10.3.Dat eiseres heeft getracht een mogelijk strafbaar feit ‘onder het kleed te vegen’ dan wel dit bij de leidinggevenden weg te houden volgt de rechtbank niet. Zoals ook door de korpschef is erkend in het bestreden besluit, had eiseres niet de intentie om een mogelijk strafbaar feit onder het kleed te vegen. Naar het oordeel van de rechtbank is voor het tegenwerpen van iets ‘onder het kleed te vegen’ de aanwezigheid van de intentie noodzakelijk. Nu niet in geschil is dat eiseres niet de intentie had om iets ‘onder het kleed te vegen’, is hierbij geen sprake van strafwaardig plichtsverzuim door eiseres.
11. Het voorgaande betekent dat één van de drie vormen van plichtsverzuim niet aan de disciplinaire straf ten grondslag kan worden gelegd en bestreden besluit II geen stand kan houden. In zoverre is het beroep gegrond. Naar het oordeel van de rechtbank is bestreden besluit II in strijd met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. Dit dient naar het oordeel van de rechtbank gevolgen te hebben voor de opgelegde disciplinaire straf. De rechtbank zal daarom bestreden besluit II vernietigen. Nu twee van de drie gedragingen wel aan de disciplinaire straf ten grondslag kunnen worden gelegd, acht de rechtbank een inhouding van 16 verlofuren hier evenredig als disciplinaire straf. De rechtbank zal daarom zelf in de zaak voorzien door een disciplinaire straf van de inhouding van 16 verlofuren op te leggen en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van bestreden besluit II.
12. Artikel 64 van het Barp luidt: Indien het belang van de dienst dit in bijzondere gevallen vordert, is de ambtenaar verplicht zijn functie op een andere dan de hem aangewezen plaats van tewerkstelling of binnen een ander dan het hem aangewezen werkgebied uit te oefenen of, al dan niet op een andere dan de hem aangewezen plaats van tewerkstelling of binnen een ander dan het hem aangewezen werkgebied, een andere functie dan die waarin hij is aangesteld, mits dit redelijk is in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en vooruitzichten.
13. De korpschef heeft in het besluit tot overplaatsing vooropgesteld dat het doel van de verplaatsing van eiseres niet is om haar te (be)straffen, maar om haar uit de onwenselijke situatie te halen die is ontstaan rondom haar persoon binnen het basisteam Twente-Noord en daarmee de rust terug te brengen in het team. Zowel tussen eiseres en de teamleiding als tussen eiseres en een aantal collega’s is er een ernstige vertrouwensbreuk ontstaan. Volgens de korpschef was er geen andere oplossing dan te besluiten tot de verplaatsing van eiseres.
Volgens de korpschef is sprake van een bijzondere situatie waardoor het belang van de dienst de overplaatsing van eiseres vordert. Zowel de gebeurtenissen die aanleiding zijn geweest voor het lijnonderzoek, het lijnonderzoek zelf als de vertrouwensbreuk die als gevolg van het lijnonderzoek is ontstaan, worden aangemerkt als een bijzondere situatie. Verder is de korpschef van mening dat, gelet op de uitkomsten van het lijnonderzoek, de oplegging van de disciplinaire straf en de hiervoor beschreven bijzondere situatie, het belang van de dienst de overplaatsing van eiseres vordert. Wederzijds vertrouwen is essentieel voor een goede functievervulling en eiseres heeft een gebrek aan zelfreflectie getoond. Volgens de korpschef is de overplaatsing passend, gelet op het behoud van de eigen functie en de geringe toename van de reisafstand en reistijd. Er is in voldoende mate rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiseres. Het belang van de organisatie weegt in dit geval zwaarder, nu als gevolg van de feiten en omstandigheden de teamleiding en een aantal collega’s niet meer met eiseres willen samenwerken.
14. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat haar ten onrechte wordt verweten dat zij de onrust die in het team is ontstaan heeft veroorzaakt. Volgens eiseres is de onrust in het team vooral ontstaan door toedoen van de leiding door verkeerde dan wel slechte communicatie naar het team en niet uit te leggen genomen maatregelen. Eiseres is van mening dat geen rekening is gehouden met haar persoonlijke omstandigheden. Zij wordt door de verplaatsing geconfronteerd met een langere reistijd en extra financiële kosten in verband met reizen. Ten onrechte wordt eiseres verweten dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan tussen haar en de teamleiding. Eiseres heeft volledig meegewerkt aan het onderzoek en heeft op geen enkele wijze daarin het vertrouwen beschaamd. Eiseres heeft verder gesteld dat zij niet bekend was met enig grensoverschrijdend gedrag. Naar de mening van eiseres is het onwenselijk dat zij in twee processen is onderzocht en er mag geen zelfreflectie worden verwacht op dingen die niet zijn gebeurd. Er is eiseres veel leed toegebracht. Daarnaast heeft eiseres gesteld dat er niet consequent wordt gehandeld en dat er willekeurig beleid wordt gevoerd. De maatregel van overplaatsing is onevenredig zwaar.
15. Wat de maatregel van overplaatsing betreft, staat de rechtbank voor de vraag of sprake was van een bijzonder geval waarin het belang van de dienst vorderde om eiseres te verplichten haar functie op een andere plaats uit te oefenen. Indien dat het geval is, moet vervolgens de vraag beantwoord worden of deze overplaatsing van eiseres redelijk is in verband met de persoonlijkheid, de omstandigheden en de vooruitzichten van betrokkene.
16. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de korpschef in de gebeurtenissen rondom eiseres en het lijnonderzoek een bijzonder geval kunnen zien als bedoeld in artikel 64 van het Barp. De rechtbank volgt de korpschef in de overweging dat wederzijds vertrouwen essentieel is voor een goede functievervulling en dat er sprake is van een vertrouwensbreuk. Zoals volgt uit rechtsoverweging 10. en 10.1, gaat de rechtbank ervanuit dat eiseres de tijdens het vier-gesprek gemaakte afspraak om niet met anderen over de gebeurtenissen tussen [naam 2] en [naam 3] te spreken heeft geschonden. Voor de rechtbank is aannemelijk geworden dat de relatie tussen eiseres en meerdere collega’s uit het basisteam hierdoor onder spanning is komen te staan en dat het onderlinge vertrouwen is beschadigd. Anders dan eiseres heeft gesteld, vindt de ontstane onrust zijn oorsprong in het schenden van de afspraak door eiseres en niet in het daaropvolgende handelen door de leiding. Dat eiseres de teamleiding verantwoordelijk blijft houden voor de ontstane onrust maakt dat tevens gesproken kan worden van een vertrouwensbreuk tussen de teamleiding en eiseres.
17. De rechtbank komt vervolgens toe aan de vraag of de overplaatsing redelijk is. Dat bij het besluit tot overplaatsing geen rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiseres volgt de rechtbank hierbij niet. Eiseres is verplaatst naar een basisteam in hetzelfde district, niet ver van de eerdere werkplek. In dit basisteam speelt dezelfde hectiek van een stad als in het team Twente-Noord. Dat eiseres in Midden-Twente niet de coördinerende rol vervult die zij gewend was en nu 50 minuten moet fietsen om op het werk te komen, maakt niet dat de overplaatsing naar het basisteam Midden-Twente niet redelijk is. De reisafstand is niet buitenproportioneel en de werkzaamheden zijn in lijn met de werkzaamheden die zij voor de overplaatsing verrichtte. Dat het hierbij niet om exact dezelfde werkzaamheden gaat, is niet doorslaggevend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de korpschef gelet op alle omstandigheden in redelijkheid tot de overplaatsing van eiseres naar het basisteam Midden-Twente kunnen komen.
18. Eiseres heeft in beroep gewezen op andere kwesties waarbij de korpschef naar haar idee ook had moeten optreden. Ter zitting heeft zij toegelicht dat hierbij naar haar mening sprake is van strijd met het verbod op willekeur. Nu het hier om verschillende kwesties gaat en onbekend is of en hoe de korpschef in die andere situatie heeft gehandeld, kan op basis hiervan naar het oordeel van de rechtbank niet geconcludeerd worden tot strijd met het verbod op willekeur.
19. Voor zover eiseres heeft beoogd te betogen dat zij met de overplaatsing en de disciplinaire straf dubbel wordt gestraft, volgt de rechtbank haar niet. Hoewel de rechtbank begrijpt dat eiseres de overplaatsing als een bestraffing ervaart, is een besluit tot overplaatsing een andersoortige maatregel dan een besluit tot oplegging van een disciplinaire straf.