Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Enschede (het college).
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
- op grond van welke feiten het college tot de conclusie is gekomen dat een succesvolle werkrelatie met eiser niet mogelijk is;
- of en, zo ja, hoe het college zelf de relevante feiten heeft vastgesteld en beoordeeld;
- of in voldoende mate rekening is gehouden met het gegeven dat eiser nog maar kort werkzaamheden verrichtte als lid van de adviescommissie, dat hij in deze periode herstellend was van een fietsongeval en dat hij ten gevolge van een beperking moeite heeft met het opvangen van signalen.
- De voorzitter kent eiser uit een eerdere samenwerking. Van hieruit weet zij dat er problemen zijn op het gebied van communicatie, het gaat dan om schelden, schreeuwen en bedreigen. Zij had vooraf al twijfels over het gedrag van eiser.
- Op informele bijeenkomsten voert eiser het hoogste woord, spreekt negatief over de gemeente, toont grenzeloos gedrag en heeft geen gevoel voor verhoudingen.
- Er waren klachten van kandidaat-leden over ongenuanceerd taalgebruik en een dwingende houding.
- De voorzitter van de adviescommissie is privé benaderd door eiser, terwijl zij heeft aangegeven dat ze dat niet wilde.
- Bij het schouwen van terrassen heeft eiser zich ongepast uitgelaten tegen de secretaris. Eiser ging in op de brandveiligheid, maar dat was op dat moment geen te beoordelen onderwerp. Eiser heeft deze beperking van de adviestaak niet willen accepteren en heeft nadien tegen de secretaris geschreeuwd aan de telefoon.
.Verder hebben de leden gestemd over het lidmaatschap van eiser terwijl dit niet in de Regeling staat. Daarbij heeft eiser nooit een eerlijke kans gehad om volwaardig lid te zijn van de adviescommissie. Er is sprake van strijd met het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (het VN-verdrag Handicap) en van stigmatisering en discriminatie. Zo heeft de voorzitter zijn deelname nog voorafgaand aan zijn lidmaatschap ingekleurd door onthullingen over zijn gedrag. Het college is dan ook vooringenomen geweest in zijn besluitvorming. Volgens eiser wordt zijn gedrag onterecht als boosheid vertaald.