ECLI:NL:RBOVE:2025:4642

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
11 juli 2025
Zaaknummer
08/175230-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van hennepteelt, diefstal van elektriciteit en deelname aan een criminele organisatie

Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere misdrijven, waaronder het medeplegen van hennepteelt, diefstal van elektriciteit en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk grote hoeveelheden hennep heeft geteeld in verschillende panden in Nederland, waarbij de elektriciteit illegaal werd afgenomen. De verdachte is ook schuldig bevonden aan het deelnemen aan een criminele organisatie die zich bezighield met hennepgerelateerde misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden en het betalen van schadevergoedingen aan Enexis Netbeheer B.V. De zaak kwam voort uit een uitgebreid onderzoek, waarbij meerdere hennepkwekerijen werden aangetroffen en waarbij gebruik werd gemaakt van Encrochat-berichten om de betrokkenheid van de verdachte en zijn medeverdachten aan te tonen. De rechtbank heeft de rol van de verdachte als leider binnen de organisatie vastgesteld, evenals de nauwe samenwerking met zijn medeverdachten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/175230-21 (P)
Datum vonnis: 11 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats]
.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 3 en 27 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.J.H. van der Wal, advocaat in Hengelo (O), naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 4 december 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een ander of anderen of alleen opzettelijk bedrijfsmatig grote hoeveelheden hennep heeft geteeld in panden aan de [adres 1] in [plaats 1] , [adres 2] in [plaats 2] , [adres 3] in [plaats 3] , de [adres 4] in [plaats 1] en de [adres 5] in [plaats 1] ;
feit 2:samen met een ander of anderen of alleen elektriciteit heeft gestolen;
feit 3: samen met een ander of anderen of alleen voorbereidingshandelingen heeft verricht gericht op illegale hennepteelt in een pand aan de [adres 6] in [plaats 1] ;
feit 4: als leider en/of opdrachtgever/coördinator althans als lid heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van hennepgerelateerde misdrijven;
feit 5: samen met een ander of anderen of alleen € 177.780,75 voertuigen en andere goederen heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2020 tot en
met 09 mei 2022 te [plaats 1] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 2] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
-in een pand aan de [adres 1] in [plaats 1] ( [code 1] ) en/of
-in een pand aan [adres 2] in [plaats 2] ( [code 2] ) en/of
-in een pand aan [adres 3] in [plaats 3] ( [code 3] ) en/of
-in een pand aan de [adres 4] in [plaats 1] ( [code 4] ) en/of
-in een pand aan de [adres 5] in [plaats 1] ( [code 5] ),
(telkens) opzettelijk een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in elk geval ( telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van 36,24 kg hennep en/of 860 hennepplanten en/of 1797 hennepplanten en/of 238 hennepplanten en/of 826 hennepplanten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit ( telkens) (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel (een) middel(len)
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2020 tot en met 09 mei 2022 te [plaats 1] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 2] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
(telkens) heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval een hoeveelheid elektriciteit, althans enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit, althans het weg te nemen goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2021 tot en met 15 december 2021 te [plaats 1] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/of voorhanden gehad, dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad, te weten
een of meer kweekruimte(n) ( [adres 6] in [plaats 1] ) met daarin diverse (hennepgerelateerde) goederen, waaronder:
(kweekruimte 1)
- 48, althans een of meer transformator(en) met lamparmatuur en/of
- een hangend koolstoffilter en/of
- een slakkenhuis en/of
- 6, althans een of meer ventilator(en) en/of
- 3, althans een of meer opticlimates en/of
- 800, althans een hoeveelheid bloempotten gevuld met potgrond en/of
- een aan- en afzuiginstallatie en/of
(kweekruimte 2)
- 39, althans een of meer transformator(en) met lamparmatuur en/of
- een hangend koolstoffilter en/of
- een slakkenhuis en/of
- 10, althans een of meer hangende ventilator(en) en/of
- 2, althans een of meer opticlimates en/of
- een aan- en afzuiginstallatie en/of
(kweekruimte 3)
- 39, althans een of meer lamparmatu(u)r(en) en/of
- 3, althans een of meer assimilatielamp(en) en/of
- een transformator en/of
- 2, althans een of meer koolstoffilter(s) en/of
- een slakkenhuis en/of
- 2, althans een of meer ventilator(en) en/of
- een hotbox en/of
10, althans een of meer lamparmatu(u)r(en) en/of 5, althans een of meer assimilatielamp(en) en/of een schakelbord en/of 10, althans een of meer transformator(en) en/of 2, althans een of meer temperatuur-/ventilatieregelaar(s) en/of 2, althans een of meer fancontrol(s) en/of een compressor,
waarvan hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ( telkens) ernstige reden had(den) te vermoeden dat die stoffen en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of ruimten en/of gelden en/of andere betaalmiddelen en/of gegevens (telkens) bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
4
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2018 tot en met 09 mei 2022 te [plaats 1] ,
in ieder geval in Nederland, als leider en/of als opdrachtgever/coördinator, althans als lid,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en (onder andere) [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten
- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, te weten het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en/of onder C van de Opiumwet gegeven verbod, te weten het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben van (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit (telkens)betrekking had op een grote hoeveelheid van dat middel dan wel (een) middel(len) aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
-misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of
bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11;
5
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 2017 tot en met 09 mei 2022 te [plaats 1] en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen,
-(telkens) (een) (of meerdere) contante geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van 177.780,75 Euro) voorhanden heeft gehad en/of heeft gebruikt en/of heeft omgezet, betreffende:
- geldbedragen aangewend ten behoeve van de kosten van zijn/hun levensonderhoud en/of
- geldbedragen aangewend ten behoeve van de verbouwing van een woning ( [woonplaats]
) en/of (bijbehorende) tuin en/of
- geldbedragen waarmee stortingen zijn gedaan op een of meer bankrekening(en) en/of
- een geldbedrag waarmee een lening is verstrekt (aan v.o.f. [bedrijf 1] ) en/of
- geldbedragen uitgegeven ten behoeve van de aankoop van een of meer voertuigen en/of
exclusieve/luxe goederen en/of
- een geldbedrag aangewend ten behoeve van huurlasten/kosten (pand aan) [adres 2] te
[plaats 2] ( [code 2] )
en/of telkens een of meerdere voorwerpen voor handen heeft gehad en/of heeft gebruikt en/of heeft verworven, betreffende:
- een of meer voertuig(en) (te weten een Audi Al, [kenteken 1] en/of een Renault Master, [kenteken 2] en/of een Mercedes-Benz AMG, [kenteken 3] en/of een Mercedes-Benz, [kenteken 4] en/of een BMW 5 serie, [kenteken 5] en/of een Citroën Berlingo, [kenteken 6] en/of een Opel Movano, [kenteken 7] en/of een scooter Piaggio, [kenteken 8] en/of een scooter Piaggio Vespa Sprint en/of (een) E-bike(s)) en/of
- een hoeveelheid (merk)schoenen en/of (merk)kleding en/of (merk)tassen en/of
(een) luxe/exclusie(f)ve horloge(s) en/of een of meer jacuzzi's en/of een waterscooter,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden, dat bovenomschreven geldbedragen en/of voorwerp(en) - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Op 9 juni 2021 is door de districtsrecherche Twente een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam Agaran21. Het strafrechtelijk onderzoek richtte zich op het bedrijfsmatig inrichten, onderhouden en exploiteren van hennepkwekerijen en verhandelen van hennep door verdachte [verdachte] . Gedurende het onderzoek zijn meer verdachten in beeld gekomen en zijn meerdere hennepkwekerijen en hennepdrogerijen, een hennepstekkerij en vuurwerk aangetroffen die in verband worden gebracht met de verdachte [verdachte] en (hierna ook: [verdachte] ) en verdachten [medeverdachte 1] (hierna ook: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 4] (hierna ook: [medeverdachte 4] ), [medeverdachte 2] (hierna ook: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 3] (hierna ook: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 5] (hierna ook: [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 6] (hierna ook: [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 7] (hierna ook: [medeverdachte 7] ).
De rechtbank stelt hierna (de) feiten vast op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting.
4.2
Identificatie gebruikers Encrochat en aliassen
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen Encrochat-berichten. Er werd gebruik gemaakt van de diensten van Encrochat. Met Encrochat werden berichten verzonden met of aan onder meer de volgende accounts, alle eindigend op @encrochat.com:
  • [accountnaam 1]
  • [accountnaam 2]
  • [accountnaam 3] .
De vraag die in alle zaken, en al dan niet in reactie op een verweer, allereerst moet worden beantwoord, is of de personen tegen wie door het openbaar ministerie in het onderzoek Agaran21 vervolging is ingesteld, te identificeren zijn als de gebruikers van deze Encrochat-accounts, als de gebruikers van de aangetroffen telefoons en als de gebruikers van de in de berichten en contactgegevens gebruikte aliassen. Dat geldt met name voor [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
Als het antwoord op deze vragen bevestigend is, dan dient de vragen te worden beantwoord of zij betrokken zijn bij de aan hen ten laste gelegde strafbare feiten en hoe deze betrokkenheid gekwalificeerd kan worden.
4.2.1
Account [accountnaam 1]
De rechtbank stelt vast op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 3] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het account [accountnaam 1] en dat hij daarmee onder diverse namen in de contactenlijst en berichten van medeverdachten figureerde. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 3] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 3] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van dit account aanduiden als [medeverdachte 3] .
4.2.2
Account [accountnaam 2]
De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [verdachte] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het account [accountnaam 2] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] , [alias 1] en [alias 1] ) in de contactenlijsten van anderen figureerde. Alle berichten van dit account zijn aan [verdachte] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [verdachte] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [accountnaam 2] aanduiden als [verdachte] .
4.2.3
Account [accountnaam 3]
De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 1] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het account [accountnaam 3] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 2] , [alias 1] en [alias 2] ), onder andere met het alias [alias 2] , in de contactenlijst van anderen en in berichten voorkwam. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 1] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 1] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [accountnaam 3] aanduiden als [medeverdachte 1] .
4.3
Identificatie aangetroffen telefoons en aliassen
Op 9 mei 2022 zijn [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aangehouden en zijn hun woningen doorzocht. Daarbij werden de volgende telefoons aangetroffen en in beslag genomen. In de woning van [verdachte] aan de [woonplaats] in [plaats 1] vijf smartphones en een cryptotelefoon, bij [medeverdachte 1] aan de [adres 4] in [plaats 1] acht telefoons, bij [medeverdachte 2] aan de [adres 7] in [plaats 1] een telefoon en bij [medeverdachte 3] aan de [adres 8] in [plaats 1] twee Google Pixel telefoons (4A en 3A), drie iPhones en twee Nokia’s.
4.3.1
iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] van [verdachte]
De onder [verdachte] in beslag genomen iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] is onderzocht en uitgelezen. [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat + [telefoonnummer 1] zijn telefoonnummer is en dat hij de enige gebruiker is van deze telefoon.
Op de telefoon zijn de volgende accountnamen aangetroffen:
WhatsApp: ‘ [accountnaam 6] ’,
Signal: ‘ [accountnaam 5] ’.
In de telefoon zijn de volgende contacten gevonden:
Signal: ‘ [alias 3] ’ + [telefoonnummer 2] en ‘ [alias 3] ’ + [telefoonnummer 3]
WhatsApp: ‘ [alias 4] + [telefoonnummer 4] .
4.3.2
Contact ‘ [alias 3] ’ + [telefoonnummer 2] (Signal) en ‘ [alias 3] ’ + [telefoonnummer 3] (Signal)
Het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] is getapt. Het nummer werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer 1] . Dit IMEI-nummer behoorde bij een Google Pixel 4A telefoon die bij de doorzoeking aan de [adres 8] in [plaats 1] , waar [medeverdachte 3] als enige aanwezig was, in beslag werd genomen.
[verdachte] had contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] van ‘ [alias 3] ’ tot en met 28 juni 2021 en vanaf 27 juni 2021 met het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] van ‘ [alias 3] ’. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [alias 3] eerst telefoonnummer + [telefoonnummer 2] heeft gebruikt en daarna het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] . De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat ‘ [alias 3] ’ een bijnaam/alias is van [medeverdachte 3] .
4.3.3
iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 1]
De onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] is onderzocht en uitgelezen. Dit nummer is ook gebruikt in de hieronder genoemde iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 5] ’ van [medeverdachte 1] .
4.3.4
iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 5] ’ van [medeverdachte 1]
De iPhone X is op 9 mei 2022 in de woning aan de [adres 4] in [plaats 1] aangetroffen in een kastje in de woonkamer. In die woning was op 9 mei 2022 [medeverdachte 1] als enige persoon aanwezig. De Apple ID van deze telefoon is onder andere [e-mailadres 1] en de telefoonnaam is ‘ [alias 5] ’. Het laatst gebruikte telefoonnummer in dit toestel is + [telefoonnummer 5] . Het eerder gebruikte telefoonnummer is + [telefoonnummer 4] .
In de contacten staat ‘ [alias 6] ’ met telefoonnummer + [telefoonnummer 6] opgeslagen. Dit telefoonnummer wordt gebruikt door [naam 1] , zij is de moeder van [medeverdachte 1] . Ook staan de contacten ‘ [medeverdachte 4] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 7] en ‘ [verdachte] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] opgeslagen.
Bij de analyse van de data van deze telefoon zijn geen indicaties aangetroffen die erop wijzen dat de telefoon door meerdere personen is gebruikt. In verschillende chats werd [medeverdachte 1] aangesproken met de naam ‘ [medeverdachte 1] ’ en in verschillende berichten eindigde [medeverdachte 1] het bericht met ‘Mvg [medeverdachte 1] ’. Ook zijn op deze telefoon twee WhatsApp-gesprekken gevoerd. In beide WhatsApp-gesprekken werd gebruik gemaakt van de alias ‘ [alias 5] ’.
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [medeverdachte 1] de enige gebruiker van deze telefoon is geweest.
Zoals eerder vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [accountnaam 2] ’ aan [verdachte] en het Encrochat-account ‘ [accountnaam 3] ’ aan [medeverdachte 1] toe. [verdachte] heeft het account [accountnaam 3] onder de naam ‘ [alias 2] ' opgeslagen. Op 3 mei 2020 vindt er middels Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] waarin [medeverdachte 1] door [verdachte] wordt aangeduid als ‘ [alias 5] ’ en waar [medeverdachte 1] op reageert met ‘oke maat’.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 5] ’.
4.3.5
iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] van [medeverdachte 2] en alias ‘ [alias 7] ’
De onder [medeverdachte 2] in beslag genomen iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] is onderzocht en uitgelezen. Op de telefoon zijn berichten in de app Telegram aangetroffen waarin de ‘owner’ zich ‘ [alias 7] ’ noemt.
Zoals vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [accountnaam 2] ’ aan [verdachte] en dat van ‘ [accountnaam 3] ’ aan [medeverdachte 1] toe. Op 5 april 2020 vindt er via Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] , waaruit de rechtbank afleidt dat [medeverdachte 1] en ‘ [alias 7] ’ in een hennepkwekerij in [plaats 2] zijn en hier toezicht houden op ingehuurde hennepknippers. Omstreeks 15:38 uur vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] wat ze moeten eten. Hierop geeft [medeverdachte 1] de bestelling van hem en ‘ [medeverdachte 2] ’ door. Enkele minuten later stuurt [medeverdachte 1] nogmaals een lijst met voedingswaren door, maar ditmaal voor hem, ‘ [alias 7] ’ en de hennepknippers.
Vervolgens stuurt [medeverdachte 1] omstreeks 22:31 uur een bericht aan [verdachte] , waarin hij schrijft dat ‘ [alias 7] ’ zo gaat kijken en hij stuurt een foto waarop [medeverdachte 2] is afgebeeld. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 2] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 7] ’.
4.4.
De feiten 1, 2, 3 en 4
Zoals hiervoor al samengevat: feit 1 betreft de hennepkwekerijen, feit 2 de diefstal van stroom, feit 3 voorbereidingshandelingen en feit 4 de deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband zoals strafbaar gesteld in de Opiumwet.
4.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het volgende standpunt gesteld, zakelijk weergegeven.
Het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om vast te kunnen stellen dat [verdachte] betrokken is geweest bij de hennepkwekerij(en) (feit 1) en diefstal van elektriciteit (feit 2) in de panden aan de [adres 1] in [plaats 1] en de [adres 5] in [plaats 1] . Verdachte dient derhalve (partieel) vrijgesproken te worden ten aanzien van deze twee adressen en ook van de diefstal van stroom.
De rechtbank kan bewezen verklaren dat [verdachte] betrokken is geweest bij de hennepkwekerij(en) (feit 1) in de panden aan [adres 2] in [plaats 2] , [adres 3] in [plaats 3] en [adres 4] in [plaats 1] en diefstal van elektriciteit (feit 2) in die panden.
Van feit 3 (voorbereidingshandelingen) en feit 4 (witwassen) moet verdachte worden vrijgesproken. Bij feit 5 is er geen sprake van een organisatie die regels of doelstellingen heeft, een strakke rolverdeling hanteert en gezamenlijk naar buiten optreedt, zodat verdachte ook daarvan moet worden vrijgesproken.
4.4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.4.3.1 Beoordelingskader voor medeplegen
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. [1]
4.4.3.2 De redengevende feiten en omstandigheden voor de feiten 1, 2 en 3
De rechtbank stelt hierna per adres relevante feiten en omstandigheden voor zowel de hennepkwekerijen (feit 1) als de diefstal van de elektriciteit (feit 2) en de voorbereidingshandelingen (feit 3) vast.
De rechtbank overweegt vervolgens waarom zij op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden tot conclusies komt, mede op basis van nader vastgestelde feiten en omstandigheden, en beantwoordt daarna de bewijsvraag. De rechtbank zal gebruik maken van zogenoemd schakelbewijs en per locatie vermelden welke feiten en omstandigheden daarvoor van belang zijn. De vaststellingen en overwegingen over het schakelbewijs zijn aan het eind van de bewijsoverwegingen opgenomen.
4.4.3.3 [adres 1] in [plaats 1] (zaaksdossier 3) feit 1 en 2
Op 7 maart 2021 treft de politie een deels geoogste hennepkwekerij aan op de van het trapgat en benedenverdieping door een extra wand afgescheiden bovenverdieping van een woning aan de [adres 1] in [plaats 1] . De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen. In en buiten de woning vindt de politie in totaal vijf identieke sporttassen met daarin sealbags met hennep. Kort voor deze ontdekking vluchten twee onbekend gebleven mannen aan de voorzijde van de woning en bevinden [verdachte] en [medeverdachte 2] zich in de brandgang naast de woning. Die brandgang geeft toegang tot een achter de schutting van de woning gelegen veldje waar twee van de vijf sporttassen worden gevonden. Verbalisanten hebben steeds zicht op de brandgang gehouden en geen andere personen dan [verdachte] en [medeverdachte 2] daar gezien. Sporen van het door [verdachte] en [medeverdachte 2] in die brandgang (beweerdelijk) urineren zijn niet aangetroffen. [verdachte] en [medeverdachte 2] behoren tot een groep van vier mannen die regelmatig bij [nummer 2] naar binnen gaan. [naam 2] huurt de woning op [nummer 2] . Zij verhuurt de zolder aan “ [naam 3] ”. Zij heeft de sleutel van haar woning aan “ [naam 4] ”, een vriend van “ [naam 3] ” gegeven. “ [naam 4] ” zou het trapgat dichtmaken. In de iPhone van [medeverdachte 1] is een chatgesprek aangetroffen met [naam 2] in de periode van 29 december 2020 tot 24 februari 2021. [medeverdachte 1] noemt zich in dat gesprek “ [alias 5] ”. Ook “ [naam 4] ” komt ter sprake. Verder wordt gesproken over stromend water dat [naam 2] gehoord heeft, wat volgens [medeverdachte 1] kan kloppen, over gereedschap ophalen en vinden de bezoeken vaak laat in de avond plaats. Op de sealbags in een van de sporttassen zijn twee dactyloscopische sporen van [verdachte] aangetroffen.
4.4.3.4 [adres 2] in [plaats 2] (zaaksdossier 1) feit 1 en 2
Op 19 november 2020 treft de politie een hennepkwekerij aan in een pand op het adres [adres 2] in [plaats 2] . In kweekruimte 1 staan 860 hennepplanten. In de overige twee kweekruimtes staan geen hennepplanten, maar de ruimten zijn wel ingericht als kweekruimtes. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen.
Er is een netmeting op de elektriciteitskabel waarop dit adres is aangesloten verricht door
Enexis Netbeheer BV. In de meetperiode zijn twaalfuurs verbruikspatronen te zien. In de meetperiode van 19 oktober 2019 tot en met 28 september 2020 is te zien dat er vier keer een volledige kweekperiode is geweest.
Het pand werd sinds februari 2019 door een katvanger gehuurd ten behoeve van [verdachte] en [medeverdachte 6] . In de periode voorafgaand aan de in november 2020 aangetroffen kwekerij hebben er andere kweken plaatsgevonden, in elke geval rond april 2020. [verdachte] ( [accountnaam 2] ) en [medeverdachte 1] ( [accountnaam 3] ) van 5 april 2020 tot en met 16 mei 2020 meerdere chats en afbeeldingen naar elkaar gestuurd die betrekking hebben op een eerdere kweek in dit pand rond die tijd. Daarin wordt de naam van [medeverdachte 2] genoemd. Op een van de foto’s - verstuurd op 5 april 2020 - is [medeverdachte 2] ook te zien, zittend in de hennepkwekerij aan de [adres 2] in [plaats 2] met een (kennelijk net geoogste) hoeveelheid hennep in zijn handen. [medeverdachte 1] verstuurde die foto toen naar [verdachte] .
4.4.3.5 [adres 3] in [plaats 3] (zaaksdossier 4) feit 1 en 2
Op 27 juli 2021 treft de politie een professioneel ingerichte hennepkwekerij aan in een pand op het adres [adres 3] in [plaats 3] . In twee kweekruimtes staan in totaal 1769 planten. Door middel van twee hotboxen werd CO2 aan de kweekruimte
toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding die weer was
aangesloten op de gasleiding in de meterkast. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen. [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn in de periode van 1 juli tot en met 27 juli 2021 diverse keren in het pand geweest. Andere personen, behalve [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] , zijn niet in het pand geweest.
In het pand werden leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland en verwensingen aan het adres van de politie.
4.4.3.6 [adres 4] in [plaats 1] (zaaksdossier 7) feit 1 en 2
Op 9 mei 2022 treft de politie een hennepkwekerij aan in een schuur bij de woning van [verdachte] aan de [adres 4] in [plaats 1] , waar [medeverdachte 1] op dat moment verblijft. Er is een kweekruimte met daarin 239 hennepplanten. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen.
4.4.3.7 [adres 5] in [plaats 1] (zaaksdossier 5) feit 1 en 2
Op 26 november 2021 treft de politie een hennepkwekerij aan in een pand aan de [adres 5] in [plaats 1] . In twee kweekruimtes staan in totaal 826 planten. Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging. De elektriciteit wordt buiten de meter afgenomen.
4.4.3.8 [adres 6] in [plaats 1] (zaaksdossier 6) feit 3
Op 15 december 2021 is aan de [adres 6] in [plaats 1] een in aanbouw zijnde zeer professionele hennepkwekerij aangetroffen. Kweekruimte één was opgebouwd en nagenoeg klaar. In deze kweekruimte werden diverse hennepgerelateerde goederen aangetroffen, te weten 48 transformatoren met lamparmatuur, een hangend koolstoffilter, een slakkenhuis, zes ventilatoren, drie opticlimates, 800 bloempotten gevuld met potgrond en een aan- en afzuiginstallatie. Kweekruimtes twee en drie waren in opbouw. In deze kweekruimtes werden 39 transformatoren met lamparmatuur, een hangend koolstoffilter, een slakkenhuis, tien hangende ventilatoren, twee opticlimates, een aan- en afzuiginstallatie, 39 lamparmaturen, drie assimilatielampen, een transformator, twee koolstoffilters, een slakkenhuis, twee ventilatoren en een hotbox aangetroffen. In de overige ruimte tussen de kweekruimten werden tien lamparmaturen, vijf assimilatielampen, een schakelbord, tien transformatoren, twee temperatuur-/ventilatieregelaars, twee fancontrols en een compressor aangetroffen. In het pand werden leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland en verwensingen aan het adres van de politie.
4.4.3.9 De overwegingen met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3
4.4.3.10 [adres 1] in [plaats 1] (zaaksdossier 3) feit 1 en 2
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tezamen en in vereniging in deze kwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 36,24 kilo hennep opzettelijk aanwezig hebben gehad.
De elektriciteit werd buiten de meter afgenomen. Dit behoorde tot de vaste werkwijze van verdachte bij de hennepkwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad. Ook dat feit zal bewezen worden verklaard.
4.4.3.11 [adres 2] in [plaats 2] (zaaksdossier 1) feit 1 en 2
Feit 1
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten aanzien van [adres 2] in [plaats 2] ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feit 2
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zich in februari 2020 heeft ingekocht in de hennepkwekerij en dat hij zich niet heeft bezig gehouden met de stroom. Hij wist niet dat de stroom werd gestolen. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig.
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de hennepkwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad.
4.4.3.12 [adres 3] in [plaats 3] (zaaksdossier 4) feit 1 en 2
Feit 1
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten aanzien van [adres 3] in [plaats 3] ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feit 2
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een elektricien heeft laten komen om de elektriciteitsvoorziening aan te leggen. Hij heeft daarvoor dus opdracht gegeven. Hij verklaart ook dat hij niet heeft gezien dat de installatie buiten de meter werkte. Dat de elektricien op eigen houtje tot een dergelijke strafbare aanleg heeft besloten is onaannemelijk. Dat stroom illegaal werd afgenomen is immers de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte samen met anderen exploiteerde en die het verdienmodel waren van het hierna te bespreken criminele samenwerkingsverband waaraan [verdachte] leiding gaf. Het kan best zo zijn dat hij niet met eigen ogen heeft gezien hoe de aanleg was gedaan, maar gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat het minst genomen niet anders kan zijn dan dat hij ten behoeve van het telen van hennep met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening stroom heeft weggenomen.
4.4.3.13 [adres 4] in [plaats 1] (zaaksdossier 7) feit 1 en 2
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten aanzien van de [adres 4] in [plaats 1] ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, aangevuld met de bewijsmiddelen voor medeplegen.
De rechtbank overweegt nog het volgende, in reactie op de verklaring van [verdachte] dat [medeverdachte 1] hierbij niet was betrokken en dat hij zelf de elektriciteit heeft aangelegd met behulp van een filmpje op YouTube.
Hoewel de rechtbank het ongeloofwaardig vindt dat [verdachte] , zoals hij ter zitting heeft verklaard, zelf de elektriciteit heeft aangelegd, omdat hij ter zitting ook heeft verklaard dat hij bij [adres 3] in [plaats 3] een elektricien had laten komen, is dat voor de bewezenverklaring van het medeplegen van gekwalificeerde diefstal van stroom niet relevant. Het medeplegen wordt vooral gebaseerd op de rol van [medeverdachte 1] .
Vanuit de woning op [nummer 3] , waar [medeverdachte 1] verbleef en werd aangetroffen ten tijde van de inval door de politie, liep een dikke grijze leiding/kabel vanuit de meterkast, via de eerste verdieping en (deels onder de grond) naar de schuur. Ook liep er een groot aantal kabels en leidingen naar het perceel op [nummer 4] . Gegeven het op grootschalige wijze exploiteren van hennepkwekerijen en het daarbij wegnemen van stroom kan het niet anders dan dat [medeverdachte 1] , als bewoner van het pand, deze opzichtige kalbelnetwerken heeft gezien, en van de kwekerij op de hoogte is geweest en daaraan ook een bijdrage heeft geleverd, al was het maar door vanuit de woning een oogje in het zeil te houden. De rechtbank is van oordeel dat er tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] sprake was van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
4.4.3.14 [adres 5] in [plaats 1] (zaaksdossier 5) feit 1 en 2
Feit 1
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niets met de hennepkwekerij te maken had en alleen een vriend heeft geholpen met een nagelstudio in dat pand, contact had met de pandeigenaar [naam 5] en ook aan hem wel de huur heeft betaald omdat de huurder, [naam 6] [naam 7] , geen geld had. De in zijn iPhone aangetroffen notitie “ [alias 8] ” heeft naar zijn zeggen niets te maken met deze kwekerij, maar is een snelle notitie waarvan hij niet weet waarover het gaat en waarom hij daar de naam ‘ [alias 8] ” aan gaf.
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig voor zover het een ontkenning is van betrokkenheid bij de hennepkwekerij.
Het dossier bevat bewijsmiddelen waaruit die betrokkenheid wel blijkt. De rechtbank stelt in aanvulling op het voorgaande de volgende feiten en omstandigheden vast.
[naam 5] verhuurde vanaf 1 juni 2020 het pand aan de [adres 5] in [plaats 1] aan [naam 6] [naam 7] die op zijn beurt het voorste deel aan [medeverdachte 2] en zijn vriendin [naam 8] verhuurde en het achterste deel, waar de hennepkwekerij werd aangetroffen, zoals hij beweert, aan iemand anders. [2] , [3]
[naam 9] , de zoon van [naam 5] , kent [verdachte] al sinds zijn jeugd en had contact met hem over de huur van het pand. Zo vraagt hij [verdachte] om timmermannen die werkzaamheden in het pand kunnen verrichten, verwijst [naam 6] zoon [naam 5] naar [verdachte] om de huurachterstand aan te zuiveren en spreekt ook vader [naam 5] [verdachte] rechtstreeks aan op het betalen van de huur. Op [geboortedatum 5] 2021 stuurt hij [verdachte] een WhatsApp-bericht dat luidt: "Wanneer betaal je de rest van de huur?". Voor zover die gesprekken plaatsvinden buiten de ten laste gelegde periode staat dat aan de redengevendheid voor de vergaande betrokkenheid van [verdachte] bij dit pand niet in de weg. De rechtbank ontleent er de overtuiging aan dat al voor oktober 2020 is begonnen met werkzaamheden die tot de uiteindelijk aangetroffen kwekerij hebben geleid.
[naam 5] en [naam 7] ontkennen betrokkenheid bij de hennepkwekerij en stroomdiefstal. Of die verklaringen geloofwaardig zijn, laat de rechtbank in het midden.
De beweerdelijke huurder van het deel waarin de kwekerij is aangetroffen is in Roemenië gehoord en heeft de huurovereenkomst met [naam 7] niet afgesloten. [4] Dit duidt op een gerichte handeling om door identiteitsfraude een spoor naar verdachten te verbergen.
Er is in de mobiele telefoon van [verdachte] een notitie aangetroffen, getiteld “ [alias 8] ”. Deze bevat een uitgebreide opsomming van allerlei aan hennepteelt én nagelstudio gerelateerde uitgaven.
De rechtbank leidt uit dit alles af dat de nagelstudio van [naam 8] werd opgebouwd als rookgordijn voor de daarachter plaatsvindende opbouw en exploitatie van een hennepkwekerij. Daarbij werd [naam 7] als katvanger voor de huur van het hele pand ingezet. [verdachte] had contact met [naam 5] en diens zoon [naam 9] en betaalde feitelijk de huur, al dan niet door tussenkomst van [naam 7] .
De conclusie is dat [verdachte] een cruciale rol had bij deze kwekerij. Hij bemoeide zich met huur van het pand, betaalde de huur, was contactpersoon voor de eigenaar, bemoeide zich met de waarschijnlijk uitsluitend als dekmantel fungerende nagelstudio in oprichting, in samenwerking met [medeverdachte 2] die in het pand werkzaamheden verrichtte. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
Feit 2
Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die [verdachte] samen met anderen exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ook daarin een als medeplegen te kwalificeren aandeel heeft gehad.
4.4.3.15 [adres 6] in [plaats 1] (zaaksdossier 6) feit 3
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niets met de in aanbouw zijnde hennepkwekerij te maken heeft. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig.
Het dossier bevat bewijsmiddelen waaruit die betrokkenheid wel blijkt. De rechtbank stelt in aanvulling op het voorgaande de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verhuur en beheer pand
[naam 10] verhuurde vanaf 15 mei 2021 het pand aan de [adres 6] in [plaats 1] aan [naam 11] . [5] In de periode van 20 mei 2021 tot en met 29 december 2021 is er op de bankrekening [rekeningnummer] van [naam 11] € 33.835,-- contant gestort. Van deze betaalrekening werd tussen 20 mei 2021 en 1 oktober 2021 € 32.000,-- overgeboekt naar de rekening van [naam 10] . [6]
Op 1 juni 2021 heeft de sleuteloverdracht en eindinspectie van het pand plaatsgevonden. [naam 12] heeft namens [naam 11] de sleutels van het pand aan de [adres 6] in [plaats 1] in ontvangst genomen. [7] [naam 12] kent [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [8] Ook [naam 13] , de broer van [naam 12] , kent [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [9] Zowel [naam 12] als [naam 13] zijn in het pand aan de [adres 6] in [plaats 1] geweest.
Op 28 augustus 2021 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en een leverancier van bouwmaterialen die goederen wil afleveren in de directe omgeving van een Aldi supermarkt. Tot enkele jaren was er een Aldi supermarkt gevestigd aan de [adres 6] in [plaats 1] .
Op 9 november 2021 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [naam 13] , waarbij [verdachte] vraagt of [naam 13] de voordeur kan opendoen. Waarop [naam 13] antwoordt dat hij in de hal is en [verdachte] daarop antwoordt: “Ik dacht Aldi”. [naam 13] geeft aan [verdachte] door dat hij even om de hoek moet en zijn telefoon uit moet doen.
Peilbaken en camerabeelden
Van 16 september tot en met 16 december 2021 heeft er een peilbaken gezeten in de Renault Master met kenteken [kenteken 2] . Het voertuig staat op naam van [medeverdachte 6] , destijds de partner van [verdachte] . Het voertuig heeft in de periode vanaf 20 oktober 2021 tot en met 14 december 2021 36 keer uitgepeild op de parkeerplaats behorende bij de [adres 6] , of in de zeer directe omgeving daarvan. De parkeerplaats betreft een afgesloten plaats, die vanaf de openbare weg alleen te bereiken is via een toegangshek. De Renault Master wordt met name gebruikt door [verdachte] , incidenteel ook door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Op 15, 17, 20, 26 en 30 november en 6, 11 en 14 december 2021 verplaatste het voertuig met regelmaat direct vanuit de [adres 6] in [plaats 1] naar de [adres 9] (ter hoogte van [nummer 5] ) of vice versa, zoals bakengegevens uitwijzen. De Renault Master is op 12 en 16 november 2021 en 7 en 14 december 2021 bij [bedrijf 2] te [plaats 4] geweest. Op 12 november 2021 hebben [verdachte] en [naam 13] bouwmaterialen gekocht, op 16 november 2021 heeft [naam 13] Zabri bouwmaterialen gekocht en op 7 december 2021 hebben [verdachte] en [medeverdachte 1] bouwmaterialen gekocht.
Op 14 december 2021 rijdt [verdachte] als bestuurder in de Renault Master met kenteken [kenteken 2] waar ter hoogte van de [adres 6] wordt geparkeerd. Er stappen drie personen uit en zij hebben gereedschap bij zich. [verdachte] loopt in de richting van het pand aan de [adres 10] . Twee minuten later stapt [medeverdachte 1] in de Renault Master en rijdt naar [bedrijf 2] in [plaats 4] om bouwmaterialen te kopen. Daarna is hij gaan tanken en om 14:48 uur is de Master vertrokken vanaf de [adres 11] in [plaats 4] . Om 15:20 uur reed de Renault Master het terrein op aan de [adres 6] in [plaats 1] .
Op de beelden van een door de politie geplaatste camera van 9 december 2021 tot en met 15 december 2021 is te zien dat in deze periode slechts twee voertuigen het terrein aan de [adres 6] in [plaats 1] oprijden. Dat betreffen een Ford Transit met kenteken
[kenteken 9] op naam van [medeverdachte 1] en de Renault Master met kenteken [kenteken 2] op naam van [medeverdachte 6] , de partner van [verdachte] . Beide voertuigen staan op 9 en 10 december 2021 gedurende meerdere uren geparkeerd op het terrein aan de [adres 6] in [plaats 1] . Op 10 december 2021 is [verdachte] herkend terwijl hij werkzaamheden verricht aan de roldeur van het pand.
De rechtbank leidt uit dit alles af dat [verdachte] en [medeverdachte 1] veelvuldig gedurende enige tijd in of bij het pand aanwezig zijn geweest. Er zijn geen andere voertuigen op het afgesloten terrein geweest dan de Renault Master, waar [verdachte] gebruikt van maakte en de Ford Transit op naam van [medeverdachte 1] . Er zijn diverse keren bouwmaterialen gekocht door [verdachte] , [naam 13] of [medeverdachte 1] , waarbij [medeverdachte 1] op 14 december 2021 rechtstreeks met de bouwmaterialen naar het pand aan de [adres 6] in [plaats 1] is gereden. Tot slot weegt ook mee dat er sprake is van een hoge mate van professionaliteit in de opbouw van de hennepkwekerij zoals ook bij de andere aangetroffen hennepkwekerijen en zijn ook aan de [adres 10] leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
4.4.3.16 Uitoefening van een beroep of bedrijf
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van vijf hennepkwekerijen en voorbereidingshandeling voor een in opbouw zijnde hennepkwekerij. De capaciteit van de hennepkwekerijen tezamen was aanzienlijk. In totaal was sprake van 3.693 hennepplanten, en 36,24 kilogram hennep en werden er kweekruimten aangetroffen waar al was geoogst. Dat betekent dat ook derden moeten zijn ingeschakeld om daarbij te helpen, hetgeen ook in chats wel wordt benoemd als er over knippers wordt gesproken [10] . De teeltprocessen geschiedden in afzonderlijke, daarvoor ingerichte ruimtes onder gecontroleerde condities en deels geautomatiseerd met behulp van technische middelen, kennelijk ter optimalisering van het teeltproces en minimalisering van de daarvoor van de telers vereiste inspanningen. De kweekruimtes waren op professionele wijze aangelegd, waaruit kan worden afgeleid dat ze waren opgezet met de bedoeling daarin verschillende keren te oogsten. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
4.4.4
Feit 4
4.4.4.1 Het juridisch kader
Voor bewezenverklaring van wat als feit 4 is ten laste gelegd, deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b Opiumwet, moet worden vastgesteld dat:
sprake is geweest van een organisatie
die organisatie tot oogmerk heeft gehad het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 van de Opiumwet, en
verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen.
4.4.4.2 Vaststelling van feiten
Alle hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden (en de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen en overwegingen) betrekt de rechtbank bij de bewijsvraag van het ten laste gelegde onder 4. Als bewijsmiddel is verder het samenvattende proces-verbaal uit het zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet gebruikt. Dit proces-verbaal is een correcte samenvatting van alle in de daarin opgenomen voetnoten aangeduide brondocumenten. De rechtbank neemt ook hier alle conclusies van de verbalisant over en maakt deze tot de hare.
4.4.4.3 Overwegingen en conclusie
De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat verdachte in een periode van twee jaren samen met anderen bij de hennepteelt en diefstal van stroom betrokken is geweest. Daarbij ging het om (grote hoeveelheden) hennep die bedrijfsmatig werd(en) geteeld. Het bedrijfsmatige karakter bleek niet alleen uit de wijze waarop de kwekerijen waren ingericht maar uit de gehele organisatie die de complete keten van stekken naar oogst omvatte. Er was een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband waarvan onder andere de broers [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] deel uitmaakten. [medeverdachte 3] en [verdachte] hadden een regelende en sturende rol, zij onderhielden contact over opbouw van kwekerijen, levering van stekken, waarvoor [medeverdachte 3] zorgde, en over het oogsten. De broers en [medeverdachte 3] woonden in dezelfde straat, de [adres 9] in [plaats 1] , [medeverdachte 2] daar vlakbij. Hun levens waren met elkaar verbonden door het delen van woningen, tuinen en auto’s. Ook partners ( [medeverdachte 6] van [verdachte] en [medeverdachte 7] van [medeverdachte 3] ) werden ingezet. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verrichtten de uitvoerende werkzaamheden. Alle verdachten wisten dat het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 Opiumwet en diefstal van stroom het doel was.
De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet met als oogmerk het beroeps- en bedrijfsmatig telen van hennep en het aanwezig hebben van hennep en dat [verdachte] als leider en opdrachtgever/coördinator aan deze organisatie heeft deelgenomen. De rechtbank acht het tenlastegelegde onder 4 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.4.5
Schakelbewijsoverweging
De rechtbank maakt voor de bewezenverklaring gebruik van zogenoemd schakelbewijs. Dit is een wijze van bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Daarvan is in deze zaak sprake. Het bewijsmateriaal voor de feiten vertoont op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen en duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte en de medeverdachten.
De rechtbank is van oordeel dat de redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot de afzonderlijke zaken, voor (het medeplegen van) elk van de kwekerijen en de diefstal van stroom en voor het crimineel samenwerkingsverband, voldoende wettig en overtuigend bewijs opleveren. In samenhang bezien versterken die feiten en omstandigheden bovendien het bewijs in elk van die zaken en in zoverre zijn deze over en weer redengevend omdat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomen.
De volgende overeenkomsten van in de panden aangetroffen voorwerpen, gebruikte auto’s en andere omstandigheden zijn van belang:
  • hennep aangetroffen in vijf sporttassen aan de [adres 1] met het opschrift [bedrijf 3] en ook op de zolder van de woning aan de [adres 7] waar [medeverdachte 1] stond ingeschreven en waarin [medeverdachte 2] verbleef werd een rood/ zwarte sporttas van [bedrijf 3] aangetroffen,
  • verwijzingen naar nazi-Duitsland, anti-politieleuzen en symbolen bij [adres 3] , de [adres 6] en aan de [adres 12]
  • de vraag naar 15.000 of 30.000 liter diesel bij de [adres 5] en het aggregaat dat is aangetroffen aan de [adres 6] en de met een dieselgenerator verbonden vaten met 750 liter rode diesel aan de [adres 13] en vier opslagtanks met rode diesel aan de [adres 14]
  • de hoge mate van professionaliteit in de (aanbouw zijnde) hennepkwekerijen aan [adres 3] , de [adres 6] en de [adres 12]
  • toevoeging van CO2 om de groei te bevorderen aan [adres 3] , de [adres 5] en de [adres 12]
  • diefstal elektriciteit ten behoeve van de kwekerijen
  • katvangers en/of dekmantels voor de huur van panden.
Voor verdachte [verdachte] is daarbij nog het volgende van belang.
[verdachte] nam stekken ten behoeve van zijn hennepkwekerijen af bij [medeverdachte 3] . [verdachte] leverde aan verschillende afnemers hennep. [verdachte] gaf [medeverdachte 3] instructies dat hij de hennep wel bij [medeverdachte 4] of [medeverdachte 1] kan pakken. [verdachte] regelde strijkzakken voor de hennep en overlegde met [medeverdachte 3] over hennepknippers. Ook won [verdachte] ( [accountnaam 2] ) advies in bij [medeverdachte 3] over de stroomvoorziening over de lengte van een slang voor de ‘opticimate’ en regelde iemand voor de diefstal van stroom: ‘dievstroom’.
4.5
Feit 5
4.5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 5 bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De raadsman heeft betwist de kasopstelling en de uitkomst daarvan.
4.5.3
Het oordeel van de rechtbank
De politie heeft financieel onderzoek gedaan over de periode 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022. Daarbij is gebruik gemaakt van een eenvoudige kasopstelling waarbij de totale contante uitgaven vergeleken zijn met de legale contante inkomsten, uitgaande van een begin- en eindsaldo aan contante gelden. Uit deze kasopstelling volgt dat [verdachte] en [medeverdachte 6] , die een gezamenlijke huishouding voerden, in de ten laste gelegde periode minder legale contante inkomsten hebben gehad dan de contante bedragen die zij hebben uitgegeven. Het verschil is € 177.780,75. De rechtbank zal daarop correcties toepassen.
De rechtbank zal hierna de feiten vaststellen, in reactie op de verweren bespreken van welk contant beginsaldo moet worden uitgegaan en haar oordeel geven over de in de kasopstelling opgenomen inkomstenbronnen en uitgavenposten die worden betwist. De overige posten worden op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen zonder nadere motivering door de rechtbank overgenomen uit de kasopstelling, waarbij de rechtbank voor het bewijs gebruik maakt van het samenvattende proces-verbaal dat een correcte weergave is van de daaraan ten grondslag liggende brondocumenten en waarbij de rechtbank de conclusies van verbalisant overneemt en tot de hare maakt, omdat die conclusies op goede gronden getrokken zijn.
Ten slotte zal de rechtbank beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
4.5.3.1 Juridisch kader
Het beoordelingskader van witwassen is volgens vaste rechtspraak als volgt. Voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van de artikelen 420bis en 420quater Sr opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ is niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een concreet aangeduid misdrijf. Wel is voor een bewezenverklaring ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Dat een voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband is te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als door het openbaar ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij of zij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat deze verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.
Als de verdachte zo'n verklaring heeft gegeven, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring.
Mede op basis van de resultaten van dat onderzoek zal moeten worden beoordeeld of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als zo'n verklaring is uitgebleven, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen.
4.5.3.2 Vaststelling van de feiten en omstandigheden en bespreking verweren
Op basis van de inhoud van het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken, stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Gemeenschappelijke huishouding
[verdachte] en [medeverdachte 6] voerden in de ten laste gelegde periode een gemeenschappelijke huishouding. [verdachte] beschikte over inkomsten uit VOF [bedrijf 1] , waarvan hij medevennoot was. [medeverdachte 6] had inkomsten uit twee ondernemingen, te weten het in Duitsland gevestigde [bedrijf 5] en het in [plaats 1] gevestigde Perfect Interiors. Over de periode van 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022 zijn de contante legale inkomsten, inclusief bankopnames, vergeleken met de contante uitgaven inclusief bankstortingen. In die periode hebben [medeverdachte 6] en [verdachte] contant meer uitgegeven dan legaal contant beschikbaar was.
Beginsaldo
De enkele stelling van verdachte en de verdediging dat het beginsaldo ten minste € 1.500,-- per persoon moet zijn (de rechtbank begrijpt: voor zowel [verdachte] als [medeverdachte 6] ) komt niet in de buurt van een concrete, verifieerbare verklaring als hiervoor bedoeld, hetgeen de verdediging ook lijkt in te zien nu zij opmerkt dat [verdachte] niet in staat is om tot achter de komma nauwkeurig na te gaan over hoeveel contant geld hij op 1 januari 2017 beschikte.
Storting € 81.336,-- op rekening VOF [bedrijf 1]
De verdediging stelt dat moet worden uitgegaan van een inbreng van € 25.000,-- en niet van € 81.336,-- op de rekening van [bedrijf 1] . Het betrof een lening van [medeverdachte 6] aan [verdachte] , door haar onttrokken aan haar onderneming [bedrijf 5] .
De rechtbank overweegt dat verdachte niet verifieerbaar heeft onderbouwd (en overigens ook niet aannemelijk is geworden) dat het bedrag van € 25.000,-- afkomstig was van de Duitse onderneming [bedrijf 5] van [medeverdachte 6] . Dat deze stortingen achteraf door de accountant van [medeverdachte 6] en [verdachte] als achtergestelde lening zijn aangemerkt, is hierbij niet van belang: het gaat er immers om of [medeverdachte 6] en [verdachte] dat geld in contanten beschikbaar hadden.
De rechtbank acht wel van belang dat de in de kasopstelling meegenomen contante omzet van [bedrijf 5] over 2017 – een bedrag van € 31.224,-- – niet valt te rijmen met een storting van € 25.000,-- in contanten op de rekening van [bedrijf 1] .
Van andere legale inkomsten dan die in de kasopstelling zijn opgenomen, is niet gebleken. Ook van betaalde rente is niet gebleken. De rechtbank zal daarom uitgaan van het in de kasopstelling opgenomen bedrag van € 81.336,--.
Betalingen huur [adres 2] in [plaats 2] aan [naam 14]
De rechtbank verwerpt het onvoldoende onderbouwde verweer dat [verdachte] pas in februari 2020 huur is gaan betalen aan [naam 14] , op wiens naam het pand aan [adres 2] in [plaats 2] ten behoeve van [verdachte] werd gehuurd per 1 februari 2019 voor een huurprijs van € 1.000,-- per maand. [naam 14] ontving met ingang van 1 maart 2019 van [verdachte] driemaandelijks vier keer € 5.000,-- en vier keer € 6.500,--, welke bedragen bedoeld waren voor onder meer de huur. [11] , [12]
Evenmin is sprake van een dubbeltelling over december 2019. Nauwkeurige lezing van de kasopstelling wijst uit dat weliswaar twee keer een op “1-12-2019” gedateerde betaling aan [naam 14] is opgenomen maar daarvan betreft, gelet op het voorgaande, de eerste een betaling op 1 maart 2019 en de tweede een betaling op 1 december 2019. De rechtbank leest de kasopstelling hier verbeterd en verwerpt het verweer.
Boeking uitgaven [geboortedatum 1] 2018 € 3.831,80De rechtbank volgt de verdediging en de officier van justitie in hun standpunt dat het bedrag van de contante uitgaven verminderd dient te worden met een bedrag van € 3.831,80, omdat de in de kasopstelling op [geboortedatum 1] 2018 opgenomen post (feitelijke uitgaven) “F.U. Ad 3. Bonnen/Facturen/Pv’s” onderbouwing ontbeert.
Bonnen Urban Green/Daily tradingDe rechtbank verwerpt het verweer dat de bonnen van 2, 7 en 18 februari 2022 niet aan [verdachte] toebehoren en niet door hem zijn voldaan. Deze bonnen corresponderen met het kasboek van [verdachte] zodat de conclusie, dat het bedrag van € 7.461,27 contant door hem is voldaan, gerechtvaardigd is, nu [verdachte] geen concrete verifieerbare verklaring die tot een ander oordeel zou moeten leiden heeft gegeven. [13]
Betaling van de bootNamens verdachte is betoogd dat de boot die op 9 mei 2022 onder [verdachte] in beslag is genomen, is gefinancierd door [naam 15] , niet contant door [verdachte] is betaald en daarom niet bij de kasopstelling als uitgave mag worden betrokken.
De rechtbank stelt vast dat [naam 16] de boot in mei 2020 heeft verkocht voor een bedrag van € 22.000,--, voldaan met (grotendeels) biljetten van 500 en 200 euro. [14] De boot is op 9 mei 2022 geregistreerd op naam van [verdachte] . [15] De rechtbank concludeert dat hij de boot ook heeft betaald. Dat [naam 15] in een later stadium als rechthebbende op die boot is opgetreden, voor zover dat al aannemelijk zou zijn, doet hier niet aan af. De rechtbank verwerpt het verweer, en leest de kasopstelling verbeterd omdat daar in plaats van een bedrag van € 22.000,-- een bedrag van € 22.500,-- is opgenomen. In de bewezenverklaring wordt ook een correctie opgenomen.
Conclusie alle geldbedragen en voorwerpen
De rechtbank volgt de officier van justitie in diens standpunt dat (partieel) moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde Audi A1.
Over de herkomst van de hiervoor besproken én overige in de tenlastelegging genoemde bestedingen van geldbedragen en voorwerpen hebben [verdachte] en [medeverdachte 6] geen concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven dat deze niet van misdrijf afkomstig zijn. Er is geen aanleiding voor een nader onderzoek door het openbaar ministerie. De conclusie is dat het niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank acht, gelet op het feit dat [verdachte] en [medeverdachte 6] een partnerrelatie hadden, samenwoonden en een gezamenlijke huishouding, met kinderen, voerden, onaannemelijk dat [medeverdachte 6] niet wist dat het aanzienlijke verschil in contante inkomsten en uitgaven verdiend werd met door [verdachte] gepleegde misdrijven en dat de gelden en voorwerpen uit misdrijf afkomstig waren. Dat [verdachte] die wetenschap had volgt uit het feit dat hij de misdrijven waarmee het wit te wassen geld werd verdiend, heeft (mede)gepleegd.
De rechtbank zal het ten laste gelegde medeplegen van witwassen bewezen verklaren.
De rechtbank overweegt nog dat in de bewezenverklaring het bedrag van € 177.780,75 wordt gecorrigeerd in een bedrag van € 173.448,95, omdat voornoemde bedragen van € 3.831,80 en € 500,-- daarop in mindering worden gebracht, maar dat het verschil in contante inkomsten en uitgaven in werkelijkheid veel groter was. In de kasopstelling zijn namelijk niet de in de tenlastelegging afzonderlijk vermelde voertuigen en andere goederen meegenomen die (grotendeels) met contant geld zijn aangeschaft.
4.6
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 9 mei 2022 te [plaats 1] en te [plaats 3] en te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
-in een pand aan de [adres 1] in [plaats 1] en
-in een pand aan [adres 2] in [plaats 2] en
-in een pand aan [adres 3] in [plaats 3] en
-in een pand aan de [adres 4] in [plaats 1] en
-in een pand aan de [adres 5] in [plaats 1] ,
telkens opzettelijk een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van 36,24 kg hennep en 860 hennepplanten en 1769 hennepplanten en 238 hennepplanten en 826 hennepplanten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 9 mei 2022 te [plaats 1] en te [plaats 3] en te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan Enexis Netbeheer B.V., een ander dan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de weg te nemen elektriciteit, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel verbreking;
3.
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 15 december 2021 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), voorwerpen voorhanden heeft gehad, te weten
kweekruimte(n) ( [adres 6] in [plaats 1] ) met daarin diverse (hennepgerelateerde) goederen, waaronder:
(kweekruimte 1)
- 48 transformatoren met lamparmatuur en
- een hangend koolstoffilter en
- een slakkenhuis en
- 6 ventilatoren en
- 3 opticlimates en
- 800 bloempotten gevuld met potgrond en
- een aan- en afzuiginstallatie en
(kweekruimte 2)
- 39 transformatoren met lamparmatuur en
- een hangend koolstoffilter en
- een slakkenhuis en
- 10 hangende ventilatoren en
- 2 opticlimates en
- een aan- en afzuiginstallatie en
(kweekruimte 3)
- 39 lamparmaturen en
- 3 assimilatielampen en
- een transformator en
- 2 koolstoffilters en
- een slakkenhuis en
- 2 ventilatoren en
- een hotbox en
10 lamparmaturen en 5 assimilatielampen en een schakelbord en 10 transformatoren en 2 temperatuur-/ventilatieregelaars en 2 fancontrols en een compressor,
waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die voorwerpen bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
4.
hij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 9 mei 2022 in Nederland, als leider en als opdrachtgever/coördinator, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten
- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, en
-misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of
bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11;
5.
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022 in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander,
- contante geldbedragen tot een totaalbedrag van € 173.448,95 voorhanden heeft gehad en/of heeft gebruikt en/of heeft omgezet, betreffende:
- geldbedragen aangewend ten behoeve van de kosten van zijn/hun levensonderhoud en
- geldbedragen aangewend ten behoeve van de verbouwing van een woning ( [woonplaats]
) en (bijbehorende) tuin en
- geldbedragen waarmee stortingen zijn gedaan op bankrekeningen en
- een geldbedrag waarmee een lening is verstrekt aan v.o.f. [bedrijf 1] en
- geldbedragen uitgegeven ten behoeve van de aankoop van voertuigen en
goederen en
- een geldbedrag aangewend ten behoeve van huurlasten/kosten pand aan [adres 2] te
[plaats 2]
en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad en/of heeft gebruikt en/of heeft verworven, te weten:
- voertuigen te weten een Renault Master, [kenteken 2] en een Mercedes-Benz AMG, [kenteken 3] en een Mercedes-Benz, [kenteken 4] en een BMW 5 serie, [kenteken 5] en een Citroën Berlingo, [kenteken 6] en een Opel Movano, [kenteken 7] en een scooter Piaggio Vespa Sprint, [kenteken 10] en e-bikes en
- schoenen en kleding en tassen en horloge(s) en jacuzzi en een waterscooter,
terwijl hij en zijn mededader wisten, dat bovenomschreven geldbedragen en voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring evenals het kenteken van de scooter Piaggio. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 311 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 3, 11, 11a en 11b van de Opiumwet (Ow). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: medeplegen van het voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 4
het misdrijf: als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet;
feit 5
het misdrijf: medeplegen van witwassen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest met eventueel daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. De raadsman heeft verzocht het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen bij einduitspraak.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
-
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich in een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan het leiden van een crimineel samenwerkingsverband dat het plegen van hennepgerelateerde misdrijven tot oogmerk had, te weten het (voorbereiden van het) telen van hennep op verschillende locaties in Twente, diefstal van elektriciteit en het witwassen van grote sommen geld, auto’s en andere voorwerpen. Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van die misdrijven, waarbij de hennepkweek bedrijfsmatig plaatsvond in grote hoeveelheden.
Het criminele samenwerkingsverband waaraan verdachte leiding gaf hield zich op grote schaal bezig met de teelt van en handel in hennep. [medeverdachte 3] leverde stekken en gaf adviezen. Andere medeverdachten, onder wie een broer van verdachte, hielden zich bezig met diverse werkzaamheden binnen het proces van hennepteelt. De teelt vond plaats in woningen en bedrijfspanden die werden gehuurd door katvangers, veelal afkomstig uit het netwerk van verdachte. De borg en huur werden vaak contant betaald en de elektriciteit illegaal afgenomen. Kenmerkend voor de kwekerijen van het samenwerkingsverband was niet alleen een hoge mate van professionaliteit, maar ook de aanwezigheid van anti-politieleuzen en teksten en symbolen die verwijzen naar nazi-Duitsland.
De werkwijze van het criminele samenwerkingsverband en van verdachte (die aan het roer stond) in het bijzonder, getuigt van een totaal gebrek aan respect voor wetten, regels, gezag en het welzijn van anderen. Verdachte heeft zijn eigen financiële belangen voorop gesteld en geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de teelt van en handel in hennep veroorzaken. De verslavende werking van softdrugs kan allerlei problemen teweegbrengen bij de gebruikers en hun omgeving, zoals gezondheidsschade, (vermogens)criminaliteit en verloedering van leefomgevingen. Diefstal van elektriciteit levert netbeheerders niet alleen financiële schade op, maar vergt van hen ook de nodige tijd en inspanningen om de schade voor elke locatie in kaart te brengen en te verhalen. Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het witwassen van illegale winsten en deze daarmee aan het zicht van fiscus en justitie onttrokken. Dit draagt bij aan het in stand houden van criminaliteit. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
Verdachte heeft zich tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak op zijn zwijgrecht beroepen en ter zitting een deels bekennende verklaring afgelegd. Daarmee heeft hij op de rechtbank vooral een berekenende indruk gemaakt. De rechtbank heeft niet de indruk gekregen dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en inzicht toont in de gevolgen daarvan.
-
De persoon van verdachte
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van 14 april 2025 waaruit blijkt dat hij eerder voor een Opiumwetfeit met politie en justitie in aanraking is gekomen en dat artikel 63 Sr meerdere keren van toepassing is.
Het meest recente over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 12 mei 2025 vat deels de eerder opgemaakte rapporten in deze zaak samen en beschrijft het verloop van het toezicht tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het rapport houdt in dat de reclassering door de proceshouding van verdachte geen risico’s kan inschatten en geen criminogene factoren kan duiden. Verdachte heeft geen hulpvragen en de reclassering heeft op basis van het reclasseringscontact niet de illusie dat zij invloed uitoefent op keuzes die verdachte maakt in zijn leven. Er wordt geen meerwaarde gezien in reclasseringsbemoeienis en het advies is om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
-
De redelijke termijn van berechting
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van de verdachte dient als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van de zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt over de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende. Verdachte is in verzekering gesteld op 9 mei 2022. Op die dag is de redelijke termijn aangevangen. Het eindvonnis wordt gewezen op 11 juli 2025. Dat is drie jaar en twee maanden later. De rechtbank is van oordeel dat zich in deze zaak verschillende bijzondere omstandigheden voordoen. Het gaat om een omvangrijk onderzoek met acht verdachten. Hun berechting heeft gelijktijdig plaatsgevonden. Op 13 november 2023 heeft een regie-zitting plaatsgevonden, waarna op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris veel getuigen zijn gehoord. Vanaf november 2024 is geprobeerd om de inhoudelijke behandeling van de zaak te plannen. Door de vele verhinderdatums die door de verdediging werden opgegeven kon de behandeling pas zeven maanden later, in juni 2025, plaatsvinden. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.
-
De op te leggen straf
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
-
De voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden. Het bevel is met ingang van 11 november 2022 geschorst en verdachte heeft zich sindsdien aan de voorwaarden gehouden. De rechtbank is van oordeel dat er geen grond meer is om de voorlopige hechtenis te laten voortduren.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
7.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 35, 36, 38, 39, 40, 41 en 42 verbeurd dienen te worden verklaard nu met deze goederen de feiten zijn begaan.
De officier van justitie heeft de teruggave gelast van de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 37, 43 en 44.
7.4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen over de inbeslaggenomen voorwerpen.
7.4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 35, 36, 38, 39, 40, 41 en 42 moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreft met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte, waarbij de rechtbank opmerkt dat door de verdediging geen draagkrachtverweer is gevoerd en ook overigens niet is gebleken dat de financiële draagkracht van verdachte ontoereikend is.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 37, 43 en 44 nu deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partij
[adres 2] in [plaats 2]
Enexis Netbeheer BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- netwerkkosten elektriciteit € 866,60
- verbruik elektriciteit € 25.871,74
- kosten netmeting € 359,63
- uurtarief inspecteur (dag) € 300,00
- vooronderzoek en dossieraanleg € 62,37
- dossierverwerking en aangifte € 124,76
- opmaken factuur € 83,19
- afhandelingskosten € 124,76
- elektriciteitsmeter 3 fase
€ 42,53
totaal € 27.835,58
betaald door debiteur i.v.m. heraansluiting
€ 13.917,79
nog te vorderen € 13.917,79.
[adres 5] in [plaats 1]
Enexis Netbeheer BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- netwerkkosten elektriciteit € 153,52
- administratiekosten € 397,83
- uurtarief inspecteur avond € 585,00
- uurtarief monteur avond € 210,00
- uurtarief monteur avond € 210,00
- elektriciteitsmeter slim € 56,19
- verbruik elektriciteit € 1.766,32.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partij Enexis die betrekking hebben op [adres 2] in [plaats 2] en de [adres 5] in [plaats 1] in het geheel hoofdelijk kunnen worden toegewezen, met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gelet op de bepleite vrijspraak ten aanzien van de [adres 5] in [plaats 1] op het standpunt gesteld dat Enexis niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering.
Ten aanzien van [adres 2] in [plaats 2] heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
[adres 2] in [plaats 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de datum waarop de betreffende hennepkwekerij door de politie is aangetroffen, te weten 19 november 2020.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
[adres 5] in [plaats 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de datum waarop de betreffende hennepkwekerij door de politie is aangetroffen, te weten 26 november 2021.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal niet overgaan tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel, nu de benadeelde partij als onderneming over zelfstandige invorderingsmogelijkheden beschikt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: medeplegen van het voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 4
het misdrijf: als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet;
feit 5
het misdrijf: medeplegen van witwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
[adres 2] in [plaats 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij Enexis Netbeheer BV toe tot een bedrag van
€ 13.917,79 bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Enexis Netbeheer BV (feit 2): van een bedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2020, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
[adres 5] in [plaats 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij Enexis Netbeheer BV toe tot een bedrag van
€ 3.378,86 bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Enexis Netbeheer BV (feit 2): van een bedrag van € 3.378,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 november 2021, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 35, 36, 38, 39, 40, 41 en 42;
- gelast de teruggave van de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 37, 43 en 44 aan verdachte;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. P. van Kesteren en
mr. A.M.G. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Twente, met nummer ON2R021044 en onderzoeksnaam Agaran21. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Van een aantal bewijsmiddelen worden, vanwege de omvang ervan, (redengevende delen uit) het integrale proces-verbaal aangehecht aan het vonnis, achter deze bijlage en deze maken daarmee ook deel uit van het vonnis.
De bewijsmiddelen worden in onderlinge samenhang voor alle feiten gebruikt.
Per zaaksdossier en/of kwekerij worden de specifiek daarop betrekking hebbende bewijsmiddelen opgenomen.
Voor zover in de bewijsmiddelen passages staan die als conclusies van verbalisanten zouden kunnen worden gekwalificeerd, zijn dit conclusies die naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden getrokken zijn en neemt de rechtbank deze over en maakte deze tot de hare.
Identificatie van de Encrochat-accounts
De processen-verbaal van identificatie en verdieping identificatie zijn aan deze bewijsmiddelenbijlage gehecht. De rechtbank volstaat hier met een opsomming van die processen-verbaal uit het dossier:
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [accountnaam 2] ”, (pagina’s 46 – 51, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal verdieping van identificatie [accountnaam 2] ”, (pagina’s 67 - 72, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [accountnaam 3] ”, (pagina’s 52 - 58, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [accountnaam 3] ”, (pagina’s 73 - 78, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [accountnaam 1] ”, (pagina’s 59 - 66, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [accountnaam 1] ”, (pagina’s 79 – 84, Encrochat-dossier).
Identificatie van de aliassen
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 5] door [medeverdachte 1] ”, (pagina’s 93 - 95, Encrochat-dossier),
Het proces-verbaal van bevindingen van [geboortedatum 3] 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 7] door [medeverdachte 2] ”, (pagina’s 96 – 100, Encrochat-dossier).
Analyse telefoon
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11 pro max [verdachte] ”, met bijlagen, (pagina’s 550 – 595,
zaaksdossier 1),
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 838 - 840, algemeen dossier):
Gegevens van de onderzochte telefoon
Merk en type: iPhone 12 pro
Last used MSISDN: + [telefoonnummer 4]
Aantreffen van de telefoon
Deze telefoon is op 9 mei 2022 in beslag genomen bij de actiedag van onderzoek
Agaran21. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 4] te [plaats 1] , in een slaapkamer naast het bed op de grond. In die woning was op die dag [medeverdachte 1] als enige persoon aanwezig.
Gebruiker van de telefoon
Uit de inhoud van het toestel is op te maken dat het toestel vermoedelijk in gebruik is bij
[medeverdachte 1] . Dit blijkt onder andere uit:
- Aan dit toestel is een Apple ID gekoppeld met de naam: [e-mailadres 1]
- De 'device name' van het toestel is: [medeverdachte 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 mei 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone X”, met bijlagen, (pagina’s 336 – 346, zaaksdossier 3),
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11”, met bijlagen, (pagina’s 184 – 190, zaaksdossier 5).
Verklaring verdachte
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juni 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik heb gebruik gemaakt van het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] . Ik heb gebruik gemaakt van de Renault Master met kenteken [kenteken 2] op naam van [medeverdachte 6] , van de Peugeot Expert met kenteken [kenteken 11] op naam van [medeverdachte 4] , van de Opel Movado met kenteken [kenteken 7] op naam van [naam 17] en van de Ford Transit met kenteken [kenteken 9] op naam van [medeverdachte 1] .
[adres 2]
Ik heb de hennepkwekerij aan [adres 2] in [plaats 2] onderhouden, de planten verzorgd, geknipt en alles wat er verder bij hoort.
[adres 1]
Het klopt dat ik op 7 maart 2021 in de brandgang was naast de woning aan de [adres 1] in [plaats 1] .
[adres 3]
De op 27 juli 2021 aangetroffen hennepkwekerij is van mij. Ik heb de hennepkwekerij samen met anderen opgebouwd. Ik heb een elektricien laten komen voor het aanleggen van de stroom.
[adres 4]
De op 9 mei 2022 aangetroffen hennepkwekerij, is mijn kwekerij. Ik heb hem opgebouwd. Ik heb ook de stroom illegaal afgenomen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 13 juli 2021, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven, (pagina's 15 - 20, persoonsdossier 1)
V: Bezitten u en / of uw partner een auto: hoeveel, merk, type, bouwjaar, waarde?
A: We hebben 1 auto privé en 1 bedrijfsauto. De privéauto is gekocht, een Mercedes C-klasse uit 2013, waarde ongeveer 20.000 euro. Ik heb die auto nu een jaar in mijn bezit. [kenteken 12] . De bedrijfsauto is een bakwagen, een Renault met dichte bak.
V: Wat is / welke zijn uw gsm-nummer (s)? Wie maakt er nog meer gebruik van deze gsm(s)?
A: 06 53524513, dat was een Iphone 11. Ik ben te bereiken via de cafetaria of via [medeverdachte 6] . [telefoonnummer 9] is haar nummer. Ik leen mijn telefoon niet uit aan andere mensen.
Feiten 1 en 2
[adres 1] in [plaats 1] (zaaksdossier 3)
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 9 maart 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 240 - 255, zaaksdossier 3):
Controle Basisregistratie Personen (BRP)
Op het genoemde adres [adres 1] , staat de volgende persoon ingeschreven:
Inschrijving adres : 28 juni 2019
Achternaam : [naam 2]
Voornamen : [naam 2]
Geboren : [geboortedatum 2] 1973
Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming
In voornoemde woning werd op 7 maart 2021, om 12:26 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)
Na het binnentreden zagen wij het volgende: zeer sterke henneplucht en uit de woning vluchtende jonge mannen terwijl wij in de woning met bewoonster in gesprek zijn, alsmede grote gevulde sporttassen in de hal van de woning.
Omschrijving pand
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten deels waren geoogst.
Kweekruimte
Na het binnentreden zagen wij het volgende: Boven aan de trap was een extra wand geplaatst om het voorportaal af te scheiden van het trapgat en de benedenverdieping. Deze was afgesloten middels een extra geplaatste deur, die slotvast afgesloten was. In de achtergelegen ruimte was de daadwerkelijke kweekruimte ingericht met plantenbakken, assimilatielampen, ventilatoren etc.
Vaststelling hennep
Wij constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en
daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep),
waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden
in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 Opiumwet.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de stroom voor de meter was afgetakt.
In beslag genomen vermogenscomponenten
Goednummer : PL0600-2021103420-2477233
Object : Verdovende mid (Hennep)
Aantal : 10 stuks
Verpakking : zak plastic
Totale hoeveelheid : 36,24 kg
Bijzonderheden : verpakt in vijf sporttassen
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 256 - 258, zaaksdossier 3):
Wij, verbalisanten, kregen de melding dat er aan de [adres 1] te [plaats 1] een aantal jonge mannen in de woning zou zitten, er een sterke wietlucht rond de woning hing en men het vermoeden had dat men nu hennep aan het oogsten was.
Toen wij de woning naderden, zagen wij dat, vanuit de brandgang naast de woning, dus uit de richting van de achtertuin van de woning, twee manspersonen kwamen lopen. Ik, verbalisant, herkende een van hen als de mij ambtshalve bekende [verdachte] . Beide manspersonen werden door ons staande gehouden. Ik verbalisant, rook bij beide manspersonen een sterke wietlucht. Toen ik, verbalisant de andere betrokkene natrok in de politieregisters aan de hand van dienst Nederlandse ID-kaart; zag ik dat het betrof [medeverdachte 2] , [medeverdachte 2] .
Ik hoorde dat de voordeur van de woning hard werd dichtgegooid. Ik, verbalisant, rende
toen, via de achterzijde van de woning, door de brandgang naar de voorzijde, en zag aan de overzijde van de straat twee manspersonen lopen. Toen ik hen aanriep, zag ik dat zij, zonder omkijken, hard wegrenden.
In de hal lagen meerdere sporttassen, waarin sealbags met henneptoppen zaten. Op de eerste etage forceerde ik, verbalisant, een afgesloten deur, waarachter wij ingerichte hennepkwekerij aantroffen zonder planten. Toen ik, verbalisant, de brandgang in liep alwaar wij de voormelde manspersonen [verdachte] en [medeverdachte 2] vandaan hadden zien komen, zag ik dat daar om de hoek, twee soortgelijke sporttassen over de schutting waren gegooid naar een achtergelegen veldje. Toen ik deze controleerde, bleken ook hierin sealbags met henneptoppen te zitten. Deze brandgang is continu in ons zicht geweest en niemand anders dan deze twee manspersonen hebben de brandgang betreden.
In aanvulling op voormelde verklaringen voor de aanwezigheid van beide manspersonen
[verdachte] en [medeverdachte 2] , hebben wij in de brandgang ook gekeken naar natte plekken van
urineren. Deze bleken nergens aanwezig te zijn.
Het proces-verbaal van bevindingen Sporttassen [bedrijf 3] van 24 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 274 - 278, zaaksdossier 3):
[adres 1] te [plaats 1]
Op 7 maart 2021 troffen verbalisanten in de hal van de [adres 1] te
[plaats 1] meerdere sporttassen aan waarin sealbags zaten met hennep.
Tevens lagen er in de brandgang naast de genoemde woning twee soortgelijke sporttassen. Hierin bleken ook sealbags met henneptoppen te zitten.
Er werden in totaal vijf sporttassen in beslag genomen met een totaal van 36,24 kilogram aan
hennep. Van iedere afzonderlijke sporttas is de onderste sealbag in beslag genomen om deze aan te bieden voor onderzoek naar dacty dan wel DNA sporen.
[adres 7] te [plaats 1]
Op 9 mei 2022 vond er voor het onderzoek Agaran21 een doorzoeking plaats in de
woning van [medeverdachte 1] , zijnde perceel [adres 7] te [plaats 1] . In de woning werd [medeverdachte 2] aangetroffen en aangehouden.
In de woning werden verschillende goederen aangetroffen welke bij hennepkwekerijen worden gebruikt zoals assimilatielampen, flexibele afzuigbuis, luchtbevochtiger.
Verder werd op de zolder van deze woning een rood-zwarte sporttas aangetroffen met opschrift Hoen.
[bedrijf 3]
Op 9 maart 2021 om 11:00 uur werd [getuige] als getuige verhoord. Getuige [getuige]
verklaarde dat hij filiaalmanager is van [bedrijf 3] aan de [adres 15] te [plaats 1] . Aan getuige werd onderstaande foto getoond.
[Afbeelding]
Samengevat verklaarde getuige [getuige] dat:
- deze sporttassen alleen werden verkocht aan de [adres 15] .
- hij gelijk moet denken aan een klant die één keer per half jaar (ongeveer) meerdere van dit soort sporttassen koopt zonder daarbij bijvoorbeeld sporttenues af te nemen. "Dit zijn wel eens 5 tot 10 sporttassen geweest. Dit is ook de enige klant die deze tassen in deze aantallen koopt".
- deze klant altijd contant afrekent en altijd veel contant geld op zak had.
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 262, zaaksdossier 3):
Ik, verbalisant, hield mij bezig met de zaak van de aangetroffen hennepkwekerij aan de [adres 1] te [plaats 1] . Ik kreeg het verzoek om de henneptoppen en planten te bekijken om zo vast te kunnen stellen of het daadwerkelijk hennep betrof. Deze genoemde toppen en planten zaten in sealbags, welke weer in sporttassen waren gelegd. Ik, verbalisant, taakaccenthouder aanpak hennep, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, dat het afgeknipte henneptoppen en hennepplanten waren.
Het proces-verbaal van aangifte namens Enexis van 8 maart 2021 en een geschrift, te weten een brief met als onderwerp aangifte van 15 maart 2021 van Enexis Netbeheer BV, met bijlagen, waaronder een aangifte diefstal/verduistering (pagina 237) , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 212-238, zaaksdossier 3):
Op 7 maart 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 1] te [plaats 1] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit. De door Enexis Netbeheer aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 259 - 260, zaaksdossier 3):
Op 7 maart 2021 hebben wij, verbalisanten, een buurtonderzoek gehouden aan de [adres 1] gehouden, naar aanleiding van het aantreffen van een geruimde hennepplantage. Bij [nummer 6] kregen we te horen dat er al langere tijd veel aanloop is van vier jonge mannen. Deze mannen gaan dan via de achterzijde, de woning op [nummer 2] binnen. Veelal gaat dat gepaard met geluid en een hoop henneplucht. De mannen die wij in de straat staande hadden gehouden horen bij de vier personen, die vaak op de vreemdste tijden bij [nummer 2] naar binnen gaan.
Noot verbalisant: betroffen [verdachte] en [medeverdachte 2] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 24 - 29, zaaksdossier 3):
Ik ben [naam 2] , ik woon aan de [adres 1] te [plaats 1] . Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 10] .
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 31 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 30 - 41, zaaksdossier 3):
V: Per wanneer had u de zolder verhuurd aan [naam 3] ?
A: Per september 2020. Ik had een hoge energierekening gehad. Ik moest bijbetalen. [naam 3] stelde voor dat vrienden van haar het trapgat dicht zouden maken.
V. Aan wie had u de sleutel van uw woning gegeven?
A: Aan de vriend van [naam 3] . Hij stelde zich voor als [naam 4] .
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 mei 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 336 - 342, zaaksdossier 3):
Ik, verbalisant, onderzocht een in beslag genomen Iphone X binnen onderzoek Agaran21.
Gegevens van de onderzochte telefoon:
Type : Iphone X D221AP
Apple ID : [e-mailadres 1]
IMEI : [nummer 7]
Eerder gebruikt telefoonnummer : + [telefoonnummer 4]
Telefoonnaam : [alias 5]
Aantreffen telefoon:
Deze telefoon is op 9 mei 2022 in beslag genomen bij de actiedag van onderzoek Agaran2l. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 4] te [plaats 1] . In die woning was op die dag [medeverdachte 1] als enige persoon aanwezig.
Gebruiker van de telefoon:
Het telefoonnummer + [telefoonnummer 4] is op 1 maart 2022 middels een 126NA vordering bevraagd voor identificerende gegevens. Hieruit is gebleken dat dit telefoonnummer op naam stond van [medeverdachte 1] .
Chats
Gesprek met [naam 2]
Er is een gesprek met het telefoonnummer + [telefoonnummer 11] die opgeslagen staat onder de naam
' [naam 2] ' aangetroffen. Dit gesprek is begonnen op 29 december 2020 om 11:54 uur en het laatste bericht is verstuurd op 24 februari 2021 om 09:40 uur. Ik zag in politiesysteem BVI-IB dat het telefoonnummer + [telefoonnummer 11] gekoppeld staat aan [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1973. Ik zag dat zij als verdachte gehoord is omdat er in haar woning aan de [adres 1] te [plaats 1] een hennepkwekerij is aangetroffen.
In het Whatsapp gesprek gebruikt [medeverdachte 1] de schuilnaam ' [alias 5] '. [medeverdachte 1] vraagt meerdere keren aan [naam 2] wanneer ze weer langs kunnen komen. Ook blijkt dat ene [naam 4] een keer sigaretten voor [naam 2] heeft neergelegd. [naam 2] vroeg in de avond van 5 januari 2021 of het klopte dat ze water hoorde stromen. [medeverdachte 1] bevestigde dit en zei dat zij dat waren geweest. Op 15 januari 2021 zei [medeverdachte 1] dat hij de dag ervoor voor een dichte deur had gestaan. Op 27 januari 2021 vroeg [medeverdachte 1] of hij nog wat gereedschap kon komen ophalen. Gezien de tijdstippen van afspreken lijkt [medeverdachte 1] vaak laat in de avond bij [naam 2] te komen. [medeverdachte 1] spreekt vaak over 'wij' waaruit op te maken valt dat hij waarschijnlijk niet alleen naar [naam 2] ging. Ook zag ik dat [naam 2] meerdere keren laat weten wanneer zij bezoek heeft of bezoek verwacht.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab van 12 april 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 355 - 361, zaaksdossier 3):
In verband met een onderzoek naar vervaardigen softdrugs (lijst II) te [plaats 1] werd een forensisch onderzoek verricht naar biologische en dactyloscopische sporen aan onderstaande sporendragers.
Goednummer: : PL0600-2021103420-2478226
SIN : [code 6]
Object : Sealbag
Bijzonderheden : Sealbag aangetroffen in sporttas, inhoud betrof hennep.
Onderzoek sealbag met SIN [code 6]
Wij hebben met behulp van wit licht en forensisch licht de sealbag onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Hierbij zagen wij dactyloscopische sporen, welke door ons geschikt werden bevonden voor een vervolgonderzoek. Ik, verbalisant, heb de dactyloscopische sporen gefotografeerd onder SIN [code 7] en [code 8] .
SIN : [code 7]
Relatie met SIN : [code 6]
Spoortype : Dacty
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:07 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
SIN : [code 8]
Relatie met SIN : [code 6]
Spoortype : Dacty
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:04 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor van 21 mei 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 362 - 367, zaaksdossier 3):
Vergelijkend onderzoek
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalm afdrukken verzameling Havank, onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum 1] 1989
Geboorteplaats : [plaats 1]
Adres : [woonplaats]
Postcode plaats : [woonplaats] [plaats 1]
SIN : [code 8]
Spoortype : Dacty
Spooromschrijving : Vingerafdruk
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:04 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor van 21 mei 2021, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 368 - 373, zaaksdossier 3):
Vergelijkend onderzoek
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid
Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft
geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger-
en handpalm afdrukken verzameling Havank, onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum 1] 1989
Geboorteplaats : [plaats 1]
Adres : [woonplaats]
Postcode plaats : [woonplaats] [plaats 1]
SIN : [code 7]
Spoortype : Dacty
Spooromschrijving : Vingerafdruk
Wijze veiligstellen : Foto
Datum/tijd veiligstellen : 9 april 2021 om 14:07 uur
Plaats veiligstellen : midden op sealbag
[adres 2] in [plaats 2] (zaaksdossier 1)
Feit 1
27. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juni 2025, voor zover inhoudende de
bekennende verklaring van verdachte;
27. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 19 november 2020, (pagina's 289 -
292, zaaksdossier 1).
Feit 2
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 19 november 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 289 - 292, zaaksdossier 1).
Binnentreden perceel (niet zijnde woning)
In perceel [adres 2] werd op 19 november 2020 binnengetreden.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis, in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd.
Het proces-verbaal van aangifte namens Enexis van 7 december 2021 en een geschrift, te weten een brief met als onderwerp aangifte van 2 december 2020 van Enexis Netbeheer BV, met bijlagen, waaronder een aangifte diefstal/verduistering (pagina 249), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 240-288, zaaksdossier 1):
Op 19 november 2020 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 2] te [plaats 2] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van Enexis Netbeheer om aangesloten. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming verleend.
Rapport indicatie voorgaande kweken
Conclusie
Op het adres [adres 2] te [plaats 2] is op 19 november 2020 een hennepkwekerij aangetroffen. Er is een analyse uitgevoerd op een specifiek netdeel, waarop bovengenoemd adres is aangesloten, over de periode van 19 oktober 2019 tot en met 21 november 2020.
De gemeten patronen duiden op de aanwezigheid van een hennepkwekerij.
Patroon:
In de aangegeven meetperiode zijn 12 uurs verbruikspatronen te zien. In de geanalyseerde
meetperiode van 19 oktober 2019 tot en met 21 november 2020 is te zien dat er 4 maal een
volledige kweekperiode is geweest. Na de inval van de politie is er geen 12 uurs verbruikspatroon meer zichtbaar in het zgn. monitoringssysteem.
Kweekperiodes gemeten 12uurs-patronen:
Van 12-11-2019 t/m 16-01-2020
Van 03-02-2020 t/m 08-04-2020
Van 04-05-2020 t/m 06-07-2020
Van 27-07-2020 t/m 28-09-2020
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2021, betreft “Encrochat [accountnaam 2] en [accountnaam 3] m.b.t. hennepkwekerij [plaats 2] ”, (pagina’s 448 – 460, zaaksdossier 1), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
[adres 3] in [plaats 3] (zaaksdossier 4)
Feit 1
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 17 september 2021, met bijlagen, (pagina's 261 - 309, zaaksdossier 4);
Feit 2
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 17 september 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 261 - 309, zaaksdossier 4):
Controle Basisregistratie Personen (BRP) en Kamer van Koophandel (KvK)
Op het genoemde adres [adres 3] [plaats 3] , staat volgens de
BRP en KvK niemand ingeschreven.
Kweekruimte 1
Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte
toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding welke aan was
gesloten op de gasleiding in de meterkast.
Kweekruimte 2
Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte
toegevoegd. Deze hotboxen waren aangesloten op de aangelegde gasleiding welke aan was
gesloten op de gasleiding in de meterkast.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat door middel van een extra aansluiting, voor de meter, de stroom illegaal werd afgenomen.
[Afbeelding]
Afb: Beschreven brief (blz. 29 van bijlage)
Het proces-verbaal van aangifte namens Enexis B.V. van 29 juli 2021 met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 206 - 260, zaaksdossier 4):
Op 27 juli 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op
het adres [adres 3] te [plaats 3] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale
aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de
hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de
elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van
elektriciteit. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van
de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd,
vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming
verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 18 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 328 - 329, zaaksdossier 4):
Ik, verbalisant, zag dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was. Ik, verbalisant, zag dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Ik zag dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimtes waarin werd gekweekt waren zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid, geklimatiseerd werd was zeer professioneel. De bouwers ervan wisten waar zij op moesten letten, om niet op te vallen, en om optimaal te kunnen kweken en werken in de hennepkwekerij. De ruimtes waren logisch ingericht en er werd rekening gehouden met de gebruiksgemakken voor het kweken van de hennepplanten. In de 100+ hennepkwekerijen, welke ik heb gezien in mijn werk, zag ik slechts zelden soortgelijk opgebouwde hennepkwekerijen.
[adres 4] in [plaats 1] (zaaksdossier 7)
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 10 mei 2022, met bijlage, (pagina's 15 - 18, zaaksdossier 7);
Het geschrift, te weten een aangifte diefstal/verduistering namens Enexis Netbeheer B.V, van 17 mei 2022, met bijlagen, (pagina's 26 - 35, zaaksdossier 7).
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 36 - 38, zaaksdossier 7):
Op 9 mei 2022 was ik, verbalisant, aan de [adres 4] in [plaats 1] . Ik, verbalisant, zag vanuit de schuur met daarin de genoemde hennepkwekerij een groot aantal kabels en leidingen lopen. Ten minste één daarvan, een dikke grijze leiding (zie afbeelding 1&2), kwam uit de woning van [nummer 8] . Deze kabels en leidingen liepen achter langs de genoemde schuur in de richting van [nummer 9] .
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 95 - 107, zaaksdossier 7):
Dit is het fotoblad van de hennepkwekerij die is aan getroffen in een schuurtje aan de [adres 4] te [plaats 1] .
[Afbeelding]
[adres 5] [plaats 1] (zaaksdossier 5)
Het proces-verbaal van de terechtzitting op 3 juni 2025 voor zover inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte] :
De notitie “ [alias 8] ” die in mijn telefoon is aangetroffen heb ik gemaakt. Ik heb de huur voor het pand betaald voor [naam 6] [naam 7] , Ik had rechtstreeks contact met Al [naam 5] , de eigenaar van het pand. Ik hielp een vriend met de aanleg van een nagelstudio.
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 29 november 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 15 - 24, zaaksdossier 5):
In verband met onderzoek AALBES van de Dienst Regionale Recherche waren wij aanwezig aan de [adres 5] te [plaats 1] . In de nabijheid werd onderzoek gedaan naar overtreding van de Opiumwet.
Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming
In voornoemd perceel werd op 26 november 2021, om 20:45 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving perceel
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Kweekruimte 1
In totaal stonden er 425 hennepplanten.
Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.
Kweekruimte 2
In totaal stonden er 401 hennepplanten.
Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Het proces-verbaal van aangifte namens Enexis Netbeheer B.V. van 30 maart 2022 met als bijlage een geschrift, te weten een aangifte diefstal/verduistering namens Enexis Netbeheer B.V, van 1 december 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 27 - 55, zaaksdossier 5):
Op 26 november 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het
pand op het adres [adres 5] te [plaats 1] . Uit onderzoek bleek dat er een illegale
aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming verleend.
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2021 voor zover inhoudende als relaas van verbalisant (pagina’s 26-27 zaaksdossier 5):
Op 22 oktober 2021reed ik over de Haaksbergerstraat nabij [nummer 11] in [plaats 1] . Ik, verbalisant, zag dat er voor genoemd perceel een personenauto op het trottoir geparkeerd stond. Ik, verbalisant, zag dat er een persoon bij dit voertuig weg liep en bij de [adres 5] naar binnen ging. Ik, verbalisant, parkeerde het dienstvoertuig om vervolgens de persoon in het pand aan te spreken op zijn parkeergedrag. Ik, verbalisant, zag dat op dat moment de persoon vanuit het pand naar de uitgang liep. Ik, verbalisant, herkende de persoon direct als zijnde de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] -2001. Ik, verbalisant, vroeg aan [medeverdachte 2] of dit voertuig van hem is. Ik, hoorde dat [medeverdachte 2] zei: "Ja dat klopt. Ik ben even bezig om gereedschap op te halen.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 9] van 22 juli 2022, voor zover inhoudende (pagina’s 191-195, zaaksdossier 5):
V: Heb jij wel eens contact gehad met [verdachte] over de huur/verhuur van een pand en het betalen daarvan?
A: Ja ik heb daar wel eens met [verdachte] contact over gehad. Een vriend van [verdachte] , ene [naam 6] , had een bedrijfspand van mijn vader gehuurd. [naam 6] had al een paar maanden huur niet betaald en daar moesten we hem over spreken. Maar ik kon [naam 6] slecht bereiken en daarom vroeg ik aan [verdachte] of hij [naam 6] nog had gesproken.
V: In de telefoon van [verdachte] vonden wij een Whatsapp gesprek met het telefoonnummer [telefoonnummer 12] . Dit gesprek begon op 2-11-2019 en eindigde op 21-3-2022. Het telefoonnummer stond in de telefoon van [verdachte] opgeslagen als ` [alias 9] '. Jij hebt zojuist aangegeven dat dit nummer van jou is. Klopt het dat jij via Whatsapp contact had met [verdachte] ?
A: Ja dat klopt.
V: Op 17-9-2020 stuurde [verdachte] een foto naar jou toe. Die foto is als bijlage 1 bijgevoegd. Kennelijk is er ergens een lekkage en [verdachte] geeft dat aan jou door. Jij zegt vervolgens dat je het aan jou vader door zal geven. Waar was die lekkage toen?
A: Dit is van de winkel aan de [adres 5] . Er was toen lekkage en we wisten niet precies waar dat vandaan kwam. Toen stuurde [verdachte] dit naar mij toe omdat [verdachte] dacht dat de lekkage daar vandaan kwam.
V: Op 3-6-2021 app jij naar [verdachte] : 'wanneer zie ik je voor dr maand juni'. Waar gaat dit over?
A: Er was een huurachterstand en [naam 6] had aangegeven dat we geld van [verdachte] moesten pakken.
V: Gezien het hele gesprek lijkt dit over de huur van een pand te gaan. Over welk pand gaat dit?
A: [adres 5] .
A: Hij moest gewoon 2500 euro per maand betalen. Maar in het begin moest hij ook borg betalen, dus in het begin werd er 10.000 euro betaald. Ik weet ook nog wel dat [naam 6] eigenlijk altijd contant betaalde en ook een keer 2 maanden tegelijk betaalde.
V: Hoe vaak heeft [verdachte] betaald voor de [adres 5] ?
A: In het begin betaalde [naam 6] vaak de huur, maar laatste half jaar kan het zijn dat [verdachte] 1 of 2 keer de huur had voorgeschoten.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 138 - 183, zaaksdossier 5):
Ik, verbalisant, onderzocht een in beslag genomen Iphone 11 pro Max binnen onderzoek
Agaran21. Deze telefoon werd op 9 mei 2022 in beslag genomen. [verdachte] is tijdens de inval in zijn woning naar buiten gerend en heeft zijn telefoon weggegooid. De telefoon werd door het arrestatieteam in de tuin aangetroffen.
Uit analyse van de data uit de telefoon blijkt dat de telefoon kennelijk in gebruik was door [verdachte] . Dit blijkt uit het volgende:
- Gekoppeld Apple ID is: ' [e-mailadres 2]
- Naam van de telefoon: 'iPhone van [verdachte] '.
Accountnamen:
Whatsapp: ' Er '
Hennepkwekerij [adres 5]
Opgeslagen notitie
Ik zag een notitie met de naam ' [alias 8] '. Notitie is aangemaakt op 16 juni 2020 en voor het laatst aangepast op 1 november 2021. Ook staan in deze notitie hennep gerelateerde termen met bedragen erbij zoals: 2,5k huur, Opties kachels bijna alles €33.950, 12,5k huur, 250 bakken, stek 850 x 4=3400, strijkzakken, stek 900x4, temperatuur meters, 24,7x4400=108.680., 2x950 stek, huur sept 5k, stek €5500, knippers €6000, stort mitt 500 gegeven.
In deze notitie staat meerdere keren de omschrijving 'huur' vermeld en ook meerdere keren 'stek' vermeld. Het lijkt er dus op dat er enkele maanden lang een hennepkwekerij actief is geweest en er om die reden meerdere keren nieuwe stekken gehaald moesten worden. Ook staat er ‘investering: €194240, Gedraaid €197080’.
[Afbeelding] [Afbeelding]
Tevens staat in de notitie: 'beauty €850', 1k nagellak' en 'Kopen: Folie ramen, raamstickers, bestellen'.
[Afbeelding]
Ik zag dat [verdachte] een gesprek had met het telefoonnummer + [telefoonnummer 13] dat opgeslagen stond onder de naam [naam 18] . Ik zag dat dit gesprek begon op 2 november 2019 en eindigde op 21 maart 2022. Ik zag in politiesysteem dat het telefoonnummer + [telefoonnummer 13] gekoppeld stond aan [naam 9] , geboren op [geboortedatum 4] 1989.
[naam 9] is de zoon van de pandeigenaar van de [adres 5] te [plaats 1] .
Hieronder zijn enkele delen van het gesprek, die voor het onderzoek relevant zijn, weergegeven.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Uit het gesprek tussen [verdachte] en [naam 9] blijkt dat [verdachte] meerdere keren huur aan [naam 9] heeft betaald voor een pand.
Gesprek met [naam 5]
Ik zag dat [verdachte] via Whatsapp een gesprek had met het telefoonnummer + [telefoonnummer 14] die opgeslagen stond onder de naam ‘ [naam 19] ’. Uit het gesprek dat hierboven beschreven staat blijkt dat dit het telefoonnummer is van [naam 5] .
Ik zag dat het gesprek met [naam 5] begon op 17 september 2020 en eindigde op 29 november 2021.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[naam 5] stuurde op 27 november 2021 een foto naar [verdachte] toe. Dit betreft een
screenshot van een Facebookpagina waarop een nieuwsbericht van de Tubantia te zien is. Daar staat dat er aan de Haaksbergerstraat in [plaats 1] een grote hennepkwekerij was aangetroffen. Dit screenshot is als bijlage 8 bijgevoegd.
[Afbeelding]
Feit 3
[adres 6] in [plaats 1] (zaaksdossier 6)
Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 17 december 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 23 - 46, zaaksdossier 6):
Op 15 december 2021 bleek dat aan de [adres 6] te [plaats 1] een hennepkwekerij aanwezig was.
Kweekruimte 1
Na het binnentreden zagen wij het volgende:
- Kweekruimte opgebouwd en nagenoeg klaar
- 48 transformatoren met lamparmatuur
- 1 hangend koolstoffilter
- 1 slakkenhuis
- 6 kunststof ventilatoren
- 3 opticlimates
- Ruime 800 bloempotten gevuld met potgrond.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zagen wij het volgende:
- Kweekruimte in opbouw
- 39 transformatoren met lamparmatuur
- 1 hangend koolstoffilter
- 1 slakkenhuis
- 10 hangende kunststof ventilatoren
- 2 opticlimates.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Kweekruimte 3
Na het binnentreden zagen wij het volgende:
- Deze kweekruimte was al afgewerkt met gipsplaten, folie en tape. De onderstaande goederen waren aanwezig in de ruimte maar nog niet aangesloten. Er lag veel gereedschap in deze kweekruimte.
- 39 lamparmaturen (in dozen)
- 3 niet aangesloten assimilatielampen
- 1 transformator niet aangesloten
- 2 koolstoffilters (in verpakking)
- 1 slakkenhuis (niet aangesloten)
- 2 ventilatoren (in dozen)
- 1 hotbox (niet aangesloten).
In de overige ruimte tussen de kweekruimtes werden nog 10 lamparmaturen, 5 assimilatielampen, 1 schakelbord, 10 transformatoren, 2 temperatuur-/ventilatieregelaars, 2 fancontrols en 1 compressor aangetroffen.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 47 – 48, zaaksdossier 6):
Op 15 december 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 6] te [plaats 1] . Hier werd een in aanbouw zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Wij, verbalisanten, zagen dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. De ruimtes waarin gekweekt zou gaan worden waren zeer professioneel opgebouwd. In een afzonderlijk gemonteerde ruimte was een grote aggregaat ingebouwd.
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 88 - 114, zaaksdossier 6):
Door mij zijn de camerabeelden uitgekeken vanaf 9 december 2021 tot en met 15 december 2021.
9 december 2021 tijdstip 09:17:09 uur.Het toegangshek welke toegang geeft tot het binnenterrein is afgesloten. Op de bewegende camera beelden is te zien dat er een auto voor het afgesloten hek staat. Op het moment dat het hek wordt geopend en de auto naar binnen rijdt is het kenteken waar te nemen en dan blijkt het te gaan om een voertuig voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] . Het voertuig staat ten name gesteld van [medeverdachte 6] , wonende, [woonplaats] , [woonplaats] in [plaats 1] . Het gaat om een Renault type Master. De Renault wordt naar binnen gereden.
9 december 2021 tijdstip 10:02:53 uur.Op genoemd tijdstip is er een Ford Transit het terrein op komen rijden. De Ford is voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 9] . Uit gegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer blijkt dit kenteken te zijn afgegeven aan [medeverdachte 1] geboren [geboortedatum 5] -1994 wonende aan de [adres 7] [plaats 1] .
9 december 2021 tijdstip 16:52:06 uur.
De Renault Master, rijdt vanaf het parkeerterrein in de richting van de [adres 10] .
9 december 2021 tijdstip 16:52:21 uur.Je ziet dat de Ford Transit aan het eind van de middag nadat men gereedschap in de Ford heeft geladen van het terrein afrijdt. De Ford heeft de hele dag op het terrein gestaan.
10 december 2021 tijdstip 12:30:48 uur.
De Ford Transit wordt het terrein opgereden. De Ford wordt naast de Renault geparkeerd.
10 december 2021 tijdstip 16:06:28 uur.
De Ford transit verlaat het parkeerterrein.
10 december 2021 tijdstip 16:12:37 uur.
Het hek wordt afgesloten en de Ford en de Renault zijn beiden van het terrein afgereden.
14 december 2021 tijdstip 14:20:00 uur.De Renault Master rijdt het terrein op en wordt geparkeerd. De bestuurder welke is herkend als [medeverdachte 1] door de opsporingsambtenaren van het observatieteam stapt uit en loopt in de richting van de [adres 10] . Daarvoor reed hij als bestuurder van de Renault Master het bedrijventerrein van [bedrijf 2] op. Op de bewegende beelden is te zien dat deze man naar de straat loopt, vervolgens de ketting pakt en de toegang afsluit tot het terrein.
[Afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 18 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 117 - 121, zaaksdossier 6):
Op de camerabeelden is te zien dat een manspersoon in de ochtend van 10 december 2021 het perceel betreedt en in de late middag verlaat.
[Afbeelding]
Kleding
Op de camerabeelden is te zien dat de persoon werkkleding met een kaki kleur en een zwarte muts draagt. Op de kaki werkbroek zitten zwarte vlakken op kniehoogte en op het kaki shirt zitten vlakken onder de armen.
Op 28 januari 2022 is [verdachte] gecontroleerd in een Peugeot Expert met kenteken [kenteken 11] , op naam van [medeverdachte 4] . [verdachte] droeg tijdens de controle een:
- Zwart wollen mutsje op zijn hoofd;
- Kaki werkshirt met een zwart vlak onder de armen;
- Kaki werkbroek met zwarte vlakken op de knieën.
Daarnaast droeg [verdachte] , op 12 december 2021 (twee dagen na bovenstaande
camerabeelden), tijdens een controle van de Koninklijke Marechaussee eveneens een vergelijkbare zwarte muts.
[Afbeelding]
Lichaamsbouw en haardracht
Uit de camerabeelden is op te maken dat de manspersoon aan de [adres 10] een stevig/
gezet postuur heeft en circa 1.80 meter groot is. Tevens blijkt dat de persoon lange blonde haren heeft, die hij achterover draagt en (aan de achterzijde) onder zijn muts uitkomen.
Lichaamsbouw en haardracht
[Afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 20 juni 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 451 - 452, algemeen dossier):
Tijdens de doorzoeking op 9 mei 2022 in de woning aan de [woonplaats]
te [plaats 1] is een khaki kleurige broek aangetroffen..
[Afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 122 - 148, zaaksdossier 6):
Van 16 september 2021 tot en met 16 december 2021 heeft er een peilbaken gezeten in de Renault Master met kenteken [kenteken 13] . Het voertuig stond de gehele periode op naam van [medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum 6] 1991 te [plaats 1] , de partner van [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1989 te [plaats 1] . In deze periode is de Renault Master vier (4) keer bij [bedrijf 2] te [plaats 4] geweest te weten:
  • 12 november 2021 tussen 16:16 en 16:31 uur
  • 16 november 2021 tussen 09:08 en 09:30 uur
  • 7 december 2021 tussen 12:42 en 12:55 uur
  • 14 december 2021 tussen 14:16 en 14:25 uur
[Afbeelding]
De bus rijdt bijna de hal in om geladen te worden.
[Afbeelding]
De bus wordt vol geladen met goederen die lijken op witte platen.
7 december 2021:
7 december 2021 om 12:42 uur, [bedrijf 2] .
[Afbeelding]
De persoon op bovengenoemde foto vertoont sterke gelijkenis met [verdachte] .
[Afbeelding]
Op bovenstaande foto is een soort gelijke muts met logo te zien.
[Afbeelding]
Degene in de gele cirkel vertoont sterke gelijkenis met [verdachte] .
Degene in het gele rechthoek vertoont sterke gelijkenis met [medeverdachte 1] .
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Op alle bovenstaande afbeeldingen zie je een soort gelijke broek.
7 december 2021 om 12:49 uur
[Afbeelding]
De bus wordt ingeladen met goederen.
14 december 2021:
Het observatie team ziet op 14 december 2021 om 13:30 uur een man, die werd herkent als [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 5] 1994 te [plaats 1] , [medeverdachte 1] stapte als bestuurder in de Renault Master met kenteken [kenteken 13] .
Om 14:12 uur ziet het observatie team dat de Renault Master het bedrijventerrein van [bedrijf 2] te [plaats 4] opreed.
14 december 2021 om 14:17 uur
[Afbeelding]
[medeverdachte 1] met zwarte muts voor de balie.
14 december 2021 om 14:19 uur
[Afbeelding]
Een heftruck laadt de bus in met goederen.
Om 14:48 uur vertrekt [medeverdachte 1] . Om 15:20 uur rijdt de Renault Master het terrein aan de [adres 6] te [plaats 1] op.
Het proces-verbaal van observatie van 14 december 2021 van 14 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 19 - 22, zaaksdossier 6):
Wij hebben, op 14 december 2021 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen,
bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
[Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 149 - 153, zaaksdossier 6):
Van 16 september 2021 tot en met 16 december 2021 heeft er een peilbaken gezeten in de Renault Master met kenteken [kenteken 13] . Het voertuig stond de gehele periode op naam van [medeverdachte 6] , de partner van [verdachte] .
Bevindingen
Uit de bakengegevens ten aanzien van de Renault Master met kenteken [kenteken 13] blijkt het volgende:
Baken op [adres 10] te [plaats 1]
Het baken onder de Renault Master peilt in voornoemde periode op diverse tijdstippen aan op de parkeerplaats behorende bij het bedrijfspand aan de [adres 6] te [plaats 1] (zie onderstaande afbeelding). De parkeerplaats betreft een afgesloten plaats, welke vanaf de openbare weg alleen te bereiken is via een toegangshek.
[Afbeelding]
Afbeelding 2: wegaanzicht [adres 6] te [plaats 1]
Het baken onder de Renault Master peilt op de volgende tijdstippen uit op de parkeerplaats
behorende bij de [adres 6] .
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Gebruiker voertuig met kenteken
Uit mutaties in de politiesystemen en bakengegevens blijkt dat met name [verdachte] de gebruiker van het voertuig is/ was. Incidenteel maakten ook andere leden van het criminele samenwerkingsverband gebruik van het voertuig; [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
Politiesystemen
Uit politiesystemen blijkt [verdachte] in de periode 2020-2021 meerdere malen gecontroleerd/ gezien is als bestuurder c.q. gebruiker van het voertuig met kenteken [kenteken 13] :
[Afbeelding]
In onderstaande tabel worden de controles en observaties uiteengezet waaruit blijkt dat andere leden uit het criminele samenwerkingsverband (lees [medeverdachte 1] ) in 2020-2021 gebruik maakten van het voertuig:
[Afbeelding]
Bakengegevens [verdachte] :
Uit de politiesystemen blijkt dat [verdachte] en (ten naam gestelde) [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] woonachtig zijn aan de [adres 9] te [plaats 1] , op respectievelijk [nummer 10] . Ook blijkt uit bakengegevens dat het voertuig met regelmaat direct vanuit de [adres 6] te [plaats 1] naar de [adres 9] (ter hoogte van [nummer 5] ) verplaatste, of vice versa. Dit heeft onder andere plaatsgevonden op 15, 17, 20, 26 en 30 november en 6, 11 en 14 december 2021.
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 154 - 159, zaaksdossier 6):
Van 5 juli 2021 tot moment van schrijven loopt er een taplijn op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , welke in gebruik is bij [verdachte] .
Tapgesprekken i.r.t. [adres 6] te [plaats 1]
Op 28 augustus 2021 komt over de taplijn ( [telefoonnummer 1] ) van [verdachte] naar voren
dat een leverancier van bouwmaterialen goederen wil afleveren in de directe omgeving van een Aldi supermarkt. Bekend is dat tot enkele jaren geleden er een Aldi supermarkt was gevestigd aan de [adres 6] in [plaats 1] .
TA002, sessienummer 15581:
Datum en starttijd: 28-08-2021 om 11:24:48 uur
NNM4513 [verdachte] NG WGD NNV5169 [naam 20] NG
Inhoud:
Voicemail van [telefoonnummer 1] igb [verdachte] wordt ingesproken.
Corry: He goedemorgen, met [naam 20] , de buurvrouw die vorige week bij je langs is geweest, in verband met bezorging van hout. En je had beloofd dat jullie er vandaag zouden zijn. Alleen het is hier wel heel erg donker bij de Aldi. Doe me een lol en bel mij even terug, want ik sta hier zo met een euh twee kub hout voor de deur. Ik hoor graag van je, dag.
Op 9 november 2021 komt over de taplijn ( [telefoonnummer 1] ) van [verdachte] naar voren
dat [verdachte] , in gesprek met de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 15] (lees [naam 13] [naam 12] ), aangeeft bij de Aldi te staan. [naam 13] [naam 12] zegt daarop dat [verdachte] direct zijn telefoon uit moet doen, op de hoek moet gaan staan en dat [naam 12] eraan komt.
TA003, sessienummer 29767.
Datum en starttijd: 09-11-2021 om 11:27:53 uur
NNM4513 bum NNM5839 NG [naam 21] (fon)
Inhoud:
NNM5839: Met [naam 21] (fon)
NNM4513: Goedendag, kun je NTV open doen?
NNM5839: Voordeur?
NNM4513: Ja.
NNM5839: Kijk, ik ben in de hal
NNM4513: Oh, ik dacht aldi (fon)
NNM5839: Nee man, hal
NNM4513: Oh.Moeten we daar komen, of wat?
NNM5839: Ja. uh.. Moet die hier heen komen?
NNM5839: Ga maar even om de hoek en telefoon uit doen.
NNM4513: Joh, oke, joh.
NNM5839: Komen we zo. Joh.
Daarnaast blijkt uit twee tapgesprekken dat [verdachte] een speciaal type scheidingswanden (van groot formaat) wil aanschaffen. Uit opsporingsinformatie uit onderzoek AGARAN blijkt dat bij de in aanbouw zijnde hennepkwekerij in het bedrijfspand aan de [adres 6] in [plaats 1] , veel gebruik is gemaakt van dergelijke scheidingswanden.
TA002, sessienummer 22060:
Datum en starttijd: 07-09 -2021 om 14:47:42 uur
NNM4513 Twente renovatie NG BUM NNM4444 [naam 22] van [bedrijf 4]
Inhoud:
[naam 22] : Goedenmiddag [bedrijf 4] met [naam 22] .
Twente renovatie: Goedemiddag met Twente renovatie, euh ik had een vraagje, hebben jullie die {ntv) wanden ook op voorraad?
[naam 22] : Euhm een aantal wel.
Twente renovatie: Toevallig ook de FP70 en de 60 breed?
[naam 22] : Nee we hebben alleen 40 breed.
Twente renovatie: Je hebt alleen 40 breed.
[naam 22] ; Ja.
Twente renovatie: En euh, heb je dan, welke lengte heb je dan op voorraad, daarvan?
[naam 22] : 2,60 en 3 meter.
Twente renovatie: Oke, 3 meter en dan (NTV) die is 70 dik he?
[naam 22] : Die is 70 dik ja.
Twente renovatie: 70 dik, euhm heeft u de, hoeveel heeft u er op voorraad?
[naam 22] : Van 3 meter, 64 stuks.
Twente renovatie: Oke, dat is meer als genoeg, euhm ik, even denken als ik nou 6Oers heb kan die 40ers gewoon bij aan toch.
[naam 22] : Ja.
Twente renovatie: En jullie zijn geopend tot 5 uur vandaag?
[naam 22] : Klopt.
Twente renovatie: Is goed, dan zie je mij vanmiddag wel.
[naam 22] : Oke.
Twente renovatie: Bedankt.
Het proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 49 - 52, zaaksdossier 6):
In de hennepkwekerijen aan de [adres 12] in [plaats 5] , [adres 3] in [plaats 3] en aan de [adres 6] in [plaats 1] zijn teksten en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland. Op kozijnen, deuren en wanden in de kwekerijen zijn swastika's en symbolen van de Schutzstaffel (SS) afgebeeld, alsmede leuzen als `arbeit macht frei', `mein kampf en `sieg heil'. Ook zijn in de hennepkwekerijen verwensingen aan het adres van de politie aangetroffen, waaronder 'kanker wout' en 'gevaar pas op, 380 volt, homo wout'.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Feiten 1, 2 en 3
Het proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 84, zaaksdossier 10):
Tijdens de doorzoeking op 9 mei 2022 in de loods aan de [adres 14] te
[plaats 1] werd door het onderzoeksteam een 4 tal tanks aangetroffen met hierin een onbekende vloeistof. Door het onderzoeksteam werd de brandweer ingeschakeld om te beoordelen wat deze onbekende vloeistof betrof. Door de brandweer werd aangegeven dat het vermoedelijk rode diesel betrof. In deze 4 tanks bleek later 4000 liter rode diesel te zitten. Door het onderzoeksteam werd contact gelegd met de douane. Door de douane werden monsters genomen en hierna werden de tanks met inhoud afgevoerd.
Tijdens het ruimen van een hennepkwekerij in een loods aan de [adres 13] te
[plaats 1] trof het onderzoeksteam vaten aan met hierin een vloeistof. Na later bleek in deze vaten 750 liter aan rode diesel te zitten.
Het proces-verbaal van duiding factoren professionaliteit, van 16 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 98 - 99, zaaksdossier 2):
Op 25 februari 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 12] te [plaats 5] . Ik, verbalisant, zag dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was. Ik, verbalisant, zag dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Ik zag dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimte waarin werd gekweekt was zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid, geklimatiseerd, werd was zeer professioneel.
Er bleek sprake van een gestuurde installatie ten behoeve van CO2 toevoeging. Deze was
via een bedieningspaneel te bedienen.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 47 – 48, zaaksdossier 6):
Op 15 december 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 6] te [plaats 1] . Hier werd een in aanbouw zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Wij, verbalisanten, zagen dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. De ruimtes waarin gekweekt zou gaan worden waren zeer professioneel opgebouwd.
In een afzonderlijk gemonteerde ruimte was een grote aggregaat ingebouwd.
Het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 255 - 260, algemeen dossier):
Bevindingen
Overzicht voertuigen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voertuigen die door de verdachten in gebruik zijn
(geweest), de tenaamgestelde van dit voertuig en de periode van het eigenaarschap.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Voertuiggebruik
In onderstaande tabel wordt in één overzicht weergegeven welke verdachten gebruik hebben
gemaakt van de voertuigen uit tabel 1. Onder het kopje ‘bronnen’ wordt per voertuig aangegeven op
welke bronnen deze bevindingen zijn gebaseerd.
[Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding]
Tabel 2: voertuiggebruik door verdachten
Verwevenheid
Uit tabel 2 blijkt dat verschillende leden van de (vermeende) criminele organisatie rondom [verdachte] gebruik maken van elkaars voertuigen en voertuigen van familieleden. Met name [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] maken gebruik van dezelfde voertuigen.
Bronnen
In onderstaande tabellen wordt, op basis van systeem- en opsporingsinformatie uit onderzoek
AGARAN21, weergegeven welke verdachten gebruik hebben gemaakt van voornoemde voertuigen, op welke datum dit heeft plaatsgevonden en wat de onderliggende bron is. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen bestuurders en bijrijders.
[Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Feit 4
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [accountnaam 2] , [accountnaam 3] en [medeverdachte 2] / [alias 7] in Encrochat”, (pagina’s 199 - 208, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] ”, (pagina’s 209 - 215, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Intimidatie, geweld en vuurwapenbezit in Encrochat”, (pagina’s 221 - 224, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Contante betalingen, verhulling en ongebruikelijk bezit in Encrochat”, (pagina’s 225 - 231, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 20222, betreft “Analyse (iPhone 11 pro Max [verdachte] ”, met bijlagen, (pagina’s 550 – 595, zaaksdossier 1), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.
Het proces verbaal van bevindingen nummer 1013 van 6 december 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1 – 12, zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet)
BEVINDINGEN
1. ORGANISATIEOMSCHRIJVING
De kern van dit criminele samenwerkingsverband lijkt te bestaan uit:
[verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1989;
[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 5] 1994;
[medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2001;
[medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 7] 1988.
[verdachte] treedt in deze organisatie op als hoogste leidinggevende; andere personen rapporteren aan hem en nemen opdrachten van hem aan. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kunnen worden gezien als de medewerkers van [verdachte] . [verdachte] en [medeverdachte 3] lijken in communicatie op gelijkwaardige manier met elkaar om te gaan en kunnen derhalve meer gezien worden als zakenpartners. In het onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat [medeverdachte 3] op zijn beurt weer opdrachten aan andere personen toebedeelt.
Naast de samenwerking op crimineel vlak, zijn voornoemde kernleden ook op familiair, zakelijk en geografisch gebied nauw verweven:
• [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn broers.
• De verdachten maken gebruik van elkaars woningen en voertuigen. [medeverdachte 2] is
tijdens de actiedag op 9 mei 2022 in bed aangehouden in de woning van [medeverdachte 1]
[verdachte] , terwijl [medeverdachte 1] is aangehouden in de woning van [verdachte] . Bovendien
maken [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gebruik van dezelfde
voertuigen.
• Zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] staan op de loonlijst van [bedrijf 1] , een onderneming van [verdachte] .
• [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] wonen in de [adres 9] in [plaats 1] , op niet meer dan 100 meter van elkaar. [medeverdachte 2] staat ingeschreven in een woning aan de [adres 16] , op hemelsbreed 150 meter afstand van de overige woonadressen.
2. ROLBESCHRIJVING EN BETROKKENHEID BIJ FASES CRIMINEEL PROCES
HENNEPTEELT
Op basis van het procesmodel "Georganiseerde Hennepteelt" kunnen één of meerdere rollen aan de verdachten worden gekoppeld. In dit hoofdstuk zal per persoon beschreven worden welke rol(len) hij/zij vervult binnen het criminele samenwerkingsverband.
[verdachte]
heeft een leidende rol in het criminele samenwerkingsverband. Uit onderschepte communicatie tekent zich een verantwoordingslijn af tussen [verdachte] en andere leden van het criminele samenwerkingsverband. [verdachte] deelt, op een veelal directieve wijze, opdrachten uit aan andere personen uit het criminele samenwerkingsverband, onder andere over hoe locaties moeten worden ingericht, waar en wanneer goederen en personen moeten worden opgehaald en de wijze van kweken en oogsten. Deze andere personen leggen verantwoording bij hem af over de door hen verrichte werkzaamheden. Indien er problemen zijn wordt hij daarvan op de hoogte gesteld. Hieruit blijkt onder meer zijn regelende en sturende rol.
Binnen het proces hennepteelt is [verdachte] betrokken bij het verwerven, inrichten en onderhouden van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het oogsten en de opslag van de opbrengst en de afzet daarvan. [verdachte] zoekt actief naar onroerend goed voor de teelt van hennep, onderhoudt contacten met (ver)huurders/ katvangers en een professionele elektromonteur, coördineert zowel ter plaatse als op afstand de inrichting, de oogst, het drogen en het onderhoud van de kweeklocaties, is betrokken bij de aankoop van hennepstekken en andere kweekmaterialen en beslist over de verkoop van de geoogste hennep. Bovendien is [verdachte] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst, in de vorm van het, al dan niet contant, doen van uitgaven voor luxe goederen, waaronder voer- en vaartuigen, jacuzzi’s en een horloge, en onroerend goed.
[medeverdachte 1]
Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 1] onder leiding staat van [verdachte]
. [medeverdachte 1] vervult binnen de organisatie meerdere rollen, met name een uitvoerende rol. Ook valt uit onderschepte communicatie op te maken dat [medeverdachte 1] op zijn beurt weer opdrachten geeft aan personen binnen de beschreven kern van het criminele samenwerkingsverband. Hieruit blijkt een meer coördinerende rol.
Binnen het criminele proces hennepteelt worden de activiteiten van [medeverdachte 1] gerelateerd aan het verwerven en inrichten van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het kweken, oogsten en opslag van hennep en uiteindelijk ook het vervoer, afzet en handel in hennep. Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 1] hennepkwekerijen bezoekt en hier zich bezighoudt met het opbouwen van de kwekerij, het verzorgen/ onderhouden van de planten en het houden van (fysiek) toezicht op hennepknippers bij hun werkzaamheden. Tevens heeft [medeverdachte 1] een rol bij de opslag en afzet van de geoogste hennep, het verwerven van onroerend goed en het onderhouden van contact met huurders/ katvangers. Tot slot koopt én verkoopt [medeverdachte 1] hennepattributen en vervoert hij hennepknippers en een elektromonteur van en/of naar hennepkwekerijen.
[medeverdachte 2]
Uit onderschepte data uit Encrochat blijkt dat [medeverdachte 2] onder leiding staat van [verdachte] . [medeverdachte 2] heeft een ondersteunende en uitvoerende rol binnen het criminele
samenwerkingsverband. Uit de onderschepte communicatie blijkt dat hij allerhande hand- en
spandiensten verricht binnen het criminele samenwerkingsverband.
Binnen het procesmodel worden de activiteiten van [medeverdachte 2] gerelateerd aan de
aanschaf van kweekmateriaal, het kweken van hennepplanten en het oogsten en de opslag hiervan. [medeverdachte 2] bezoekt de panden waarin de hennepkwekerijen aanwezig zijn, alwaar hij zich bezig houdt met het opruimen/ schoonmaken van kweeklocaties, het knippen van henneptoppen en het toezicht houden op de (ingehuurde) hennepknippers. Vermoedelijk speelt [medeverdachte 2] eveneens een rol bij het onderhouden van hennepplanten. Ook haalt [medeverdachte 2] hennepstekken op bij de leverancier en speelt hij een rol bij acties die ontdekking van de hennepkwekerij moeten voorkomen.
[medeverdachte 3]
is een criminele zakenpartner van (de organisatie van) [verdachte] . [medeverdachte 3] verstrekt werkopdrachten aan personen die buiten het beschreven criminele samenwerkingsverband vallen.
Binnen het criminele proces is [medeverdachte 3] , ten aanzien van het criminele
samenwerkingsverband rondom [verdachte] , betrokken bij het inrichten van de locatie, aanschaf/ levering van kweekmateriaal en de uiteindelijke kweek en oogst van de hennepplanten. Bovendien speelt [medeverdachte 3] een rol in het deelproces vervoer, afzet en handel. [medeverdachte 3] is verantwoordelijk voor het leveren van hennepstekken aan het criminele samenwerkingsverband. Daarnaast treedt [medeverdachte 3] op adviseur voor wat betreft de wijze waarop een hennepkwekerij ingericht kan worden en regelt hij, op verzoek van [verdachte] , personen voor het knippen van henneptoppen en het aanleggen van elektra c.q. het verzorgen van de illegale stroomvoorziening. Tevens is [medeverdachte 3] betrokken bij het deelproces vervoer, afzet en handel, in de zin van dat [medeverdachte 3] en [verdachte] gezamenlijk en in onderling overleg de opbrengst van de hennepteelt verkopen. Tot slot is [medeverdachte 3] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst; [medeverdachte 3] doet, al dan niet contant, de nodige uitgaven voor luxe goederen/ diensten, waaronder voer- en vaartuigen, vakanties, een kachel en een horloge.
Uit onderschepte communicatie en camerabeelden blijkt dat [medeverdachte 3] op een grootschalige wijze handelt in hennepstekken en ook levert aan personen die niet vallen binnen de criminele organisatie van [verdachte] . Bovendien is [medeverdachte 3] , los van de organisatie van [verdachte] , betrokken bij de teelt van hennep.
3. MODUS OPERANDI
De organisatie rondom [verdachte] houdt zich op grote schaal bezig met het telen van hennep en de handel in hennep. Door de organisatie worden doorlopend meerdere hennepkwekerijen tegelijkertijd geëxploiteerd.
Naast zijn aandeel in de organisatie van [verdachte] , in de zin van het leveren van
hennepstekken en -knippers, is [medeverdachte 3] te relateren aan diverse aanvullende hennepkwekerijen en drogerijen. De organisatie rondom [verdachte] heeft, met
uitzondering van [medeverdachte 3] , geen betrokkenheid bij deze strafbare feiten.
De hennepkwekerijen en -drogerijen zijn voor zover bekend allen gevestigd in Twente. De criminele organisatie rondom [verdachte] exploiteert hennepkwekerijen in woningen en met name bedrijfspanden. De voorkeur van de organisatie lijkt uit te gaan naar bedrijfspanden en loodsen met een grote toegangsdeur, waardoor (bestel)auto's naar binnen kunnen rijden en hennepattributen, hennepstekken en/of geoogste henneptoppen ongezien in en uit kunnen worden geladen. In de bedrijfspanden wordt veelal een extra ruimte en/of verborgen ruimte gecreëerd, waarin meerdere kweekruimten worden ingericht. Bovendien worden de bedrijfspanden aan de straatzijde ingericht als zijnde een legitieme onderneming, al dan niet door middel van de inschrijving van een (schijn)onderneming, zodat het pand van buitenaf in bedrijf lijkt. Voor de huur van bedrijfspanden worden katvangers gebruikt; bekenden van de familie [verdachte] of personen met een buitenlandse nationaliteit.
De hennepkwekerijen van de organisatie van [verdachte] zijn gekenmerkt door een hoge mate van professionaliteit. De professionaliteit blijkt onder andere uit de manier waarop en waarin de hennepplanten worden opgekweekt, de manier waarop wordt geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid en geklimatiseerd. Tevens kenmerkend aan de hennepkwekerijen, naast de gebruikte materialen en de wijze van opbouw, is de aanwezigheid van nazi-Duitsland en anti-politie leuzen en symbolen. Ten aanzien van de hennepteelt valt op dat het knipproces door de organisatie wordt uitbesteed aan gespecialiseerde hennepknippers met een Aziatische migratieachtergrond.
Feit 5
Het proces-verbaal van bevindingen (relaas-proces-verbaal) met bijlagen van 4 mei 2023, voor zover inhoudende (pagina’s 5 - 38, zaaksdossier 16):
Verloop onderzoek
[medeverdachte 6] , geboren [geboortedatum 6] -1991 woont samen met [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] -1989, op het adres [woonplaats] te [plaats 1] . [medeverdachte 6] en [verdachte] hebben samen twee kinderen. Er worden betalingen over en weer gedaan tussen de bankrekening van [verdachte] en [medeverdachte 6] .
In de bankmutaties is te zien dat van zowel de bankrekeningen van [medeverdachte 6] als die van [verdachte] betalingen worden gedaan voor de kinderen.
Bevindingen onderzoek
In het onderzoek Agaran21 is onderzoek gedaan naar het legale inkomen van de verdachten.
Hiervoor is op grond van art. 126nd Wetboek van Strafrecht over de periode 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022 informatie gevorderd en uitgeleverd bij /door:
  • ICOV (infobox crimineel en onverklaarbaar vermogen)
  • Belastingdienst
  • Banken
  • Accountants.
Inkomen
Het legale inkomen van [verdachte] bestaat uit winst uit onderneming. [verdachte] is vennoot van de vennootschap onder firma [bedrijf 1] . Zijn inkomen bestaat uit winstaandeel en arbeidsvergoeding.
2017 € 45.178
2018 € 45.518
2019 € 95.187
2020 en verder, niet bekend (de rechtbank begrijpt: nog geen fiscale aangiften inkomstenbelasting gedaan).
Het legale inkomen van [medeverdachte 6] bestaat uit winst uit onderneming en resultaat uit overige
werkzaamheden. Winst uit onderneming komt uit de ondernemingen [bedrijf 5] en [bedrijf 6]
. Het resultaat uit overige werkzaamheden bestaat uit inkomen uit v.o.f. [bedrijf 1] .
Winst uit onderneming:
2018 €40.998
2019 €63.478
2020 en verder, niet bekend (Id.)
Resultaat overige werkzaamheden:
2017 €31.260
2018 € 6.760
2019 € 6.760
2020 en verder, niet bekend (Id.)
Voertuigen
Gedurende de onderzoeksperiode 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022 hadden verdachten [verdachte]
en [medeverdachte 6] de volgende voertuigen op naam staan:
[medeverdachte 6] :
o [kenteken 2] Renault Master, op naam vanaf 04-01-2021
[verdachte] :
o [kenteken 14] , Citroen Berlingo 1,9D 600, bouwjaar 2006, op naam vanaf 28-04-2020
o [kenteken 3] , Mercedes Benz, AMG C 63 S bouwjaar 2016, op naam vanaf 03-06-2020
o [kenteken 15] , Mercedes Benz. Op naam van 07-06-2017 tot 05-08-2020
o [kenteken 5] BMW (rechtbank leest twee alinea’s verderop: 5 serie), op naam van 16-02-2017 tot en met 06-07-2020
o [kenteken 7] , Opel Movano, op naam van 19-11-2018 toten met23-11-2018
In de mutaties van de bankrekeningen zijn geen aan- verkoop mutaties van deze auto’s
aangetroffen.
Witwassen - Feitelijke handelingen
Kasopstelling
Voor het bewijs van witwassen wordt gebruikt gemaakt van de eenvoudige kasopstelling.
De kasopstelling laat een bestedingspatroon zien. Het contante geld wordt omgezet of
overgedragen binnen een bepaalde periode. De kasopstelling geeft een onverklaarbaar verschil tussen de contante uitgaven en de vastgestelde contante inkomsten.
Hieronder wordt beschreven hoe het onderzoek is verlopen voor het opstellen van de kasopstelling.
Voor de kasopstelling is het noodzakelijk inzicht te hebben in de legale contante geldstroom.
Bij het opstellen van de eenvoudige kasopstelling van [medeverdachte 6] en [verdachte] zijn de volgende feiten en omstandigheden meegenomen.
Feiten en omstandigheden [medeverdachte 6]
Ondernemingen
In de onderzoeksperiode 1 januari 2017 tot en met 9 mei 2022 was [medeverdachte 6] de eigenaar van twee
ondernemingen:
[bedrijf 5] , november 2017 tot en met december 2020
Perfect Interiors, oktober 2019 tot en met heden (KvK 9 maart 2023).
[bedrijf 5]
De voor de kasopstelling relevante contante geldstroom uit de onderneming [bedrijf 5] is verwerkt in de kasopstelling.
[medeverdachte 6] is eigenaar van de Duitse onderneming [bedrijf 5] en kan daarom privé
onttrekking doen uit haar onderneming. Ook kan zij privé stortingen doen in haar onderneming. In de jaarrekeningen 2017 tot en met 2019 van [bedrijf 5] is te lezen wat er in genoemde jaren is gestort en opgenomen van en naar privé. Wanneer dit contant geld betreft worden deze meegenomen als legale ontvangst en feitelijke uitgaven in de kasopstelling.
Omdat de specificatie van de privé opnamen en onttrekkingen niet bekend is, is er noodzakelijkerwijs voor gekozen om de gehele geldstroom van de onderneming [bedrijf 5] mee te nemen in de kasopstelling (omzet en uitgaven) en deze te corrigeren met de bedragen die zichtbaar op de bankrekeningen zijn gedaan.
Perfect Interiors
De privé stortingen en opnames van en naar deze onderneming zijn geanalyseerd en voor zover van toepassing zijn deze verwerkt in de kasopstelling.
Feiten en omstandigheden [verdachte]
Ondernemingen[bedrijf 1]De contante geldstromen van [verdachte] zijn verwekt in de kasopstelling. Met betrekking tot de legale inkomsten vanuit [bedrijf 1] het volgende. De bedragen van de privé opnamen genoemd in de jaarrekening zijn verminderd met de girale ontvangsten vanuit [bedrijf 1] op de bankrekeningen van [verdachte] . Het verschil tussen deze bedragen is opgenomen in de kasopstelling als legale contante ontvangst (privé opname uit Snackbar). In het voordeel van de verdachte [verdachte] is het saldo van het bedrag van de privé opnamen en de ontvangsten op de bankrekening beschouwd als legale contante geldstroom. Omdat verdere informatie hierover ontbreekt is in voordeel van verdachte [verdachte] dit als legaal inkomen meegenomen in de kasopstelling.
Verstrekte lening door [medeverdachte 6] aan [bedrijf 1]
Door [bedrijf 7] is administratie, waaronder jaarrekeningen 2017 tot en met 2019, van v.o.f. [bedrijf 1] uitgeleverd. In deze jaarrekening is te zien dat achtergestelde leningen zijn opgenomen op de balans van de vennootschap. Door de financiële recherche is nader onderzoek gedaan naar onder andere deze leningen. Door [bedrijf 7] is naar aanleiding van dit onderzoek informatie uitgeleverd waarin te lezen is dat door [medeverdachte 6] in de jaren 2017 en 2018 ruim € 80.000 contant is ingebracht. Dit geld zou afkomstig zijn uit de (Duitse) vuurwerkhandel van [medeverdachte 6] . Door de financiële recherche is vanuit de uitgeleverde administratie van v.o.f. [bedrijf 1] een verloop overzicht van deze lening opgesteld. Zowel in inbreng als de aflossingen van deze leningen zijn contant gedaan. De inbreng van deze leningen € 81.336 is in de kasopstelling meegenomen als feitelijke uitgaven. De aflossing zal niet worden meegenomen als legale inkomsten in de kasopstelling.
Overige feiten en omstandigheden
Doorzoeking ter inbeslagname 9 mei 2022Tijdens de doorzoeking ter inbeslagname in de woning [woonplaats] te [plaats 1] en in het pand [adres 2] te [plaats 2] op 9 mei 2022 werden vele luxe goederen aangetroffen. Van het merendeel van deze luxe goederen is geen aankoop bon aangetroffen. In de bankmutaties van de bankrekening van verdachten werden de betalingen ook niet aangetroffen. Het is zeer waarschijnlijk dat deze goederen door verdachten [verdachte] en [medeverdachte 6] contant betaald zijn. Omdat de aankoopprijs niet exact kon worden vastgesteld zijn deze, zeer waarschijnlijk contant betaald. Aankopen niet meegenomen in de kasopstelling. Op basis van bovenstaande kan met een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid worden gezegd dat bij verdachten veel contant geld voorhanden was en dat het negatieve saldo uit de kasopstelling in werkelijkheid hoger zal oplopen als de aankoopprijs van de in beslag genomen goederen bekend waren geworden bij het onderzoeksteam.
Het betreft onder ander de volgende goederen:[woonplaats] :
o Schoenen Adidas
o Louis Vuitton schoudertas
o 9 paar Yeezy boots schoenen
o Louis Vuitton reistas
o Wit rokje van merk Nikkie met opdruk Nikkie
o Oranje shirt merk Nikkie met opdruk Nikkie
o 2 E-bikes
o Jacuzzi
[adres 2] te [plaats 2] :
o 8 paar Yeezy boots schoenen
o Scooter Piaggio Vespa Sprint
Verbouw tuinOp de dag van de doorzoeking ter inbeslagname op 9 mei 2022 werd gezien en vastgelegd in
proces-verbaal nr. 599 dat de woning aan de achterkant is uitgebouwd. Ook werden foto’s gemaakt
van de tuin. Op deze foto’s is te zien dat achter de woning een zeer luxe tuin is aangelegd. Uitgaven hiervan zijn niet gezien in de bankmutaties van verdachten. Omdat ook hiervan de exacte contante uitgaven bij het onderzoeksteam niet bekend zijn geworden zijn deze zeer waarschijnlijk contante uitgaven niet meegenomen in de kasopstelling.
EncrochatIn het onderzoek Agaran21 is vastgesteld dat de verdachte [verdachte] gebruik maakte van het geïdentificeerde Encrochat-account [accountnaam 2] @encrochat.com. Vanuit de Encrochat-analyse kwamen onder andere hits naar voren met betrekking tot voorkeur contante betalingen, verhulling en ongebruikelijk bezit.
Uit onderstaande chats d.d. 4 juni 2020 tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] kan blijken dat [accountnaam 1] in het bezit is van een waterscooter c.q. jetski en dat [accountnaam 2] zijn waterscooter heeft verkocht voor € 11.000,- of 13.000,-.
[Afbeelding]
Uit onderstaande chats tussen [accountnaam 2] en het niet geïdentificeerde account sharksoda op [geboortedatum 6] 2020 kan blijken dat [accountnaam 2] in het bezit is van een waterscooter en vier jacuzzi’s. Tevens blijkt uit de chat dat [accountnaam 2] een nieuwe horloge heeft gekocht.
[Afbeelding]
Doorlopende eenvoudige kasopstelling: 01 januari 2017 t/m juni 2022F.U. = feitelijke uitgaven (zie toelichting kasopstelling)
L.l. = Legale inkomsten
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Het gezamenlijke beginsaldo van [verdachte] en [medeverdachte 6] per 1 januari 2017 wordt gesteld op € 500. Stelpost in voordeel van verdachte.

Voetnoten

1.Vgl. HR 22 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:289.
2.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam 5] van 13 december 2021 (pagina’s 64-66,
3.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam 7] van 13 december 2021 (pagina’s 76-77, zaaksdossier 5).
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 23] door de rechter-commissaris op 5 juli 2024.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 10] van 10 januari 2022 (pagina’s 170 – 172, zaaksdossier 6).
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 10 januari 2022, met bijlage, (pagina’s 77 – 87, zaaksdossier 6).
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 12] van 3 maart 2022 (pagina’s 212 – 216, zaaksdossier 6).
8.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] bij de rechter-commissaris van 4 april 2024.
9.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] bij de rechter-commissaris van 15 mei 2024.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, pagina’s 353 tot en met 360, zaaksdossier 12.
11.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , met bijlagen, van 10 februari 2021 (pagina’s 339- 407, zaaksdossier 1).
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 14] van 8 december 2020 (pagina’s 28 – 33, zaaksdossier 1).
13.Pagina 150, zaaksdossier 7.
14.Het proces-verbaal van bevindingen verkoop boot aan [verdachte] , met bijlagen, van [geboortedatum 3] 2022 (pagina’s 383 – 387, zaaksdossier 16).
15.Pagina 383, zaaksdossier 16.