam 2]
Er is een gesprek met het telefoonnummer + [telefoonnummer 10] die opgeslagen staat onder de naam ' [naam 2] ' aangetroffen. Dit gesprek is begonnen op 29 december 2020 om 11:54 uur en het laatste bericht is verstuurd op 24 februari 2021 om 09:40 uur. Ik zag in politiesysteem BVI-IB dat het telefoonnummer + [telefoonnummer 10] gekoppeld staat aan [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1973. Ik zag dat zij als verdachte gehoord is omdat er in haar woning aan de [adres 2] een hennepkwekerij is aangetroffen.
In het Whatsapp gesprek gebruikt [medeverdachte 2] de schuilnaam ' [alias 11] '. [medeverdachte 2] vraagt meerdere keren aan [naam 2] wanneer ze weer langs kunnen komen. Ook blijkt dat ene [naam 4] een keer sigaretten voor [naam 2] heeft neergelegd. [naam 2] vroeg in de avond van 5 januari 2021 of het klopte dat ze water hoorde stromen. [medeverdachte 2] bevestigde dit en zei dat zij dat waren geweest. Op 15 januari 2021 zei [medeverdachte 2] dat hij de dag ervoor voor een dichte deur had gestaan. Op 27 januari 2021 vroeg [medeverdachte 2] of hij nog wat gereedschap kon komen ophalen. Gezien de tijdstippen van afspreken lijkt [medeverdachte 2] vaak laat in de avond bij [naam 2] te komen. [medeverdachte 2] spreekt vaak over 'wij' waaruit op te maken valt dat hij waarschijnlijk niet alleen naar [naam 2] ging. Ook zag ik dat [naam 2] meerdere keren laat weten wanneer zij bezoek heeft of bezoek verwacht.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab van 12 april 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 355 - 361, zaaksdossier 3):
In verband met een onderzoek naar vervaardigen softdrugs (lijst II) te Enschede werd een forensisch onderzoek verricht naar biologische en dactyloscopische sporen aan onderstaande sporendragers.
Goednummer: : PL0600-2021103420-2478226
SIN : AAOF6743NL
Object : Sealbag
Bijzonderheden : Sealbag aangetroffen in sporttas, inhoud betrof hennep.
Onderzoek sealbag met SIN AAOF6743NL
Wij hebben met behulp van wit licht en forensisch licht de sealbag onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Hierbij zagen wij dactyloscopische sporen, welke door ons geschikt werden bevonden voor een vervolgonderzoek. Ik, verbalisant, heb de dactyloscopische sporen gefotografeerd onder SIN AAOL9985NL en AAOL9984NL.
SIN : AAOL9985NL
Relatie met SIN : AAOF6743NL
Spoortype : Dacty
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:07 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
SIN : AAOL9984NL
Relatie met SIN : AAOF6743NL
Spoortype : Dacty
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:04 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor van 21 mei 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 362 - 367, zaaksdossier 3):
Vergelijkend onderzoek
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalm afdrukken verzameling Havank, onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboren : [geboortedatum 3] 1989
Geboorteplaats : [geboorteplaats 2]
Adres : [adres 7]
Postcode plaats : [adres 7]
SIN : AAOL9984NL
Spoortype : Dacty
Spooromschrijving : Vingerafdruk
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:04 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor van 21 mei 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 368 - 373, zaaksdossier 3):
Vergelijkend onderzoek
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid
Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft
geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger
en handpalm afdrukken verzameling Havank, onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboren : [geboortedatum 3] 1989
Geboorteplaats : [geboorteplaats 2]
Adres : [adres 7]
Postcode plaats : [adres 7]
SIN : AAOL9985NL
Spoortype : Dacty
Spooromschrijving : Vingerafdruk
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:07 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
[adres 3] (zaaksdossier 1)
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 19 november 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 289 - 292, zaaksdossier 1):
Op het adres [adres 3] staat volgens de kamer van Koophandel niemand ingeschreven. Volgens gegevens van de Kamer van Koophandel was er alleen op [adres 15] een inschrijving bekend. Hier stond ingeschreven “ [bedrijf 2] ” en " [bedrijf 3] " met als eigenaar [medeverdachte 6] , [adres 7] . [medeverdachte 6] is de partner van [medeverdachte 1] .
Binnentreden perceel (niet zijnde woning)
In perceel [adres 3] werd op 19 november 2020, om 10:30 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving perceel
In deze hal zat de meterkast. Te zien was dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd en dat er illegaal stroom werd afgenomen. In de gang stonden een leeg watervat en een aantal armaturen mat transformator tegen de raamzijde. De kweekruimtes bevonden zich aan de rechter zijde van deze gang. Op het keukenblad stond een beker met daarin twee met hennepresten vervuilde knipschaartjes. In de bergruimte stond een pot vol met droge henneptoppen.
Kweekruimte 1
In deze ruimte stonden 860 hennepplanten in potten met teelaarde van ongeveer 7 weken oud. In totaal hingen er in de kweekruimte 40 assimilatielampen met trafo van 1000 watt en een opticlamate. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie met twee koolstoffilters. Er stonden 12 ventilatoren in deze ruimte.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur bij de netbeheerder [bedrijf 1] , in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd.
Het proces-verbaal van bevindingen, van 24 november 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 293 - 294, zaaksdossier 1)
Op 19 november 2020 werden een aantal sporendragers aangetroffen en veilig gesteld voor een nader onderzoek.
Aangetroffen werd één stuk hittewerend folie, uitgesneden uit de zijwand van
kweekruimte 3.
Goed: PL0600-2020550285-2409548, bouw/installatiemateriaal, isolatie, hittewerend, Nederland, bijzonderheden uitgesneden kweekruimte 3.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab van 11 maart 2021 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 596 - 601, zaaksdossier 1):
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2020550285-2409548
SIN : AAOL6248NL
Object : isolatie
Merk/type : hittewerend
Bijzonderheden : uitgesneden kweekruimte 3
Onderzoek isolatiefolie met SIN AAOL6248NL
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen:
Ik zag dat het een stuk zilver gekleurd isolatiefolie betrof.
Ik heb de dactyloscopische sporen gewaarmerkt met SIN AANU8277NL en fotografisch vastgelegd.
Veiliggestelde sporen
Spoornummer : PL0600-2020550285-176548
SIN : AANU8277NL
Relatie met SIN : AAOL6248NL
Spoortype : dacty
Datum/tijd veiligstellen : 12 februari 2021 om 13:36 uur.
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor van 19 maart 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 602 - 608, zaaksdossier 1):
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank, onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboren : [geboortedatum 3] 1989
Geboorteplaats : [geboorteplaats 2]
Adres : [adres 7]
Postcode plaats : [adres 7]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Datum onderzoek : 12 februari 2021
Plaats delict : [adres 3] , [adres 3]
Spoor
Spoornummer : PL0600-2020550285-176548
SIN : AANU8277NL
Spoortype : dacty
Spooromschrijving : vingerafdruk
Datum/tijd veiligstellen : 12 februari 2021 om 13:36 uur
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , van 10 februari 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 399 - 407, zaaksdossier 1):
V: Aan wie heeft u het pand verhuurd?
A: Aan de heer [naam 10] .
V: Met ingang van wanneer is het pand verhuurd, wanneer is het huurcontract ingegaan?
A: Sinds 1 februari 2019.
V: Door wie is het huurcontract ondertekend?
A: Door de heer [naam 10] .
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2021, betreft “Encrochat [gebruikersnaam 2] en [gebruikersnaam 3] hennepkwekerij [adres 3] ”, (pagina’s 448 – 460, zaaksdossier 1),
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] van 7 december 2021 en een geschrift, te weten een brief met als onderwerp aangifte van 2 december 2020 van [bedrijf 1] BV, met bijlagen, waaronder een aangifte diefstal/verduistering (pagina 249), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 240-288, zaaksdossier 1):
Op 19 november 2020 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 3] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van [bedrijf 1] om aangesloten. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
[adres 4] (zaaksdossier 4)
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 17 september 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 261 - 309, zaaksdossier 4):
Controle Basisregistratie Personen (BRP) en Kamer van Koophandel (KvK)
Op het genoemde adres [adres 4] , [adres 4] , staat volgens de
BRP en KvK niemand ingeschreven.
Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming
In voornoemd perceel werd op 27 juli 2021, om 08:48 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)
Via een dubbele deur kwam ik in de ruimte achter de muur. Hier was een soort opslag/werkruimte waar gereedschap en gebruikte en nieuwe kweektoebehoren lagen. Ik zag dat hier meerdere klapstoelen stonden met daaraan hennepresten. Er lagen drie snoeischaren met daaraan hennepresten in een stellingkast. Rondom deze snoeischaren lagen tevens droge hennepresten op de stellingkast.
Kweekruimte 1
Ik zag een ruimte met daarin 899 hennepplanten welke in kweekpotten stonden welke strak aan elkaar stonden. In de kweekpotten stonden jonge hennepstekken van ongeveer 15 centimeter hoog en ongeveer 1,5 week oud.
Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte
toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding welke aan was
gesloten op de gasleiding in de meterkast.
Kweekruimte 2
In kweekruimte 2 stonden 870 hennepplanten welke in kweekpotten stonden welke strak aan elkaar stonden. In de kweekpotten stonden jonge hennepstekken van ongeveer 60 centimeter hoog en ongeveer 3 weken oud. Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding welke aan was gesloten op de gasleiding in de meterkast.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder [bedrijf 1] . Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat door middel van een extra aansluiting, voor de meter, de stroom illegaal werd afgenomen.
[afbeelding]
Afb: Beschreven brief (blz. 29 van bijlage)
Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [adres 4] van 18 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 333 - 359,
zaaksdossier 4):
Er is een camera geplaatst op het pand om op deze wijze zicht te krijgen op wie zich ophouden en welke soort bewegingen er zijn rondom het pand. Er zijn 21 dagen camerabeelden opgenomen. Men kan het pand alleen betreden door 2 roldeuren en twee gewone loopdeuren aan de voorkant van het pand. Zie onderstaande foto, voor het leesgemak zijn de deuren genummerd. Beide roldeuren zijn genummerd met 1 en 4 en de gewone loopdeuren zijn genummerd met 2 en 3. Alle ruimtes waren vrij toegankelijk na het binnentreden via de voordeur. Aan de achterzijde waren twee nood c.q. branddeuren. Deze deuren waren slotvast afgesloten en een deur was dicht gemaakt door middel van pur/isolatieschuim.
Er zijn camerabeelden van 1 juli 2021 van tot en met 6 juli 2021 en van 13 juli 2021 tot en met 27 juli 2021. De camerabeelden van de [adres 4] zijn bekeken. Er werd gezien dat er verschillende personen het pand binnen liepen.
Op de camerabeelden was te zien dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] herkend zijn als de personen die het pand aan de [adres 4] naar binnen zijn gegaan, alwaar op 27 juli 2021 een in werking zijnde hennepkwekerij met in totaal 1797 (de rechtbank leest: 1769) hennepplanten werd aangetroffen. Er zijn geen andere personen het pand binnen gegaan dan de afgebeelde personen.
01-07-2021 om 16:48 uur [medeverdachte 1] gaat het pand in en verlaat pand om 17:43 uur. Hij komt met Peugeot Expert [kenteken 2] .
01-07-2021 om 19:00 uur [medeverdachte 1] komt met de auto naar het pand en opent de roldeur van het pand. NN bestuurder rijdt daarna de bus achteruit het pand in en men sluit de roldeur weer. Het gaat hier om een Opel Movano met kenteken [kenteken 3] .
01-07-2021 om 19:01 uur [medeverdachte 4] komt met een witte Peugeot met kenteken [kenteken 2] aan rijden. Hij gaat het pand in.
Op 01-07-2021 om 22:36 uur verlaten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en de onbekend gebleven persoon het pand.
13-07-2021 om 17:22 er komt een personenauto, van het merk Peugeot aan rijden. Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 4] , geboren op 12 maart 1993 sinds 5-11-2020 een Peugeot Expert met kenteken [kenteken 2] op naam heeft staan. [verdachte] stapt aan de bijrijderskant uit.
De rechter persoon op bovenstaande foto vertoont zeer sterke gelijkenis met [medeverdachte 2] , hij stapt uit aan de bestuurderskant. [verdachte] pakt iets uit zijn rechter achterzak van zijn broek en opent op 13 juli 2021 omstreeks 17:23 uur de gele deur. Beiden gaan via een gele deur het pand binnen aan de [adres 4] Om 17:41 komen [medeverdachte 2] en [verdachte] weer naar buiten via de gele deur.
15-07-2021 om 16:35 uur [medeverdachte 1] zit als bijrijder in de auto en opent om 16:36 de deur van het pand. Later komt de bestuurder goed in beeld en blijkt het [medeverdachte 2] te zijn. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gaan hierna het pand in.
Op 16-07-2021 om 17:50 uur stapt [medeverdachte 1] uit een witte renault (onv [medeverdachte 6] ) en opent de linker roldeur.
Op 16-07-2021 om 18:45 uur komt er een witte bus, merk Opel aan rijden, met kenteken
[kenteken 3] . [naam 9] heeft per 23-11-2018 een Opel Movano met kenteken [kenteken 3] op naam staan. [verdachte] stapt uit de bus nadat hij hem verplaatst heeft van roldeur 1 naar roldeur 4.
17-07-2021 om 00:29 uur komt de Renault bus met kenteken [kenteken 1] het pand uit en rijdt meteen weg.
17-07-2021 om 00:32 uur [medeverdachte 1] en NN verlaten het pand.
Op 17-07-2021 om 11:45 uur komen [medeverdachte 1] en een NN gebleven bestuurder met de Peugeot met kenteken [kenteken 2] naar het pand
Op 17-07-2021 om 15:44 uur komt de witte Opel met kenteken [kenteken 3] aanrijden, [verdachte] bestuurt de auto. Hij gaat via loopdeur 3 het pand in.
Op 20-07-2021 om 17:48 uur [verdachte] is de bestuurder van de Peugeot met kenteken [kenteken 2] [medeverdachte 1] (rechts) en [verdachte] (links) bij het pand. Beiden gaan het pand in.
Op 20-07-2021 om 18:05 uur verlaat men het pand.​​​​​​​
Op 22 juli 2021 om 16:18 uur. ​​​​​​​ [medeverdachte 1] stapt als bijrijder uit de auto. [medeverdachte 6] bestuurt de Peugeot met kenteken [kenteken 2] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] gaan door de gele deur het pand in.
Op 22 juli 2021 om 16:24 uur komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] door de gele deur uit het pand.
Op 24 juli 2021 omstreeks 13:03 uur. [medeverdachte 1] zit als bijrijder in de auto en opent de deur van het pand. De bestuurder heeft sterke gelijkenis met [medeverdachte 2] . Het volledige kenteken van de witte Peugeot Expert: [kenteken 2] . Op 24-07 om 15:08 komt [medeverdachte 1] het pand uit, hij loopt naar de wachtende Peugeot. [medeverdachte 1] stapt aan de bijrijders kant in en de auto rijdt weg.
Op 25-07-2021 om 15:27 aankomst [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] bij het pand.
Op 25-07-2021 om 15:28 gaan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] het pand in.​​​​​​​
Op 25-07-2021 om 17:10 uur komen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 1] het pand uit.
Op 26-07-2021 om 19:08 uur [medeverdachte 1] stapt als bestuurder uit. [medeverdachte 1] gaat alleen het pand in. [medeverdachte 1] verlaat om 21:47 uur het pand.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] B.V. van 29 juli 2021 met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 206 - 260, zaaksdossier 4):
Op 27 juli 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 4]. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [bedrijf 1] geen toestemming verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 18 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 328 - 329, zaaksdossier 4):
Ik, verbalisant, zag dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was. Ik, verbalisant, zag dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Ik zag dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimtes waarin werd gekweekt waren zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeit, geklimatiseerd werd was zeer professioneel. De [naam 2] ervan wisten waar zij op moesten letten, om niet op te vallen, en om optimaal te kunnen kweken en werken in de hennepkwekerij. De ruimtes waren logisch ingericht en er werd rekening gehouden met de gebruiksgemakken voor het kweken van de hennepplanten. In de 100+ hennepkwekerijen, welke ik heb gezien in mijn werk, zag ik slechts zelden soortgelijk opgebouwde hennepkwekerijen.
[adres 5] (zaaksdossier 5)
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 29 november 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 15 - 24, zaaksdossier 5):
In verband met onderzoek AALBES van de Dienst Regionale Recherche waren wij aanwezig aan de [adres 5] . In de nabijheid werd onderzoek gedaan naar overtreding van de Opiumwet.
Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming
In voornoemd perceel werd op 26 november 2021, om 20:45 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving perceel
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Kweekruimte 1
In totaal stonden er 425 hennepplanten.
Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.
Kweekruimte 2
In totaal stonden er 401 hennepplanten.
Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder [bedrijf 1] . Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] B.V. van 30 maart 2022 met als bijlage een geschrift, te weten een aangifte diefstal/verduistering namens [bedrijf 1] B.V, van 1 december 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 27 - 55, zaaksdossier 5):
Op 26 november 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 5] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [bedrijf 1] geen toestemming
verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2021 voor zover inhoudende als relaas van verbalisant (pagina’s 26-27 zaaksdossier 5):
Op 22 oktober 2021 reed ik over de [adres 16] nabij perceel [adres 5] . Ik, verbalisant, zag dat er voor genoemd perceel een personenauto op het trottoir geparkeerd stond. Ik, verbalisant, zag dat er een persoon bij dit voertuig weg liep en bij de [adres 5] naar binnen ging. Ik, verbalisant, parkeerde het dienstvoertuig om vervolgens de persoon in het pand aan te spreken op zijn parkeergedrag. Ik, verbalisant, zag dat op dat moment de persoon vanuit het pand naar de uitgang liep. Ik, verbalisant, herkende de persoon direct als zijnde de mij ambtshalve bekende [verdachte] , geboren op 07-09-2001. Ik, verbalisant, vroeg aan [verdachte] of dit voertuig van hem is. Ik, hoorde dat [verdachte] zei: "Ja dat klopt. Ik ben even bezig om gereedschap op te halen.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 8] van 22 juli 2022, voor zover inhoudende (pagina’s 191-195, zaaksdossier 5):
V: Heb jij wel eens contact gehad met [medeverdachte 1] over de huur/verhuur van een pand en het betalen daarvan?
A: Ja ik heb daar wel eens met [medeverdachte 1] contact over gehad. Een vriend van [medeverdachte 1] , ene [naam 7] , had een bedrijfspand van mijn vader gehuurd. [naam 7] had al een paar maanden huur niet betaald en daar moesten we hem over spreken. Maar ik kon [naam 7] slecht bereiken en daarom vroeg ik aan [medeverdachte 1] of hij [naam 7] nog had gesproken.
V: In de telefoon van [medeverdachte 1] vonden wij een Whatsapp gesprek met het telefoonnummer [telefoonnummer 11] . Dit gesprek begon op 2-11-2019 en eindigde op 21-3-2022. Het telefoonnummer stond in de telefoon van [medeverdachte 1] opgeslagen als ` [alias 13] '. Jij hebt zojuist aangegeven dat dit nummer van jou is. Klopt het dat jij via Whatsapp contact had met [medeverdachte 1] ?
A: Ja dat klopt.
V: Op 17-9-2020 stuurde [medeverdachte 1] een foto naar jou toe. Die foto is als bijlage 1 bijgevoegd. Kennelijk is er ergens een lekkage en [medeverdachte 1] geeft dat aan jou door. Jij zegt vervolgens dat je het aan jou vader door zal geven. Waar was die lekkage toen?
A: Dit is van de winkel aan de [adres 5] . Er was toen lekkage en we wisten niet precies waar dat vandaan kwam. Toen stuurde [medeverdachte 1] dit naar mij toe omdat [medeverdachte 1] dacht dat de lekkage daar vandaan kwam.
V: Op 3-6-2021 app jij naar [medeverdachte 1] : 'wanneer zie ik je voor dr maand juni'. Waar gaat dit over?
A: Er was een huurachterstand en [naam 7] had aangegeven dat we geld van [medeverdachte 1] moesten pakken.
V: Gezien het hele gesprek lijkt dit over de huur van een pand te gaan. Over welk pand gaat dit?
A: [adres 5] .
A: Hij moest gewoon 2500 euro per maand betalen. Maar in het begin moest hij ook borg betalen, dus in het begin werd er 10.000 euro betaald. Ik weet ook nog wel dat [naam 7] eigenlijk altijd contant betaalde en ook een keer 2 maanden tegelijk betaalde.
V: Hoe vaak heeft [medeverdachte 1] betaald voor de [adres 5] ?
A: Dat weet ik niet precies. In het begin betaalde [naam 7] vaak de huur, maar laatste half jaar kan het zijn dat [medeverdachte 1] 1 of 2 keer de huur had voorgeschoten.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 138 - 183, zaaksdossier 5):
Ik, verbalisant, onderzocht een in beslag genomen Iphone 11 pro Max binnen onderzoek
Agaran21. Deze telefoon werd op 9 mei 2022 in beslag genomen. [medeverdachte 1] is tijdens de inval in zijn woning naar buiten gerend en heeft zijn telefoon weggegooid. De telefoon werd door het arrestatieteam in de tuin aangetroffen.
Uit analyse van de data uit de telefoon blijkt dat de telefoon kennelijk in gebruik was door [medeverdachte 1] . Dit blijkt uit het volgende:
- Gekoppeld Apple ID is: ' [e-mailadres 2]
- Naam van de telefoon: 'iPhone van [medeverdachte 1] '.
Accountnamen:
Whatsapp: '[gebruikersnaam 4]'
Hennepkwekerij [adres 5]
Opgeslagen notitie
Ik zag een notitie met de naam ' [titel] '. Notitie is aangemaakt op 16 juni 2020 en voor het laatst aangepast op 1 november 2021. Ook staan in deze notitie hennep gerelateerde termen met bedragen erbij zoals: 2,5k huur, Opties kachels bijna alles €33.950, 12,5k huur, 250 bakken, stek 850 x 4=3400, strijkzakken, stek 900x4, temperatuur meters, 24,7x4400=108.680., 2x950 stek, huur sept 5k, stek €5500, knippers €6000, stort mitt 500 gegeven. In deze notitie staat meerdere keren de omschrijving 'huur' vermeld en ook meerdere keren 'stek' vermeld. Het lijkt er dus op dat er enkele maanden lang een hennepkwekerij actief is geweest en er om die reden meerdere keren nieuwe stekken gehaald moesten worden. Ook staat er ‘investering: €194240, Gedraaid €197080’.
[afbeelding]
[afbeelding]
Tevens staat in de notitie: 'beauty €850', 1k nagellak' en 'Kopen: Folie ramen, raamstickers, bestellen'.
[afbeelding]
Ik zag dat [medeverdachte 1] een gesprek had met het telefoonnummer + [telefoonnummer 11] dat opgeslagen stond onder de naam [naam 11] . Ik zag dat dit gesprek begon op 2 november 2019 en eindigde op 21 maart 2022. Ik zag in politiesysteem dat het telefoonnummer + [telefoonnummer 11] gekoppeld stond aan [naam 8] , geboren op [geboortedatum 4] 1989.
[naam 8] is de zoon van de pandeigenaar van de [adres 5] .
Hieronder zijn enkele delen van het gesprek, die voor het onderzoek relevant zijn, weergegeven.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Uit het gesprek tussen [medeverdachte 1] en [naam 8] blijkt dat [medeverdachte 1] meerdere keren huur aan [naam 8] heeft betaald voor een pand.
Gesprek met [naam 6]
Ik zag dat [medeverdachte 1] via Whatsapp een gesprek had met het telefoonnummer + [telefoonnummer 12] die opgeslagen stond onder de naam ‘ [naam 12] ’. Uit het gesprek dat hierboven beschreven staat blijkt dat dit het telefoonnummer is van [naam 6] .
Ik zag dat het gesprek met [naam 6] begon op 17 september 2020 en eindigde op 29 november 2021.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
S. [naam 6] stuurde op 27 november 2021 een foto naar [medeverdachte 1] toe. Dit betreft een
screenshot van een Facebookpagina waarop een nieuwsbericht van de Tubantia te zien is. Daar staat dat er aan de [adres 5] een grote hennepkwekerij was aangetroffen. Dit screenshot is als bijlage 8 bijgevoegd.
[afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 892 – 895, algemeen dossier):
In de hennepkwekerijen aan de [adres 11] , het [adres 4] en aan de [adres 6] zijn teksten en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland. Op kozijnen, deuren en wanden in de kwekerijen zijn swastika's en symbolen van de Schutzstaffel (SS) afgebeeld, alsmede leuzen als `arbeit macht frei', `mein kampf en `sieg heil'. Ook zijn in de hennepkwekerijen verwensingen aan het adres van de politie aangetroffen, waaronder 'kanker [naam 13] ' en 'gevaar pas op, 380 volt, homo [naam 13] '.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 84, zaaksdossier 10):
Tijdens de doorzoeking op 9 mei 2022 in de loods aan de [adres 13]
werd door het onderzoeksteam een 4 tal tanks aangetroffen met hierin een onbekende vloeistof. Door het onderzoeksteam werd de brandweer ingeschakeld om te beoordelen wat deze onbekende vloeistof betrof. Door de brandweer werd aangegeven dat het vermoedelijk rode diesel betrof. In deze 4 tanks bleek later 4000 liter rode diesel te zitten. Door het onderzoeksteam werd contact gelegd met de douane. Door de douane werden monsters genomen en hierna werden de tanks met inhoud afgevoerd.
Tijdens het ruimen van een hennepkwekerij in een loods aan de [adres 12]
trof het onderzoeksteam vaten aan met hierin een vloeistof. Na later bleek in deze vaten 750 liter aan rode diesel te zitten.
Het proces-verbaal van duiding factoren professionaliteit, van 16 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 98 - 99, zaaksdossier 2):
Op 25 februari 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 11] . Ik, verbalisant, zag dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was. Ik, verbalisant, zag dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Ik zag dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimte waarin werd gekweekt was zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid, geklimatiseerd, werd was zeer professioneel.
Er bleek sprake van een gestuurde installatie ten behoeve van CO2 toevoeging. Deze was via een bedieningspaneel te bedienen.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 47 – 48, zaaksdossier 6):
Op 15 december 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 6] . Hier werd een in aanbouw zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Wij, verbalisanten, zagen dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. De ruimtes waarin gekweekt zou gaan worden waren zeer professioneel opgebouwd. In een afzonderlijk gemonteerde ruimte was een grote aggregaat ingebouwd.
Het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 255 - 260, algemeen dossier):
Bevindingen
Overzicht voertuigen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voertuigen die door de verdachten in gebruik zijn
(geweest), de tenaamgestelde van dit voertuig en de periode van het eigenaarschap.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Voertuiggebruik
In onderstaande tabel wordt in één overzicht weergegeven welke verdachten gebruik hebben
gemaakt van de voertuigen uit tabel 1. Onder het kopje ‘bronnen’ wordt per voertuig aangegeven op welke bronnen deze bevindingen zijn gebaseerd.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Tabel 2: voertuiggebruik door verdachten
Verwevenheid
Uit tabel 2 blijkt dat verschillende leden van de (vermeende) criminele organisatie rondom [medeverdachte 1] gebruik maken van elkaars voertuigen en voertuigen van familieleden. Met name [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] maken gebruik van dezelfde voertuigen.
Bronnen
In onderstaande tabellen wordt, op basis van systeem- en opsporingsinformatie uit onderzoek
AGARAN21, weergegeven welke verdachten gebruik hebben gemaakt van voornoemde voertuigen, op welke datum dit heeft plaatsgevonden en wat de onderliggende bron is. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen bestuurders en bijrijders.
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Feit 4
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [gebruikersnaam 2] , [gebruikersnaam 3] , [naam 14] / [medeverdachte 4] en [verdachte] / [alias 12] in Encrochat”, (pagina’s 199 - 208, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [gebruikersnaam 2] en [gebruikersnaam 1] ”, (pagina’s 209 - 215, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Intimidatie, geweld en vuurwapenbezit in Encrochat”, (pagina’s 221 - 224, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Contante betalingen, verhulling en ongebruikelijk bezit in Encrochat”, (pagina’s 225 - 231, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 20222, betreft “Analyse (iPhone 11 pro Max [medeverdachte 1] ”, met bijlagen, (pagina’s 550 - 595, zaaksdossier 1), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces verbaal van bevindingen nummer 1013 van 6 december 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1 - 12, zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet)
BEVINDINGEN
1. ORGANISATIEOMSCHRIJVING
De kern van dit criminele samenwerkingsverband lijkt te bestaan uit:
[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 3] 1989;
[medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 5] 1994;
[verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 2001;
[medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 6] 1988.
[medeverdachte 1] treedt in deze organisatie op als hoogste leidinggevende; andere personen rapporteren aan hem en nemen opdrachten van hem aan. [medeverdachte 2] en [verdachte] kunnen worden gezien als de medewerkers van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] lijken in communicatie op gelijkwaardige manier met elkaar om te gaan en kunnen derhalve meer gezien worden als zakenpartners. In het onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat [medeverdachte 3] op zijn beurt weer opdrachten aan andere personen toebedeelt.
Naast de samenwerking op crimineel vlak, zijn voornoemde kernleden ook op familiair, zakelijk en geografisch gebied nauw verweven:
• [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn broers.
• De verdachten maken gebruik van elkaars woningen en voertuigen. [verdachte] is
tijdens de actiedag op 9 mei 2022 in bed aangehouden in de woning van [medeverdachte 2]
, terwijl [medeverdachte 2] is aangehouden in de woning van [medeverdachte 1] . Bovendien
maken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [verdachte] gebruik van dezelfde
voertuigen.
• Zowel [medeverdachte 2] als [verdachte] staan op de loonlijst van [bedrijf 4] , een onderneming van [medeverdachte 1] .
• [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] wonen in de [adres 17] , op niet meer dan 100 meter van elkaar. [verdachte] staat ingeschreven in een woning aan de [adres 18] , op hemelsbreed 150 meter afstand van de overige woonadressen.
2. ROLBESCHRIJVING EN BETROKKENHEID BIJ FASES CRIMINEEL PROCES
HENNEPTEELT
Op basis van het procesmodel "Georganiseerde Hennepteelt" kunnen één of meerdere rollen aan de verdachten worden gekoppeld. In dit hoofdstuk zal per persoon beschreven worden welke rol(len) hij/zij vervult binnen het criminele samenwerkingsverband.
[medeverdachte 1]
heeft een leidende rol in het criminele samenwerkingsverband. Uit onderschepte communicatie tekent zich een verantwoordingslijn af tussen [medeverdachte 1] en andere leden van het criminele samenwerkingsverband. [medeverdachte 1] deelt, op een veelal directieve wijze, opdrachten uit aan andere personen uit het criminele samenwerkingsverband, onder andere over hoe locaties moeten worden ingericht, waar en wanneer goederen en personen moeten worden opgehaald en de wijze van kweken en oogsten. Deze andere personen leggen verantwoording bij hem af over de door hen verrichte werkzaamheden. Indien er problemen zijn wordt hij daarvan op de hoogte gesteld. Hieruit blijkt onder meer zijn regelende en sturende rol.
Binnen het proces hennepteelt is [medeverdachte 1] betrokken bij het verwerven, inrichten en onderhouden van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het oogsten en de opslag van de opbrengst en de afzet daarvan. [medeverdachte 1] zoekt actief naar onroerend goed voor de teelt van hennep, onderhoudt contacten met (ver)huurders/ katvangers en een professionele elektromonteur, coördineert zowel ter plaatse als op afstand de inrichting, de oogst, het drogen en het onderhoud van de kweeklocaties, is betrokken bij de aankoop van hennepstekken en andere kweekmaterialen en beslist over de verkoop van de geoogste hennep. Bovendien is [medeverdachte 1] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst, in de vorm van het, al dan niet contant, doen van uitgaven voor luxe goederen, waaronder voer- en vaartuigen, jacuzzi’s en een horloge, en onroerend goed.
[medeverdachte 2]
Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 2] onder leiding staat van [medeverdachte 1]
. [medeverdachte 2] vervult binnen de organisatie meerdere rollen, met name een uitvoerende rol. Ook valt uit onderschepte communicatie op te maken dat [medeverdachte 2] op zijn beurt weer opdrachten geeft aan personen binnen de beschreven kern van het criminele samenwerkingsverband. Hieruit blijkt een meer coördinerende rol.
Binnen het criminele proces hennepteelt worden de activiteiten van [medeverdachte 2] gerelateerd aan het verwerven en inrichten van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het kweken, oogsten en opslag van hennep en uiteindelijk ook het vervoer, afzet en handel in hennep. Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 2] hennepkwekerijen bezoekt en hier zich bezighoudt met het opbouwen van de kwekerij, het verzorgen/ onderhouden van de planten en het houden van (fysiek) toezicht op hennepknippers bij hun werkzaamheden. Tevens heeft [medeverdachte 2] een rol bij de opslag en afzet van de geoogste hennep, het verwerven van onroerend goed en het onderhouden van contact met huurders/ katvangers. Tot slot koopt én verkoopt [medeverdachte 2] hennepattributen en vervoert hij hennepknippers en een elektromonteur van en/of naar hennepkwekerijen.
[verdachte]
Uit onderschepte data uit Encrochat blijkt dat [verdachte] onder leiding staat van [medeverdachte 1] . [verdachte] heeft een ondersteunende en uitvoerende rol binnen het criminele
samenwerkingsverband. Uit de onderschepte communicatie blijkt dat hij allerhande hand- en
spandiensten verricht binnen het criminele samenwerkingsverband.
Binnen het procesmodel worden de activiteiten van [verdachte] gerelateerd aan de
aanschaf van kweekmateriaal, het kweken van hennepplanten en het oogsten en de opslag hiervan. [verdachte] bezoekt de panden waarin de hennepkwekerijen aanwezig zijn, alwaar hij zich bezig houdt met het opruimen/ schoonmaken van kweeklocaties, het knippen van henneptoppen en het toezicht houden op de (ingehuurde) hennepknippers. Vermoedelijk speelt [verdachte] eveneens een rol bij het onderhouden van hennepplanten. Ook haalt [verdachte] hennepstekken op bij de leverancier en speelt hij een rol bij acties die ontdekking van de hennepkwekerij moeten voorkomen.
[medeverdachte 3]
is een criminele zakenpartner van (de organisatie van) [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] verstrekt werkopdrachten aan personen die buiten het beschreven criminele samenwerkingsverband vallen.
Binnen het criminele proces is [medeverdachte 3] , ten aanzien van het criminele
samenwerkingsverband rondom [medeverdachte 1] , betrokken bij het inrichten van de locatie, aanschaf/ levering van kweekmateriaal en de uiteindelijke kweek en oogst van de hennepplanten. Bovendien speelt [medeverdachte 3] een rol in het deelproces vervoer, afzet en handel. [medeverdachte 3] is verantwoordelijk voor het leveren van hennepstekken aan het criminele samenwerkingsverband. Daarnaast treedt [medeverdachte 3] op adviseur voor wat betreft de wijze waarop een hennepkwekerij ingericht kan worden en regelt hij, op verzoek van [medeverdachte 1] , personen voor het knippen van henneptoppen en het aanleggen van elektra c.q. het verzorgen van de illegale stroomvoorziening. Tevens is [medeverdachte 3] betrokken bij het deelproces vervoer, afzet en handel, in de zin van dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] gezamenlijk en in onderling overleg de opbrengst van de hennepteelt verkopen. Tot slot is [medeverdachte 3] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst; [medeverdachte 3] doet, al dan niet contant, de nodige uitgaven voor luxe goederen/ diensten, waaronder voer- en vaartuigen, vakanties, een kachel en een horloge.
Uit onderschepte communicatie en camerabeelden blijkt dat [medeverdachte 3] op een grootschalige wijze handelt in hennepstekken en ook levert aan personen die niet vallen binnen de criminele organisatie van [medeverdachte 1] . Bovendien is [medeverdachte 3] , los van de organisatie van [medeverdachte 1] , betrokken bij de teelt van hennep.
3. MODUS OPERANDI
De organisatie rondom [medeverdachte 1] houdt zich op grote schaal bezig met het telen van hennep en de handel in hennep. Door de organisatie worden doorlopend meerdere hennepkwekerijen tegelijkertijd geëxploiteerd.
Naast zijn aandeel in de organisatie van [medeverdachte 1] , in de zin van het leveren van
hennepstekken en -knippers, is [medeverdachte 3] te relateren aan diverse aanvullende hennepkwekerijen en drogerijen. De organisatie rondom [medeverdachte 1] heeft, met
uitzondering van [medeverdachte 3] , geen betrokkenheid bij deze strafbare feiten.
De hennepkwekerijen en -drogerijen zijn voor zover bekend allen gevestigd in Twente. De criminele organisatie rondom [medeverdachte 1] exploiteert hennepkwekerijen in woningen en met name bedrijfspanden. De voorkeur van de organisatie lijkt uit te gaan naar bedrijfspanden en loodsen met een grote toegangsdeur, waardoor (bestel)auto's naar binnen kunnen rijden en hennepattributen, hennepstekken en/of geoogste henneptoppen ongezien in en uit kunnen worden geladen. In de bedrijfspanden wordt veelal een extra ruimte en/of verborgen ruimte gecreëerd, waarin meerdere kweekruimten worden ingericht. Bovendien worden de bedrijfspanden aan de straatzijde ingericht als zijnde een legitieme onderneming, al dan niet door middel van de inschrijving van een (schijn)onderneming, zodat het pand van buitenaf in bedrijf lijkt. Voor de huur van bedrijfspanden worden katvangers gebruikt; bekenden van de familie [medeverdachte 1] of personen met een buitenlandse nationaliteit.
De hennepkwekerijen van de organisatie van [medeverdachte 1] zijn gekenmerkt door een hoge mate van professionaliteit. De professionaliteit blijkt onder andere uit de manier waarop en waarin de hennepplanten worden opgekweekt, de manier waarop wordt geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid en geklimatiseerd. Tevens kenmerkend aan de hennepkwekerijen, naast de gebruikte materialen en de wijze van opbouw, is de aanwezigheid van nazi-Duitsland en anti-politie leuzen en symbolen. Ten aanzien van de hennepteelt valt op dat het knipproces door de organisatie wordt uitbesteed aan gespecialiseerde hennepknippers met een Aziatische migratieachtergrond.

Voetnoten

1.Vgl. HR 22 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:289.
2.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam 6] van 13 december 2021 (pagina’s 64-66, zaaksdossier 5).
3.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam 7] van 13 december 2021 (pagina’s 76-77, zaaksdossier 5).
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] door de rechter-commissaris op 5 juli 2024.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, pagina’s 353 tot en met 360, zaaksdossier 12.