ECLI:NL:RBOVE:2025:2480
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor illegale bewoning
Deze zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een last onder dwangsom die aan verzoeker is opgelegd vanwege illegale bewoning van een perceel. Verzoeker heeft om verlenging van de begunstigingstermijn gevraagd, maar het college van burgemeester en wethouders van Twenterand heeft dit verzoek afgewezen. De last onder dwangsom verplicht verzoeker om de illegale bewoning uiterlijk op 23 april 2025 te staken. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om verlenging en vraagt in deze procedure om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij aan de last moet voldoen voordat op zijn bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat het bezwaar naar voorlopig oordeel geen kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat het voor hem onmogelijk is om aan de last te voldoen binnen de gestelde termijn. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de handhavingskwestie al sinds eind 2020 speelt en dat verzoeker voldoende tijd heeft gehad om zich voor te bereiden op de beëindiging van de illegale bewoning. De voorzieningenrechter concludeert dat de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening terecht is en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.