ECLI:NL:RBOVE:2025:4381

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
11648764 \ CV EXPL 25-1238
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming en schoonmaak van een ernstig vervuilde huurwoning

In deze zaak vordert deltaWonen in kort geding dat zij gemachtigd wordt om de woning van gedaagde 2 op kosten van de bewindvoerder op te laten ruimen en schoon te laten maken. De kantonrechter heeft de vorderingen van deltaWonen grotendeels toegewezen, omdat deltaWonen voldoende heeft aangetoond dat gedaagde 2 haar woning ernstig heeft vervuild en niet in staat is om zelf de woning op te ruimen en schoon te maken. De beslissing over de voorwaardelijke ontruiming van de woning, indien gedaagde 2 niet meewerkt, is aangehouden. De procedure begon met een dagvaarding op 2 mei 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 mei 2025 en een voortzetting op 26 juni 2025. DeltaWonen heeft diverse klachten ontvangen van omwonenden over rommel en stankoverlast rondom de woning van gedaagde 2. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde 2 niet in staat is om de woning zelf op te ruimen en dat er een spoedeisend belang is voor deltaWonen om de situatie te verhelpen. De kantonrechter heeft de vorderingen van deltaWonen onder I. tot en met III. toegewezen, waarbij de bewindvoerder als formele procespartij is aangemerkt. De vorderingen onder IV. en V. zijn voorwaardelijk toegewezen, en de kantonrechter heeft de proceskosten aan de bewindvoerder opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11648764 \ CV EXPL 25-1238
Vonnis in kort geding van 1 juli 2025
in de zaak van
STICHTING DELTAWONEN,
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: deltaWonen,
gemachtigde: mr. B.J. van den Berg,
tegen

1.de heer [gedaagde 1], h.o.d.n. [bedrijf], in zijn hoedanigheid van

bewindvoerder van de onderbewindgestelde mevrouw
[gedaagde 2],
te [woonplaats 1],
2. mevrouw
[gedaagde 2],
te [woonplaats 2],
gedaagde partijen,
hierna te noemen: de bewindvoerder en [gedaagde 2],
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

deltaWonen vordert in dit kort geding, onder meer, dat zij gemachtigd wordt om de woning van [gedaagde 2] op haar kosten op te laten ruimen en schoon te laten maken. De kantonrechter wijst de vorderingen van deltaWonen grotendeels toe. deltaWonen heeft voldoende onderbouwd dat [gedaagde 2] haar woning ernstig heeft vervuild en niet in staat is om zelf de woning op te ruimen en schoon te maken. De beslissing op de vordering van deltaWonen tot voorwaardelijke ontruiming van de woning als [gedaagde 2] niet meewerkt, zal de kantonrechter aanhouden.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in kort geding van 2 mei 2025 met de producties 1 tot en met 31,
  • de aanvullende producties van 32 tot en met 34 van deltaWonen,
  • de mondelinge behandeling van 14 mei 2025,
  • de aanvullende producties 35 tot en met 37 van deltaWonen,
  • de voorzetting van de mondelinge behandeling van 26 juni 2025. deltaWonen heeft ter zitting spreekaantekeningen overgelegd.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
deltaWonen verhuurt aan [gedaagde 2] sinds 12 maart 2018 de woning aan het [adres] (hierna: de woning). Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van deltaWonen d.d. 1 januari 2013 van toepassing.
3.2.
Vanaf juni 2020 ontvangt deltaWonen van omwonenden diverse overlastmeldingen over [gedaagde 2]. De klachten zien op rommel rond de woning en stankoverlast.
3.3.
Op 11 juni 2024 heeft deltaWonen tijdens een bezoek aan de woning geconstateerd dat de woning (ernstig) is vervuild.
3.4.
Op 25 februari 2025 heeft [gedaagde 2] een gedragsaanwijzing ondertekend.
3.5.
Op 5 maart 2025 schrijft de gemachtigde van deltaWonen aan [gedaagde 2]:
‘‘Onlangs heeft u bij deltaWonen op kantoor een gedragsaanwijzing ondertekend. Hierin staat onder andere dat u toegang dient te verlenen tot de woning, dat u medewerking dient te verlenen aan schoonmaak- en opruimwerkzaamheden en dat u hulpverlening dient te accepteren.
deltaWonen liet mij weten dat u inmiddels twee keer de afspraak, die met u is gemaakt door deltaWonen om met het schoonmaakbedrijf de werkzaamheden bij u te inventariseren, niet bent nagekomen. Beide keren, de laatste keer op 3 maart jl., stond deltaWonen met het schoonmaakbedrijf bij u voor een dichte deur.
Voor deltaWonen is de maat vol; zij heeft mij opdracht gegeven om de rechter in te schakelen om rechtsmaatregelen tegen u te treffen. De daarmee gemoeide kosten komen voor uw rekening.’’

4.Het geschil

4.1.
deltaWonen vordert in deze procedure dat de kantonrechter bij vonnis, bij wege van voorlopige voorziening, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. deltaWonen zal machtigen op grond van artikel 3:299 BW om voor rekening van de bewindvoerder de door [gedaagde 2] van deltaWonen gehuurde woning aan het [adres], op te laten ruimen en schoon te laten maken, in zodanige mate dat deze een verzorgde indruk maakt; hetgeen onder meer betekent dat alle ruimtes in de woning worden geïnspecteerd, opgeruimd en schoongemaakt, zodat deze ruimtes volledig toegankelijk en schoon zijn en deze ruimtes kunnen worden gebruikt voor hun woondoeleinden,
II. de bewindvoerder en/of [gedaagde 2] zal veroordelen om de dringende werkzaamheden zoals verwoord onder I te gedogen en daaraan medewerking te verlenen, waaronder het verschaffen van toegang tot de woning aan het [adres] aan medewerkers van deltaWonen en/of derden die van deltaWonen opdracht hebben gekregen om de werkzaamheden uit te voeren,
III. de bewindvoerder en/of [gedaagde 2] te veroordelen om uiterlijk binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, de onroerende zaak gelegen aan het [adres], met de personen die eventueel zijdens [gedaagde 2] in voormelde woning verblijven, tijdelijk, voor de duur van de noodzakelijke werkzaamheden, te verlaten, een en ander ter uitsluitende beoordeling van deltaWonen, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub a jo. 556 jo 557 Rv,
IV. de bewindvoerder en/of [gedaagde 2] zal veroordelen tot nakoming van de afspraken uit de Gedragsaanwijzing zoals vastgelegd in Productie 26,
V. de bewindvoerder voorwaardelijk - dat wil zeggen voor zover [gedaagde 2] niet integraal aan het hiervoor onder punt II, III en IV gevorderde voldoet - zal veroordelen om het gehuurde aan het [adres] binnen 14 dagen na betekening van het te dezen wijzen vonnis, althans een door U Edelachtbare te bepalen termijn, te ontruimen en te verlaten met medeneming van al het zijne en de zijnen, onder afgifte van de sleutels aan deltaWonen,
VI. de bewindvoerder zal veroordelen in de kosten van dit geding, met bepaling dat indien dit bedrag niet binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis is betaald, daarover de wettelijke handelsrente vanaf die datum zal zijn verschuldigd, en in de nakosten.
4.2.
deltaWonen legt aan haar vorderingen het navolgende ten grondslag. [gedaagde 2] is verplicht op grond van artikel 7:213 Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 6.3. van de Algemene Huurvoorwaarden zich ten aanzien van het gebruik van de gehuurde zaak te gedragen als een goed huurder. Dit betekent dat [gedaagde 2] voor het gehuurde dient te zorgen en de woning schoon en opgeruimd moet houden, zodat omwonenden geen overlast van haar ervaren. deltaWonen stelt dat [gedaagde 2] ernstig tekort geschoten is in de nakoming van haar huurdersverplichtingen. De woning is al lange tijd ernstig vervuild en er is veel rommel in en rondom de woning. Ook ontvangt deltaWonen klachten van omwonenden over stankoverlast. [gedaagde 2] is niet in staat om zelf de woning zonder hulp op te ruimen en schoon te houden. Daar komt bij dat [gedaagde 2] de meermaals aangeboden hulp niet (vrijwillig) accepteert en afspraken structureel niet nakomt, aldus deltaWonen. Nu [gedaagde 2] haar medewerking weigert, vordert deltaWonen machtiging om op kosten van [gedaagde 2] de woning op te laten ruimen en schoon te laten maken, terwijl [gedaagde 2] de woning tijdelijk moet verlaten. Ook vordert deltaWonen nakoming van de gedragsaanwijzing. Verder vordert deltaWonen een voorwaardelijke ontruiming van de woning in het geval [gedaagde 2] geen medewerking verleent.
4.3.
De bewindvoerder en [gedaagde 2] hebben de vorderingen van deltaWonen niet betwist. [gedaagde 2] heeft op de mondelinge behandeling van 14 mei 2025 wel toegelicht dat zij graag zelf de woning wil schoonmaken en dat zij hiermee al bezig is met hulp van begeleiding.

5.De beoordeling

Spoedeisend belang
5.1.
Een vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als deltaWonen daarbij een spoedeisend belang heeft. deltaWonen vreest, gelet op de rommel in en rondom de woning alsmede de daaruit voortvloeiende stankoverlast, voor de gezondheid van [gedaagde 2] en omwonenden. Daarmee heeft deltaWonen naar het oordeel van de kantonrechter voldoende onderbouwd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten.
Toetsingskader kort geding
5.2.
Voor toewijzing van de vordering in dit kort geding is verder vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een eventueel nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
De vorderingen onder I. tot en met IV.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat deltaWonen met de door haar overgelegde stukken (waaronder de foto’s van de binnen- en buitenzijde van de woning) en hetgeen zij tijdens de mondelinge behandelingen van 14 mei 2025 en 26 juni 2025 naar voren heeft gebracht, voldoende heeft onderbouwd dat [gedaagde 2] ernstig tekort is geschoten in haar verplichting om zich als een goed huurder te gedragen. Vaststaat dat de woning ernstig vervuild is en moet worden opgeruimd en gereinigd.
5.4.
Tijdens de mondelinge behandeling van 14 mei 2025 is [gedaagde 2] verschenen. Afgesproken is dat [gedaagde 2] zes weken de tijd krijgt om te laten zien dat zij zelf in staat is om de woning op te ruimen en schoon te maken. Daarbij is afgesproken dat er sprake moet zijn van een aanvaardbare woonsituatie. Gebleken is uit de door deltaWonen nadien overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de voortgezette mondelinge behandeling van 26 juni 2025, waar [gedaagde 2] niet is verschenen, dat dit niet is gelukt. Dit is door de bewindvoerder bevestigd.
5.5.
Gelet op het vorenstaande is voldoende komen vast te staan dat [gedaagde 2] niet in staat is om de woning zelf op te ruimen en schoon te maken, terwijl dit wel dringend noodzakelijk is. De kantonrechter zal de vorderingen van deltaWonen onder I. tot en met III. dan ook toewijzen, zodat deltaWonen in staat is om zelf de woning te laten opruimen en schoonmaken. Ten aanzien van de vorderingen onder II. en III. overweegt de kantonrechter dat deze uitsluitend kunnen worden toegewezen tegen de bewindvoerder. [gedaagde 2] is onder bewind gesteld. Dat betekent dat de bewindvoerder ten aanzien van deze vorderingen als de (formele) procespartij aangemerkt dient te worden. In materiële zin is [gedaagde 2] procespartij zodat zij zo nodig kan worden gedwongen de woning te verlaten om de schoon- en opruimwerkzaamheden te kunnen laten verrichten (ECLI:NL:HR:2014:525). Het gevorderde onder IV. zal de kantonrechter als niet weersproken jegens [gedaagde 2] toewijzen, omdat die vordering de nakoming van de gedragsaanwijzing betreft en feitelijk handelen en nalaten van [gedaagde 2] vergt dat niet in verband staat met haar onder bewind gestelde vermogen.
De vordering onder V.
5.6.
DeltaWonen vordert onder V. voorwaardelijk, namelijk voor het geval geen medewerking wordt verleend aan het gedogen van de schoonmaakwerkzaamheden, de tijdelijke ontruiming en de nakoming van de gedragsaanwijzing, de ontruiming van de woning. De kantonrechter zal de beslissing op dit punt aanhouden, omdat de ontruiming van de woning een zeer ingrijpende maatregel is die alleen kan worden genomen nadat een rechterlijk toetsing heeft plaatsgevonden en het uiteraard nu onduidelijk is of geen of onvoldoende medewerking aan de in dit vonnis gegeven voorlopige voorzieningen zal worden verleend. Er zal daarom een voortzetting van de mondelinge behandeling worden bepaald. Partijen kunnen daarvoor schriftelijk hun verhinderdata doorgeven.
De vordering onder VI.
5.7.
De vorderingen van deltaWonen worden reeds grotendeels toegewezen. De bewindvoerder moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van deltaWonen worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
147,92
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.231,92
5.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.9.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat dit vonnis meteen kan worden uitgevoerd als de bewindvoerder en [gedaagde 2] niet aan de veroordelingen voldoen, ook als hoger beroep zou worden ingesteld.

6.De beslissing

De kantonrechter, in kort geding,
6.1.
machtigt deltaWonen op grond van artikel 3:299 BW om voor rekening van de bewindvoerder in die hoedanigheid de door [gedaagde 2] van deltaWonen gehuurde woning aan het [adres], op te laten ruimen en schoon te laten maken, in zodanige mate dat deze een verzorgde indruk maakt; hetgeen onder meer betekent dat alle ruimtes in de woning worden geïnspecteerd, opgeruimd en schoongemaakt, zodat deze ruimtes volledig toegankelijk en schoon zijn en deze ruimtes kunnen worden gebruikt voor hun woondoeleinden,
6.2.
veroordeelt de bewindvoerder in die hoedanigheid om de dringende werkzaamheden zoals hiervoor verwoord onder 6.1 te gedogen en daaraan medewerking te verlenen, waaronder het verschaffen van toegang tot de woning aan de [adres] aan medewerkers van deltaWonen en/of derden die van deltaWonen opdracht hebben gekregen om de werkzaamheden uit te voeren,
6.3.
veroordeelt de bewindvoerder in die hoedanigheid om uiterlijk binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis de onroerende zaak gelegen aan het [adres], met de personen die eventueel zijdens [gedaagde 2] in de woning verblijven, tijdelijk, voor de duur van de noodzakelijke werkzaamheden, te verlaten, een en ander ter uitsluitende beoordeling van deltaWonen, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub a jo. 556 lid 1 jo 557 Rv,
6.4.
veroordeelt [gedaagde 2] tot nakoming van de afspraken uit de Gedragsaanwijzing zoals vastgelegd in Productie 26 bij de dagvaarding,
6.5.
veroordeelt de bewindvoerder in die hoedanigheid in de proceskosten van € 1.084,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de bewindvoerder niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
veroordeelt de bewindvoerder in die hoedanigheid tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
bepaalt dat partijen in de gelegenheid worden gesteld om
uiterlijk op 15 augustus 2025hun verhinderdata door te geven voor de maanden september en oktober 2025 waarop de voortgezette mondelinge behandeling in verband met het in r.o. 5.6. overwogene zou kunnen plaatsvinden,
6.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. de Haan en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.