Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[derde belanghebbende]uit [woonplaats 2],
Rechtbank Overijssel
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld met betrekking tot een omgevingsvergunning die op 17 oktober 2024 is verleend aan [derde belanghebbende] voor de verbouwing van zijn woning en dakterras. [eiser], die achter [derde belanghebbende] woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, omdat zij van mening is dat het bouwplan op meer punten afwijkt van het omgevingsplan dan het college heeft erkend. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat de beroepsgronden van [eiser] een redelijke kans van slagen hebben. Dit betekent dat de omgevingsvergunning wordt geschorst totdat er een uitspraak is gedaan in de beroepsprocedure.
Het procesverloop laat zien dat [eiser] eerder ook al verzoeken om voorlopige voorzieningen heeft ingediend, die zijn afgewezen vanwege een gebrek aan spoedeisend belang. Echter, gezien de voortgang van de bouwwerkzaamheden en de mogelijke onomkeerbare gevolgen, heeft de voorzieningenrechter nu geoordeeld dat er wel sprake is van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van [eiser] over de overschrijding van de goothoogte en de bouw buiten het bouwvlak in overweging genomen en geconcludeerd dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vergunning verleend kon worden. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat de omgevingsvergunning geschorst wordt tot de uitspraak op het beroep.