3.11.Bij brief van 30 december 2024 heeft Landstede onder meer het volgende bericht aan DVG:
“
Bezwaar
Uw cliënte, De Vier Gewesten B.V. (DVG), is tweede geworden bij de voornoemde aanbesteding. Zij heeft
zich tot cliënte gewend waarbij zij heeft aangegeven zich niet te kunnen vinden in de (voorlopige)
gunningsbeslissing aangezien naar haar mening de nummer 1, Gebo Tours B.V., uitgesloten dient te
worden van deelname aan de aanbesteding.
Daartoe heeft uw cliënte aangevoerd dat Gebo bij een andere, eerdere, aanbesteding is uitgesloten op
grond van een valse verklaring en vraagt uw cliënte zich af de UEA wel juist ingevuld zou zijn. Cliënte
heeft aangegeven dat zij uit mag gaan van de juistheid van hetgeen de inschrijver op papier zet tenzij er
sprake is van gerede twijfel. De standpunten van uw cliënte waren daartoe onvoldoende onderbouwd.
Bij mail van 3 december jl. stuurt u namens uw cliënte als bijlage de brief van Inkada B.V. van 23 februari
2023 ter zake de aanbesteding van CSG [bedrijf] en verzoekt u om alsnog inhoudelijk te reageren
alsmede opschorting van de Alcatel termijn.
Bij mailbericht van 4 december jl. geeft u aan dat de reactie van Landstede Groep “een heldere motivering
moet bevatten van de redenen waarom Landstede-ondanks dat de facultatieve uitsluitingsgrond inzake
‘valse verklaring’ van toepassing lijkt- heeft besloten niet over te gaan tot uitsluiting. ”
Nadere informatie
Alhoewel Landstede Groep van mening is dat er enkel sprake is van summiere twijfels, nu uw cliënte niet
meer heeft gesteld dan een enkele uitsluiting van een aanbesteding waarvan de inschrijvingstermijn al
bijna twee jaar geleden is gesloten, heeft Landstede Groep volledigheidshalve nader onderzoek gedaan.
Landstede Groep heeft om nadere informatie en stukken gevraagd bij Gebo Tours B.V. Dit nader
onderzoek ziet op het vragen van een toelichting op de uitsluiting ter zake de aanbesteding van CSG
[bedrijf] en het al dan niet verstrekken van onjuist informatie dan wel het afleggen van een valse
verklaring.
Gebo Tours B.V. heeft deze nadere toelichting verschaft en onderbouwd met een viertal bijlages.
Vervolgens heeft Landstede Groep aanvullend nadere specifieke vragen gesteld alsmede verzocht om
aan te geven waarom Gebo Tours B.V. geen melding heeft gedaan van de uitsluiting van de aanbesteding
van CSG [bedrijf] bij het invullen van de UEA in onderhavige aanbesteding.
Conclusies nadere toelichting
Op basis van de hiervoor gestelde vragen en ontvangen informatie van Gebo Tours B.V. kan ik u berichten
dat in de aanbesteding ter zake CSG [bedrijf] Gebo Tours in haar inschrijving had aangegeven dat zij
in Q1 2024 kon beschikken over een tweetal elektrische bussen. Gebo Tours is vervolgens bij verificatie
verzocht om bewijsstukken. Gebo Tours kon op basis van een samenwerking beschikken over één bus
en de andere bus had zij besteld bij VDL en zou in Q1 geleverd worden. Door [bedrijf] is verzocht om
een verklaring van de leverancier VDL die de informatie van Gebo Tours ondersteunde ter zake de
aankoop van de elektrische bus. Vervolgens bleek dat VDL vanwege financiële problemen de bus niet
meer zou kunnen leveren. Nu Gebo Tours niet over de tweede elektrische bus kon beschikken in Q1 is
zij door CSG [bedrijf] uitgesloten.
Gebo Tours heeft bovenstaande toelichting met bewijsstukken aan Landstede Groep verstrekt. Landstede
Groep heeft onder andere de aankoopovereenkomst (met leveringsdatum) ontvangen, de brief van VDL
met de mededeling dat levering niet meer mogelijk is in Q1 en het mailverkeer met Inkada B.V. (het
bureau dat de aanbesteding voor CSG [bedrijf] begeleidde).
Ter zake de vraag waarom in onderhavige aanbesteding van Landstede Groep geen mededeling is gedaan
van de uitsluiting op grond van een valse verklaring heeft Gebo Tours laten weten dat zij van mening is
dat zij in de aanbesteding van CSG [bedrijf] zich niet in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan
het verstrekken van valse verklaringen bij het verstrekken van informatie die nodig is om te controleren
of er geen gronden voor uitsluiting zijn dan wel of aan de selectiecriteria wordt voldaan noch heeft zij
dergelijke informatie achtergehouden.
Oordeel Landstede Groep
Landstede Groep heeft met bovenstaand nader onderzoek voldaan aan haar controleplicht en daarbij
aangehaakt op de summiere twijfels bij de klagende inschrijver.
Uw cliënte stelt bij bezwarenbrief van 29 november jl. dat Gebo Tours bij deel IIIC van de UEA ‘Nee’ had
behoren in te vullen nu zij bij de aanbesteding van [bedrijf] in februari 2023 is uitgesloten op grond
van valse verklaringen. Daarmee stelt uw cliënte dat Gebo Tours zich in het verleden heeft schuldige
gemaakt aan een ernstige beroepsfout.
Landstede Groep deelt die mening niet. Gebo Tours heeft onderdeel IIIC van de UEA met ‘Ja’ ingevuld en
Landstede Groep meent dat dit juist is.
Gelet op de hierboven weergegeven conclusie ter zake de nadere toelichting is Landstede Groep van
mening dat er geen sprake is geweest van een ernstige beroepsfout. Gekeken dient te worden naar de
achterliggende ‘beroepsfout’ als gevolg waarvan er volgens CSG [bedrijf] destijds sprake was van het
afgeven van een valse verklaring. Landstede Groep is van mening dat er ter zake de achterliggende casus
geen sprake is van een ernstige beroepsfout. Er is niet gebleken van een bewuste onjuistheid bij de
inschrijving dan wel misleiding. Noch van een ernstige nalatigheid. Naar het oordeel van Landstede Groep
is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden als gevolg waarvan Gebo Tours niet aan
hetgeen zij in het kader van de kwalitatieve gunningscriteria in haar inschrijving op de aanbesteding van
CSG [bedrijf] had gesteld, kon voldoen. De vraag kan zelfs gesteld worden of de toepassing van de
uitsluitingsgrond van de valse verklaring door [bedrijf] wel terecht is geweest, nu het gaat om
informatie in het kader van de gunningscriteria die niet waargemaakt kon worden en niet om informatie
met betrekking tot de uitsluitingsgronden of geschiktheidseisen waarop artikel 2.87 lid 1 sub h ziet (zie
(…)
Voorts wijs ik erop dat een uitsluiting op grond van artikel 2.87 lid 1 sub h in onderhavige aanbesteding
niet aan de orde is. Voor uitsluiting op die grond dient het te gaan om een valse verklaring in het kader
van de onderhavige aanbestedingsprocedure en niet in het kader van eerdere aanbestedingen. Dit blijkt
in het bijzonder uit het feit dat de wetgever geen terugkijktermijn voor de uitsluitingsgrond heeft
vastgesteld (artikel 2.87 lid 2)2. Bovendien moet, wil deze uitsluitingsgrond van toepassing zijn, sprake
zijn van het zich “in ernstige mate schuldig maken” aan een valse verklaring, zo volgt uit het Esaprojekt-
arrest (HvJEU 04-05-2017, zaak C-387/14)3. Daarvan is hier al helemaal geen sprake.
Nu er naar het oordeel van Landstede Groep geen sprake is van een ernstige beroepsfout (in het verleden)
is er door Gebo Tours in de onderhavige aanbesteding geen valse verklaring afgelegd.
(…)
Beslissing
Gelet op het bovenstaande zal Landstede Groep de voorlopige gunning aan Gebo Tours in stand houden.
Tevens laat ik u weten dat de stand still termijn 20 kalenderdagen zal bedragen, zodat deze afloopt op
19 januari 2025. Voor de volledigheid merk ik op dat dit de laatste verlenging van de stand still termijn
bedraagt.
Indien uw cliënte bezwaar heeft tegen de genomen beslissing, dient zij uiterlijk op 19 januari 2025 bij
de rechtbank Overijssel te Zwolle een kortgeding aanhangig te maken. Zoals bekend betreft dit een fatale
termijn.”