Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[bedrijf] B.V., uit [vestigingsplaats], eiseres
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, verweerder
Inleiding
Het geschil
- Als gevolg van uitval van personeel door de coronapandemie was sprake van een situatie van overmacht waardoor het voor haar redelijkerwijs niet mogelijk was aan haar administratieve verplichtingen te voldoen. Hierdoor had aan eiseres geen boete mogen worden opgelegd dan wel had de boete moeten worden gematigd.
- Er is ten onrechte geen aan de boete voorafgaand boeterapport opgemaakt.
- Er heeft ten onrechte geen hoorzitting plaatsgevonden.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- De rechtbank verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 2 maart 2022 voor wat betreft de hoogte van de boete;
- herroept het besluit van 27 augustus 2021 voor zover daarin de aan eiseres opgelegde boete is vastgesteld op een totaalbedrag van € 4.500,-;
- stelt het totaalbedrag van de boete vast op € 1.561,- en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 2 maart 2022;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres.
Informatie over hoger beroep
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA ’s-Gravenhage.