ECLI:NL:RBOVE:2025:31
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de herziening, intrekking en terugvordering van haar bijstandsuitkering beoordeeld. Eiseres ontving vanaf 6 november 2020 een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande ouder. Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen heeft op 20 maart 2024 besloten om de bijstandsuitkering van eiseres over de periode van oktober 2022 tot en met september 2023 gedeeltelijk te herzien en gedeeltelijk in te trekken, en heeft een bedrag van € 6.527,45 bruto teruggevorderd. Dit besluit is genomen omdat eiseres haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door gokinkomsten niet te melden.
De rechtbank heeft op 26 november 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het college. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid heeft gehandeld door de bijstandsuitkering te herzien en terug te vorderen. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat de hoogte van het teruggevorderde bedrag onjuist is. De rechtbank concludeert dat de schending van de inlichtingenplicht een rechtsgrond vormt voor de herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering. Eiseres heeft aangevoerd dat de terugvordering leidt tot onbillijkheid, maar de rechtbank oordeelt dat het college voldoende rekening heeft gehouden met de financiële situatie van eiseres en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van mr. A.A.H. Beenen-Oskam, griffier.