Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiseres 1] B.V.,
2.
FINANCIEEL FIT TWENTE B.V.,
3.
[eiser 1],
4.
[eiser 2],
5.
PHILUMA VASTGOED B.V.,
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2] B.V.,
1.De samenvatting
2.De procedure
- het vonnis in incident van 8 mei 2024 en de daarin genoemde stukken,
- het vonnis in incident van 10 juli 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord van 13 november 2024 van [gedaagde 2] .
- de dagvaarding van [gedaagde 1] van 28 mei 2024,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 2] van 13 november 2024.
3.De feiten
Opties voor oorzaken
Wel mogelijk, maar minder waarschijnlijk: in de hete lucht föhn is een technisch
CONCLUSIE BRANDOORZAAK
Oorzaak
Resumé
- Bij het gebruik van de föhn op zijn hoogste stand daalt, na het op de laagste stand draaien van de temperatuurinstelling van de föhn, binnen één minuut de temperatuur van de hete lucht tot 96 °C en de temperatuur van de buitenzijde van het metaal van het mondstuk tot 142 °C. De ontbrandingstemperatuur van de dakbedekking wordt aan de buitenzijde van het metaal van het mondstuk niet bereikt. De hete lucht uit de ingeschakelde föhn bereikt deze temperatuur wel. Bij het naar beneden draaien van de temperatuurinstelling is de temperatuur van de hete lucht binnen een halve minuut gedaald tot onder de ontbrandingstemperatuur van de PVC;
- Bij het gebruik van de föhn op zijn hoogste stand daalt, na het uitschakelen van de föhn, binnen één minuut de temperatuur van de hete lucht tot 133 °C en de temperatuur van de buitenzijde van het metaal van het mondstuk tot 227 °C. De ontbrandingstemperatuur van de dakbedekking wordt aan de buitenzijde van het metaal van het mondstuk niet bereikt. De hete lucht uit de ingeschakelde föhn bereikt deze temperatuur wel. Bij het uitschakelen van de föhn is de temperatuur bij de uitmonding van het mondstuk binnen een halve minuut gedaald tot onder de ontbrandingstemperatuur van de PVC;
- De door [bedrijf 2] geformuleerde opties voor het ontstaan van de brand (te weten optie 1, 3, en 5) zijn op basis van de testen onwaarschijnlijk gebleken; Afgaande op de juistheid van de verklaring van de dakdekkers, dat de föhn door hen werd uitgeschakeld toen zij het dak verlieten, zijn de door [bedrijf 2] geformuleerde opties voor het ontstaan van de brand (te weten optie 2, 4 en 6) niet mogelijk gebleken.’
4.Het geschil
5.De beoordeling
brandveilig werken op daken – een wederzijds belang’ (hierna: het informatieblad) geformuleerde veiligheidsnormen niet nageleefd. Het gaat dan in het bijzonder om de daarin opgenomen
‘aandachtspunten voor brandveilig werken met open vuur of föhn’.Daaruit volgt dat [gedaagde 2] had moeten zorgdragen dat het voorgeschreven blusmateriaal aanwezig was op de werkplek, wat niet het geval was. De dakdekkers hebben geen blusdekens en twee verzegelde 12 KG ABC poederblussers meegenomen naar het dak, wat volgens het informatieblad wel had gemoeten. Daarnaast hebben zij de hete lucht föhn na langdurig gebruik geruime tijd onbewaakt op het dak achtergelaten. Daarmee is in strijd gehandeld met het door [gedaagde 2] zelf ondertekende
‘Formulier brandgevaarlijke Werkzaamheden’van het Verbond van Verzekeraars, dat bewaking tot een uur na afloop voorschrijft, en met het informatieblad, die een nacontrole van een half uur na beëindiging van de werkzaamheden voorschrijft. Volgens [eiseres 1] c.s. blijkt hieruit dat de dakdekkers niet hebben gehandeld met de mate van zorgvuldigheid die van hen mag worden verwacht. Het voorgaande wordt door [gedaagde 1] onderschreven.
Risicoanalyse en maatregelen’ geïnventariseerd wat voor maatregelen genomen worden om brand te voorkomen. Daarop is ingevuld dat het werk tot een uur na afloop bewaakt wordt door dakdekkers. De rechtbank vindt dat dit een controlemaatregel betreft die zowel geldt bij het tijdelijk onderbreken van de werkzaamheden als na afloop daarvan. Immers, anders zou het een loze bepaling zijn. Zowel gedurende het onderbreken van de werkzaamheden als na afloop van de werkzaamheden bestaat een kans op brand, die voorkomen of snel verholpen kan worden als iemand de werkplek gedurende enige tijd in de gaten blijft houden. Door het ondertekenen van het formulier heeft [gedaagde 2] aangegeven dat zij zich aan de daarin genoemde controle- en voorzorgmaatregelen zal houden. In het eerste rapport van [bedrijf 3] leest de rechtbank dat de ondertekening van het formulier mogelijk geantedateerd is, doordat (de heer Pikkemaat van) [gedaagde 2] deze pas een dag na de brand heeft getekend en daarbij de datum 31 maart 2023 heeft vermeld. Dit doet naar oordeel van de rechtbank niet aan het voorgaande af. Zelfs als [gedaagde 2] het formulier later heeft ondertekend, kan daaruit worden afgeleid dat [gedaagde 2] zich destijds ook gebonden voelde aan de daarin genoemde controle- en voorzorgsmaatregelen.