In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel wordt het beroep van Eventique Party B.V. tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar tegen een last onder dwangsom behandeld. De last onder dwangsom werd opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Enschede vanwege overtredingen van geluidsvoorschriften. De rechtbank oordeelt dat de last op de juiste wijze bekend is gemaakt, ondanks de betwisting van de ontvangst door eiseres. Eiseres stelde dat zij de last niet had ontvangen, maar de rechtbank concludeert dat de last per aangetekende post en e-mail is verzonden. De rechtbank komt tot de conclusie dat de termijn voor het indienen van bezwaar is overschreden en dat deze overschrijding niet verschoonbaar is. Eiseres had eerder kennis kunnen nemen van de last onder dwangsom en had tijdig bezwaar moeten indienen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en het college wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.814,-, evenals de vergoeding van het griffierecht van € 371,-.