Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
€ 4000,-- per maand konden voldoen. Bovendien heeft de sleuteloverdracht van het pand plaatsgevonden voordat de overeengekomen waarborgsom door verdachte en [medeverdachte] was betaald. Gelet op voornoemde omstandigheden heeft [slachtoffer 6] naar het oordeel van de rechtbank niet de omzichtigheid betracht die van een verhuurder van een pand in het maatschappelijk verkeer wordt vereist. Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden bewezen dat [slachtoffer 6] door een oplichtingsmiddel is bewogen tot het ter beschikking stellen van het pand en het aanschaffen van nieuwe kozijnen voor het pand. De rechtbank zal verdachte daarom ook vrijspreken van het ten laste gelegde ten aanzien van [slachtoffer 6].
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van oplichting.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
- de vergoeding van [slachtoffer 5] te matigen tot € 1.339,55, omdat alleen dat bedrag ziet op het ten laste gelegde feit, en de vordering voor het overige af te wijzen;
- de vergoeding van [slachtoffer 2] te matigen naar € 5.726,25, omdat dit deel is onderbouwd met facturen, en voor het overige deel de benadeelde partij nietontvankelijk te verklaren;
- de vordering van [slachtoffer 6] te matigen tot € 19.245,-- voor gemiste huurinkomsten, en het overige deel van de vordering nietontvankelijk te verklaren vanwege onvoldoende onderbouwing.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van oplichting;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;